Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VI. De provincie Zeeland
(1922)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 234]
| |
Stad Tolen.c. Pompen, enz.Markt. Hardsteenen pomp (XVIII c) door N. Muts te Middelburg. Botermarkt, tegen perceel No. 2. Hardsteenen pomp (XVIII c). | |
d. Openbare gebouwen.1. Raadhuis (± 1460), gebouwd na den brand van 1452, gewijzigd in 1758. Bergsteenen gevel van drie verdiepingen boven een kelder met baksteenen tongewelf. De grondverdieping bevat eene deurnis met deur en bovenvenster tusschen twee geprofileerde vensternissen met steenen kruisvensters en halfronde boogvelden, waarin driepasvulling, de eerste en tweede verdieping vertoonen kruiskozijnen gesloten door vlakke ontlastingbogen. De verdiepingen zijn gescheiden door waterlijsten met koolbladversiering, onderbroken door de draagsteenen van de in de dammen geplaatste beeldnissen. Deze nissen zijn voorzien van baldakijns voor de beelden en fragmenten van pinakels en zijn op de tweede verdieping gesloten door een halven rondboog met driepasvulling. De draagsteenen zijn versierd met schildhoudende figuren. De gevel is bekroond door een weergang met drie vaandragende en schildhoudende leeuwen; in de vierde opening is later een luiklokje geplaatst. Zeskante open toren met spitsbogen en steenen opengewerkte balustrade, waaronder draagsteentjes met bladornament op de hoeken. Zeskante spits met windwijzer en ijzeren bekroning. Carillon van vijftien kleine en drie groote klokken. in 1627 gegoten door Michael Burgerhuys. Luiklokje (1458). Speeltrommel (XVI A). Vòòr het raadhuis is in 1758 een hardsteenen bordes aangebracht met twee vazen, twee ballen en vier witmarmeren wapenschildjes (door Nic. Muts te Middelburg). | |
[pagina 235]
| |
Inwendig. Hal met moerbinten. Voorgedeelte met drie steenen kruisgewelven, waarin twee rozetten eneene lelie als sluitstukken. De ribben rusten op zes draagsteenen met bladornament en op twee kolommen met kapiteelen met bladornament en rond basement. Vensternissen met steenen zitplaatsen en luiken met ijzeren beslag. Verdiepingen met steenen zitplaatsen en eenvoudige sleutelstukken. Gevangenhok op de eerste verdieping. Achtergevel van baksteen met zandsteenen hoekblokken (bovengedeelte later gewijzigd) met twee later ingebroken spitsboogvensters op den beganen grond en kruiskozijn met vlakken ontlastingsboog op de eerste verdieping, waarboven een zoldervenster. In het stadhuis worden bewaard: In de hal: een hekje (± 1700). Twee lijstjes (midden-XVIII). Een beulszwaard (XVI B) met knop, door Johannes Wundes uit Solingen. Roede van justitie. Bodeïnsigne (midden-XVIII). Geslepen bokaal (duitsch XVIII c). Schilderij (1618): Salomons eerste gericht. IJzeren kist (XVII). Met ijzer beslagen groote kist op wielen (± 1500?). Trommen en geweren (XIX A). Vaandel (XVIII d). Kaarten van de stad Tolen (1595) door F.M. en (1759) door J.A. Fransz. Schoorsteenconsole met 2 koppen (XVI a), fragment. Sluitsteen, kop (XVII a). Eenige teekeningen in portefeuille (XVIII d). Aquarel (1798): wapenschouwing der burgerwacht door Dane. Bord met krulletters (XVII), opschrift betreffende het gymnasium. | |
[pagina 236]
| |
Een schilderij (1495): Laatste oordeel, bevindt zich thans in het Rijksmuseum te Amsterdam. 2. In het bij het raadhuis aangetrokken huis (ws. vroeger weeshuis), thans kantongerecht, zijn balksleutels met leeuwen en roosjes (XV d). 3. Van de in 1562 gebouwde, thans verdwenen waag ligt een steen met Latijnsch opschrift thans omgekeerd als afsluiting van een riool. 4. Bewaarschool, Markt (1838). Stichtingssteen. | |
