(oorspronkelijk waarschijnlijk met zadeldakvormig afgedekte trappen) aan de noordzijde, heeft onder de daklijst een, ook langs den ronden toren op den N.W. hoek, omgaand fries van segmentboogjes op kraagsteentjes, op den zuidwestelijken hoek onderbroken door de overblijfselen van een rond uitgekraagd, door lisenen ingedeeld hoektorentje.
c. De voorpoort is een rechthoekig gebouw, gedekt door een zadeldak tusschen trapgevels met achthoekigen uitgemetselden traptoren aan de noordwestzijde, en waarvan de doorgang aan de oostzijde met een korfboog en aan de westzijde met een spitsboog is gesloten; aan de westzijde consoles van een verdwenen kroonlijst.
Inwendig: in den noordoostelijken toren een kamer met eiken pilasterbetimmering (XVIII), waarin een jachtstuk, gewelf met stucversieringen en een aquarel (XVIII, door C.H. Phaff), de vroegere brouwerij van het kasteel voorstellende; hal (eertijds binnenplein) met stucwerk (XIX A), hamerklavier (± 1800, door Heinrich en Pieter Meijer op het Rokin te Amsterdam) en een staande klok (XVIIIc, uurwerk door Freeman te Londen); kamer met eenvoudig stucwerk (XVIIId), kastje (XVIIId), kastje en twaalf stoelen (XIX A), twee geschilderde portretten (1794, door M.J. Quadal) in oude lijst, drie aquarellen met wapens en kwartieren ter nagedachtenis aan vrouwe A.M.J.L.J.A. Schade van Westrum († 1689), vrouwe Constantia Hoeuff († 1733), Dirck Willem van der Brugghen († 1770), en een pastel teekening van den laatsten mannelij ken adellij ken bewoner G.T.T.A. van der Brugghen; kapel, waarin kabinetorgel (XVIIId, door Hendrik Hermanus Hes te Gouda) met muziekstoel; voorts, door het gebouw verspreid, eenige meubelen (XVIII).
2. Het huis A 10 heeft ankers: 1716.