| |
Delft.
b. Verdedigingswerken, bruggen.
1. Oost- (vroeger St. Catharina-) poort, baksteenbouw (XV, verbouwd 1514). Poort tusschen twee van rond in achtkant overgaande torens. De bijbehoorende voorpoort afgebroken tusschen 1757 en 1840.
2. Aan den Oostsingel, Plantsoenzijde, overblijfselen van twee waltorens (XV), waarvan een, de Reitveldtsche toren, thans tot woning ingericht.
3. De stad bezit nog verschillende oude gemetselde boogbruggen, waarvan de volgende met jaartalsteen:
Brug aan de Koornmarkt (1668).
Brug aan het Oosteinde bij de Nieuwe kerk (1701).
| |
| |
Brug (vernieuwd) bij Oude Delft Nr. 217 (1762).
Brug Oude Delft bij Noordeinde (1733).
Brug bij Oude Delft Nr. 36 (1773).
Brug Oude Delft bij de Oude kerk (1808).
| |
d. Burgerlijke openbare gebouwen.
1. Gemeenlandshuis van Delfland. Laat-gothische, rijk met beeldhouwwerk versierde, bergsteenen gevel (± 1520) met fraaie ankers en gesmeed ijzeren dierenkoppen, die vroeger ringen droegen, bestemd om daaraan paarden vast te binden. Traptoren van bak- en bergsteen met looden windvaan: meerman. Het voor Jan de Heuyter (± 1475-1541) gebouwde woonhuis is in 1645 aangekocht door de Hoogheemraden van Delfland en als administratiegebouw ingericht. Van 1648 dagteekenen het wapen van Holland en de overige wapens in den gevel. De gevel is in 1888 en volgende jaren gerestaureerd. Inwendig: steenen gangpoortje (XVI) en houten (XVII). In de voorhal, versierde balksleutelstukken. In de voorkamer, een schoorsteen, Lodewijk XIV. In de kamer van Hoogheemraden, gesneden houten hek en schoorsteen (midden XVII), waarin copie naar portret van Albrecht van Beieren; met wapens versierd stucplafond, Lodewijk XVI. In de vergaderzaal, geschilderd behang en grauwtjes (XVIII B). Drie verguld zilveren bekers (1672), waarbij twee lederen foudralen en een ingelegde houten doos. Kaartverzameling.
2. Raadhuis. Tegen den toren (baksteenen onderbouw vermoedelijk XIII, bergsteenen bovenbouw XV, spits ± 1536, ingang 1618) van het oude raadhuis is, nadat dit in 1618 was verbrand, het nieuwe gebouw opgetrokken in bergsteen, naar het ontwerp van Hendrik de Keyser. De ingang aan de westzijde draagt het jaartal 1618; in den top van den voorgevel staat 1620. In 1662, 1760 en 1761 hadden, vooral
| |
| |
inwendig, wijzigingen en herstellingen plaats. In 1838 zijn de vensters in den voorgevel en in 1850 is de hoofdingang, waarboven vroeger het schavot, gewijzigd. In den top, Justitiabeeld, vermoedelijk door de Keyser. Inwendig: in de schepenzaal, drie schutterstukken, onderscheidenlijk door J.G. Delff (1592), M.v. Mierevelt (1611) en Rochus Delff (1648). In de raadzaal, portretten door M.J.v. Mierevelt van Willem I, Maurits, Frederik Hendrik, Philips Willem, Ernst Casimir en Lodewijk van Nassau; voorts portretten van Willem II door C. de Man, Willem III naar Honthorst, Willem IV door J. Fournier (1745) en Willem V door Bolomey (1768). In de Burgemeesterskamer, vier gezichten op Delft (XVIII A), portret van Clara van Spaerwoude (copie door C. de Man) en portret van Frederik V van Bohemen, den ‘winterkoning’, door Van Mierevelt. In de kamer van Burgemeester en Wethouders, portret van Hugo de Groot door Van Mierevelt, portret van Koning Willem I door Pieneman en een plattegrond van Delft in lijst (XVII B).
In den toren, twee klokken, onderscheidenlijk gegoten door Henrick van Trier in 1570 en door F. Hemony, te Amsterdam in 1659.
Drie uit het raadhuis afkomstige schilderijen: Graflegging door M. van Heemskerk (1566), schutterstuk door Jacob Delff (1648) en Salomo's eerste recht door Bronckhorst zijn thans in het Gemeentemuseum. Een groote eiken tafel (XVII) uit het raadhuis is in de Historische zaal op het Prinsenhof.
3. Oude Delft 39-41. militair kleedingmagazijn, vroeger huis der oost-indische compagnie. Twee trapgevels (1631), waarvan een verminkt. Ankers, windvaan, verlaatbak (alles XVII b). Laat-gothisch poortje (XVI A) met oude deur en beslag. Aan den achtergevel: klok, gegoten te Amsterdam door I. Kruse en Co. in 1780. Inwendig: zaal met betimmering en schoorsteen, Lodewijk XIV. Een
| |
| |
hieruit afkomstig schoorsteenstuk is in het Rijksmuseum te Amsterdam. Achterkamer met kleiner schoorsteen, Lodewijk XIV.