e. Kerkelijke gebouwen.1. De ned. herv. kerk (O.L. Vrouwe), gesticht XIII d en tot kapittelkerk verheven 4 Oct. 1404, eerst onder het bisdom Luik, daarna onder dat van Middelburg, is eene kruiskerk, bestaande uit een schip met zijbeuken (± 1400), transept (XV a) en koor met noordbeuk (XV a), zuidkoor (XV b), een niet voltooiden, of (XVI d) weder afgebroken omgang en een westtoren (± 1450, verhoogd XVI A). Schip van vijf traveeën, van de zijbeuken gescheiden door spitsbogen op kolommen van metselsteen met zandsteenen banden, kapiteelen met dubbelen bladrand en achtkante basementen. Onder de hooge spitsboogvensters van het schip, met steenen traceering (± 1450), zijn spaarnissen aangebracht met boogfries. Een lijst met bladversiering loopt boven de scheibogen. Het schip wordt gedekt door steenen netgewelven, rustende op kolonetten. De zijbeuken zijn overdekt door steenen kruisgewelven, rustende op de kolommen van het schip en op iets lagere muurkolommen. Ingangen door den toren en in de tweede travee van het schip, aan de zuidzijde met vlakken boog en aan de noordzijde met een portaal (XVI A), hetwelk een waterput bevat. Dit portaal, bekleed met witte steen, heeft een spitsboogvenster aan de noordzijde met steenen traceering en drie fraaie ankers, een eenvou- | |
[pagina 237]
| |
digen ingang met gedrukten boog aan de oostzijde en een versierden ingang met geprofileerden boog met fragmenten van beeldwerk en rustende op twee draagkopjes. Inwendig aanzetten van een kruisribgewelf, benevens twee bladkapiteeltjes. Aan de zuidzijde der kerk is tegen den dwarsbeuk een vertrek aangebouwd (XVI a) met verhoogden vloer (librye). Hierin zijn twee spitsboogvensters en eenig schotwerk (XVII). De dwarsbeuk heeft aan elke zijde een groot dubbel spitsboogvenster met lelietraceering (± 1450), twee blinde vensters in elk der zijmuren, spaarnissen als in het schip, doch lager dan deze, en een doorloopende lijst. De beuk is overdekt door een steenen netgewelf (in den zuidarm vervangen door een modern stucgewelf), rustende op muurkolommen met bladkapiteel, waarvan de kolom aan den zuidwestmuur een sprong vertoont, welke op twee bouwperioden wijst. Het gewelf der kruising rust op vier vierledige kolommen, waarvan de twee oostelijke aan den voet verbreed zijn voor het plaatsen van een altaar. Het middenkoor is breeder dan het middenschip, waardoor de scheibogen van de kruising niet evenwijdig aan de lengteas staan. In den ZW. hoek bevindt zich een kolonnet met draagsteen (engel met banderol) en in den N.O. hoek een steenen poortje (1638), toegang gevende tot de consistoriekamer (vroegersacristie). Het koor is drie traveeën lang met 5/8 sluiting, gevormd door tusschen de kolommen geplaatste muren, aangezien de omgang niet is voltooid. Het hoofdkoor is aan de zuidzijde van het zijkoor gescheiden door spitsbogen op kolommen als in het schip. In de sluiting zijn drie kolommen van natuursteen. Het is slechts tot boven de bogen opgetrokken en overdekt door een niet op de kolommen passend, wellicht van elders overgebracht houten tongewelf (XVI) met trekbalken. | |
[pagina 238]
| |
De noordelijke zijbeuk is overdekt door kruisgewelven met culots (± 1525) en is bij het begin van de sluiting van het koor recht afgesloten. In den sluitingsmuur een gedichte kleine deuropening. Het zijkoor (XV b) heeft een driezijdige sluiting, waarvan de noordzijde slechts in aanleg en door een recht muurvlak verbonden met het koorschip. De aanzetten van kruisgewelven bewijzen, dat oorspronkelijk ook aan deze zijde een omgang was ontworpen. Het hooge zijkoor heeft aan de zuidzijde drie hooge spitsboogvensters en is overdekt door een houten tongewelf met steekkappen in de sluiting en geprofileerde ribben. Aan de noordzijde is eene sacristie, thans consistoriekamer, aangebouwd (midden-XV) met kruisvensters. Een met pannendak gedekt bovenvertrek (librye) is uit het koor toegankelijk. Uitwendig zijn schip en dwarsbeuk met natuursteen