Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IX. De provincie Friesland
(1930)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 391]
| |
Ylst.d. In het raadhuis bevinden zich twee zittende schildleeuwen (XVII d, geverfd) in de vestibule, te weerszijden van de trap, en een bronzen eenheidsgewicht (± 1600), als dat te Sloten.
e. 1. De ned. herv. kerk, in 1830 gebouwd ter vervanging eener oudere (H. Mauritius), in 1868 vergroot, bestaat uit een schip, aan de oostzijde driezijdig-gesloten, een noordelijken dwarsarm (1868) en eenen vierkanten toren met ingesnoerde achtkante spits. Inwendig: tusschen de spitsbogige vensters Toscaansche halve-zuilen. De kerk bezit: Eiken preekstoel, gemerkt A.F., in 1672 vervaardigd, blijkens een jaartal onder den schildleeuw op den trappaal; op de hoeken der kuip en te weerszijden van het ruggeschot gesneden Korinthische zuiltjes. Eiken doophek (XVIIc, geverfd) met gedraaide balusters. Eiken doopbekkenstandaard (XVII c) met koperen houder en bekken. Gesneden eiken tekstbord (1647). Geschilderd tien-gebodenbord (XVII?). Avondmaalszilver: eenvoudige gladde schaal (XVIII). Twee klokken, waarvan een een in 1542 gegoten door Geert van Wou en Johan ter Stege, en een in 1700 door Petrus Overney. 2. De voormalige ned. herv. pastorie. Zie g 8. g 1. C 6. Gewijzigde trapgevel (XVII a); vensteromlijstingen van profielsteen; toppilaster op overkraging; sierankers. 2. B 38. Gedenksteen (1668), waarop een leeuw met een bundel pijlen. 3. C 17. ‘De Messingkloppex’Ga naar voetnoot1). Trapgevel (1669, in 1926 hersteld door de vereeniging Hendrik de Keyser) van | |
[pagina 392]
| |
baksteen met zandsteenen banden en blokken, geprofileerde afdekkingen; ontlastingsbogen, waarin sluitsteenen met maskers; ovale lichtopening, waarboven een gebeeldhouwde gedenksteen. In den top een dito opening, een steen met: 1669; sierankers. Inwendig: schouwtje (XVIII); eenige deuren en kozijnen, overgebracht uit het in 1926 gesloopte achtergedeelte. 4. A 45. Puntgevel (XVII c); ontlastingsbogen met zandsteenen boogblokken; sierankers. 5. B 91. Eenvoudige puntgevel (XVII c); sierankers. 6. A 47. In een verbouwden gevel drie engelenkopjes (XVII). 7. A 29. Gewijzigde gevel (XVIII a). Inwendig: in de gang een gesneden eiken portiek met fronton; wenteltrap met gedraaide balusters. In de voorkamer een gesneden bedschotbetimmering, gesneden schoorsteenmantel; boven de deuren symbolen van Geloof, Hoop en Liefde; wanden met betegeling, voorstellende schepen. 8. De voormalige pastorie der Ned. Herv. gemeente heeft in den achtergevel overblijfselen van een vroegeren halsgevel (1779). Inwendig: balken met sleutelstukken (XVII a). In de gang een muurkast met gesneden omlijsting (XVIII d). In een tusschenkamer een gesneden schoorsteenmantel (XVIII a). In de achterkamer een bedschot-betimmering (XVIII a); gesneden schoorsteenmantel (XVIII a, bovendeel gewijzigd); boven de deuren gesneden baldakijns met voorstellingen van Geloof, Hoop en Liefde. |
|