4. Markt. Waag (1770) met gebeeldhouwden tympan. Ingemetseld: steen (1770) van de gildekamer der goudsmeden.
5. Markt, hoek Voldersgracht. Vleeschhal met vischmarkt (XVII B). In het fronton een relief. Aan den zijgevel, klok, gegoten te Amsterdam in 1691 door Claudy Fremy.
6. Markt. 17. Boterhuis (1765). Achtergevel met wapen van Delft. Voormalig collegium chirurgicum.
7. Oude Delft hoek Geer. Ammunitiemagazijn van Holland (1601). Gevelsteen.
8. Schie. Voormalig Generaliteit's kruitmagazijn (1611).
9. Oude Delft, O.Z. Arsenaal. Baksteenen gevel. (XVII d). Groot relief (1692). Hek (XVIII).
| |
e. Kerkelijke gebouwen.
1. De ned. herv. oude kerk (oorspronkelijk gewijd aan den H. Bartholomeus, sinds 1396 aan den H. Hippolytus), ter vervanging eener houten kerk gebouwd midden XIII tot XVI A, is in 1536 door brand en in 1566 door de beeldstormers geteisterd; verloor in 1654, door het springen van het kruitmagazijn, hare gebrandschilderde glazen en is op verschillende plaatsen gerestaureerd (XIX). Zij bestaat uit een baksteenen westtoren (XIII) met door vier achtkante hoektorentjes (vernieuwd 1899-1900) omgeven spits van berg- en baksteen, een baksteenen schip (XIV), waarvan de zijbeuken - aan den noordkant breeder dan aan den zuidkant - langs den toren zijn voortgezet, een alleen aan den noordkant opgetrokken, bergsteenen kruisarm (± 1500) vermoedelijk door Rombout Keldermans, en een 5/10 gesloten choor (XV), geflankeerd
| |
| |
door een even diepe, en eveneens 5/10 gesloten, zijbeuk aan den noordkant, en een kortere, rechthoekig gesloten, aan den zuidkant. Tegen den toreningang en den westmuur van het transept zijn portalen (het laatste thans stovenhok) aangebouwd (± 1500); tegen den oostelijken transeptwand eene kapel (± 1500) en tegen den sluitwand der zuidelijke zijbeuk eene sacristie (XV), thans consistoriekamer. De kerk is gedekt met zadeldaken, waarop laat-gothische looden makelaars en een windvaan: de bultenaar, behalve de kruisarm, die vlak, met lood, is afgedekt. Op den toren twee versierde wijzerborden (1605). Inwendig: zuilen en houten tonwelven, vlakke zoldering in den kruisarm; gemetselde kruisribgewelven in den toren en de aanbouwen. De kerk bezit:
Gebeeldhouwden, eiken, preekstoel (1548) met later klankbord. Een deel der torenvormige bekroning van het oude klankbord in de verzameling de Stuers te 's-Gravenhage.
Graftombe (1629) met liggend beeld, voor Piet Hein, door Pieter de Keyser.
Graftombe (1611 en 1655, hersteld 1856) met liggend beeld voor Elisabeth Tegor, dochter van Marnix, gehuwd met Carel Morgan, vermoedelijk door Hendrik de Keyser. Omgeven door ijzeren hek (XVII).
Graftombe (1654) met liggend beeld, voor Maarten Harpertsz. Tromp door Rombout Verhulst.
Epitafen voor: Jacoba van der Dussen (1614, Clara van Spaerwoude (1615), Maria de By, gehuwd met Frans Meerman (1622), Johannes Lodensteyn en vrouw (1644), Jan Delff en vrouw (1661) en Gerardus Welhovius en twee vrouwen (1665).
Obelisk (1723) voor Antonie van Leeuwenhoek.
Memoriesteentje (1737) voor H.K. Poot, aan een der zuilen van het schip.
Grafzerken uit 1425, 1474, 1537, 1552, 1570, XVI, en vele, met beeldhouwwerk versierd, XVII en XVIII.
Van eene, in 1862 ontdekte en weder overgewitte, muur- | |
| |
schildering berust eene afbeelding in het Gemeentemuseum (Catalogus Nr. 249).
Drie schilderijen: portretten van Clara van Spaerwoude (1565) en Dr. Clinquant (XVII), en bijbelsche voorstelling (XVII).
Gegraveerd zilveren doopbekken (1668).
Avondmaalzilver: vier gegraveerde bekers, vier kleine schalen en een groote (alles 1663).
Twee klokken, onderscheidenlijk gegoten door Hendrick van Trier in 1570 en door Jan Albert de Grave te Amsterdam in 1719.
