Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel XI. De provincie Groningen
(1933)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 242]
| |
betreft de koortravee in 1915, waarbij o.a. de in 1770 vernieuwde westelijke topgevel en de afdekkingen der overige toppen in den veronderstelden oorspronkelijken staat zijn teruggebracht), bestaande uit een schip van twee traveeën, een dwarspand met ondiepe armen en een rechtgesloten koor van een travee, met een vrijstaanden zeer zwaren zadeldaktoren (XIII). De door eenmaal versneden lisenen versterkte kerkmuren worden achtereenvolgens geleed door spitsboognissen, onderling gescheiden door colonnetten en waarin bij het oostelijk gedeelte ronde casementen, langwerpige spitsboogvensters met kraalprofiel (in iedere travee twee, doch bij den oost- en westgevel drie), geflankeerd door nissen met vlechtwerk en kraalprofiel, en een afsluitend rondboogfries. In de oosten westtoppen en die van het dwarspand (aan de zuidzijde onvolledig) door colonnetten gescheiden en met spitsboogjes gesloten spaarvelden, waarbinnen klimmende spitsboognissen met vlechtwerk. Klaverbladbogig overtoogde, in spitsboognissen gevatte ingangen, alles met kraalprofielen, in den noordmuur van het schip (blijkens steen in 1770 gedicht) en in den zuiderdwarsarm geprofileerde (gedichte) rondbogige ingangen binnen spitsboognissen met kraalprofiel in den zuidmuur van het schip en den noorderdwarsarm. De gepleisterde toren heeft een rondbogigen ingang, gekoppelde rondbogige en in een rondboognis gevatte galmgaten, en in de toppen door lisenen gescheiden spaarvelden. Inwendig over de kerk koepelachtige gewelven met acht, van den grond opgaande ribben, samenkomende in stervormige ringen (bij het koor een rozet), gescheiden door geprofileerde spitsbogige gordelbogen (beneden afgehakt). De wanden worden onder de vensters verlevendigd door met twee spitsboogjes gesloten spaarvelden, gescheiden door colonnetten; in de bij de restauratie van de pleisterlagen ontdane koortravee echter door | |
[pagina 243]
| |
dergelijke spitsbogige spaarvelden, waarbinnen ronde casementen. De kerk bezit: Rijksgesneden koorafsluiting (1709, middenopzetstuk 1843) met eenige bijbehoorende banken. Preekstoel (1736) in stijl Lodewijk XIV, de kuip met allegorische vrouwefiguren en Mozes met de tafelen der wet. Doophek (± 1730) met voorlezerslezenaar (1779). Orgel (1794 door F.C. Snitger en H.H. Freytag) met rugpositief. Dubbele bank (1671) met gesneden opzetstuk en zijstukken. Verscheidene grafzerken, de oudste voor den ambtsman (Beerneer) Jarges († 1558). Eenig, in hoofdzaak ornamenteel, schilderwerk (XVIII B of XIX A). Twee klokken, de oudste in 1610 door Herman gegoten.
g. Dorp Wz. Achtkante korenmolen met stelling ‘Zeldenrust’ (1889): hout op steen, geasfalteerde houten kap. |
|