| |
Veere.
Veere.
b. Verdedigingswerken.
1. Kampveerensche toren. Ronde op den walmuur uitgebouwde baksteenen toren (XVI c), met één laag zandsteen om de vier lagen baksteen. Gerestaureerd door J.A. Frederiks (1916-1918).
Inwendig: kelder met koepelgewelf en gedichte schietgaten; verdieping met zware moerbinten en kinderbalkjes op geprofileerde balkneuten.
Hierbij aansluitend een muurbrok met lager van bak- en bergsteen en overbouw op gemetseld rondboogfries, en een deels in de huizen opgenomen muurbrok, waaraan een walschvischbeen hangt.
| |
| |
2. Zuidhoofdspoort (1738). Doorgang met korfboog, waarin een sluitsteen met wapen.
3. Van de vestingwerken (1744 en XX a verbeterd) zijn nog enkele overblijfsels zichtbaar.
| |
c. Fonteinen enz.
Fontein (1551, hersteld 1765 en XX a), achtkante overdekking en afsluiting van den ronden steenen put, waarschijnlijk ontworpen door Adriaen Roman en in 1765 hersteld door Jan Tijsink. Gebouwtje van bergsteen, waarvan drie zijden zijn gesloten; het gewelf rust aan de open zijden op Toskaansche kolommen, welke door geprofileerde Tudorbogen verbonden zijn. Plint en waterlijst. Achtkant tentdak en poortje, waarboven een steen met wapen. Ribgewelf met geprofileerde ribben op draagsteenen.
In het gewelfveld steen met jaartal.
| |
d. Wereldlijke gebouwen.
1. Raadhuis. Bergsteenen gevel (1474), gerestaureerd 1885/6, vijf ramen breed met deur in het midden, en hardsteenen bordes van 1751 met twee wapenschilden (Oranje en Veere, het eerste afgehakt) en twee Lod. XV vazen op voetstuk. Op het bordes een vijfregelig opschrift.
De vensters zijn gevat in steenen kruiskozijnen, gelijkvloers overdekt door korfbogen met gothisch maaswerk, waarin voetstukken voor beelden, en met twee nissen in de dammen naast de deur met baldakijn en voetstuk voor beelden. Tusschen de verdiepingen een steenen waterlijst met bladversiering, waarop tegen de dammen tusschen de vensters der verdieping beelden zijn geplaatst. De vensters der verdieping zijn eveneens door bogen met gothisch maaswerk overdekt, doch zonder voetstukken voor beelden.
| |
| |
Op de hoeken van den gevel zijn, ongeveer ter hoogte van het dak, hoektorens uitgebouwd, in 1921 door storm beschadigd, met nisversiering en spits oploopend dak. Tegen het schuinoploopend zadeldak van het hoofdgebouw zijn zes opzetgeveltjes aangebracht. De trapgevel wordt bekroond door een steenen leeuw met wapenschild. Zijtrapgevels met waterlijsten en met versierde schoorsteenen als bekroning.
Tegen den onversierden baksteenen achtergevel is in 1599 een vierkante toren opgetrokken van drie geledingen met houten omloop en achtkanten klokketoren met slanke peervormige spits (verhoogd in 1898) en windwijzer.
Klok met stadswapen, in 1593 gegoten door Pieter van den Ghein te Mechelen, en carillon van zes en dertig klokken, in 1735 te Leuven gegoten door Peeter van den Ghein en gedeeltelijk vernieuwd in 1790 door Andreas van den Ghein aldaar. Tegen den gevel links kaak en gewichten met het wapen van Van Borssele.
Inwendig: Hal met balken en sleutelstukken en eenvoudig schot met bronzen deurknoppen en platen, in 1700 geschonken door Prins Willem III. Steenen trap met renaissance deurkozijn. Op de verdieping: raadzaal met steenen schouw (XV) met houten bovenstuk (1696), waarin portret van Willem III door Johan van Haansbergen te 's-Gravenhage (1699). Aan de zijkanten van den schoorsteen schildering door A. van Dam, den maker van het (verdwenen) goudleer. Gothische charterkist met gothisch slotwerk (XV), kastje (XVII), twaalf stoefen en een fauteuil (XVIII). Portret van Willem II met gezicht op Voore (XVII B). Secretarie met steenen schouw met bladrand (XV), balken met balkneuten. Beneden: vierschaar (1587, vertimmerd 1699). Van de inrichting van 1587 is nog aanwezig eenig schotwerk aan de straatzijde en uit vroeger tijd (XV) een gothische steenen schouw met bladrand. Van de vierschaar zijn afkomstig: een baljuwsbank met gesneden lijst en schotwerk (XVII), twee bronzen handjes, (1546 en z.j.) en een bronzen handje met bijltje (1551), -
| |
| |
verplichte offers van veroordeelden -, een roede van justitie, een houten Justitiabeeld (XVII), twee houten baljuwstaven (± 1700), diefvanger, brandijzers, boeien, schandpaalopschriften en een pruik van den baljuw (XVIII) in doos van Corduaansch leder. Zie verder h. 1.
