Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel X. De provincie Noord-Brabant
(1931)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 203]
| |
c. Schamppalen.In de Sterrestraat Z 15 en in de Oud-Heusdensche straat staan steenen schamppalen (XVII A). | |
d. Wereldlijke openbare gebouwen.1. Het raadhuis, gebouwd in 1588 na het verbranden in 1572 van het vorige (1461), in 1635 uitgebreid met een vierschaar en een kortegaard, 1876-1880 sterk ingrijpend gerestaureerd en vernieuwd door J. Godschalk onder toezicht van de Rijksadviseurs voor de monumenten van geschiedenis en kunst en in 1879 met een klokkenspel verrijkt, is een op rechthoekig grondvlak opgetrokken gebouw van baksteen met ruime toepassing van gehouwen steen aan de gevels, die met talrijke natuursteenen banden zijn verlevendigd. De voorgevel telt drie, de zijgevel vijf traveeën, die door vrij zware dammen van elkander zijn gescheiden. In het midden van den smallen voorgevel staat een slanke toren, met nieuwe groote spitsboogvensters tusschen de met banden en nissen versierde hoekpijlers. Op den toren een (vernieuwd) kruisdak, waarboven een achthoekige, opengewerkte, door pinakels omgeven houten klokkentoren, eindigend in een peer met bol en windvaan. Het gebouw heeft boven den beganegrond twee verdiepingen. Op den beganegrond en de hoofdverdieping zijn de vensternissen, geplaatst tusschen de met casementen versierde dammen, halfrond getoogd; de vensternissen | |
[pagina 204]
| |
der tweede verdieping zijn door segmentbogen afgesloten. Boven langs de zijgevels een nieuwe kanteeling, tusschen vier, op overkragingen uitgemetselde, achtkantige hoektorentjes met eveneens gemetselde spitsen. Aan den vooren den achtergevel flankeeren deze pinakeltorentjes de topgevels. Op het dak vernieuwde dakkapellen, een kapel voor ruitertjes van het uurwerk, en een open koepeltje met klok. De dubbele steenen trap is bij de restauratie aangebracht ter plaatse waar oorspronkelijk een bordes (roepstoel) was: vóór het midden van den voorgevel. Op de borstwering van de trap twee steenen schildhoudende leeuwen (XVIII). Inwendig is het gebouw bijna geheel vernieuwd; in de gang van de hoofdverdieping zijn kraagsteenen (XVId) gemetseld, waarvan een drietal afkomstig uit de St. Jorisdoelen (zie d 3). Het raadhuis bevat: In de vestibule een houten wapenschild van Heusden (1617). In de gang eenige schilderijen: verkondiging aan de herders (1670, door D. Wijntrack, doek), twee mansportretten (± 1660), zijden vaandel (XVIII), gezicht op Heusden. In de secretarie de volgende schilderijen: Salomo en de koningin van Saba (1624, in bruikleen van het Rijk), H. Hieronymus (XVII, herhaling naar Roemerswael), Cimon en Pera (XVII), Venus en Neptunus (XVII), Christus en H. Thomas (XVII), gezicht op Naarden; pennewerk (1778, door Johanna Jac. Coerten). In de raadzaal vier beschilderde ruitjes en vier lansknechten, behoorend bij het oorspronkelijke klokkenspel (XVII A, vermoedelijk 1635); groote eiken tafel op vier balusterpooten (XVIIb). In de trouwzaal een schilderij: Boudewijn van Heusden en de Engelsche gezant (copie naar Adriaen van de Venne, in bruikleen van het Rijk). Van de klokken en het klokkenspel zijn er acht gegoten in 1588, 1589 en 1590 door Thomas Both en een | |
[pagina 205]
| |
