Eiken doophek (XVII b) met gedraaide balusters.
Orgel met rugpositief, blijkens opschrift in 1786 vervaardigd door A.v. Gruysen te Leeuwarden, met vijf witgeverfde beelden op de orgelkast; orgelgalerij op houten zuilen.
Overhuifde familiebank (1647) met bekroning, waarin het wapen-van Epeus van Oosterzee en een opschrift vermeldend het leggen van den eersten steen der kerk in 1647; de z.g. ‘Poutsma's bank’ (vroegere schoolbank), drieledig gestoelte (± 1650) met overhuiving; collectantenbank (± 1650) met gesneden Ionische pilasters; eiken banken en lambrizeeringen (alles ± 1650).
Twee groote gebeeldhouwde zerken (1617 en 1618) met sterk afgesleten wapens en opschriften; voorts zerken (XVI, XVII en XVIII).
Drie koperen twaalf-lichtskronen (± 1650); koperen kandelaars op alle banken.
Vijf eenvoudige psalmborden (XVII b?).
Avondmaalszilver: beker met tegen den bodem een opschrift, gegraveerd wapen der stad en: 1658; dergelijken beker (1839).
Twee klokken, waarvan een (XIV?) zonder opschrift en een in 1681 gegoten door Petrus Overney te Leeuwarden.
Z,. De ned. herv. pastorie. Zie g 1.
3. De r.k. kerk (H. Fredericus), een in 1818-1819 opgetrokken eenvoudig recht-gesloten gebouw met een spitsje op den westgevel, bezit:
Hoogaltaar en twee zijaltaren (1819) geflankeerd door Dorische zuilen.
Beeld (XIX a) van den H. Fredericus, bisschop van Utrecht.
Draaitabernakel (XIX a) met Korinthische zuiltjes.
Zilveren torenmonstrans (bovengedeelte XVI d?) op voet (XVII B, merken: Amsterdam en A B).