Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IX. De provincie Friesland
(1930)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekendWest-dongeradeel.Bornwerd.a. In de terp van dit dorp zijn een paar vroeg-historische brandurnen gevonden.
e. De op een terp gelegen, thans ned. herv. kerk (H. Maagd Maria) is een van groot formaat baksteen opgetrokken, vroeger halfrond, thans rechtgesloten gebouw (XIII B) met een houten torentje op den voorgevel, dat nog gedekt is met de oude holle en bolle pannen. Het oostelijk gedeelte, dat eenigszins uitspringt, is boven uitgekraagd. De kerk heeft thans kleine rondbogige vensters; in den zuidgevel dichtgemetselde kleine spitsboogvensters en een rondbogigen ingang. Boven den noordelijken ingang is de ingezwenkte halsgevel (1751) van de voormalige pastorie te Hiaure (zie blz, 335) geplaatst met een cartouche (XVIII c) waarop een Friesch rijmpje en hierboven wapens. Inwendig: circa een travee ten Westen van de tegenwoordige sluiting een spitsbogige triomfboog. De kerk bezit: | |||||||
[pagina 331]
| |||||||
Fraai gebeeldhouwde (gebroken) zerk (gemerkt: B 1565 G) met Renaissance portieken, voor Frans van Aylva († 1563) en Rixt van Unia (onder den houten vloer). Voor den ingang twee zerken (1660 en 1670). Achter de kosterswoning een zerk (1644) met uitgehakt wapen en nog twee profielkoppen in de medaillons. Eenvoudigen Avondmaalsbeker (1750, jaarletter P, B). Bijbel (1728) met koperen beslag. Klok, in 1653 gegoten door Eppe van der Arck. | |||||||
Brantgum.e. De ned. herv. kerk, op een terp gelegen, is een eenbeukig, thans geheel gepleisterd gebouw (XV) met 3/8-sluiting en een ingebouwden nieuwen toren. Steunbeeren. Spitsboogvensters. De inwendig geheel gemoderniseerde kerk bezit: Eiken preekstoel (± 1700), met hoekzuiltjes aan de kuip. In de westelijke afgescheiden travee een zerk (1678) met medaillon en uitgehakt wapen. Op het kerkhof: een zerk (1662) met medaillons en een (1694) met uitgehakt wapen. Het Avondmaalszilver bevindt zich in Waaksens. Twee klokken, waarvan een in 1660 gegoten door Jurien Balthasar. | |||||||
Foudgum.e. De op een terp gelegen ned. herv. kerk is een eenbeukig driezijdig gesloten gebouw (1808, blijkens steen), opgetrokken ter plaatse van een aan Maria gewijde kerk, met behoud van den, thans grootendeels in kleine steen ommetselden, met een zadeldak gedekten baksteenen toren (XIII B). Deze heeft een korfbogigen, nu dichtgemetselden ingang aan de noordzijde en een doorgang naar de kerk; inwendig spaarnissen. Het met een houten tongewelf gedekte schip bevat: | |||||||
[pagina 332]
| |||||||
Eiken preekstoel (± 1700). Orgel (XVIII c) in kabinetvorm met later aangebrachte versieringen. Zerken: een (1720) voor den predikant Ijpens Alting, een (1722) met hoekmedaillons en uitgehakt wapen, voor zijn vrouw Doetje Vrijenburg, en een (1764).
Twee klokken, waarvan een (met reliefs) gegoten in 1395, en een (met wapen-Aylva) hergoten in 1732 door Jan Nic. Derck, te Hoorn.
g. Bij de kerk een boerderij (1780, blijkens ankers). | |||||||
Hantum.a. Een beenen plaatje (VIII?) met opschrift in runen, gevonden in een terp ten Noorden van Dokkum, bevindt zich in het Friesch museum te Leeuwarden.