Een zilveren beker van het zakkendragersgilde (1740) met gegraveerde wapens, opschriften (1740-1756), en deksel met gegoten zakkendragersbeeld, is in bezit van Mevrouw Snijder van Wissekerke te 's-Gravenhage. Een gegraveerde verguld zilveren beker der schutterij met opschrift en wapens (1623-1653) en een beeldje op het deksel, keuren: eend, kroon en jaarletter, bevindt zich in het Nederlandsch Museum te Amsterdam no. 181 b. en een gegoten zilveren keten (1758) met vogel en vier schildjes (1739-1758) in de verzameling van het Zeeuwsch Genootschap te Middelburg.
2. Schotsche huis, zie bl. 252.
| |
e. Kerkelijke gebouwen.
1. De Groote of O.L. Vrouwenkerk bestaat uit: het koor der oude kerk (gesticht 1348) en een thans buiten gebruik zijnde hoofdkerk (XV c).
De hoofdkerk werd ter vervanging van eene in 1348 gebouwde kerk volgens contract van 1479 begonnen door Antonis Keldermans en is voortgezet door zijnen zoon Rombout volgens contract van 1512. Kapittelkerk sinds 1472. De kerk brandde in 1686 gedeeltelijk uit, had in 1800 ernstige stormschade en leed in 1809 van het bombardement door de Engelschen. Zij werd in 1597 aan B. de Moucheron als pakhuis verhuurd, in 1809 door de Engelschen tot kazerne ingericht. In 1811-1813 werd zij door de Franschen, op het koor na, tot Militair hospitaal ingericht,
| |
| |
waarbij de vensters gedeeltelijk werden dichtgemetseld en vier vloeren in de kerk werden gelegd. Zij werd in 1823, volgens besluit van 1818, tot Provinciaal bedelaarsgesticht (tot 1829) en in 1832-1839 weder tot Militair hospitaal bestemd. De kerk is sinds XIX B gerestaureerd, waarbij de vloeren werden uitgebroken en alleen het hoogstnoodige werd gedaan om het gebouw voor ondergang te behoeden.
De hoofdkerk vertoont het grondplan van een kruiskerk met zijbeuken en kapellenrij en een over 2/3 ingebouwden westtoren. Het met een omgang ontworpen koor is niet uitgevoerd. De geheele kerk en toren zijn met witte bergsteen bekleed. De inkassingen van luchtbogen met pinakels wijzen op het plan om het schip te overwelven. De spitsboogvensters zijn (XIX a) volgemetseld, waarbij de oude profileering echter grootendeels nog in het metselwerk bewaard is. De hooge transeptvensters zijn langs den boogtrommel omgeven door een geprofileerde booglijst, rustende op draagsteenen en bekroond door een kruisbloem. De rechthoekige beeren van den dwarsbeuk vertoonen zes versnijdingen. De oostwand bevat geprofileerde spitsbogen, die verbinding gaven met het koor en den omgang met de daarbij behoorende kolommen en kapiteelen. Gedichte hooge vensters boven den ontworpen kooromgang en twee achtkante traptorens. Ingangen in de transeptarmen en door den toren.
Inwendig: Het schip van zes traveeën is pan de zijbeuken gescheiden door spitsbogen op kolommen met dubbel bladrandkapiteel en achtkant basement. Op de kolommen rusten schalken, die tot de, waarschijnlijk na den brand van 1686 vernieuwde, zoldering doorloopen. Langs de zijbeuken rechthoekige kapellen en langs den toren eene ruimte ter breedte van twee kapellen, waarvan de welving mede gedragen wordt door een vrijstaande kolom. In den westelijken zijwand van de eerste
| |
| |
kapel is aan de zuidzijde bij den toren een boogvormig gesloten hagioscoop uitgespaard. De basementen der kolommen van het schip liggen op verschillende hoogte en de vloer is verhoogd. In de zijbeuken aanzetten voor een steenen gewelf. Transeptarmen van twee traveeën met schalken.
De toren is zeer rijk gedetailleerd. Het grondplan is vierkant met haaks geplaatste beeren, van welke die aan den N.W. en den Z.W. hoek door een schuin vlak verbonden zijn, waartegen de traptorens zijn geplaatst. De toren is slechts gedeeltelijk opgetrokken, twee geledingen vormend, verdeeld in vakken, en met een koepelvormig dak. Doorgang met segmentboog, waarboven een hoog spitsboogvenster in de eerste, en spitsboogvenster in de tweede geleding; aan de noord en zuid zijden een spitsboogvenster in elke geleding. De hoekbeeren, met zeven versnijdingen, zijn gedeeltelijk versierd met nissen en blindtraceeringen en zijn deels bekroond door pinakels.
