Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

Ottersum.

a. Een hier gevonden bijl en een beitel van gepolijste vuursteen worden in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden bewaard.

Ottersum.

e. De r.k. kerk (H. Johannes de Dooper, vroeger H. Lambertus) is een met 11° noordelijke afwijking georiën-

[p. 364]

teerde, baksteenen, met gestucadoord segment-gewelf overspannen kerk, waarvan het éénbeukige schip, drie traveeën diep, begrensd wordt door oude zijmuren (XV of XVI) met eenvoudige steunbeeren, spitsboogvensters (traceeringen nieuw), en dichtgemetselden zuidelijken ingang, terwijl dwarsschip en koor van 1842 en de westtoren van 1865 dagteekenen. De kerk bezit:

Houten hoogaltaar laat-Lodewijk XIV, met getorste composietzuilen (tabernakel nieuw). Twee dergelijke kleine altaren (± 1700, gewijzigd). Resten van een retabel-bekroning Lodewijk XIV; twee gesneden tabernakelomlijstingen Lodewijk XIV.

Twee dubbele koorzetels (XVII), van eikenhout met gebeeldhouwde zij- en tusschenstukken.

Preekstoel (XVII B; gewijzigd).

Orgel-achterkast (XVII).

Veertien kerkbanken (± 1700).

Houten beelden: Kruisbeeld (XVII A); dito (XVII B); dito (± 1700), H. Lambertus, H. Barbara (beide ± 1700); Calvariegroep (± 1700); twee adoranten (XVII b); H. Johannes den Dooper (XVIII); H. Petrus, H. Paulus (beide XVII, oud?); kop van Johannes den Dooper (XVII A, zeer beschadigd); klein Kruisbeeld (± 1700).

Schilderijen: Altaarstuk: Oprichting van het Kruis (XVIII a, onder Antwerpschen invloed), H. Paulus (XVII B, doek), H. Magdalena (XVII B, doek).

Zilverwerk: monstrans (XVII B, gewijzigd); miskelk (XVII); dito (1797).

Twee koperen pyxiden en soortgelijken kelk (XVII a).

Koperen kandelaars: een paar (XV, beschadigd), een paar zeer kleine (XVI), een paar (XVI), een paar (XVII A) met bovenblaker, een paar (XVI), een paar (XVII A) met middenblaker, een paar drievoets (XVII B), drie paar drievoets (XVIII). Een paar koperen tabernakelluchtertjes

[p. 365]

(XVII). Koperen kaarsarm (XVII). Gedreven koperen collecteschaal (XVII).

Tinnen ampullen-stel (1810); eenige beschadigde tinnen ampullen (XVIII?). Een paar koperen carillons (XVIII A).

Twee fluweelen dalmatieken met zilverbelegsel (XVIII).

Processievaandel (XVIII).

Missaal met kopergravures (XVIII).

Drie klokken, waarvan twee in 1748 gegoten door Jean Petit en zijn zoon en een in 1754 door Jean Petit.

Glaskast (midden-XVIII); eenvoudige tafel (XVII B) met gedraaide pooten.

't Ven.

e. De kapel (H. Antonius Abt) is een met 11° noordelijke afwijking georiënteerd, van baksteen opgetrokken, éénbeukig kerkje (XV of XVI), twee maal (XIX B) naar voren vergroot; zij heeft een 3/8-gesloten koor; voorgeplaatst portaaltje (XIX B); vierkant klokkespitsje (XIX B) vóór op het dak; het koor (triomfboog) met eenvoudige steunbeeren en gewijzigde spitsboogvensters. Vlakke zoldering. De kapel bevat:

Houten barok altaartje (± 1700).

Houten beelden: H. Antonius Abt (drie; ± 1500, XVI a, (XVII); H. Annatrits (XVII), H. Rochus, H. Simon, H, Lambertus, H. Ambrosius (alle XVII of XVIII); O.L. Vrouw (XVIII), aangekleed, onder troonhemel (XVIII A); klein Kruis (± 1700). Gesneden consoles (1684).

Schilderij: Onthoofding van den H. Dionysius (XVIII, onder Luikschen invloed).

Klokje, in 1754 gegoten door Franciscus Schaapman te Amsterdam.

Zelder.

e. Oude kapel (XVI?, thans houtschuur): een met 9° zuidelijke afwijking georiënteerde, eenvoudige baksteenen

[p. 366]

3/8-gesloten ruimte, met eenvoudigen topgevel; de deur, het nisje erboven en de venstertjes met segmentbogen; zware balkspanten.