Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel XI. De provincie Groningen
(1933)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 166]
| |
eveneens op last der stad door haren bouwmeester H. Verburgh; op den ingangssluitsteen der kerk: 1683. Rondboogvensters, inwendig een stuczoldering. De toren bestaat uit een vrij hoogen steenen onderbouw, welke met afgeschuinde hoeken overgaat in een houten bovendeel van twee open achtkante geledingen. De kerk bezit: Doophek en banken met eenig snijwerk (± 1700?). Enkele zerken, de oudste (1756); in het gebouw gemetseld een steen voor den schoolopziener Hendrik Wester (± 1821). Avondmaalszilver: twee bekers, waarvan een (merken: Groningen 1738, L.v. Giffen), en een (1808); bekken voor Avondmaalscollecten (1807) en een voor Doop en Avondmaal (1835).
g 1-3. molens. Dorp: twee achtkante korenmolens met stelling, een (1817, blijkens steen) van steen en hout, en een (1856); achtkante watermolen in den Tweeden polder (opgericht 1854). |
|