| |
Hennaarderadeel.
Baaium.
a. Scherven van vóór-Karolingisch Friesch aardewerk, van een Romeinsche dakpan, en van Frankisch en Saksisch aardewerk, gevonden in de terp ‘Houten Baaium’, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden.
e. De ned. herv. kerk, in 1876 gebouwd ter vervanging eener oudere (de eerste was XIII c), bezit:
Vierkante doopvont (XIV) van roode zandsteen met deksel van witte steen, en met een opschrift vermeldend de opgraving en herstelling in 1668.
Avondmaalszilver te Welsrijp, waarmede Baaium sinds de Hervorming is vereenigd.
h. Verglaasde vloertegels (XIV), afkomstig uit het voormalige klooster Munnikebaayum en een koperen
| |
| |
zegelstempel (XV) van een pastoor te Winsum, hier gevonden, zijn thans in het Friesch museum te Leeuwarden.
| |
Edens.
e. De ned. herv. kerk is in 1863 gebouwd ter plaatse eener oudere (± 1200), waarvan alleen de van reuzenmoppen opgetrokken noordmuur en de vierkante toren met zadeldak bewaard bleven. In den noordmuur kleine rondbogige vensters; in de benedenruimte van den toren aanzetten van een weggebroken koepelgewelf. De kerk bezit:
Gesneden eiken preekstoel (midden-XVII, geverfd).
Wapensteen (XVII b).
Twee klokken, waarvan een in 1617 gegoten door Hendrik Wegewart te Kampen, en een in 1665 gegoten door Jurjen Balthasar te Leeuwarden.
| |
Fyns.
a. Twee-en-vijftig zilveren Romeinsche denariën (I vóór Chr. - 37 na Chr.) in de terp benoorden den Slagtedijk gevonden, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden.
| |
Hennaard.
a. Een Friesche tweeoorpot, gevonden in de terp Sassinga-State, is in het Friesch museum.
e. Houten klokkentorentje (XIX a?) op steenen voet, waarin: klok (XIII?) zonder opschrift.
Op het kerkhof eenige zerken (XVII en XVIII).
| |
Hidaard.
e. De ned. herv. kerk, in 1873 gebouwd ter vervanging van een oudere (1303, in 1508 verbouwd), bezit:
Onder den houten vloer grafzerken, waaronder vermoedelijk een (XVI d) van den laatsten abt van Bloemkamp.
| |
| |
g. Nr. 32. Boerenwoning met opkamer. In den voorgevel jaartalankers: 1779.
| |
Kubaard.
a. Een buikige pot (I) met concave oornop, in de terp gevonden, is in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
e. De ned. herv. kerk, XV gebouwd, meermalen gewijzigd, in 1857 vernieuwd, bestaat uit een schip, een 5/10-gesloten koor en eenen westtoren (1885) met spits, uitwendig gepleisterd. Korfbogige ingangen in den zuidmuur en in den oostmuur van het koor. Inwendig: spitsbogig houten tongewelf, met geprofileerde schinkels, trekbalken op gothisch-geprofileerde sleutelstukken (± 1500), muurstijlen en korbeelen. De kerk bezit:
Eiken preekstoel (XVII b) met gegroefde Korinthische zuilen op de hoeken der kuip.
Dito doophek (XVII b).
Familiebank (XVII b) met op Korinthische zuilen rustende overhuiving, waarop een gesneden bekroning met alliantiewapen; dergelijke bank met overhuiving op Toscaansche zuilen; familiebank zonder overhuiving.
Gedenksteen met opschrift, wapens en: 1739.
Klok, in 1677 gegoten door Peter Overney.
| |
Lutkewierum.
e. De ned. herv. kerk. (H. Gertrudis), in 1557 gebouwd gedeeltelijk van groote moppen, ± 1850 gewijzigd, bestaat thans uit een schip, een 5/10-gesloten koor en eenen vierkanten toren met zadeldak. De onderbouw is van groote moppen, afgedekt door een zandsteenen waterlijst, waarboven het overige muurwerk van kleine baksteen met spitsbogige vensters in een omlijsting van profielsteen met zandsteenen negblokken; gelijkerwijs behandelde, thans dichtgemetselde ingangen aan de noord- | |
| |
en zuidzijde; in den zuidmuur een nis, waarin een steen met opschrift en: 1557. Aan de noordzijde sporen van een ± 1850 gesloopte sacristie. Inwendig: spitsbogig houten tongewelf met geprofileerde schinkels en trekbalken op sleutelstukken met peerkraalprofiel. De kerk bezit:
Twee klokken, waarvan een met relief: abt, in 1516 gegoten door Gherardus Wou en Johannes Schonenborch, en een in 1737 door Cornelis Crans te Enkhuizen.