bekleed, behalve een gedeelte van den ondermuur van de westsluiting van den zuidbeuk en de tweede verdieping van den aanbouw (librye), welke van baksteen zijn opgetrokken met zandsteenen banden. Het zuidelijke zijkoor is evenzoo van baksteen. De hooge schipmuren worden gesteund door slanke natuursteenen luchtbogen, rustende op de opgetrokken beeren van de zijbeuken. In deze verhoogde beeren zijn indiepingen met driepasvulling en op de bogen overblijfsels van hogels. Sporen van pinakels op de aanzetten. Van de transeptgevels bevat de zuidelijke een versierde poort (midden-XV) met korfboog, waarboven een geprofileerde spitsboog; het boogveld is in drie vakken verdeeld, waarin traceeringen en lijst met bladornament. In de zwikken is een boogfries en op den spitsboog zijn hogels. Het geheel is besloten tusschen twee stijlen, elk met twee beeldnissen met draagsteen en baldakijn. Aan den west hoek is een achtkante traptoren gebouwd en aan den oost hoek een beer met drie geledingen. | |
[pagina 239]
| |
De noordelijke transeptgevel is onversierd en zonder ingang. Op de hoeken zijn overhoeksche beeren geplaatst. Fragmenten van pinakels en top-kruisbloem. Boven den dwarsbeuk een dakruiter. De niet uitgevoerde omgang in de koorsluiting vertoont de kolommen met aanzetten voor de kruisgewelven. De toren (± 1450) is opgetrokken van baksteen met aanleg voor bekleeding in witte steen langs het groote westvenster, en is drie geledingen hoog met beeren op de hoeken over de geheele hoogte, en zandsteenen hoekblokken over de eerste en derde geleding. De eerste geleding heeft aan de westzijde een hoogen geprofileereen spitsboog, waarin de ingang met zandsteenen korfboog en waarboven eene gedicht spitsboogvenster. De tweede geleding heeft twee smalle blinde vensters met vlakken spitsboog. De latere derde geleding heeft eene open balustrade aan den voet en hooge galmgaten met vlakke spitsbogen. Lichtgleuven in de verschillende geledingen. De top is gewijzigd en thans afgedekt door een vierkante lage spits. Kruisgewelf met afgeschuinde ribben, steenen wenteltrap. Vernieuwde dakruiter op de kruising. De kerk bezit: Aanzetten van altaren tegen de oostelijke kruisingspijlers (XV a). Preekstoel (1648) op gothischen steenen voet (van een doopvont), koperen lezenaar (XVIII b). Doophek (midden-XVII eenvoudig) met koperen voorlezerslezenaar op houten voet (XVIII b). Bank (XVII b) in de transept-afsluiting tegen een schot (1755), beschilderd met tekst. Grafmonumenten: a. Voetplaat van het monument van Guy, basterd van Bloys (1421) en Clara van Botland (1435) met opschrift langs den opstaanden rand. b. Plaat van het monument van Guy van Bloys Anthoniszoon (1527) en Dingne van Assemansbruck (1516). Opschrift langs den opstaanden rand. Op de zerk twee figuren, in hoog reliëf, de man | |
[pagina 240]
| |
rustende op een leeuw en de vrouw op een hazewind, de man met Jerusalemsveer in de hand, beiden onder een baldakijn met lofwerk, waarin het familiewapen. Onder de figuren een renaissancelijstje en terzijde een rand met twee maal vier kwartieren, bekroond door een geschonden beeldje. c. Onversierde tombe voor J. van Vrijberghe (1678) met steenen, voorzien van opschriften betreffende zijne en latere begravingen (1688). Gothische zerken met evangelisten in de hoeken (afbeeldingen bij den Heer Hollestelle en in de ‘Zelandia Illustrata’) 1469 groote zerk met gegraveerd beeld met kelk van den vierden deken Cornelis Yoms; 1483 zerk voor Heynrick Machielssone met randschrift in cirkel, waarin een kelk. De ingelaten koperen plaat is verdwenen; 1469 zerk met gegraveerd beeld van den kanunnik Johannes Witto; 1508 zerk met kelk en 4 evangelisten; 1531 zerk met gegraveerd beeld van Mr. Jasper Quirijnse, geneesheer; 1533 zerk met twee vrouwenfiguren onder