e. De thans ned. herv. kerk (H. Nicolaas?) gelegen op een (grootendeels afgegraven) terp, is een tufsteenen gebouw (XII b-c) verhoogd (XV) en hersteld in baksteen (XV en XVII), met een later ombouwden toren, bekleed met kleine baksteen (XVII?), welks bovendeel, oorspronkelijk met zadeldak, vernieuwd is en van een spits voorzien. Eenbeukig schip met onversmald, half-rond-gesloten koor; de baksteenen verhooging der koorsluiting echter veelhoekig (5/10). De traveeën te weerszijden van den toren zijn van kleine steen. Schip en koor hebben smalle lisenen, verbonden door rondbogen (die van de koorsluiting versierd met diamantkoppen) en tegen de lisenen ronde schalken, welke zeer verweerde maskerkoppen en hierop een rondboogfries dragen, alles van tufsteen. In de westelijke travee van den noordmuur een rond venster; overigens zijn de vensters gewijzigd; smalle en rondboogvensters in den noordmuur, en verder groote spitsboogvensters. Dichtgemetselde in- | |||||||
[pagina 333]
| |||||||
gangen (segmentbogen) in de traveeën ten N. en ten Z. van den toren. Inwendig: gestuccadoord houten tongewelf; sleutelstukken met peerkraalprofiel. De kerk bezit: Eiken preekstoel (1715), paneelwerk met gewrongen hoekzuilen, waartegen bladwerk. Op een sierdoek gemerkt: D.W. Sidonides en W. Teddes (schenkers?). Koperen doopbekken en houder (XVII B); koperen blaker (XVII B). Grafzerken (bedekt). Op het kerkhof: een (XVII c, herbezigd in 1826) met alliantiewapen en medaillonkoppen in de hoeken, een (1659) met medaillonkoppen, een dito (XVII c), een (1777), een (1805), een (1816). Twee klokken, waarvan een (XIVd) en een met reliefs: H. Nicolaas en H. Catharina, gegoten in 1530. | |||||||
Hantumhuizen.De ned. herv. kerk (H. Anna) is een gebouw van baksteen in groot formaat, bestaande uit een schip (XII c-d) met een 5/10-sluiting (XV, in 1850 gewijzigd en verhoogd) en eenen ten deele ingebouwden toren (verlaagd XIX b) zonder westingang en gedekt met een zadeldak. Zware lisenen, welker hoeken versierd zijn met rondstaven, teekenen vier traveeëen af, terwijl inwendig het schip overdekt is met drie (riblooze) koepelachtige gewelven (XIIIA) op zware spitsbogen, en wel gordelbogen overdwars en dergelijke bogen in de lengterichting, deze laatste tusschen forsche ingebouwde muurverzwaringen; de smalle vakken tusschen deze beeren overkluisd met spitse dwarse tongegewelven. Overblijfselen van muraalbogen wijzen op een oorspronkelijk andere welving. (Over de koorsluiting geen gewelf). Uitwendig: Tusschen de (oorspronkelijk door een fries verbonden?) lisenen (van welke aan de noordzijde een is weggehakt) telkens twee hooggeplaatste rondboognissen | |||||||
[pagina 334]
| |||||||
in een rond staafomlijsting. Van de twee viertallen nissen in elken wand waren telkens de twee binnenste geopend, de twee buitenste met (bewaard gebleven) vlechtwerk versierd. De vensteropeningen zijn later ten deele dicht gemetseld, ten deele verlengd en met spitsbogen gedekt; aan de zuidzijde in de westelijke travee een segmentbogige ingang in een geprofileerde spitsboognis (XV); aan de noordzijde is de segmentbogige ingang dichtgemetseld. Verder bevinden zich in den zuidwand: overblijfselen van een grooten rondboog (oorspronkelijk aanbouwsel verdwenen?) en een kleine diepe nis met schuine dagkanten. Inwendig: Fragmenten van een rondboog in de oostelijke travee. De toren is ook inwendig gewijzigd; in den