lichtopeningen. De westelijke schiptravee wordt naar het W. afgesloten door twee op een middenpijler rustende holgeprofileerde spitsbogige scheibogen. In den toren een gemetselde open klokkenstoel, vermoedelijk vrijwel gelijktijdig met den toren gebouwd. De kerk bezit;
Rijken preekstoel (1671, gelakt), met gesneden paneelen, waarop het wapen van Johan Clant en doodssymbolen, tusschen gegroefde Korinthische zuiltjes met versierd voetstuk, en friezen.
Eenvoudig doophek (XVII B).
Orgel (1680, grootendeels vernieuwd in 1788 door Dirck Lohman en Gerhard Diederieg Lohman van Embden, op last van T.A. Gerlacius) met balustrade, in het midden waarvan een groot paneel (1680 met snijwerk en twee figuren (Heracles en Minerva?) te weerszijden van het alliantiewapen-Gerlacius en -Gockinga.
Dubbele heerenbank (1669 of XVII B, gelakt), de overhuiving op getorste Ionische zuiltjes met fries en bekroond met het wapen van Johan Clant in omlijsting, en het achterschot geflankeerd door voluutpaneelen.
Vele eenvoudige banken (1669 of XVII B, gelakt), het achterschot der westelijkste in het schip met spijlen en bekronend rankwerk.
Fraai gebeeldhouwd marmeren grafmonument (1672, door Rombout Verhulst) voor Adriaan Clant († 1668), opgericht op last van zijn zoon Johan met het liggende beeld van den overledene op de tombe, waarachter een groote cartouche met opschrift, geflankeerd door kwartierschilden.
Zandsteenen zerk voor Andelof Nittersum († 1471) en zerk met koperen wapen voor Johan Clant († 1694), toegang gevende tot den grafkelder van het geslacht Clant.
Op de gewelven een (in den zuiderdwarsarm verdwenen) beschildering (op het kruisingsgewelf gedateerd