baldakijns en met twee wapens, 1538 zerk met gegraveerd beeld van Ariaen Henrixsdochter van Beveren; 1542 zerk met staande mans en vrouwenfiguren van C.J. Smijtgheld en vrouw onder baldakijn; 1551 zerk gebeeldhouwd met engel met wapen van J. Cz. Zutwint, onder een toog op zuilen, hierboven vrouwelijk wapenschild gehouden door twee engelen (Zutwint en M. van Stapelen); zerkje met priesterkelk (XVI A). Zerken: XV d, 1505, 1501, 1511, 1515, 1516, 1522, 1524, 1533, 1538 (kanunnik), 1539 (vrouw), 1541 (kapelaan), 1543 (kelken), 1546, 1551, 1557, 15 (5) 3 (doornenkrans), 1560 (kanunnik), 1569 (wapen) en vier met uitgesleten of bedekt jaartal (XVI A). Zerk 1551 met renaissance-versiering, wapen en twee engeltjes, in de hoeken evangelisten. Zerk van Jhr. P. van Berchem (1606) en echtgenoote Elisabet van Resen (1600) met twee wapens, acht kwartieren en beeldwerk. | |
[pagina 241]
| |
Zerkje met huismerk (1638), zerkje met emblemen van het metselaarsgilde (1641); Zerken met wapens (deels afgehakt): 1502, 1511, 1515, 1518, 1523, 1538, 1543, 1545, 1556, 1557, 1583, 1596, 1606, 1617, 1625, 1628, 1633 met lofwerk, geheel gelijk aan eene zerk van 1657, 1634 (met laat-gothische roosjes), 1638, 1647, 1650, 1652 (2), 1653/1678 met opschrift in gothische letters, 1654, 1656 (2), 1657, 1659, 1660, 1663, 1669 (5), 1674, 1678, XVII c (6), 1681 en 1686. Volgens aanteekening in de werken van het Zeeuwsch Genootschap liggen in de kerk nog (thans bedekt) zerken van 1508 met mansbeeld, 1518 met wapen, 1528 met kelk, 1533, 1539 met vrouwebeeld, 1540 met kelk, 1541 met kelk, 1543 met twee kelken, 1557 met twee geweren, wereldbol en kruis en 1557 met twee vrouwebeelden onder een baldakijn. Beelden: fragment van Golgotha (?) in den sluitingsmuur van het bijkoor (± 1500). Muurschildering: cartouche met spreuk (1581) op den zuidmuur van den transeptarm (gerestaureerd 1741 en 1828) en spoor van muurschildering (?) op den oostmuur van den zuid transeptarm en tegen de kolommen. De kronen zijn verkocht aan de Sint Catharinakerk te Brussel. Psalmborden (XVIII B) aan den preekstoel. Credobord (1581, gerestaureerd 1741). Vier gegraveerde bekers (1752). Keur: Middelburg. Twee kannen met gegraveerd opschrift (1782). Keur: Middelburg. Broodschotel met opgelegden rand (1781). Keur: Middelburg. Twee groote schotels met uitgeschulpten rand (1744). Keur: Middelburg. Twee collecteschalen met gevlochten rand (1782). Keur: Middelburg. Doopbekken met gegraveerd opschrift (1785). Keur: Middelburg. | |
[pagina 242]
| |
Drie klokken, in 1761 gegoten door Alexis en Petrus Petit. In den dakruiter kleine klok, in 1726 gegoten door Greve. Het carillon is overgebracht naar het Raadhuis.
2. De r.k. kerk (modern) bezit: koperen godslamp (XVII d). In de pastorie: houten kruisbeeld (XVII A) en Schilderij: Maria met kind en engel, richting de Wit (XVIII a).
3. Van eene kapel (XV b) in de Kerkstraat, oorspronkelijk drie traveeën breed, zijn in de perceelen No. 9 en 11 nog de gothische spitsboogvensters in den gevel zichtbaar en in den oostgevel een dichtgemetseld rond venster. In den achtergevel ziet men een fragment van eene lisene en achter No. 11 van een rondboogfries. Op zolder is nog de oude kap met draagsteenen behouden. De derde travee bevond zich in het perceel Kerkstraat No. 13. | |
f. Gestichten.Een poortje van het gasthuis (vroeger naast het Raadhuis) staat thans naast de Societeit Sint Joris aan de Balans te Middelburg. | |
g. Particuliere gebouwen.A. Laat-gothisch.
1. Dalemstraat 21. Tuitgevel (XVI a) met banden van bergsteen tusschen vier rijen baksteen en onderpui van bergsteen. Waterlijst met ornament en kozijnen met flauwe ontlastingsbogen. Steenen trap, balkneuten, een anker en een kruiskozijn. Aan de zolderkap achter zijn nog geprofileerde ribben bewaard.