Onder het groote venster spoor van eene balustrade, ook aan de binnenzijde. De torenruimte is verbonden met het schip en vertoont de aanzetten van een steenen gewelf.
In de kerk liggen enkele fragmenten van zerken, waarnaast ook fragmenten in de gemeente als stoepen enz. gevonden worden. Een goed fragment ligt in een tuin aan de Kade.
2. De kleine kerk, aansluitende tegen den oostmuur der hoofdkerk, doch hiermede niet organisch verbonden, was oorspronkelijk eene hallenkerk van drie beuken, elk van vier traveeën van gelijke hoogte, door spitsbogen op kolommen met bladkapiteel en achtkant basement gescheiden. De kerk is in 1348 gebouwd, gedeeltelijk verbrand in 1686 en weder in 1699 in dienst genomen, in 1813 tot bomvrije kazerne ingericht en in 1821 weder tot kerk. De noordelijke beuk, welke 1614-1699 als Schotsche kerk dienst deed, is
| |
| |
thans afgebroken. De twee nog overige beuken zijn in het oosten gesloten door drie zijden. Eenvoudig baksteenen gebouw met beeren, moderne vensters en eenvoudig poortje in de O.-sluiting; de gewelven zijn in 1832 weggebroken; thans vlak plafond. De kerk bezit:
Preekstoel (± 1710), met koperen ster-lezenaar en doopbekkenhouder (XVIII a).
Doophek (XVIII).
Koperen voorlezers-lezenaar met ster (± 1710).
Heerenbank met kolommen en bloklijst (XVIII B).
Eenvoudige portiek (± 1700).
Grafmonument (1771) voor Jan de Miggrode (± 1627), obelisk van bergsteen met fragment van diens zerk. Latijnsch opschrift, wapen, doodsemblemen en bijbel van wit marmer, waarboven symbolen.
Zerken (1820 en z.j.).
Fraaie gegraveerde koperen kroon, tweemaal acht-lichts (± 1600).
Vier zilveren gegraveerde bekers (XVII). Keuren: Middelburg, X en bekransde kop.
Twee zilveren kelkbekers (1731), afkomstig van de Waalsche Kerk te Veere, met gegraveerd wapen der kerk. Keuren: Middelburg, V en J O L.
Een zilveren schotel en twee borden (1719) gegraveerd met drie wapens. Keuren: Middelburg, G en ruit, waarboven twee ballen.
Een zilveren kan alsvoren, jaarletter K (1723).
Twee zilveren offerbussen als voren, jaarletter J (1722)
3. Van de luthersche kerk is de preekstoel verkocht naar Westkapelle en het orgel naar Groede. Een zilveren Avondmaalsbekertje voor zieken is in bezit van Mevrouw Portheine - Polman Kruseman te Middelburg.
| |
| |
| |
g. Particuliere gebouwen.
A. Gothisch.
1. Het Lammetje of Schotsche huis, Kade A 137 (1561). Hooge bergsteenen trapgevel met waterlijsten en banden ter hoogte van den bovenkant der steenen kruiskozijnen, overhoeksche toppilasters op draagsteen en pilasters onder de gevelhoeken en onder de middelste trappen, de laatste doorgetrokken tot op de bogen boven de raamkozijnen. Boven de kozijnen met hogels versierde ontlastingsbogen met maaswerk in de boogtrommels. De bogen boven de deur en boven de benedenramen zijn bekroond door een beeldje. Tien knopankers, deur met bovenlicht, twee- en drielichts kruiskozijnen en gevelsteen (Lam). Brandpoortje (XVII B). Achter: trapgevel.
2. Gulden Struys (1561). Kade A 138. Dergelijke gevel. Gevelsteen (struis) in nisje. Brandpoortje van zandsteen met leeuwenkop (XVII B). Achtergevel met steenen kruiskozijnen. Top verdwenen en onderpui gewijzigd.
B. Renaissance.
1. Kade A 54. Trapgevel (1602), gepleisterd en gewijzigd. Steenen met jaartal.
2. Kade A 139. Trapgevel (1611). Ontlastingsbogen met sluitsteentjes. Gevelsteenen met jaartal. Top en onderpui vernieuwd (thans postkantoor).
3. Markt A 143. Trapgevel (1625), gepleisterd, met geprofileerde waterlijsten. Jaarankers. Latere onderpui (XVIII), eenvoudige stoepbanken.