in 1695 door Claudy Fremy, de overige in 1879 door Petit en Fritsen. Behalve de hierboven vermelde, door het Rijk in bruikleen gegeven schilderijen, worden in het raadhuis nog de volgende, eveneens van het voormalige (XIVa opgerichte, in 1906 tot uitsterven gebrachte) St. Jorisschuttersgilde (zie ook d 3) afkomstige en nu aan het Rijk behoorende, voorwerpen bewaard: Eiken gildekastje (1588, gerestaureerd) met beschilderde deuren, waarachter een ordonnantie (1574) op perkament; drie kleine kanonnen op affuiten, voetboog, pijlkoker en twee pijlen; houten schild met wapen van het Land van Heusden, offerblok, zilveren schuttersketen met papegaai en drie schildjes (XVI), 171 schildjes (XVI-XIXc) van hoofdmannen, twee zilveren paluren (XVI) op fluweel, ivoren drinkhoorn met zilveren beslag. Een groote glazen bokaal (1762) en tien kleinere (1762, 1765, 1768 geëtst, 1771, 1772 geëtst, 1773, 1774, 1784 geëtst, 1785, 1788), vermoedelijk afkomstig van de Groote en de Kleine Visscherij. Drie gebeeldhouwde kraagsteenen (1635), afkomstig uit oude gebouw, bevinden zich nu in den voortuin van ‘Het Spijker’ te Brakel. 2. De vischmarkt (1796, ter vervanging van een in 1639 gebouwde) aan de noordzijde van de Markt, heeft den vorm van een open galerij met twee vooruitspringende vleugels, tusschen gesloten zijgebouwtjes. De hardsteenen Dorische zuilen dragen een houten hoofdgestel. De achterwand is door drie rondboogopeningen doorbroken. Vlakhellend leiendak, waarboven een open klokkenstoeltje (1904). Aan de waterzijde twee versierde deuromlijstingen. 3. Putterstraat. De st. jorisdoelen, geheel verbouwd, heeft in den gevel een steen: St. Joris met den draak (± 1600, copie?). Zie ook d 1. | |
[pagina 206]
| |
e. Kerkelijke gebouwen.1. De ned. herv. kerk (H. Catharina), reeds vermeld in 1210, vervolgens (bij een verleening van aflaat) in 1328 en in 1406, in 1340 kapittelkerk, in 1555 vergroot en met een kruisarm uitgebreid, in 1572 verbrand, waarna het schip herbouwd is, in 1579 overgegeven aan de Hervormden, 1637-1640 in de koorpartij herbouwd, is opgetrokken van baksteen met veel bergsteenen versiering aan de partijen (XVI), en bestaat uit: een schip (kern XIV) van vijf traveeën met zijbeuken, waarvan de zuidelijke, van vijf traveeën, enkel is, de noordelijke langs drie traveeën is verdubbeld (XVIc), en ook langs den toren doorgetrokken, terwijl tegen de twee andere met behoud van den vierden pijler een ruime dwarsarm, een weinig lager dan schip en koor, is opgetrokken (XVI c); een 3/8-gesloten koor (ten deele XIV, overigens XVIIb) van twee traveeën, waartegen een aanbouwsel ten Z. (consistoriekamer met verdieping); en eenen westtoren (XIV, verhoogd in 1587, hersteld en bemetseld in 1904) op vierkanten plattegrond. Ten Zuiden van den toren in het verlengde van den zijbeuk een travee, welke blijkens een westtoegang (XVId) als portaal heeft dienst gedaan. Aan de noordzijde heeft de kerk tusschen de steunbeeren vier topgevels (vóór dwarsdaken), in elk waarvan een groot rijk geprofileerd boogvenster (met houten stijlen). De traveeën ten N. van den toren zijn tot pakhuis ingericht, waarvoor de vensters zijn dichtgemetseld en houten kozijnen aangebracht. Bergsteenen banden verlevendigen het muurwerk van den noordbeuk en het dwarspand, waarvan de geveltoppen verder versierd zijn met teruggemetselde ronde casementen, waarin ruiten van natuursteen, die overblijfsels vertoonen van beeldhouwwerk (koppen); in den oostelijken kapelgeveltop een gedenksteen: 1550. De recht- | |
[pagina 207]
| |
