Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel III. De provincie Zuidholland
(1915)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 244]
| |
Het commandeurshof, ‘Het Hof’ (XVI c), gesticht 1365 (?) als zetel eener commanderij der Balije van Utrecht, heeft een ovaal oeil-de-boeuf, dubbele lelieankers, een gemetselden schoorsteen en een achtkanten toren van baksteen met zandsteenen neuten. De oude ingang is gedicht. Twee gevelsteenen, uit dit huis afkomstig, zijn in het Duitsche huis te Utrecht ingemetseld.
De ned. herv. kerk (H. Maria Magdalena), in 1241 door Graaf Willem II aan de Balije geschonken, is deels door water omgeven. Baksteenbouw met bergsteenblokken, bestaande uit een westtoren (XIV, met latere spits, en in 1770 hersteld en van nieuwen ingang voorzien); een schip (XV a) met smaller 5/10 gesloten choor (± 1500) en een noordelijken zijbeuk (XVI A), voortgezet langs den toren en met eveneens 5/10 gesloten choor, welks westelijke travee met die van het hoofdchoor door bogen gemeenschap heeft. Tegen de westtravee van het schip, aan den zuidkant, een 3/8 gesloten doopkapel, verbouwd tot portaal; tegen de derde travee een consistoriekamer (1780); tegen het choor een sacristie (± 1500); tegen den oostelijken sluitingswand van het zijchoor een stovenhok; en tegen den zuidelijken torenmuur een brandspuithuisje. Vensters in het schip gemoderniseerd, in het hoofdchoor gedeeltelijk met oude indeeling, in het zijchoor meest gedicht, doch met oude harnassen. Inwendig: achtkante pijlers en houten tongewelven, spitsbogig in choren en zijbeuk (beschoten 1754), volgens Tudorboog (1620) in het schip. Twee beschilderde houten tochtportalen (XVII, overschilderd 1867). De kerk bezit: Preekstoel (± 1635), omgeven door gesneden doophek (± 1725) met koperen kaarsenstandaard, in het zijchoor. Twee koperen lezenaars (1753 en 1773), doopbekkenhouder en blakers (XVII). Twee choorhekken (XVII A en XVII d), in het laatste | |
[pagina 245]
| |
maaswerk (XVI A) en een laat-gothisch deurtje met getorste zuiltjes. Orgel (1725). Muurbanken (XVII A) en choorbanken (XVII a). Tafel (XVII a). Drie koperen bolkronen (XVII). Twee tekstborden (midden XVII). Spreukborden (waaronder een van 1625, overschilderd 1867). Een gothische zerk; zerken van 1516, 1585, 1609, 1613, 1618, 1719, een zonder jaar. Grauwtje op doek (1761) in gesneden lijst. Gebrandschilderd glas in drie choorvensters (XVII, gerestaureerd in 1910 door J.H. Schouten te Delft). Fragmenten van gebrandschilderde ruiten (1618) in het zijchoor. Twee avondmaalkannen (1758) van Delftsch (?, aardewerk met gedreven zilveren deksels, Lodewijk XV. Twee zilveren blaadjes en dito broodschotel (1758). Twee gegraveerde zilveren bekers (XVII c). Twee klokken, een van 1493 en een van 1662 (blijkens kerkrekening door Jan Parijs). In de kerkekamer: een beschilderd bord (XVI d, overschilderd 1806), en een ijzeren kist (XVII).
De moderne r.k. kerk bezit twee zilveren ostensoriën met relieken en een verguld zilveren kelk (alles XVIII c). Een geborduurd kazuifel (XV A) is thans in het Bisschoppelijk museum te Haarlem.
Aan het huis A 36, drie kopjes (± 1600) en een gevelsteen. Gevelsteenen: A 13 (1717), A 15 (1743), A 117 (1782). Molens, bij de kilometerpalen 19.1 (steen: 1767) en 19.3 (1718). Aan den weg naar Schipluiden, hekposten van het huis rusthoff, met schildhoudende leeuwen (XVII B). |
|