zuidoosthoek een opening (voor een trap?). De kerk bezit: Eiken preekstoel (1773) met de namen van schenkers en maker (?: G. Heerts). Bijbel met koperen beslag (XVII c). Gedenksteen (XVI c) met pilasters, waartegen vleugelstukken en met fronton; op dezen steen het alliantiewapen-Eminga-Tsjaerda en hieronder de namen Pabo van Eminga († 1571) en Biueck van Siaerda († 1563). Grafzerken: een van Beidts Peima († 1595) en een van Tsjomme van Peima († 1611?) en Eesck van Harkema († 1629); een (1688), een (1701-1738) met medaillonkoppen. Naast den toren enkele fragmenten (1618 en XVII a). Avondmaalszilver: een beker (1785, merken: Leeuwarden, Friesland, Q en HD aaneen); twee (1819, merken: Leeuwarden K en T S). Klok, in 1616 gegoten (op een schild: G W? E). | |||||||
Hiaure.a. In de terp van dit dorp zijn Angelsaksische kruisvormige mantelspelden (IV-V) en een geëmailleerde laat-Romeinsche broche gevonden. | |||||||
[pagina 335]
| |||||||
e 1. De ned. herv. kerk, een op een terp gelegen modern gebouw (1869), bezit: Zerk, vernieuwd naar de oude (1665), voor den eersten predikant Gerlacius Habbema. Als stoep der kerk doen dienst een aantal zerken o.a. van 1666, 1673 en 1675 met hoekmedaillons en afgehakte wapens (een in cartouche); voorts op het kerkhof een zerk (1694) met hoekmedaillons en wapen en een (1749) met wapen. Bij de boerderij naast de kerk een zerk (16...) met wapen. Zilveren Avondmaalsbeker (1714, merken: kan en visch). Klok (XV).
2. De gevel (1751) van de voormalige ned. herv. pastorie is overgebracht naar de Ned. Herv. kerk te Bornwerd (zie blz. 330). | |||||||
Holwerd.a. Een hoornen kam en eenige andere hoornen voorwerpen uit de vroege terpenperiode bevinden zich in het Friesch museum te Leeuwarden; eenig aardewerk in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
e. 1. De ned. herv. kerk (H. Willebrordus) is een gebouw (1776) van kleine baksteen, op een plattegrond in den vorm van een winkelhaak, met een ouderen toren (XIV, hersteld in 1739) van groote baksteen op den zuidoosthoek. Gemetselde pilasters, die een houten hoofdgestel dragen. Groote rondbogige vensters. Aan de oostzijde twee ingangen: een (XVII) van hardsteen, met Dorische pilasters en gebogen fronton, en een (XVI d, blijkbaar herplaatst) met pilasters, waartegen vleugelstukken en waarboven een hoofdgestel met driehoekig fronton, waarin een cartouche. Te weerszijden hiervan gedenksteenen: een zeer verweerde (voorheen | |||||||
[pagina 336]
| |||||||
achter het orgel geplaatst) met opschrift betreffende oudere stichting (158.); en een (1776) met opschrift betreffende de stichting van het tegenwoordige gebouw door Sicco Douwe van Aylva. Boven den ingang van den in kleine steen herstelden toren een steen met opschrift betreffende de herstelling (1739). Leien spits hersteld in 1925 (na brand). Inwendig heeft de kerk houten tongewelven, waaronder een doorloopende Dorische kroonlijst. Orgelgalerij en ‘kraak’, beide op twee houten Dorische zuilen. De kerk bezit: Eiken preekstoel (± 1776) met snijwerk op de hoekpilasters en de paneelen, gesneden trapleuning en rugstuk. Eiken doophek (± 1776, later vergroot). Overhuifde heerenbank (± 1776 geverfd) met drie zuilen. Koperen predikants- en voorlezerslessenaar, koperen doopbekkenhouder; koperen blaker en twee wandarmen (alles XVIII c). Zerken: een (± 1550) met Evangelistensymbolen, drie ruitschilden, gothisch opschrift, het jaartal 1531, doch ook putti; een (± 1560) met wapens in hoekvierpassen, voor Siv. van Jaersma (± 1561), Eck van Hou(k?) sema († 1536) e.a.; een (158. = 1584?) met perspectivischen zuilenbouw, putti en compartimenten, voor Tziest van Gal(a)ma, weduwe van Worp Tzezens; een (1557-1560) voor Sako van Ringia e.a.; drie kleine (XVI c, een herbezigd in 1710); een (gemerkt 1605 en D.L.) met de wapens -Jaersma en -Meckama; een (XVII A) met de jaartallen 1607, 1609... 