4. Kade A 140. Trapgevel (XVII A) met overhoekschen toppilaster. Onderpui modern.
5. Markt A 142. Vroeger trap-, thans tuitgevel (XVII A)
| |
| |
van gele baksteen met zandsteenen hoekblokken en banden, waterlijsten en boog van roode baksteen. Overstekende bovenpui op zeven consoles. Kruiskozijn in den top, gekoppeld kozijn en luikjes gelijkvloers.
6. In den Coerenbloem. Kade A 13. Hooge trapgevel (XVII b) met zandsteenen banden en waterlijst. Gevelsteen met vers, korenbloem en wapens, w.s. vroeger huis van de Rederijkerskamer.
7. Kade A 14. Trapgevel (XVII), gepleisterd.
8. Kade A 66. Trapgevel (XVII), gepleisterd.
9. Markt A 188. Trapgevel (XVII) met toppilaster.
10. Markt A 16. Linkerhelft tuitgevel, rechterhelft trapgevel, gepleisterd, jaarankers.
11. Kade A 57. Trapgevel (XVIII A).
12. Kade A 69. Trapgevel (XVIII A).
13. Kade A 65. Tuitgevel met eenvoudige aanzetsteenen (XVIII B).
C. Lodewijkgevels.
1. Kade A 17. Tuitgevel (1761) met kleine aanzetvoluten waarop jaartal.
2. Markt A 150. Tuitgevel (XVIII B) met rechte kroonlijst met blokjes en kleine zandsteenen voluten.
D. Pakhuizen en Molens.
1. Achterstraat A 45. Trapgevel (XVII B) met zandsteenen banden en waterlijst. Toppilaster op kopje, windvaan.
2. Molen (1736) met gevelsteen, naam (I.H.A.B.), wapen en jaartal.
E. Fragmenten en détails van buiten-architectuur.
1. Kade A. 7. Pakhuisgevel (1641), fragment met hoeklijnen en banden in zandsteen, geprofileerde waterlijst en fries met
| |
| |
twee cartouches met jaartal. De gevel is thans door een kroonlijst (XVIII) afgedekt en het middenstuk is vernieuwd. Vijf ankers, waarvan een geschonden.
2. Markt A 2. Gevelfragment (XVII A) met vlakke togen en gekoppeld kozijn met consoles, waartusschen venstertjes.
3. Oude straat A 159 (1663). Twee gemetselde togen, deurkalf met gesneden zwikken en Portal.
4. Kade A 125. Deuromlijsting met gesneden deurkalf met consoles (midden-XVIII). Op de stoep een oud kanon.
5. Kade A 53. Trapgevel (XVIII) fragment met zandsteenen hoekblokken en twee geprofileerde waterlijsten. Eenvoudige deur (XVIII d) en hardsteenen stoepbank.
6. Kade A 8. Bel en knop (± 1800).
7. Bij den molen: schamppaal (XVII B).
h. Oudheidkamer in de Vierschaar in het Raadhuis, zie d i. Behalve de daar reeds vermelde oudheden vallen te vermelden:
Verguld zilveren bokaal, in 1546 vereerd aan Maximiliaan van Egmond, graaf van Buren, door Maximiliaan van Bourgondië, en in 1551 aan Veere geschonken. Gedreven voet met knop en kelk, waarop de gevangenneming van Johan, keurvorst van Saksen is gedreven. Met bijbehoorend deksel, waarop de overtocht over den Rijn is gedreven. In lederen foudraal.
Glazen beker van het bakkersgilde (1773).
Schilderij (XVII c), boven den schoorsteen: het uitzeilen van de vloot van stadhouder Willem III in 1688.
Schilderij (XVII d): Van der Mijen sluit een contract met den doge van Venetië in 1609 op paneel.
Gezicht op Veere door H. Vroom (1630), op doek.
Schilderij, gedenknaald voor prins Willem I (1584).
Model van de mol (baggerschuit) van Veere (XVIII d).
Wapenstuk (XVII) van het schuttersgilde, afkomstig uit de kerk.
| |
| |
Zegelstempel (XVII), helmen, vaandels van 1766.
Twee zilveren bodestaven.
Vrijheidshoed (1795).
Boekbanden (XVI), spontons (XVI en XVII), deels geciseleerd.
Munten en penningen, waaronder van het St. Jorisgilde en van het St. Jansgilde.
Gevelsteenen, waaronder drie met scheepjes en jaartal (1637), van de Vleeschhal.
| |
Zandijk Binnen.
e. 1. Hoeve I a Maison de haute Montagne. Schuur (1642) van baksteen met zandsteenen banden. Poort met naam en jaartal.
2. B 72. Baksteenen poortje met kopje als gevelsteen (XVII d).
|
|