| |
Franekeradeel.
Achlum.
a. Een Keltische schedel, een bronzen hals- of borstring (± 100 v. Chr.), Romeinsche bronzen voorwerpen, een Angelsaksische zilveren spang (VII), een gouden bracteaat, scherven van inheemsch, geometrisch versierd vaatwerk, van terra sigillata, van Frankisch en Karolingisch aardewerk, eene verzameling munten van Lodewijk den
| |
| |
Vrome, waaronder geslagen te Wijk-bij-Duurstede, een Merovingische bronzen haarnaald en dito riemtong, in terpen gevonden, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden.
e. De ned. herv. kerk (H. Gertrudis), waarschijnlijk XI of XII A gesticht, als dochterkerk van Alderum en behoorende aan de St. Paulusabdij te Utrecht, XV verhoogd en naar het Oosten uitgelegd, is een nog grootendeels tufsteenen gebouw, bestaande uit een schip, een 3/8-gesloten koor en eenen vierkanten westtoren (XV) met houten bovengedeelte (1790) en spitsje. Tegen den noordmuur tufsteenen lisenen, waartusschen een fragment van een rondboogfries en gedichte rondboogvenstertjes met elliptische buitenbooglijn. Later ingebroken spitsboogvensters (XV). Inwendig: houten tongewelf (XV) met trekbalken, muurstijlen, karbeelen, en sleutelstukken met peerkraalprofiel. De kerk bezit:
Gebeeldhouwden eiken preekstoel (XVII d) met gewrongen trappaal, als te Kimswerd.
Doophek (XVII d); als te Kimswerd.
Koperen doopbekkenhouder (XVII d).
Eiken familiebanken (XVII d) met gedraaide balusters; banken met gesneden eindstukken, waarop kruisvormig motief, als te Kimswerd.
Bij den noordelijken ingang een zerk (XIII?) van roode Bremersteen; verschillende gebeeldhouwde zerken (XVI en XVII, afgesleten).
In den noordmuur, fragment van een relief (XIV) van roode Bremersteen, voorstellend de Moeder Gods.
Avondmaalszilver: gegraveerden beker met ornament en: 1669 (merken: Franeker, jaarletter N = 1664, meesterteeken P.I.)
Twee klokken, waarvan de groote in 1621 en de kleine in 1631 te Leeuwarden gegoten door Hans Falck van Neurenberg.
| |
| |
Een beenen mesheft (XIV), in de terp gevonden, is in het Friesch museum te Leeuwarden.
| |
Boer.
e. De ned. herv. kerk (H. Maagd), vermoedelijk XII a gesticht, sinds XIV parochiekerk, is een thans geheel gepleisterd baksteenen gebouw (XIII?), bestaande uit een schip, een halfrond-gesloten koor en eenen westtoren met spitsje (ter vervanging van een vroeger zadeldak). Tegen het koortater aangebrachte steunbeeren, waartusschen bogen zijn uitgemetseld onder de daklijst. Aan de zuidzijde een ingang, geflankeerd door pilasters met festoenen, waarop een fronton met twee schildhoudende leeuwen en: 1664. Inwendig: houten tongewelf (± 1570) met doorhangende schinkels, versierd met een gesneden eierlijst; trekbalken op sleutelstukken met peerkraatprofiel. De kerk bezit:
Eiken preekstoel (XVII c, verminkt).
Doophek (XVII c).
Schot (XVII c) met gedraaide balusters.
Doodsbaar (1731, zwart geverfd).
Klok, in 1561 gegoten door Wilhelm Wegewart.
De voormalige pastorie, thans kosterswoning, ten Westen der kerk gelegen, is een baksteenen gebouw (± 1500) met een zijgevel, in welks top duivengaten. Inwendig: balken, waaronder sleutelstukken met peerkraalprofiel. Overwelfde kelders.
| |
Dongjum.
a. Een vroeg-Romeinsche bronzen voet van een bekken of kan, en een wit-beenen haarnaald (IX), in de terp gevonden, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden.
e. De ned. herv. kerk, in 1777 gebouwd ter vervanging eener oudere, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een driezijdig-gesloten koor en eenen west- | |
| |
toren met spits. Boven den ingang aan de noordzijde een sluitsteen met: 1777. De kerk bezit:
Marmeren graftombe, in 1737 vervaardigd door J.B. Xavery, voor Sicco van Goslinga, grietman van Franekeradeel en gedeputeerde te velde († 1731), en Johanna Isabella, baronesse thoe Schwartzenberg en Hohenlandsberg († 1735), waarschijnlijk bij verplaatsingenin 1777 en 1795 beschadigd (eenige niet nader te bepalen fragmenten bevinden zich nog in de pastorie).