2. De ned. herv. nieuwe kerk (oorspronkelijk aan de H. Maagd, later aan St. Ursula gewijd), ter vervanging eener in 1381 gestichte houten kerk, van 1383 tot 1496 gebouwd, heeft in 1536 door brand, in 1566 door de beeldstormerij en in 1654 ten gevolge van het springen van het kruitmagazijn geleden. De westtoren, op welks baksteenen benedendeel (1396-1412, portaal van 1432, hersteld 1908) een achtkant van bergsteen staat (onderhelft 1430-1447, bovenhelft, door een meester uit Brabant, 1484-1496), heeft gedeeltelijke herstellingen ondergaan in 1779 (ingang), 1817 en 1848 (achtkant). Van 1862-1867 is het achtkant gedeeltelijk vernieuwd, in 1875 een nieuwe spits gebouwd naar het ontwerp van Dr. Cuypers en Prof Gugel (de oude spits was in 1536 verbrand, de tweede in 1872). De kerk bestaat uit een driebeukig schip (1412-1435), waarvan de zuidelijke zijbeuk langs den toren is voortgezet en verbonden aan een ten westen uitgebouwde doopkapel (XV); een dwarspand (in 1384 begonnen) en een 5/10 gesloten choor met omgang en 9/18 sluiting, dat sinds 1465, onder leiding van Jacob van den Bergh, bouwmeester van den Utrechtschen Dom, is gebouwd, ter vervanging van het 1384-1389 opgetrokken oude choor. Ten zuiden der omgang is een sacristie (thans consistoriekamer) met traptorentje en een lage kluis (alles XV, met opschriften van 1559 en 1646). De kerk, met
| |
| |
zadel- en lessenaardaken gedekt, is van baksteen, aan schip en transept met plinten, aan het choor bovendien met banden van bergsteen. Inwendig (zeer geschonden door ‘herstellingen’ 1837-1841): zuilen; in het middenschip vlakke zoldering met steekkappen naar de vensters (vroeger houten tongewelf, waarvan overblijfselen bewaard); in de zijbeuken houten tonwelven; in het dwarspand, de zijbeuken en den omgang van het choor gemetselde kruisribgewelven; in het choor zoldering als in het schip. Voorts gemetselde kruisribgewelven in de aanbouwen, de doopkapel en het torenportaal, en een stergewelf in het achtkant van den toren. Onder het choor en den omgang, grafkelder van het Huis Oranje-Nassau (XVI d, vergroot 1822). De kerk bezit:
Praalgraf (1614-1622) voor Prins Willem I, door Hendrik de Keyser.
Grafmonument (1781) voor Hugo de Groot, door H. van Zwol.
Grafmonument voor Willem George Frederik, Prins van Oranje († 1793), door Canova, overgebracht uit Padua.
Graftombe voor Prinses Paulina van Nassau († 1806), overgebracht uit Freienwalde.
Memorieplaat voor Willem Alexander Ernst Casimir van Oranje († 1822), overgebracht uit Brussel.
Grafmonument (1847) voor Koning Willem I, door W. Geefs, overgebracht uit het kasteel Rahe bij Aken.
Epitafen voor Hadrianus Berckhovius (1620), Paulus van Beresteyn en vrouw († 1625 en 1634) en een, door L. Royer, in 1834 gesticht ter nagedachtenis der in 1832 te Antwerpen gesneuvelde kapiteins Schutter en van Hoey.
Verschillende grafzerken, o.a. uit 1515, 1532, 1536, 1537, 1553, 1554, XVI, XVII en XVIII.
Avondmaalzilver en doopbekken als in de Oude kerk.
In 1906 is op een der choorzuilen een schildering (vrouwefiguur) ontdekt en weder overgewit.
In de sacristie, een wandkastje met ijzer beslag (XV).
| |
| |
Een uit deze kerk afkomstige, laat-gothische deur is in de verzameling der Technische Hoogeschool, een deurbekroning uit het gesloopte choorhek in het kunstnijverheidsmuseum te 's-Gravenhage.
Carillon van 36 klokken, gegoten in 1660 door F. Hemony te Amsterdam met speelton, eveneens gegoten door Hemony, volgen ontwerp van den maker van het speelwerk, Jan van Cal te Nijmegen.
Uurwerk (1660) door Coenraad Harmensz. Broekman te Delft, versierd met cartouche (1570) van een ouder.
Twee luiklokken, onderscheidenlijk gegoten te Middelburg (?) door Jan Burgerhuis in 1607, en te Amsterdam, door F. Hemony, in 1662.
3. Noordeinde 4a. Luthersche kerk, vroeger kapel van het in 1405 gestichte St.-Jorisgasthuis. Baksteenbouw, bestaande uit een eenbeukig schip (XV) met latere 3/6 sluiting. Op den voorgevel met gewijzigden top (XVIII c) een baksteenen torentje (XV) met bergsteenen kantblokken. Inwendig: houten tongewelf met beeldjes (XV) aan twee der muurstijlen. De kerk bezit:
Eiken preekstoel met koperen lezenaararm en twee luchters (alles 1764).
Voorlezerstribune met koperen lezenaar (XVIII c).
Een groote en twee kleine koperen kronen (XVIII c).
Orgel met balustrade (beide 1764).
