Vormen. Jaargang 1(1936-1937)– [tijdschrift] Vormen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Arthur Rimbaud Door Pieter G. Buckinx ‘Zestien inboorlingen droegen dit zieke lichaam van Harrar naar de Kust van Ethiopië’ Wij schrijden door het zwarte lover van de nacht wit en geluidloos midden de ravijnen. Zullen wij eenmaal wit en stil verdwijnen in deze duisternis en al wat is en eenmaal was verzinken in de zwarte tover van het gras? Wie dreef ons uit, wie sloeg ons met dit zwaard van vuur? Wij weten niet waarheen wij wit en zwijgend gaan in dit rampzalig uur. De wind fluit in het hoge riet: De dood zal u voorgoed verslaan en uwe witte leden zacht ontkleden van duisternis en waan. Want God zal stralend aan de sterren staan. Vorige Volgende