Avondmaalszilver: grooten beker (XVII d, merken: Franeker, jaarletter P en monogram AV?) met gegraveerde medaillons; broodschaal (XVIII A), op vier pootjes, met alliantiewapen-Goslinga-Schwartzenberg; kan van blauw aardewerk (Harlingsch) met zilveren deksel, waarin gegraveerd een opschrift en: 1696; zilveren doopbekken (1835).
Klok, in 1553 gegoten.
| |
Herbaaium.
e. De thans ned. herv. kerk, waarschijnlijk XIII B gesticht, in 1872 verbouwd, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een 5/10-gesloten koor en een westgevel (1872) met spitsje, ter vervanging van een vroegeren toren met zadeldak. In den westgevel een gedenksteen der verbouwing. De kerk bezit:
Grafzerken (XVII) op het kerkhof.
Zilveren Avondmaalsbeker met opschrift en: 1719, onder den voet gegraveerd: P.E.G. (merk: I I V).
Klok (XIII B), zonder opschrift of jaartal, met meesterteeken (huismerk).
Een rood zandsteenen kapiteel (XIII B), vermoedelijk uit een der galmgaten van den in 1872 gesloopten toren afkomstig, wordt thans door den predikant bewaard.
g. Van het voormalig slot Siccama bestaan nog
| |
| |
slechts de gracht en een baksteenen poortgebouw (XVI?), gepleisterd en vervallen.
| |
Hitsum.
a. Een gouden Noorsche bracteaat (VI) met runen-opschrift: ‘foro’, een bronzen mantelspeld, een ijzeren speerpunt, Germaansch aardewerk en een Romeinsch bronzen masker, in een terp gevonden, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. Germaansche potten, steenen voorwerpen en Frankische kralen, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
e. De ned. herv. kerk bezit:
Twee gesneden lezenaars (XVII d).
Vier eenvoudige tekstbordjes (XVIII d).
Twee klokken, waarvan een in 1637 gegoten door Jacob Noteman en een in 1671 door Petrus Overney.
h. Een bronzen vrouwebeeldje (XI?), in een terp gevonden, is in het Friesch museum.
| |
Midlum.
a. Dertien Byzantijnsche gouden solidi (V B) en een bronzen unstertje (VIII-IX), in een terp gevonden, zijn in het Friesch museum.
e. De ned. herv. kerk (H. Nicolaas), waarschijnlijk ± 1200 gesticht, als dochter van de voormalige abdij der Augustijnen Ludingakerke, reeds XIII als parochiekerk vermeld, XIX en andermaal in 1906-1907 ‘gerestaureerd’ en grootendeels ommetseld, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, tegen welks noordzijde in 1906 een consistoriekamer is aangebouwd, een 5/10-gesloten koor en eenen vierkanten toren in 1810 verlaagd en gedekt met een achtkante houten spits. De zuidmuur is gewit, onder de kalk sporen van rondboogvensters; in den noordmuur een dichtgemetseld rondboogvenstertje en
| |
| |
daaronder een eveneens gedichte, later aangebrachte spitsbogige ingang. Gootlijst van profielsteen. De toren is geheel om manteld met kleine gele steen, met uitzondering van den noordmuur. Inwendig: spitsbogig houten tongewelf (XVI) met doorhangende schinkels. De kerk bezit:
Eenvoudige zerken (XVII en XVIII) op het kerkhof.