In de consistoriekamer, bolpoottafel (XVII) en lijst der predikanten in gesneden lijst, Lodewijk XV.
Klok, gegoten te Rotterdam in 1834 door G. van Hengel en zoon.
4. Oude Delft hoek Schoolstraat. Gebouwen van het in 1400 op deze plaats gevestigde, voormalige St.-Agathaklooster, thans voor verschillende bestemmingen ingericht en grooten- | |
| |
deels zeer gewijzigd en gehavend. Vermeldenswaardig zijn:
a. De voormalige kapel (± 1470), waarvan de westelijke helft tot militair magazijn en kosterswoning, de oostelijke (in 1572 huiskapel van Willem I, van 1621 tot 1635 Engelsche kerk) tot waalsche kerk is ingericht. Toegankelijk door twee poortjes aan het Oude Delft, een zuidelijk (± 1500) met stergewelf en een noordelijk (XIX A). De kapel is een baksteenbouw, eenbeukig schip van 9 traveeën, waarvan de 4 westelijke als dubbelkerk aangelegd. Tegen de sluiting zijn een portaal, een sacristie (thans consistoriekamer) en een schat- of gerfkamer aangebouwd, alle drie met stergewelven overdekt (± 1500); tegen den noordwand, langs de 4 westelijke traveeën, en tegen den westwand is een met kruisribgewelven overdekte kruisgang met verdieping opgetrokken, aansluitend, op den zuidwesthoek, bij een zeskanten traptoren met kunstig gemetselde spiltrap (± 1500; de spits afgebroken ± 1860). Bij de vier oostelijke traveeën, is een zijschip aangebouwd (XVII). Op het dak: spitsje, waarin klok, gegoten te Enkhuizen in 1631, door Everhardus Splinter. Inwendig: houten tongewelf, in het tot magazijn dienende deel met houten Apostelbeelden (XV) tegen de muurstijlen. Onder een deel der kerk, grafkelder van Emanuel van Portugal, gesloten met gebeeldhouwde zerk (1666). In de consistoriekamer, schoorsteen met schilderstuk (XVIII B). De kerk bezit:
Gesneden eiken preekstoel, Lodewijk XVI, en doophek (XVIII a).
Orgel (1669, gerestaureerd 1869).
Koperen arm (XVIII A) voor voorlezerslezenaar.
Predikantenlijsten in gesneden lijsten (± 1770).
Portret van Ds. P. Baudanus door J.E. Casteel (1703).
b. De oostelijke helft van den noordelijken vleugel van het klooster, in 1572 ingericht tot verblijf van Willem I, het z.g. oude- of prinsenhof, thans grootendeels in gebruik
| |
| |
bij het leger. Deze gebouwen (XV d en XVI a) zijn aangelegd om twee binnenplaatsen, waarvan de oostelijke van het Oude Delft toegankelijk is door een klassiek poortje (1620?, afkomstig van de in 1775 naar hier overgebrachte latijnsche school), waarboven een relief (1658), herinnerend aan de vroeger hier gevestigde saaihal.
In het gebouw, dat de oostelijke binnenplaats scheidt van de westelijke, drie laat-gothische poortjes (± 1500), waarvan het noordelijke toegang geeft tot een gewelfde gang (XVI, hersteld 1885), met de trap, waarop Willem I in 1584 werd vermoord, en tot de straks te vermelden Historische Zaal; het zuidelijke tot een gang naar de westelijke binnenplaats. Deze laatste is ten zuiden begrensd door de kapel met de reeds genoemde kruisgang, ten westen door een 3/6 gesloten, rechthoekig gebouw (± 1500), thans militair kleedingmagazijn, en, ten noorden, door het voormalig refectorium (± 1500), van het klooster, langwerpigen rechthoek, op welks verdieping de Historische Zaal is ingericht, ter herinnering aan het verblijf alhier van Willem I. Hierboven het Gemeentemuseum.
Deze zaal (in 1885 geheel gerestaureerd), heeft twee schoorsteenen (± 1650) en een op kraagsteenen met sleutelstukken (± 1500) gedragen balkenzoldering, in 1668 beschilderd door Leonard Bramer (de schildering hersteld door W.A. Hopman). In den wand tegenover de vensters twee muurkastjes en een nis (door moderne gobelinschildering bedekt), waarin overblijfselen eener muurschildering (± 1500).
Tegen het oostelijke gebouw der westelijke binnenplaats een traptorentje (± 1500, met in 1885 vernieuwde spits).
c. De westelijke helft van den noordelijken vleugel van het klooster, ingericht tot ‘kamer van charitate’ (in 1862 vervangen door de diaconie der ned. herv. gemeente). Hierin, aan de Schoolstraat, drie poortjes, boven een waarvan een nisje met beeldengroep (1614): Charitas, door Hendrik
| |
| |
de Keyser; de beide andere uit 1647 en 1651. Inwendig: Eenvoudig poortje (1761).