| |
Oosterend.
a. Germaansch vaatwerk, voorwerpen van gebakken aarde, Romeinsche bronzen ringetjes, looden en beenen voorwerpen en Merovingische beenen voorwerpen, hier gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Twee Romeinsche drinkbekers (III B) van vernist aardewerk zijn in het Friesch museum te Leeuwarden.
e. De ned. herv. kerk (H. Martinus), vermoedelijk XIV B gebouwd ter plaatse van een oudere tufsteenen kerk (XII A?), waarvan nog overblijfselen aanwezig zijn, XIX hersteld en gedeeltelijk ommetseld met gele baksteen, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een 5/10-gesloten koor, een tegen de noordzijde van schip en koor aangebouwde sacristie (± 1300), en eenen vierkanten toren (XIII A?, in 1672 door onweer geteisterd in 1688 hersteld), met een lage houten spits (1688) ter vervanging eener vroegere gemetselde. Het schip, geheel ommetseld met kleine gele baksteen, heeft aan de zuidzijde later aangebrachte zware beeren van dezelfde steen. Het koor, opgetrokken van groote moppen, heeft eens-versneden steunbeeren met waterlijsten deels van roode Bremerdeels van gebakken profielsteen. De sacristie heeft aan de noordzijde een trapgevel in welks top een versiering van klimmende spitsbogige nissen; sporen van een dichtgemetselden ingang (venster?), waarboven de moet van een zadeldak; aan de oost- en de westzijde sporen van
| |
| |
kleine vensters, en een gootlijst van profielsteen. De toren, opgetrokken van groote moppen, XIX d gedeeltelijk vernieuwd in kleine gele baksteen, heeft aan de westzijde een ingang met houten portiek (XIXa), bekroond door een driehoekig fronton, waarboven een gedenksteen met het wapen-van Grovestins, een opschrift betreffende het herstel, en: 1688.
Inwendig: Het schip is geheel vernieuwd en geschilderd. Boven het moderne houten gewelf bevindt zich nog het oorspronkelijke (XVI a), dat in de koorsluiting zichtbaar is en geprofileerde schinkels heeft, neerkomend op muurzuiltjes. Oorspronkelijke eiken bekapping (XVI a). De sacristie heeft twee verdiepingen. Op de bovenste verdieping eiken balken, rustend op sleutelstukken met peerkraalprofiel. Hier is een gedeelte van den oorspronkelijken tufsteenen en met groote baksteen verhoogden noordmuur (XII A) der kerk zichtbaar, met te halver hoogte een rondboogfries, waarboven de moet van een zadeldak. Hiernaast een later ingebroken en vervolgens weer dichtgemetselde doorgang, eertijds wellicht voerend naar het oksaal. In de overige muren nissen van dichtgemetselde segmentvormig getoogde vensters. Over de benedenruimte van den toren een baksteenen tongewelf. In den zuidmuur een uitgespaarde, ten deele weggebroken en ter hoogte van de eerste verdieping dichtgemetselde wenteltrap. Op de tweede verdieping een eiken klokkenstoel en, in den oostmuur, een later ingebroken doorgang naar de ruimte boven de gewelven van het schip. De kerk bezit:
Oksaal (de ‘kraak’ genaamd), opgelegd met eikenhout, rijk gesneden in den trant van Cornelis Floris en Colijn de Nole, blijkens een opschrift in 1554 vervaardigd door Hein H(agart), bestaande uit twee verdiepingen elk van drie traveeën, waarvan de onderste gedekt zijn door houten ster -, de bovenste door netgewelven met gesneden sierribben. De traveeën openen zich op schip en koor door
| |
| |
rondbogen, tusschen welke in de benedenverdieping Korinthische zuilen, die een hoofdgestel dragen, waarop aan de westzijde de balustrade der verdieping rust. Het geheel wordt afgedekt door een zware kroonlijst aan de westzijde gedragen door vier karyatiden, aan de oostzijde door vier atlanten (‘Perzen’). In later tijd heeft men aan de koorzijde een houten trap aangebracht, die toegang geeft tot de verdieping, vermoedelijk ter vervanging van den dichtgemetselden toegang in de bovenverdieping der sacristie (zie blz. 145).