Twee klokken, waarvan de kleinste (midden-XV?), en de groote in 1473 gegoten door Reinerus.
| |
Peins.
e. De ned. herv. kerk (H. Gertrudis), vermoedelijk XII gesticht, omstreeks 1300 verbouwd, in 1865 in- en uitwendig geheel verminkt en in 1902 andermaal gewijzigd door het wegbreken van den toren, is een baksteenen gebouw, met nog eenige tufsteen van de oorspronkelijke kerk, bestaande uit een schip, een 5/8-gesloten koor en een, na het sloopen van den toren, van oude steen opgemetselden westgevel met spitsje. Sporen van vroeg-gothische vensters (± 1300). Aan noord- en zuidzijde dichtgemetselde spitsbogige ingangen. De kerk bezit:
Klok, in 1654 gegoten door Jurjen Balthasar.
| |
Ried.
De thans ned. herv. kerk, in 1653 gebouwd, waarschijnlijk op de grondslagen eener reeds ± 1300 bestaande parochiekerk, in 1871 hersteld en gepleisterd, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een 3/8-gesloten koor en eenen vierkanten toren, in 1625 gebouwd door mr. Abe Ede, ter vervanging van den toen ingestorten toren, in 1871 gepleisterd, in 1925-1926 geheel ommetseld en van een nieuwe spits voorzien. Boven den zuidelijken ingang twee steenen, waarvan een betreffende de herbouwing in 1653 en een vermeldend de herstelling in 1871; in den zuidmuur een steen met: 1653. In den noord- | |
| |
muur van den toren een steen met het wapen-Andla (afgehakt) en opschrift; op den noordwesthoek een, vermeldend Abe Ede als meester, diens handmerk en: 1625. Boven de torendeur een steen met opschrift en: 1625. In den zuidmuur van den teren twee steenen, waarvan een met opschrift en: 1625, en een vermeldend de instorting van den vorigen toren en den herbouw in 1625. De kerk bezit:
Eiken preekstoel (XVII c).
Bij den zuidelijken ingang twee roode zerksteenen (XIII?) en een blauwe; gebeeldhouwde zerken (1639 en XVII) van de familie Andla.
Avondmaalszilver: twee bekers, waarvan een kleine met drie medaillons, waarin figuurtjes, onder den voet: A.H.I.J. 1644 (merken: Bolsward, jaarletter N = 1644 en huismerk); en een grootere met medaillons, waarin Geloof, Hoop en Liefde, wapens, letters D.O., M.D., 1648, opschrift en in den bodem gesoldeerd een munt (merken: Sneek, jaarletter R = 1648 en VI = Wyger Jansen van Isens?).
Twee klokken, waarvan de kleine in 1624 gegoten, vermoedelijk door M. François Simon en Andreas Obertin, en de groote in 1634 door Hans Falck van Neurenberg te Leeuwarden.
| |
Schalsum.
e. De thans ned. herv. kerk, XII d of XIII a gesticht, later gewijzigd, XIX aan de noordzijde ommetseld, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een halfrond-gesloten koor, door getoogde uitmetselingen boven de vensters overgaande naar 5/8, en eenen vierkanten toren met achtkante houten spits. In den zuidmuur een dichtgemetselde rondbogige ingang; sporen van kleine, rondbogige vensters. Inwendig: houten tongewelf (XVI a) met geprofileerde schinkels en trekbalken, waaronder sleutelstukken met peerkraal. De kerk bezit:
| |
| |
Eiken preekstoel (1711, op den trappaal), met gebeeldhouwde paneelen.
Orgel (XIX a, geverfd).
Grafzerk (1486) van roode Bremersteen; twee zerken (1633 en 1699).
Klok, in 1761 gegoten door Steen en Borchardt voor de kerk te Giekerk, omstreeks 1890 hierheen overgebracht ter vervanging eener vroegere klok, in 1705 gegoten door Mammes Fremy.
| |
Tjum.
a. Een Romeinsch schrijftafeltje (I A n.Chr.) van dennenhout met daarop gegrifte koopacte en scherven van terra sigillata en van geometrisch versierd vaatwerk, in de terp Groot-Tolsum en in andere terpen hier gevonden, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden; dertien zilveren Romeinsche denariën (± 160-192), in 1850 gevonden in een terp bij de zathe ‘de Vlaren’, zijn in hetzelfde museum.