hoekige steunbeeren springen boven de doorgaande dorpellijst in en hebben in hun bovengedeelte overhoeksgestelde verzwaringen, waarboven beeldnissen (?, slecht gerestaureerd en afgedekt) en sporen van pinakels (?). De noordelijke dwarsarm heeft tusschen overhoeksche beeren (versneden en versierd als voren) een topgevel met twee hooge, rijk geprofileerde spitsboogvensters, gescheiden door een smallen dam, en met versieringen in den top (als voren); in een der nissen geschonden beeldhouwwerk (XVI B): Kruisiging (?); in andere medaillonkoppen; in den oostmuur van dezen arm een korfbogige nis en tegen den oostmuur een steunbeer, waarnaast de blijken van een voormalige (of slechts voorziene?) oostwaartsche verlenging van den noordbeuk. Ten W. van den kruisarm een (dichtgemetseld) portaal met rijke profielen. In den, eveneens van bergsteenen banden doortrokken, topgevel van het gebouw ten Z. van het koor een dichtgemetseld spitsboogvenster en hiertegen een later en laag dienstgebouwtje. De zuidbeuk, met het middenschip onder één dakvlak gebracht, heeft zeer eenvoudig muurwerk, zonder topgevels en zonder beeren; het gedeelte ten Z. van den toren een dichtgemetseld spitsboogvenster en een westingang (XVId of XVIIa) onder Tudorboog met engelkopje in den sluitsteen. Het koor heeft vlakke wanden, eenvoudige steunbeeren en hooge spitsboogvensters met rondstaafprofielen. De, sterk naar het O. hellende, toren, van drie geledingen, heeft in de onderste (drie verdiepingen hoog) aan de westzijde, boven het XIX ingebroken portaal, een rondboogvenster enverder, twee hoog boven elkander, telkens twee door een dam gescheiden rechthoekige nissen onder een boogfries; de tweede hoeklisenen, die door een (ten deele vernieuwd) rondboogfries zijn ver- | |
[pagina 208]
| |
bonden; de derde, een achtkant, heeft hoeklisenen, verbonden door een boogfries, waarin mozaïek-versieringen; in elk der acht zijden een spitsboognis met galmgat; aan de N.W. zijde het jaarcijfer 1587. De thans afgeknotte, achtzijdige leien spits droeg oorspronkelijk een open lantaarn met peer-bekroning (afgebroken in 1811, voor telegraaf van Chappe). Inwendig: de noordelijke zijbeuken hebben boven de hoog opgaande scheibogen dwarse spitsbooggewelven op transversale bogen, schip en beuken zijn van elkander, en de beide noordelijke beuken zijn onderling, gescheiden door slanke achtzijdige pijlers, waarin de profileering der gordel- en dwarsbogen doodloopt. Over middenschip, dwarsarm en koor halfronde houten, door geprofileerde schinkels gedragen tongewelven (XVI B), over den zuidelijken zijbeuk een half tongewelf. In de consistoriekamer naast het koor overblijfselen van een houten tongewelf boven de lager ingelegde zoldering. In den zuidmuur van het koor een marmeren gedenksteentje betreffende den herbouw (1639) van de oostpartij. Aan het kerkplein in den kerkhofmuur twee hekpoorten (XVIIId) met hardsteenen pijlers, waarop hardsteenen vazen en lantaarns op ijzeren armen. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIIb), rugstuk met boogpaneel en vleugelstukken (alles wit geverfd). Eiken doophek (XVIId) met balusters en gesneden knoppen (wit geverfd), ijzeren doopboog (1683), koperen lezenaar (1562), twaalf koperen blakers. Gesneden wapenschildje-van Friesheim, op een hekje vóór het koor. Orgelkast met tribune en drie beelden (1839, door Naber en Quelhorst te Deventer). Heerenbanken (XVII-XVIII), getimmerd. | |
[pagina 209]
| |