Regentenkamer, waarin hardsteenen schoorsteen met schilderstuk: Charitas (gemerkt: C. de Man, 1682), oude meubelen (XVII), een staande klok, Lodewijk XV, opschriftbord (1654) met trekletters door Theod. Verburch, drie portretten (XVII en XVIII), een miniatuurportret (XIX a), vier schilderijen (XVII), vier gesneden wapens van regentessen (twee 1742; 1752, 1757), twee gesneden rouwversieringen (XVIII A), een gepolychromeerde houten groep (XVII B): de Liefdadigheid, eenige glazen bokalen, waarbij een (XVII A), gevonden bij de droogmaking der Nootdorpsche plas. Voorts een koperen memorieplaat (1499) voor de stichting van Missen, vermoedelijk uit het klooster, en vier gesneden rosetten (XVII) van de gewelven der Oude kerk.
5. Oude Delft 59. Gebouwen van het voormalig st.-barbaraklooster, later weeshuis, thans Militair Hospitaal. Voorgebouw (blijkens jaartalsteen, uit 1550) met twee laat-gothische poortjes. Inwendig: regentenzaal met rijk stucplafond, Lodewijk XIV en XV, marmeren schoorsteen met gestucten boezem, gestucte dessus-de-portes, alles Lodewijk XIV. Kapel: baksteenbouw (XVI A) met door nisjes versierde contreforten. Klok, gegoten te Amsterdam door Jan Albert de Grave in 1725.
6. Oude Delft hoek Nieuwstraat. Kapel van het in 1577 tot meisjeshuis ingerichte klooster der H.-Geestzusters. Eenbeukig schip met 3/6 sluiting. Baksteenbouw (XV); op den westgevel (geheel gerestaureerd in 1910 door M.C. Hartmann en Ad. Mulder) een bergsteenen torentje (XV). Inwendig: houten tongewelf; overigens geheel gewijzigd.
7. Verversdijk 48. Kapel van het voormalig St.-Maria-Magdalenaklooster, na 1654 door het leggen van een
| |
| |
vloer tot twee verdiepingen gemaakt en ingericht, beneden, voor het chirurgijnsgilde, boven tot anatomiezaal, thans in gebruik bij de Gemeente. Baksteenbouw (XV B). Aan den noordkant traceeringen in de gedichte vensters; zuid- en oostwand gewijzigd. Inwendig: poortje (1657).
8. Oude Delft 215-217. Laat-gothisch poortje (XV B, later gewelf) in bak- en bergsteen van het voormalig Begijnhof. In den boogtrommel zeer geschonden relief: Joannes op Patmos.
9. De gebouwen, o.a. het refectorium, van het voormalige Minderbroedersklooster, zijn thans zeer gehavend en ingericht voor de plateelfabriek ‘de Porceleyne Fles’. Inwendig eenige laat-gotische balksleutelstukken (± 1500).
10. Oud-Katholieke kerk (H. Ursula), op het Begijnhof. Eenvoudige baksteenbouw (1743) met twee beelden tegen den voorgevel. Eenbeukig schip met halfronde absis. Inwendig: fraai stucgewelf; tegen den westwand, galerij; bij het choor, rijk gebeeldhouwde preekstoel (alles XVIII b). De kerk bezit voorts:
Groot, gebeeldhouwd, houten crucifix (XVI a).
Zes schilderijen: Calvarieberg (XVI b), Aanbidding der herders (XVI d), Mis van den H. Gregorius (XVII a), Verrijzenis van Christus (XVII a), Bespotting van Christus (XVII b) en Christus aan het kruis (midden XVII).
Dertien portretten van pastoors der parochie: Musius († 1572), Jan Janss († 1596), J. Stalpaert van der Wiele († 1630), S. Purmerend († 1650), J. de Bout († 1671), Broedersen († 1672), N. van Erkel († 1697), J. van Erckel († 1734), De Wolf († 1784), Nelleman († 1805) en drie onbekende (XVI d, XVIII en XVIII d).
Tafel van palisander- en ebbenhout (XVII B).
| |
| |
Utrechtsch Cantuale (Delftsche druk, 1566).
Boekband (XVIII b) om brevier (1728) met zilveren slootjes (XVIII b).
Boekband (XVIII c) om Missale (1766) met zilveren klampen (XVII c).
Gedreven zilveren Godslamp (XVII b).
Tien gedreven zilveren kandelaars in drie grootten (gemerkt: M.D. Bruyn fecit 1632 en 1633).
Twee gedreven zilveren armluchters (XVII d).
Gedreven zilveren monstrans en kelk (beide XVII).
Gedreven zilveren ciborie (XVII b) in den trant der kandelaars.
Kleine, gedreven, verguld zilveren kelk (XVII a).
Gegraveerd zilveren oliebusje (XVII b).
Twee zilveren ampullen (XVII b) en een ovalen schotel (XVII c) met gegraveerden rand.
Antependium, kazuifel en choorkap van Italiaansch brokaatfluweel (XV) met geborduurde orfrois (XV) en op den kap een schild (XVI).
