Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel XI. De provincie Groningen
(1933)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 164]
| |
lithicum, bekertijd) en twee bronzen munten (IV) van Romeinsche soldatenkeizers onder Mussel gevonden; twee steenen hamers (neolithicum, bekertijd), een vuursteenen beiteltje (jongere steenen tijdperk), een bronzen beitel, lanspunt en hamer (bronzen tijdperk) en Romeinsche munten uit Onstwedde; twee beitels en eenige ringen van brons (bronstijd) te Onstwedderholte aangetroffen; een bronzen randbijl (vroege bronstijd) uit Stadskanaal; een steenen hamer (jongere steentijd, bekertijd) bij het uitgraven van het Pagediep ten Z. van Termaarsch en een bronzen beitel (bronstijd) in 1907 uit het veen aldaar gekomen; de bij het onderzoek van drie grafheuvels en gedeeltelijk daarboven gelegen kringgrepurnenvelden te Wessinghuizen in 1927 gedane vondsten (steenen tijdperk; ijzeren tijdperk, zoowel Hallstatt als La-Tène-periode; bronzen tijdperk) bevinden zich alle in het Museum van Oudheden te Groningen.
e. De ned. herv. kerk (H. Nicolaus), reeds vermeld in 1150, hersteld en vernieuwd in 1713 en 1837 blijkens opschriften, gerestaureerd in 1930 door den architect G. van Hoogevest, is een gebouw (XV B) van vier traveeën met 5/12-sluiting en een forschen toren, (XIV?) bekroond door een van vier- tot achtkant ingesnoerde gemetselde spits. Moderne aanbouwen aan de zuidzijde. De kerk heeft tweemaal versneden beeren en hooge spitsboogvensters, waaronder een baksteenen waterlijst, rechthoekig gebroken om den gedichten ingang in de westelijke travee Zz.; aan de noordzijde een korfbogig-getoogden ingang. De geheel baksteenen, vlakopgaande toren wordt slechts verlevendigd door een enkele waterlijst, een afsluitenden muizentand, eenvoudige ronde galmgaten en lichtspleten; in den oostmuur een grootendeels door het kerkdak bedekt gedicht nisje, waarboven de moet van een honger dak. Inwendig door spitsbogige gordelbogen gescheiden | |
[pagina 165]
| |
koepelachtige stergewelven, de hol-geprofileerde baksteenen ribben met natuursteenen sluitsteenen en kraagstukken, opgaand van korte muraalzuiltjes. De kerk bezit: Een aantal koperen kaarshouders (meest XVIII). Klok, in 1812 vernieuwd door M. Fremy, A. van Bergen en Zonen, H. van Bergen en C. Fremy. Een gebeeldhouwde gothische zandsteenen doopvont (1323, blijkens randschrift?) van hier afkomstig, doet thans dienst als bloemenbak in een boerderijtuin in het gehucht Veenhuizen (Onstwedde).
g 1. E 3. Oude boerderij van het Saksische type met topgevel van staande deelent inwendig oude tegels en een geschilderde bedstedewand.
2. E 17. Dergelijke boerderij.
3. Mussel. standerdmolen, afkomstig van Peize.
4-5. Achtkante korenmolens met stelling: geasfalteerd hout op steen, aan de wegen naar Wedde en Vlachtwedde. | |
Stadskanaal.e. De ned. herv. kerk, een zaalgebouw (1830) met houten tongewelf bezit zerken voor ds. O.T. de Cock († 1806) en diens echtgenoote († 181), alsmede twee zilveren Avondmaalsbekers (XIX A). |
|