Gebeeldhouwd hardsteenen grafmonument met op een sarcofaag liggende witmarmeren figuur, wapens en tropeeën (1733, door J.B. Xavery naar ontwerp van Jacob Marot), voor J.Th. baron van Friesheim, gouverneur der stad. Op het voetstuk: 1. Marot invt. Grafzerk van hardsteen, ingelegd met wit marmer en met bronzen ringen, voor J. Th. baron van Friesheim (1733). Gebeeldhouwde grafzerk (XVId, gebroken) met figuren van een man in harnas en zijn vrouw en met twee wapens en kwartieren; andere grafzerken met wapens: 1588, 1590, 1604, 1608, 1610, 1611, 1612, 1613, 1619, 1622, 1623, 1625, 1638, 1641, 1647, 1648, 1655, 1669, 1700, 1733 (twee), 1688-1723, 1748. Een groote en twee kleinere koperen kronen (XVII B). Gildebord (XVII A) van de korenmeters. Tekstborden: een (XVId) met geschilderde cartouche, een (1581) met twee wapenschilden, een (1582) met huismerk, een (1585, zeer beschadigd), een (1640); gebedsbord (1589) met twee wapenschilden; gebedsbord (XVIIa); tien-gebodenbord (1582). Twee gedenkborden in architectuur-omlijsting (o.s. 1612 en 1668), het laatste met tekst geschreven door W. van Nijmegen; drie rouwborden (1565, 1623 en 1700). Zilverwerk: doopbekken (1715, merken: Gorinchem, Holland, T, AS met rozet), twee gegraveerde Avondmaalsbekers (1715, merken: Gorinchem, Holland, F, AS met rozet), vier gladde (1720, merken: Gorinchem, Holland, K, en JD onder kroon), twee met wapen (1715); schenkkan (1784), twee gladde schotels (1725, merken: Dordrecht, Holland, rijksappel); grooten schotel met bewerkten rand en wapen (1740). Twee Avondmaalsbekers (1792, merken Gorinchem, Holland, L en BWB), afkomstig van de voormalige Waalsche gemeente. | |
[pagina 210]
| |
Eiken kast op bolpooten en met bewerkte koperen slotplaat (± 1700), in het koor. Drie klokken, waarvan een (1412, ‘Catharina’), een in 1518 gegoten door Wihelmus (aldus) en Jaspar Moer en een in 1501 door Gerardus de Wou. In het Rijksmuseum voor beeldhouwkunst en kunstnijverheid te Amsterdam worden bewaard een schets voor en een copie naar het grafmonument-van Friesheim, beide gemerkt: J.B. Xavery, 1728. 2. De Evang. Luthersche Gemeente bezit: Zilveren kelk en hostiedoos (XVIIId). Tinnen doopbekken (XVIII B) met versierden rand. Achtzijdige tinnen schenkkan (XVIII B). 3. De r.k. kerk (H. Catharina), een Waterstaatskerk (1840), bezit: Gebeeldhouwden houten preekstoel (XIXb.) Eiken beeldje van Maria met kind (XV A), modern verguld, op het zijaltaar in den noordbeuk. Koperen kroontje (XVII B), tweemaal acht-lichts. Twee geel- en roodkoperen koorkandelaars (XIX A); een driearmigen geel- en roodkoperen koorkandelaar (XIX A). Geel- en roodkoperen godslamp (XIX A). Gedreven koperen schaal met Maria Visitatie (?). | |
g. Particuliere gebouwen.1. Hoogstraat 1. Gevel († 1500) van drie traveeën met nissen waarin vensters met accolade-bogen. Gevels van het Zuid-Hollandsch (‘Dordtsch’) type boven den begane-grond het baksteenen gevelvlak uitgemetseld op geprofileerde bogen, in de halfrond of korfbogig getoogde venstertympans een even uitgemetselde driepas op colonnetjes of versierde kraagsteenen: 2. Putterstraat O 60. Hoekhuis (1521, top verdwenen) Elk der (vroeger) twee verdiepingen vooruitgemetseld, | |
[pagina 211]
| |