Eiken preekstoel (XVII d, geverfd) met gesneden paneelen, voorstellende Geloof, Hoop, Liefde, Rechtvaardigheid en Waarheid.
Heerenbank (XVII d, geverfd).
Groote gebeeldhouwde grafzerk (1606) der families Heeringa en Roorda, en verschillende zerken met wapens en kwartieren (1636, 1667, 1699, XVII en XVIII).
Zilveren Avondmaalsbeker met gegraveerde versiering, onder tegen den bodem een vrije afbeelding der kerk, een opschrift en: 1646 (merken: Bolsward, P, en monogram H.M.); dergelijken beker, copie van den vorigen, met opschrift en: 1813 (merken: waarborgteekens gehelmde kop en haan, en een onleesbaar); zilveren kan met opschrift en: 1818 (merken: Hollandsche leeuw in schildje, en P.R.); twee zilveren schalen (XIX b, merken: Hollandsche leeuw, gehelmd kopje, V(an) K(empen), en U.); zilveren schaaltje (XIX a, met dezelfde merken, en R.).
Twee klokken, waarvan een in 1468 gegoten door Steven Butendyc en een in 1645 door Jacob Noteman.
| |
Spannum.
a. Een Merovingische bronzen armband, gevonden in een terp, is in het Friesch museum te Leeuwarden.
e. De ned. herv. kerk (H. Remigius), eertijds behoorende aan het klooster Lidlum (sinds 1328-1332),
| |
| |
sedert de Hervorming gecombineerd met Edens, in 1742 hersteld, in later tijd vooral inwendig gewijzigd, is een gebouw (± 1500), bestaande uit een eenbeukig schip, aan de zuidzijde en het koor ommetseld met kleine baksteen, een 5/10-gesloten koor en eenen vierkanten toren van groote moppen met zadeldak. Spitsboogvensters. In den nog grootendeels uit groote baksteen bestaanden noordmuur een dichtgemetselde korfbogige ingang. Tegen de noordzijde van koor en toren latere aanbouwsels. Boven den ingang in den zuidmuur een steen met opschrift. De toren bestaat uit drie geledingen, waarvan de tweede en derde versierd zijn met spitsbogige nissen; in de onderste geleding aan de westzijde een spitsbogige ingang en in den zuidmuur een steen, in omlijsting van kleine baksteen, met opschrift vermeldend de herstelling van den toren in 1742, en bekroond door het wapen-van Sminia gehouden door leeuwen. De kerk bezit:
Eiken preekstoel (XVII b, geverfd) met Korinthische zuilen op de hoeken der kuip.
Eenvoudige Avondmaalstafel (XVIIb) met bolpooten.
Twee eenvoudige heerenbanken (XVIII) met overhuiving op Korinthische zuilen.
Twee banken (± 1650) met balusterleuningen.
Veertig gesneden eindstukken (± 1650) van banken.
Twee gesneden tekstborden (± 1650) met gesneden vleugelstukken en bekroning.
Tien-gebodenbord (XVII B) met een geschilderde voorstelling van Mozes de wetstafelen toonend, in gesneden omlijsting met bekroning.
Twee klokken, waarvan een gegoten in 1590 door Thomas Both en een in 1620 door Hans Falck.
| |
Waaksens.
e. De ned. herv. kerk (XIII A?), in 1742 en later gewijzigd, is een thans geheel gepleisterd gebouw, bestaande
| |
| |
uit een schip, een halfrond-gesloten koor en eenen toren (XIX d). Boven den spitsbogigen ingang in den noordgevel een gebeeldhouwde gedenksteen met opschrift betreffende de vernieuwing van een vroegeten toren in 1742. Inwendig: spitsbogig houten tongewelf (XVI a), met trekbalken, waaronder sleutelstukken met peerkraalprofiel, korbeelen en muurstijlen. De kerk bezit:
Eiken preekstoel (XVII c), met gegroefde Ionische zuiltjes op de hoeken der kuip.
