Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IX. De provincie Friesland
(1930)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 393]
| |
Blya.Op blz. 75: e. De ned. herv. kerk is verhoogd in kleine steen. Geprofileerde waterlijst. De toren heeft beneden zware geheel vlak opgaande muren (behoudens twee rondboogvenstertjes in den westwand); gekoppelde galmgaten in het latere bovengedeelte.
g. Aan den weg naar Ferwerd twee greidboerderijen (XVIII). | |
Ferwerd.Op blz. 76: e. De ned. herv. kerk heeft in den noordwand geen vensters, slechts een (dichtgemetselden) ingang (XVI) met segmentboog van profielsteen. De steunbeeren tegen het schip zijn in kleine steen opgebouwd. Vermoedelijk is het oorspronkelijk zes traveeën diepe schip later oostwaarts vergroot. De toren heeft tegen de tweede geleding versterkende dammen gekregen; in den zuidwand een zonnewijzer, waaronder een wapensteen (1704); inwendig diepe spitsboognissen in de wanden der eerste verdieping. In den toren twee grafzerken (1774 en 1781, doch waarschijnlijk ouder) met medaillonkoppen in de hoeken. | |
Hallum.Op blz. 78: e. De ned. herv. kerk heeft slechts tufsteen aan den noordgevel van den noordarm (groote blokken), die echter verhoogd is in groot formaat baksteen en ver- | |
[pagina 394]
| |
sierd met een klimmend rondboogfries in roode en gele steen, en verder in den noord- en zuidwand van het schip, doch hier herbezigd, boven het baksteenen muurwerk (XVI). Deze door schuine beeren geschoorde wanden vertoonen in elke travee een slanke spitsboognis met krachtigen rondstaaf in den dagkant, en in elke nis een spitsboogvenster; onderlangs de daklijst (boven de 14 tuflagen) een baksteenen rondboogfries. Ten O. van de dwarsarmen is nog een travee aldus behandeld, de volgende heeft vensters met rijkgeprofileerde neggen (XV), de koorsluiting is geheel vernieuwd (XVIII B). Boven den toreningang een steen met opschrift (1806) in omlijsting (trant XVII c). | |
Hoogebeintum.Op blz. 80: e. Het tufsteenen schip der ned. herv. kerk is westwaarts vergroot in groote baksteen. De absis gaat boven aan van halfrond naar polygoon over; hierin vernieuwde spitsboogvensters (op één na). In den noordmuur een (dichtgemetselde) romaansche ingang. In den zuidmuur, doch in een meer westelijke travee, eveneens sporen van een rondbogigen ingang, verder sporen van romaansche vensters en, bij den toren, een tweedeelig spitsboogvenster. De toren is in 1717 (blijkens ankers) grootendeels bekleed met kleine steen. In de kerk twee rechtopstaande zerken: een (1696) voor Barth. van Nysten en een (1724) voor Gideon van Coehoorn. | |
Lichtaard.Op blz. 81: e. Op het kerkhof drie zerken (1631, 1653 en XVII B). | |
Marrum.Op blz. 82: e. De muren van de ned. herv. kerk hebben een gedeelte van de oude tufsteen bewaard. Sporen van | |
[pagina 395]
| |
een aanbouwsel (lage dwarsarm?) aan de zuidzijde. Sporen van breede spitsboogvensters. (XVI-XVI) en van latere rondboogvensters. In de sluiting dichtgemetselde oude rondboogvensters. Bij den toren een noordelijke en een zuidelijke ingang onder rondbogen. | |
Wanswerd.Op blz. 83: e. De ned. herv. kerk bezit een zeer fraaie groote zerk (gemerkt P D 1562), voor Sipt Ghoslingha en Baerck Zyaerda, waarop, in een poortarchitectuur, de drie Schikgodinnen, hangkorven en festoenen in den trant van Corn. Floris, in het midden een alliantiewapen. Verder zerken van 1614, 1636, 1733, 1737, 1760. | |
Wester-Nijkerk.Op blz. 83: e. De ned. herv. kerk is aanmerkelijk vernieuwd in kleine steen en met schuine beeren geschoord. In den noordwand van het schip geen vensters meer; Bij de sluiting een dichtgemetseld rondbogig (XIII); in den zuidwand moderne vensters. De toren had oorspronkelijk wellicht geen westingang en bevat overblijfselen van een kruisgewelf. Blz. 161, na 15en r.v.b.: de op blz. 220 onder Hempens vermelde boerderij behoort onder Warga. Blz. 192: LEEUWARDEN, e. 10. De R.K. kerk van den h. bonifatius en gezellen bezit aan oud zilverwerk nog het volgende: Stralenmonstrans (XVII b) op gedreven zilveren voet. Wierookscheepje (1765). Processiekruis (± 1700).
Blz. 217-233, gemeente LEEUWARDERADEEL: | |
Goutum.Op blz. 219: e. De op zware muren (XIII?) opgetrokken toren van de ned. herv. kerk heeft een in een spits- | |
[pagina 396]
| |
bogige nis (later ingebroken?) geplaatsten, door een korfboog gedekten, ingang, waarboven een tweedeelig venster (dichtgemetseld). Boven de nis een steen: 1651, in de tweede, inspringende, geleding een steen: 1737, na de derde, wederom inspringende, spitsbogige galmgaten. Inwendig heeft de toren beneden tweeledige muurnissen. | |
Huizum.Op blz. 220: e. De ned. herv. kerk is een geheel gepleisterd gebouw (XV) met groote spitsboogvensters en 5/12-sluiting. Steunbeeren verwijderd. De toren is in den onderbouw (XIII), van groote baksteen, geheel blind en zwaar verankerd (: 1655); hierboven, door een lijst gescheiden, een latere inspringende geleding (XVI) met zadeldak tusschen twee, met nissen verlevendigde, topgevels. In den zuidmuur een steen met opschrift aangaande herstelling (1626). Onder den kerkvloer vier grafkelders, w.o. een (Cammingha) gedekt door een zerk (XVI). Op het kerkhof eenige zerken (1666, 1745, eenige XVIII). Blz. 221, na 9den r.v.b. in te voegen: g. Ten Z. van de kerk van Huizum twee greidboerderijen (XVIII), nog eene in de richting van Goutum. |
|