1630, 1638 voor Douwe van Aylva en Lucia van Meckama; een (1656), een (1678). Op het kerkhof twee zerken (XVII) met hoekmedaillonkoppen, een (1688-1669), eenige verminkte (XVII en XVIII). Avondmaalszilver: beker (1659, ‘Jacobo Revio pastore’) op lagen voet (merken: Leeuwarden, H, en HM | |||||||
[pagina 337]
| |||||||
aaneen); dergelijken beker (1803, merken: Leeuwarden, L, en CVD of CMD aaneen). Twee klokken, waarvan een gegoten in 1600 door Hendrik Wegewart en een in 1653 door Jurjen Balthasar.
2. Doopsgezinde kerk (1850).
f. In een woonhuis tegenover de kerk is een gebeeldhouwde (rood- en groen geverfde) steen gemetseld met alliantiewapens en het jaartal 1715, ter herinnering aan den in 1868 afgebroken ouden ‘Beijert’, een stichting van zestien kamers.
| |||||||
Nes.a. De ned. herv. kerk (H. Johannes de Dooper) is een gebouw (XIII a) van groote baksteen, bestaande uit een schip (verhoogd XV), en een smaller 6/12-gesloten koor (dus met een sluitingshoek in de lengte-as), dat wellicht een halfronde absis vervangt; en eenen ouderen, thans aan de westzijde geschraagden toren, gedekt door een zadeldak. In den noordmuur van het schip een dichtgemetselde ingang (XIII). Sporen van vensters (XIII a) ook in den noordelijken koormuur. Later zijn grooter vensters ingebroken. Op de hoeken der sluiting smalle (één steen breede) lisenen, verbonden door een fries van rondbogen op afgeschuinde kraagsteenen; hierboven een muizentandlijst en een hollijst. In den noordelijken sluitingswand een rechthoekige nis, waarin een verticale spleet (dichtgemetseld). De toren heeft rondboognissen, waarin de galmgaten zijn aangebracht. | |||||||
[pagina 338]
| |||||||
Inwendig: gewit houten tongewelf (XVII) en gedeeltelijke lambrizeering van paarse Friesche tegels. Op een houten kalf boven den doorgang naar den toren is het jaartal 1604 geschilderd. In den toren de geboorte en de moeten van een koepelachtig gewelf; in den zuidwand een laaggeplaatst lichtgat. Op het koor een windvaan (XVII): wapen. De kerk bezit: Eiken preekstoel (± 1750) met opgelegd snijwerk, klankbord, trap met leuning. Drie koperen kaarsenarmen (XVII d) op het doophek. Eiken heerenbank met gesneden rugstuk en wapen. Grafzerken van 1656, 1663, 1758-61, 1760, 1783; nog enkele XVII en XVIII. Zilverwerk: Avondmaalsbeker (merken: Dokkum, Friesland, C = 1780 en S A = Sacco van Aalsum?) met gegraveerde voorstelling en opschrift; Avondmaalsbeker (1812, merken: haan met 2 in achthoek, J.S., waartusschen een hamer in een ruit = Jippe Smedema te Dokkum), vervaardigd naar dien van 1780. Twee klokken, waarvan een (met aanroeping van H. Ludger en met relief: Madonna) in 1477 gegoten door Gert V.M.(echelen?) en een in 1686 door Petrus Overney te Leeuwarden. Op het kerkhof zerken van 1636 (met hoekmedaillons), 1762, 1765, 1780, 1784, 1785, 1818. | |||||||
Raard.a. In de terp van dit dorp is een Karolingisch-Frankische bolvormige tuitpot en een eivormige amphora (IX) gevonden.