Doophek (XVII c) met gedraaide balusters.
| |
Welsrijp.
a. Een groote houten ton (waarschijnlijk vroeg-middeleeuwsch), in de terp gevonden, is in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
e. De ned. herv. kerk (H. Ursula), vermoedelijk ± 1200 opgetrokken van groote baksteen, XIX d uitwendig grootendeels nieuw ommetseld, bestaat uit een schip, een halfrond-gesloten koor en een boven den westgevel aangebracht spitsje (ter vervanging van den in 1892 gesloopten toren met zadeldak). Aan de noordzijde is nog een deel van het oude muurwerk zichtbaar, waarin sporen van kleine romaansche vensters. Inwendig: spitsbogig eiken tongewelf (XVI a, gewit) met geprofileerde schinkels en trekbalken op sleutelstukken met peerkraalprofiel (die in het schip later gewijzigd). De kerk bezit:
Eiken preekstoel (XVIII c, geschonden).
Doophek (XVIII c) met gesneden balusters en paneelen.
Koperen doopbekken op eiken standaard (XVII A, geverfd).
Orgel (1785, blijkens jaartal in de achterzijde der vleugelstukken van het front), ± 1865 hierheen overgebracht uit een R.K. kerk in Noordbrabant.
Banken en betimmering (XVIII c).
| |
| |
Vier tekstborden en twee opschriftborden (XVIII c), met teksten opgesteld door ds. S. Abbring.
Zerk (XV) van roode Bremersteen; fragment (XVI a) van een evangelistenzerk met afgesleten opschrift; groote gebeeldhouwde zerk (XVI c, rechtop tegen den muur der voorkerk) voor Otto van Galema en Eets van Feitsma, met opschrift vermeldend de jaartallen 1573 en 1586, en wapens.
Avondmaalszilver (tevens van Baaium): beker met opschrift en: 1726 (merken: Leeuwarden, jaarletter L, meesterteeken Elgersma, en onleesbaar). Een dergelijke beker heeft een opschrift en: 1819.
Op de in 1909 gegoten klok is het opschrift eener vroegere aangebracht, in 1545 gegoten door Goebel Zaal.
| |
Wommels.
e. De ned. herv. kerk (H. Jacobus), vermoedelijk XIII gebouwd, in 1508 verbouwd, later gewijzigd en geheel gepleisterd, bestaat uit een schip, een 5/10-gesloten koor en eenen vierkanten toren met spits (XIX c) ter vervanging van een ouderen met zadeldak. Inwendig: spitsbogig houten gewelf op geprofileerde schinkels; trekbalken op gothische sleutelstukken (1508), korbeelen en muurstijlen. De kerk bezit:
Eiken preekstoel (± 1700) met koperen trapleuning.
Koperen lezenaar (± 1700).
Orgel (1847) door P.J. Raadersma te Wieuwerd.
Gebeeldhouwde eiken heerenbank (1623) met overhuiving, bekroond door de wapens-Jongema-Aylva, Jongema-Liauckama en Aylva-Cammingha.
Epitaaf (1638) van Doucke van Jongema.
Vijf groote rouwborden (1667, 1733, 1754, 1775 en 1785) van het geslacht Sminia; twee kleine geschilderde rouwborden (1638) van de familie Jongema.
Avondmaalszilver: beker op voet, met opschrift: 1681,
| |
| |
en wapens-Grovestins en Burmania (merken: Bolsward, jaarletter H en onleesbaar meesterteeken); achthoekig collecteschaaltje op voet met opschrift en: 1764 (merken: 's-Gravenhage, Holland, jaarletter K. en onleesbaar meesterteeken), doopbekken met wapens-Grovestins en Burmania, opschrift en: 1683 (merken: Leeuwarden, jaarletter L en monogram C.K. = Klaas Cornelis).
Twee klokken, waarvan een in 1494 gegoten door Gerardus van Wou en een in 1611 door Hendrik Wegewart te Kampen.
| |
Ytens.
e. De ned. herv. kerk (1878) bezit:
Eenvoudigen eiken preekstoel (XVII d) met Ionische zuiltjes op de hoeken der kuip.
Avondmaalszilver: kleinen beker met drie cartouches en onder den voet een opschrift en: 1658 (merken: Bolsward, jaarletter F = 1657 en zwaan in schild); gedreven broodschotel (XVII c, merken: Bolsward, jaarletter I, en het wapen-Baerdt = Claes Baerdt?).
Klok, in 1312 gegoten door Stephanus.
|
|