Rood kazuifel met kruis van Venetiaansch fluweel (XVI).
Kazuifel met fraai geborduurd kruis (± 1600).
Kazuifel met sterk gerestaureerd borduurwerk (XVII?).
Kazuifel van zilverlaken, Lodewijk XIV, met verknoeid borduurwerk (XVI d?).
Witten choorkap met borduurwerk (XVIII a).
Rood antependium (± 1500) met geborduurd granaatpatroon en distelrand.
Wit antependium met borduurwerk (midden XVII) in kleuren.
Geborduurd kelkvelum (XVI d).
11. Voorstraat. In den dakruiter der moderne r.k. kerk (H. Hippolytus), een klok, gegoten in 1835 door Petit en Fritsen.
| |
| |
| |
f. Gebouwen van onderwijs en liefdadigheid.
1. Oude Delft 95. Hoofdgebouw der Technische Hoogeschool (midden XVIII). Inwendig: de z.g. Prinsenzaal met stucplafond en marmeren schoorsteen met gesneden houten boezem, alles Lodewijk XVI. In deze zaal: portret van Prins Willem I (vermoedelijk oude copie naar Mierevelt) en eenige portretten (XIX A).
In den tuin van het gebouw, gevel (1688) in bak- en bergsteen van het voormalig H. Geesthofje aan de Breestraat te Leiden, afgebroken in 1875 bij den bouw der Studenten-Sociëteit.
2. Burgwal 43. Bank van leening (XVIII). Gevelsteen.
3. Oosteinde. Klauwhofje. In den muur aan de Vest, jaartalsteen (1605). In de moderne kapel: kleine altaarretable (XVII), laat-gothisch Mariabeeld (XVI a), Pietà (XVI), vrouwelijke heilige (XVI d), Mariabeeld, geplaatst tegen opschriftbord (1681), elf portretten (XVI d en XVII).
4. Van der Mastenstraat 32. Hofje van Graswinckel (1660). Gevelsteen (1575) en vier gebeeldhouwde wapens (1660).
5. Paardenmarkt 30. Hofje van Van der Dussen (1707). Eenvoudig steenen poortje.
6. Oude Delft 116. meisjeshuis (1769). Hardsteenen portiek met twee beelden door S.J. Cressant. Inwendig: eenvoudige stucplafonds (XVIII b), twee teekeningen der kapel (zie: e Nr. 6), eenige stoelen (XVIII).
| |
g. Particuliere gebouwen.
A. Laat-gothiek.
|
1. | Koornmarkt 64. Fraaie gevel met laat-gothischen onderpui (1545). Bovendeel uit 1621. Ankers. |
| |
| |
2. | Wijnhaven 16. Gevel (XVI A) met laat-gothischen pui. Gevelsteen, Ankers. |
3. | Oude Delft 96. Pakhuisgevel (XVI A). |
B. Vroeg-Renaissance, ten deele met gothische motieven.
|
1. | Wijnhaven 20. Fraaie gevel. Gesneden puibalk (1540). |
2. | Koornmarkt 81. Rijke gevel (± 1550, gerestaureerd in 1911). Gebeeldhouwde boogtrommels. Ankers. Vermoedelijk vroeger: bierbrouwerij ‘De Handboog’. |
3. | Oude Delft hoek Breedstraat. Fraaie gevel (± 1550) met geschonden top. In den onderpui modern gothiek poortje. |
4. | Voorstraat 26. De afbraak van den vroeger hier aanwezigen gevel (± 1550, afgebroken in 1911), is door de gemeente bewaard. |
5. | Verversdijk 170. Trapgeveltje (1563). |
6. | Noordeinde 9. Gevelfragment (XVI B). |
7. | Voldersgracht 6. Gevel (XVI B). Ankers. |
8. | Geer 28. Fragment van een trapgevel (XVI B). Ankers. |
9. | Choorstraat 54. Fraaie gevel (XVI B, gerestaureerd 1906). Onderpui modern. |