e. De op een terp gelegen ned. herv. kerk (H. Johannes de Dooper) is een van groot formaat baksteen opgetrokken eenbeukig gebouwtje (XIII) met 3/8-sluiting en met een later vernieuwden toren (1787, blijkens steen). De kerk heeft thans groote spitsboogvensters. Op de | |||||||
[pagina 339]
| |||||||
hoeken der sluiting ronde schalken en een paar latere beeren. De toren, gedekt met een van vier- tot achtkant ingesnoerde spits, heeft geen westingang, doch een toegang van de kerk uit. De kerk is met een houten tongewelf gedekt. Zij bezit: Eiken preekstoel (± 1650); de kuip heeft gegroefde Ionische balusters, waartusschen gesneden paneelen. Eiken Avondmaalstafel (XVII). Zerken: een (1673) en een (1678), beide met hoekmedaillons en uitgehakt wapen en een (1767) met dito wapen. Op het kerkhof een (1662) met medaillon een (1754), een (XVIII) en een (1823). Zilveren Avondmaalsbeker (1789 merk: klaverblad = J. van Groenevelt te Leeuwarden) met gegraveerde voorstelling van het Laatste Avondmaal. Twee klokken, waarvan een gegoten in 1523 door Valterus (‘Norimberghe’?) en een in 1620 door Hans Falck van Neurenberg. | |||||||
Ternaard.a. Een bolvormige grauwe kan, opgegraven in de kloosterterp, bevindt zich in het Friesch museum te Leeuwarden.
e. De ned. herv. kerk, gerestaureerd in 1922 door den architect Veenstra, bestaat uit een schip (XVIa) van acht traveeën met 5/10-koorsluiting, van groote baksteen, (hersteld XVIII met kleine steen) met een halfingebouwden toren (in 1871 herbouwd volgens een opschrift boven den ingang). Steunbeeren van kleine steen. Spitsboogvensters, aan de noordzijde nagenoeg alle dichtgemetseld. In het vak ten N. van den toren een klein venster (XIII?) en enkele gedeelten van tufsteen behoorende bij het oudste gebouw. Inwendig: een spits houten tongewelf met geprofileerde schinkels en sleutelstukken | |||||||
[pagina 340]
| |||||||
(XVI, enkele vervangen XVII). De westelijke trekbalk verwij derd voor het orgel. De kerk bezit betimmering en meubilair (nagenoeg geheel XVII b): Eiken preekstoel met Ionische hoekzuilen en paneelen ingelegd met ebbenhout. Eiken doophek met koperen doopboog. Koperen doopbekkenhouder en kaarsenhouder. Orgel (XVII b, XVIII a gewijzigd, waarbij het rugpositief verplaatst en door gesneden kraagstukken ondervangen is); balustrade van spijlen en boogjes (XVII b). De eikenhouten galerij, gedragen door zuilen, heeft een borstwering met zuilen en twee maal vier paneelen, waarin de wapens der Aylva's. Ook het orgelfront rust op Ionische zuilen; boven het toetsenbord pilasters en opengewerkte vullingen. Onder de galerij eiken deuren. Eiken heerenbank met overhuiving, rustend op gewrongen zuilen met bladwerk; paneelen, festoenen, inlegwerk; vóórbank met balusters. Mannen-en vrouwen banken met paneelwerk en pilasters. Eiken Avondmaalstafel met twee zitbanken op bolpooten: Zes psalmborden (XVIII d); gedenkbord (1719). Grafzerken: een groote (gemerkt: Pieter Dircksz 1599) met het jaartal 1596, een Renaissance-portiek, twee levensgroote figuren en alliantie-wapens, voor Ydt van Heerema († 1596) en Ernst van Aylva († 1627); een (1589) met gothisch opschrift, voor een Cammingha; eenige (XVII), een (1719). Avondmaalszilver: beker (merken: Leeuwarden, T = 1628 en H B aaneen = Harmen Brunsvelt)Ga naar voetnoot1); nog een beker (merken: Leeuwarden, Friesland, G = 1701, meesterteeken: visch = Rimb. Visser?). | |||||||
