Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel III. De provincie Zuidholland
(1915)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 385]
| |
aan het choor nog grootendeels aanwezige tufsteenbekleeding. De kerk is in 1809 door een muur verdeeld in een oostelijk (Protestantsch) en een westelijk (Roomsch-Katholiek) gedeelte, welk laatste, na het afbreken van den toren, in 1873 gesloopt en door een afzonderlijk gebouw vervangen is. Thans staan nog: oostelijk deel van het schip (XIII) met kleine dwarsarmen (XV of XVI) en oorspronkelijk rechtgesloten choor (XIII), in 1913 oostwaarts verlengd. In den oostelijken arm (thans berghok) een gedicht venster. Houten welving (XVI) in den zuider dwarsarm. De kerk bezit: Preekstoel (XVII d) met koperen lezenaar (1684). Psalmbord met lofwerk (XVII d). Zerken (1519, 1539, 1616, 1619-1623 en 1622). In de pastorie (geboortehuis van Boerhaave): twee gegraveerde zilveren bekers (1685). Op het kerkhof zijn in 1913 drie tufsteenen doodkisten (XI?) gevonden en weder bedekt. Opmeting daarvan in het Gemeente-archief te Leiden.
Het r.k. seminarie Hageveld (1847) bezit: Twee schilderijen: Bruiloft van Cana (XVII) en Graflegging. Muntenverzameling.
De ruïne van het slot (nieuw) teylingen (XIII d, hersteld XIV B, XV d en 1605) bestaat uit een door een gracht omgeven ringmuur, van groot-formaat baksteen, met een op bogen gedragen weergang. Toegang aan de noordzijde door een poortgebouw, ten westen waarvan een halfronde toren. Aan de oostzijde staat tegen en op den muur een hoog, langwerpig gebouw met overblijfselen van kanteelen. In den kelder, aanzetten der vroegere kruisgewelven. Sporen van een schouw in een der bovenverdiepingen. Twee uit dit slot afkomstige portretten van Jacoba van Beieren en van Frank van Borsele, en een stoel bevinden zich in het Rijksmuseum te Amsterdam. | |
[pagina 386]
| |
Bij de Mallegatsbrug, een steen van het huis Wtermeer met: 1652. |
|