Hooggestoelte (1703) als koorafsluiting, in het fronton van het rijkbehandelde bovendeel het wapen-Alberda en -Van Berum; versierd benedenschot en daarvoor staande banken (XVII B) met het wapen-Alberda; vele eenvoudige banken (XVII).
Vele koperen wandarmen (XVIII).
Talrijke zerken, waaronder de oudste voor Bonno Awlsum († 1560), met koperen cartouche en wapen, en zerken met wapens voor Johan Takuma († 1595), en Margaretha Clant-Lewe († 1606).
Geschilderde wapenborden voor Mello Alberda († 1699), Unico Allard Alberda († 1714), Everdina Cornera van Berum douair. Alberda († 1741), Unico Allard Alberda van Menkema en Dijksterhuis († 1790).
Avondmaalszilver: twee bekers, een (1644, merken: Groningen 1632, onleesbaar) en een (1818), en schotel (1845); doopbekken (1835, door J. Schokwijk te Rotterdam).
Klok, (XVIII B) door Mamees Fremy vergoten.
2. De ned. herv. pastorie bezit een schoorsteen, de boezem met rijkgesneden middendeel en spiegel (± 1700) te weerszijden aangevuld met allegorische vrouwefiguren, naar het voorbeeld van een schoorsteen in den borg Menkema.
e. Menkema, de het best bewaarde Ommelander borg, volgens een steen met de wapens-Clant en -Manninga vernield in 1400 (?) en voorts gerepareerd en uitgebreid in 1614 door Osebrandt Clant en Josina Manninga, vergroot en vermoedelijk inwendig geheel verbouwd door Unico Allard Alberda en Everdina Cornera van Berum (gehuwd 1701), is in 1921 door de erfgenamen, de familie Lewe van Nijenstein, van den laatsten bewoner Gerhard Alberda van Menkema en Dijksterhuis - na wiens dood in 1902 de oude inboedel grootendeels werd verkocht -