[pagina 341]
| |||||||
g. In een huis op de Markt een groote gevelsteen, waarop een stadsgezicht en een vestingplattegrond (Rijsel?); aan den achtergevel een ovaal licht (XVII b). | |||||||
Waaksens.e. De ned. herv. kerk (H. Thomas) is een geheel gepleisterd gebouw met 3/8-koorsluiting, ten deele wellicht XIII, te oordeelen naar enkele vensters, overigens gewijzigd XV of XVI a, gelijk vergroote vensters en de in spitsboognissen gevatte noord- en zuidingangen aantoonen. De westtoren is vernieuwd (1815, blijkens steen), evenals de aangrenzende schipmuren. Inwendig een houten tongewelf. De kerk bezit: Eiken preekstoel (± 1650) met hoekzuiltjes. Eiken doophek (± 1650). Eiken heerenbank (± 1650) met paneelwerk, gedraaide balusters, overhuiving en geslachtswapen; bekroning met obelisken. Drie eiken banken (XVII b) op bolpooten. Zandsteenen epitaaf ter gedachtenis aan Douwe van Aylva († 1592), in den vorm van een aedicula met frontonveld, waarin het geslachtswapen; de epitaaf wordt gedragen door een kraagstuk met leeuwenkop. Op het kerkhof twee zerken (1707 en 1709) met medaillonkoppen in de hoeken. Klok, in 1441 gegoten door Johannes van Wou.
g. Dicht bij de kerk ligt het poorthuis (XVII a?) van het voormalig kasteel Sjucksmastate. Baksteenen gebouwtje op schuins-verschoven rechthoek als plattegrond; de bogen over den doorgang zijn klimmend, met het beloop van een verschoven ellips, waardoor optisch bedrog ontstaat; op den sluitsteen boven den doorgang een spotlachende kop. Wapensteen (1668) met de wapens-Harinxma en -Botnia. De kanten van profielsteen, ook aan twee dichtgemetselde poortjes of nissen in de zijwanden. Op | |||||||
[pagina 342]
| |||||||
de verdieping een duiventil; vliegsteenen in den achtergevel. Vier knopankers. | |||||||
Wierum.De ned. herv. kerk (O.L. Vrouw) is een modern gebouw (1912), dat een tufsteenen kerk (XII) vervangt, doch den ouden tufsteenen toren (XII, hersteld aan den voet en den top in 1912) nog omvat. Te weerszijden heeft deze toren overwelfde zijruimten (vgl. Britsum op blz. 217), eveneens van (vernieuwde) tufsteen. Overblijfselen van pilasters verbonden door boogfriezen, ook langs de zijruimten. Onder het zadeldak (op baksteenen geveltoppen) fragmenten van een rondboogfries. Ingang (XV). Rondbogige galmgaten. De zijruimten hebben in haar westwand elk een nis, gedekt door drie rondboogjes en in haar noord-, o.s. zuidwand sporen van een klein rondboogvenster. Inwendig: in den toren een tufsteenen, van de hoeken uit opgemetseld koepelachtig gewelf. De zijruimten bevatten aanwijzingen van een opbouw in twee verdiepingen, waarvan de onderste oorspronkelijk overkluisd, vermoedelijk met een tongewelf; ook de verdiepingen waren door rondbogen in verbinding met den toren en met de kerk. Op het torendak een windwijzer: zeilschip, afkomstig van den stadstoren van Dokkum. Klok, in 1611 gegoten door Gregorius van Hall. Voor den ingang een rood zandsteenen zerk met abtsstaf en lijnornament; op het kerkhof zerken van 1685, 1694, ± 1700 en 1737. |
|