10. | Koornmarkt 36. Fragment van een trapgevel (XVI B). Gevelsteen. Ankers. |
11. | Boterbrug 15. Gevelfragment (1585). Ankers. |
12. | Vrouw Jutteland 9. Gevel (1606). Ankers. |
C. Zeventiende-eeuwsche Renaissance.
|
1. | Voorstraat 3. Gevelfragment (1612). Gevelsteen, ankers. |
2. | Oude Delft 38. Fraaie gevel (1614). Top ontbreekt. Gebeeldhouwde sluitsteenen, ankers. |
3. | Markt 53. Tuitgevel (1615). Gevelsteen. |
4. | Achterom 53. Twee kleine trapgevels en poortje (1620). |
5. | Oude Delft 159. Fraaie trapgevel (XVII b). Gevelsteen van het in 1807 hier gevestigde gymnasium. Deur en anker
|
| |
| |
| (± 1700, gerestaureerd in 1912). Op de binnenplaats traptoren (XVI c). |
6. | Choorstraat 45. Trapgevel XVII A) in den trant van de Keyser. Er naast, poortje (1639). |
7. | Oude Langendijk 25. Geschonden trapgevel (XVII a). |
8. | Voorstraat 12. Trapgeveltje (XVII a, top gerestaureerd). Ankers. |
9. | Molsteeg over de Voldergracht Zijgevel (XVII A). |
10. | Oude Delft 53. (XVII A). |
11. | Voorstraat 5. Gevelfragment (XVII A). Ankers. |
12. | Jacob Gerritstraat 3. Geveltop (XVII A, gerestaureerd). |
13. | Markt 30. Gevel (midden XVII) met metselmozaiek; achtergevel op gebeeldhouwde consoles uitgebouwd. Inwendig: trappoortje (XVII), geschilderd plafond en schoorsteen met schilderstuk, Lodewijk XIV (XVII d). |
14. | Brabantsche Turfmarkt 88. Geveltop (XVII B), met festoenen. |
15. | Markt 59. Tuitgevel (XVII B) met festoenen. Ankers. |
16. | Oude Delft 157. Gevel (XVII c) met kroonlijst en fronton in den trant van Pieter Post. Inwendig: steen (1614) uit het woonhuis van Pieter de Hooch, afkomstig uit het huis van Hieronymus Daelte. |
17. | Verversdijk 164. Trapgevel (XVII B). Drie gevelsteenen, oeil de boeuf. |
18. | Verversdijk 164. Trapgevel (XVII B). Rond venster, ankers. |
19. | Molsteeg 3. Trapgevel (XVII). Gevelsteen. |
20. | Van der Mastenstraat 45. Trapgevel (XVII). |
21. | Burgwal 31. Trapgevel (XVII). |
22. | Vrouw Juteland 35. Trapgevel (XVII). |
23. | Vrouwenrecht 2. Trapgevel (XVII). Ankers. Deur, Lodewijk XIV. |
24. | Burgwal 51. Eenvoudig trapgeveltje (XVII). |
25. | Noordeinde 4. Eenvoudig gevelfragment (XVII). |
| |
| |
26. | Oude Delft 8. Gevelfragment (XVII). Ankers. |
27. | Oude Langendijk en Voldersgracht. Achtergevels (XVII), uitgebouwd over het water, sommige op versierde consoles. |
28. | Markt hoek Voldersgracht. Bij den achtergevel, traptoren (XVII). |
29. | Molslaan 48. Pakhuis (XVII) op de Gemeentewerf. |
D. Lodewijk-stijlen en Eerste Keizerrijk.
|
1. | Oude Delft 241 Fraaie gevel, Lodewijk XIV (1741). Hardsteenen plint. |
2. | Oude Delft 123. Deftige gevel, Lodewijk XIV. Hardsteenen deur- en vensterbogen. |
3. | Oude Delft 205. Deftige gevel, Lodewijk XIV. IJzeren lantarenarmen. |
4. | Voorstraat 19. Fraaie gevel, Lodewijk XIV. |
5. | Koornmarkt 95. Fraaie gevel, Lodewijk XIV. |
6. | Wijnhaven 8. Lodewijk XIV. Inwendig: gestucte gang, achterkamer met stucplafond, schoorsteen met schilderstuk en grauwtje door Spruyt, portebrisée. Alles Lodewijk XIV |
7. | Oude Delft 73. Lodewijk XIV. Hardsteenen plint. |
8. | Oude Delft 47. Lodewijk XIV. Inwendig: vestibule en rijk-gestucte schoorsteen in de achterkamer, Lodewijk XIV. |
9. | Koornmarkt 41. Eenvoudige gevel, Lodewijk XIV. Hardsteenen plint, deur met versierd bovenlicht, stoephek. |
10. | Wijnhaven 15. Lodewijk XIV. |
11. | Oude Delft 203. Onversierde gevel, Lodewijk XIV. |
12. | Brabantsche Turfmarkt 20. Deur en interieur, Lodewijk XIV. |
13. | Markt 4. Lodewijk XIV. |
14. | Noordeinde 19. Régence. |
15. | Oude Delft 49. Gevel (1759) met hardsteenen plint. Achtergevel (1756). Inwendig: gang met stucwerk en mar- |
| |
| |
| meren bank, gesneden deuren. Voorkamer met stucplafond en schoorsteenboezem, trijpbehang (alles XVIII c). |
16. | Oude Delft 141. Lodewijk XV (± 1760). Fraai stoephek. |
17. | Markt 57. Tuitgevel (1765). Zijgevel (XVII). |
18. | Wijnhaven tegenover 13. Voormalig collegium chirurgicum. In den top wapen van Delft. |
19. | Noordeinde 5. Lodewijk XV. Deuromlijsting, Lodewijk XVI, stoephek (1789). |
20. | Koornmarkt 85. Lodewijk XV. |
21. | Oude Delft 211. XVIII. Bovenlicht, Lodewijk XVI. |
22. | Choorstraat 32. XVIII c. |
23. | Koornmarkt 75. Eenvoudige deur met omlijsting, Lodewijk XVI. Inwendig: geschilderd behang en schoorsteen, Lodewijk XIV. |
24. | Oude Delft 75. Gevel met erker, Lodewijk XVI. Stoephek. Inwendig: Lodewijk XIV. |
25. | Oude Delft 121. Lodewijk XVI. IJzeren lantarenarmen. |
26. | Oude Delft 201. Lodewijk XVI. |
27. | Oude Delft 209. Lodewijk XVI. Stoephek. |
28. | Boterbrug 8. Pakhuis (XVIII d). |
29. | Oude Delft 207. Deftige gevel, Keizerrijk. |
30. | Oude Delft 119. Keizerrijk. Pui met door bogen verbonden zuiltjes. |
31. | Burgwal 95. Winkelpui, Keizerrijk. |
Détails van buitenarchitectuur.