e. De ned. herv. kerk (H. Johannes de Dooper), XI of XII gesticht, in 1220 vermeld, XIV, XV en XVI vergroot, in 1843 hersteld, in 1881 gewijzigd en verknoeid, is een, behoudens enkele fragmenten van tuf, grootendeels baksteenen gebouw, bestaande uit een schip (westelijk gedeelte XI-XII), met een zuidelijken dwarsarm (XVI A), een 5/10-gesloten koor (XIV) en eenen vierkanten toren (1548-1549) van bak- en bergsteen, met hooge, ingesnoerd-achtkante spits. De zuidgevel is geheel ommetseld; het westelijk deel van den noordmuur is van tufsteen, met rondboogfries en sporen van rondbogige vensters. De toren bestaat uit drie geledingen met zandsteenen hoek- en negblokken. In de onderste geleding, aan de westzijde, een hooge spitsbogige ingang met zandsteenen vischblaastraceeringen; in den zuidmuur een gedenk- | |
| |
steen, betreffende den bouw in 1548-1549 en vermeldend: ‘Cornelis Claesz. toernmeester’; in de tweede geleding, aan elke zijde drie spitsbogige nissen met vischblaastraceeringen; in de bovenste geleding, aan elke zijde twee korfbogige nissen, waarin uitgespaarde galmgaten; op de vier hoeken gebeeldhouwde spuwers. Houten balustrade. Inwendig: in 1881 geheel verknoeid en met een gestucadoord gewelf overdekt. De kerk bezit:
Eiken preekstoel (1699, geverfd).
Orgel (1760, in 1817 vernieuwd).
Grafzerk (XV) van roode Bremersteen; zerk (XVII b) o.a. voor Jorit Martens, gesneuveld in 1628 bij de verovering der Zilvervloot; verschillende zerken onder den houten vloer.
Een groote en twee kleinere koperen kronen (XVII d).
Avondmaalszilver: beker (XVII c, merken: Franeker, A.H.) met opschrift; voorts een beker, een kan, drie broodschalen, drie bekkens, alles 1847.
Klok, in 1525 gegoten door Gerhardus van Wou en Johannes Schonenborch.
| |
Zweins.
e. De ned. herv. kerk (H. Regina), vermoedelijk XIII gesticht, XVIII d gewijzigd, is een baksteenen, XVIII d geheel ommetseld gebouw, bestaande uit een schip, aan beide einden driezijdig-gesloten, met op het dak een koepeltje (XVIII d). Inwendig: houten tongewelf (XVIII d) op consoles. De kerk bezit:
Avondmaalstafel (XVII d).
Gesneden eiken preekstoel (XVIII d).
Eenvoudig orgel (XVIII d, maar trant Lodewijk XV).
Twee overhuifde familiebanken (XVIII d) met wapens-van Beyma, van Burmania en Lycklama á Nyeholt.
Epitaaf (XVII c) van zand- en toetssteen, blijkens opschrift voor Jaeycke van Vierssen († 1652), echtgenoote
| |
| |
van Ign. Kingma, met gedicht door D.E.L. Hesenaer.
Zerk (1481) van roode Bremersteen; gebeeldhouwde zerken (1550, 1580, 1585, 1588, 1590, 1615, 1672).
Twee gebeeldhouwde hardsteenen zerken (1533 en 1567), afkomstig uit de kerk te Seksbierum, zijn buiten in den zuidmuur gemetseld.
Twee eenvoudige gesneden tekstborden (XVIII d).
Vijf geschilderde rouwborden (1633, 1669, 1677, 1680, XVII d), en een (XVII c) met wapen-van Idsinga, oorspronkelijk geen rouwbord.
Avondmaalsbeker met gegraveerden rand; onder den voet een alliantiewapen, opschrift en: 1657 (merken: Leeuwarden, jaarletter L (of D?) en meesterteeken T.L. = Thomas Laurens).
Klok, in 1471 gegoten door Steven Butendiic.
g. Aan den weg Leeuwarden - Franeker, tegenover den weg naar Zweins, staat in den tuin eener boerenplaats, een zonnewijzer op gebeeldhouwd voetstuk (XVIII a).
|
|