de eerste op gekoppelde zuiltjes en horizontaal aansluitend bij de waterlijst, de tweede op kraagsteenen. Gevelsteen: 1521. 3. Oudheusdensch eind W 9. Gevelfragment (top verdwenen). Uitgemetselde verdieping op gebeeldhouwde kopjes. Leliepunten in de driepasversiering der boogvelden. Waterlijst van streks gemetselde baksteenen. Gevelsteen: 1619 en bijl. Vier krulankers. Topgevels met uitgemetselde booglijsten boven de halfronde of korfbogige ontlastingsbogen, waarin veelal metselmozaïek: 4. Ridderstraat W 107. Gepleisterde en geschonden gevel. Korf bogen met tooglijsten op leeuwekopjes boven de vensters. Waterlijsten. Gevelsteen (cartouche): 1605. Acht krulankers. 5. Ridderstraat W 108. Dergelijk gevelfragment (XVIIa) met metselmozaïek in de boogvelden. Vier krulankers. 6. Ridderstraat W 111 en 112. Dergelijke gevelfragmenten met ankers. 7. ‘Wijkschestraat W 117. Trapgevel (XVIIa) van gele en roode steen en met waterlijsten eveneens van baksteen. In den top een houten kruiskozijn en een toppilaster. 8. Hoogstraat, naast 0 104. Gevel (XVIIa, geverfd en gewijzigd XIX), van roode en gele baksteen, met door uitgezwenkte rollagen, afgewisseld met loodrechte pilasters, begrensden top, de onderste uitzwenking uitloopend in een binnenwaartschen voluut. Korfbogige boogvelden, gedekt door geprofileerde tooglijsten en gevuld met metselmozaïek. Bergsteenen waterlijsten. Dertien krulankers. 9. Oudheusdensch eind W 32. Fragment (XVIIa) met twee tooglijsten op kraagsteenen. Ankers. | |
[pagina 212]
| |
Eenvoudiger trapgevels: 10. Breestraat Z 121. Kleine trapgevel (± 1600) met geschonden friezen, waarin vullingen van mozaïek, evenals oorspronkelijk in de boogvelden der (gewijzigde) vensters. 11. Nieuwstraat, hoek Vischmarkt. Aan de marktzijde een trapgevel (1603, blijkens ankers in den zijgevel). Boven- in een kraagsteen met leeuwekop. In den zijgevel drie ontlastingsbogen. Krulankers. 12. Breestraat Z 122. Fragment van een trapgevel, waarin een gevelsteen met cartouche: 1604. Krulankers. 13. Hoogstraat O 133. Zijgevels met trappen. In den voorgevel langs de straat tien ankers met uitstekende drakekopjes (± 1600). 14. Vischmarkt 65. Trapgevel (XVIIa) van gele en roode baksteen. Korfbogen boven de vensters. Twee stoeppalen (XVIIId) met ketting. 15. Wijksche straat, hoek Vischmarkt. Trapgevel (XVIIa) van gele, ontlastingsbogen van roode steen. 16. Oud Leusdensch eind W 29. Trapgevel (XVIIa, gepleisterd). Vijf krulankers. 17. Drietrompetterstraat 17. Trapgevel (XVIIa, geverfd) met ontlastingsbogen. Toppilaster op kraagsteen. Zes lelieankers. 18. Vischmarkt 68. Geverfde pilastergevel (oorspronkelijk met trappen). Drie cartouches, op een waarvan: 1638. Twee stoeppalen (XVIIb).
Latere gevels: 19. Pelsche straat O 62. Ingezwenkte halsgevel (XVIIIb) met liggende leeuwtjes op de aanzetsteenen. 20. Wijksche straat W 120. Gevel (XVIII B) met rechte kroonlijst op gesneden consoles. Versierde deurtravee met alliantiewapen. Deuromlijsting (XIXa). | |
[pagina 213]
| |
Details: 1-5. Putterstraat Z 65, deurkozijn en gesneden kalf (± 1750); Pelschestraat O 64, dergelijk kalf; Botermarkt O 79, dergelijk kalf; Breestraat W 83, deur (XVIIIc); vóór Breestraat Z 120, stoeppaal (XVIIa). Gevelsteenen en ankers, voorzoover nog niet vermeld: Ridderstraat W 110, ankers: 1583; Pelschestraat Z 102, ankers: 1594; Wijksche straat W 123, ‘In de lelie’ (1622), twee ankers; Breestraat W 79, ‘Int Paradijs’ (XVIIa) met figuren van Adam en Eva; Wilhelminaplein no. 24, man, door een wereldbol kruipend, met vers (copie van den naar Os overgebrachten oorspronkelijken steen XVII A); Kerkstraat, over de pastorie, alliantiewapen (XVIII B). Op den oostelijken wal een molen: ronde bovenkruier met sluitsteen, waarop een wapen (XVIII). |
|