B. Renaissance.
1. Dalemstraat 20. Trapgevel (1613) met toppilaster en | |
[pagina 243]
| |
waterlijst. Ontlastingsboog op draagsteentjes boven de ramen en zolderraam met halfronden boog op draagsteentjes. Vijf ankers en steen met jaartal. 2. Brugstraat 4. Fragment (1616) met twee waterlijsten, togen alsvoren, jaartal in de ankers. 3. Kerkstraat 19. Dubbele gevel (1619); rechts trapgevel met togen op draagsteentjes; links eerste verdieping alsvoren, een anker en steen met jaartal op cartouche. 4. Kerkstraat 21. Fragment (1619), eerste verdieping met togen met metselmozaïek. Ingemetseld steentje met jaartal en twee zeemeerminnen in een geprofileerd vierkant nisje. 5. Markt 3. Vlakke tuitgevel (1620) met een sieranker en jaartal in de ankers (gecement). 6. Stoofstraat 3 en 5. Dubbele trapgevel (1622) met toppilaster op draagkopje, geprofileerde dekstukken, grondverdieping met Tudorbogen en eerste verdieping met korfboog op draagsteenen. Zes ankers en jaartal in de ankers. 7. Vischstraat 30. Breede trapgevel (XVII a) over twee verdiepingen met toppilaster, waarboven ijzeren topbekroning, twee geprofileerde waterlijsten, ontlastingsbogen met metselmozaïek op draagsteentjes op de eerste- en toog met straalsgewijs gemetselde steentjes op de tweede verdieping. Oeil de boeuf. Tien goede ankers. Onderpui gemoderniseerd. 8. Kerkstraat 6. Trapgevel (XVII a) met geprofileerde dekstukken, togen op draagsteentjes en vier ankers. 9. Kerkstraat 4. Gevelfragment (XVII a) met vier ankers. 10. Kerkstraat 2. Gevelfragment (XVII a) met twee geprofileerde waterlijsten, togen op kopjes en toog op draagsteentjes. Vier ankers. Aanbouw met togen op kopjes. 11. Stoofstraat 9. Pakhuis, trapgevel (XVII a) met korfboog op kopjes. 12. Kaaij of Haven 18. Tuit- vroeger trapgevel (XVII A) met | |
[pagina 244]
| |
breede geprofileerde lijst. Een raam met toog op kopjes. Vijf ankers. Gevelsteentjes. 13. Brugstraat 19. Trapgevel (XVII b) met toppilaster op kopje, en geprofileerde dekstukken (gecement). Deuromlijsting Lod. XVI. 14. Oudelandsche straat 13/15. Twee zijtrapgevels (XVII b) met toppilaster en geprofileerde dekstukken. 15. Oudelandsche straat 17. Trapgevel (XVII b) met gebogen fronton. Vijf ankers. Toog op kopjes. Onderpui thans smidse met hoefstal (travail). 16. Hoogstraat 50. Trapgevel met toppilaster (XVII B). 17. Vischstraat 14. Eenvoudige trapgevel (XVIII A) (gecement).
C. Lodewijkgevels.
1. Brugstraat 10. Gevel met breede kroonlijst (XVIII b), deur met gesneden kalf en zijlichten, bordes met ijzeren leuning. 2. Markt 18. In den achtergevel hardsteenen stichtingssteen (1768) met Lod. XV lofwerk en afgekapte wapens, inwendig: stuc gang en plafonds Lod. XV. 3. Kerkstraat 12. Tuitgevel met gegolfd fronton (XVIII B). Hierin twee mooie ankers. 4. Hoogstraat 9. Lod. XVI gevel (1790). Kroonlijst met consoles en versierde midden-travee. Deur met bovenlicht. Jaartal op de kroonlijst. Inwendig: gesneden gangdeuren en kamerdeuren. Plafond in stuc in de voorkamer en in de gang. Marmeren fonteintje. Het beschilderd behang en de marmeren schoorsteenmantels zijn verkocht in 1917. 5. Markt 7. Vrijstaande hoefstal (± 1700).
Détails van buitenarchitectuur.
Hoeve Molenvliet buiten Tolen. Gevelsteen (XVII B). Voormalige zoutkeet bij het Veer. Gevelsteen (1765). | |
[pagina 245]
| |
Postweg, buiten de Oudelandsche poort. Voormalige meestoof. Gevelsteen (1800). Vischmarkt. Kopje in een schuur (XVII B). In het veerhuis (No. 17) gevelsteen: staande leeuw met schild (XVIII). Ankers (XVI d): in den zijgevel Hoogstraat 21; (XVII a): Dalemstraat 9, Kaaij 2 en 4, Kerkstraat 4; (XVII A): Brugstraat 13, Dalemstraat 23, Kerkstraat 28, Oudelandschestraat 8. Kerkstraat 17. Jaartal in de ankers (1596). Brugstraat 29 en 31. Stoepbanken (XVIII). Dalemstraat 1. Stoeppalen (XVIII d). Brugstraat 18, hoek Walstraat en Doelweg 9. Schamppalen (XVII B). Stoofstraat 6. Gesmeed hekje (XVII A). | |
h. Particuliere verzamelingen.Verzameling C. Hollestelle, afbeeldingen van gebouwen en fragmenten; afbeeldingen der rouwborden en zerken uit de kerk (XVIII d). |
|