1. Kloksteeg. Tuinpoortje (XVII) met gebeeldhouwden sluitsteen.
2. Gasthuislaan 224 Poortje (1664) met gevelsteen.
3. Phoenixstraat. Poortje (1682).
4. Jacob Gerritstraat 17. Oeil de boeuf (XVII).
5. Oude Delft 60. Stoephek, Lodewijk XIV.
6. Oude Delft 241. Deur en stoephek, Lodewijk XIV.
7. Oude Delft 132. Stoephek (midden XVIII).
| |
| |
8. Geer 48. Deur en gesneden deurkalf, Lodewijk XV.
9. Oude Delft 28. Stoephek (XVIII c).
10. Oude Delft 142. Deur (XVIII B).
11. Oude Delft 16. Stoephek, Lodewijk XVI.
12. Oude Delft 35 en 37. Stoephekken (1782).
13. Oude Delft 201. Deur, Lodewijk XVI.
14. Oude Delft 233. Deur, Lodewijk XVI.
15. Voorstraat 22. Deur met omlijsting, Lodewijk XVI.
16. Oude Delft 56. Lodewijk XVI.
17. Oude Delft 94. Deuromlijsting, Lodewijk XVI.
18. Koornmarkt 73. Eenvoudige deur, Lodewijk XVI.
19. Oude Delft 24. Stoephek (XVIII d).
20. Oude Delft 106. Deur, Keizerrijk.
21. Gevelsteenen, voor zoover nog niet vermeld, vindt men aan de huizen:
Verversdijk 45 (1537), Brabantsche Turfmarkt 84 (1615), Brabantsche Turfmarkt 22 (1618), Wijnhaven 13 (1639), Oude Langedijk 7 (1641), Oosteinde bij de Oostpoort (XVII), Markt 69 (1557) Voldersgracht 5 (XVIII A), Wijnhaven 27 (1767: collegium pharmaceuticum), Brabantsche Turfmarkt 91 (XVIII d), Brabantsche Turfmarkt 87 (± 1800).
22. Versierde ankers, voor zoover nog niet vermeld, komen voor aan de huizen:
Oude Delft 4, Geer 24, Koornmarkt 87 en 101, Oosteinde 182 (alle XVII) en Koornmarkt 3 (XVIII).
Détails van binnenarchitectuur:
1. | Molslaan 13. Overblijfselen van kamerinrichting (XVII en XVIII A). |
2. | Noordeinde 15. Schoorsteen (XVII d). |
3. | Noordeinde 5. Geschilderd behang (XVIII). |
4. | Oude Delft 257. Geschilderde behangsels (Lodewijk XV en XVI). |
| |
| |
5. | Oude Delft 197. Stucplafonds in kamers en trappenhuis, Lodewijk XV). |
6. | Oude Delft 299. Deur, Lodewijk XVI. Geschilderde dessus-de-portes (XVIII). |
| |
h. Musea en particuliere verzamelingen.
1. Gemeentemuseum in het Prinsenhof. Plaatselijke oudheden, enkele schilderijen. Catalogus (1905) door Dr. G. Morre. Historische en topografische atlassen. Catalogus (1898) door Mr. Dr. H.S. Veldman.
2. Historische verzameling in het Prinsenhof. Meubelen, meest copieën, uit den tijd van Prins Willem I. Prenten en voorwerpen, betrekking hebbende op de geschiedenis van het Huis van Oranje. Catalogus (1912) door Jhr. B.W.F. van Riemsdijk.
3. Museum: Huis Lambert van Meerten. Kunstnijverheid. Catalogus (1911) door A. le Comte.
4. Verzameling van kunstnijverheid voor de studenten der Technische Hoogeschool. In het Hoofdgebouw der Hoogeschool.
5. Collectie-J.L. Schouten. Kunstnijverheid (vooral oud Delftsch aardewerk).
6. Verzameling oud Delftsch aardewerk, door Koning Willem III geschonken aan de plateelfabriek ‘De Porceleyne Fles’ (Oosteinde).
7. Zandsteenen festoenen, afkomstig van het St. Lucasgildehuis aan de Voldersgracht, zijn ingemetseld aan het Fragmentengebouw bij het Rijksmuseum te Amsterdam.
|
|