door op eenige hoogte boven den grond aanvangende pilasters met een houten torentje van twee verdiepingen op den gevel; in den zuidmuur spitsbogige nissen te weerszijden van een der groote latere spitsboogvensters. Inwendig een balkenzoldering (XVII). De kerk bezit:
Koorhek met spijltjes, waarboven: ‘1549 is dit werck geschilderd ende gemaket’ en ‘1557 dit werk geschildert en gemaket, do schilderde Hinrick, maler van Bremen mi’, en opgaven omtrent graan- en boterprijzen in die jaren, afkomstig van een vroeger orgel met geschilderde vleugels.
Bank met twee opzetstukken (XVIII) van het voormalige orgel en bankfragmenten (XVII, stijlen).
Preekstoel (XVII B, gelakt; knop achterschot XVIIIa) met barokke boogpaneelen, waarin allegorische vrouwefiguren, tusschen getorste omwonden zuiltjes, op het klankbord het wapen-Tjarda van Starkenborch.
Vele zerken, de oudste uit 1649.
Klok, in 1787 door Mammees Fremy Heidefeld en Mammees Fremy vergoten onder bestuur van Unico Allard Alberda van Menkema.
Een zilveren Avondmaalsbeker is verkocht.
g. Achtkante watermolen: riet op steenen onderstuk, rieten kap, in den polder ‘de Vereeniging’ (opgericht in 1870).