levendigde toren bestaat uit een hoog vierkant benedendeel, dat overgaat in een laag, halfkoepelvormig gedekt achtkant, waarop een open houten spitsje; ompleisterde kleine spitsbogige galmgaten, waartusschen ruimten voor wijzerplaten en daarboven grootere spitsbogige galmgaten. Inwendig concentrisch-gemetselde koepelachtige gewelven, met vier in een rozet samenkomende ribben, gescheiden door spitsbogige gordelbogen - de voormalige triomfboog tusschen de tweede en de derde travee van het W. rijker geprofileerd -, doch over de westelijke travee een schelpvormig gewelf met ribben van rechthoekige doorsnede en op den gewelfsluitsteen 1.8.1648.
De toren gaat inwendig door zwikken van het viernaar het achtkant over.
De kerk bezit:
Rijkgesneden preekstoel (XIXa), op de kuippaneelen: Geboorte, Vlucht, Graflegging, Hemelvaart en Opstanding van Christus; doophek en Avondmaalstafel (XIXa).
Orgel met rugpositief (1817, door R.A. Lohman en Zonen, het beeldhouwwerk door A. Walles) door Gosen Geurt Alberda gesticht.
Dubbele bank met achter- en zijschotten, waarop het wapen-Alberda, en vele eenvoudige banken (XIXa).
Vele grafzerken, waaronder een hartvormige in koper voor Harmannus Jarghes († 1506), en voor Cornelis Bolis van Rakum († 1593) op het kerkhof, beide met wapens; een uit 1645, met Vredeman-de-Vries cartouches, 1672 met cartouches, 1712, 1723, 1729, 1752 en 1769 in Lodewijk XV stijl, thans alle tegen de muren der torenruimte; voorts o.a. zerken uit 1671 en 1685 met cartouches.
Gedreven en gegraveerden zilveren Avondmaalsbeker (1634; merken: Groningen, M).
De natuursteenen doopvont (XIIIa) bevindt zich in het Museum van Oudheden te Groningen.