Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IX. De provincie Friesland
(1930)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 36]
| |||||||||||||||||||||
b. Verdedigingswerken.Van de vroegere versterkingen (XVI A) bestaan nog slechts gedeelten der omwalling, thans herschapen in plantsoenen. | |||||||||||||||||||||
d. Wereldlijke openbare gebouwen.1. Het raadhuis, in 1613-1617 ter vervanging van een ouder gebouwd naar een ‘patroon’ van den kistenmaker Jacob Gijsberts van Bolsward, onder leiding van Marten Dominici of Douweszoon, stadsmetselaar en Abraham Jacobs, stadstimmerman (blijkens een inscriptie op een balk ‘meister van dit werck’), met medewerking van de beeldhouwers Johannes Schünnemann, Jan Pieters, Hans en Hendrik Minneman en meester Hendrik (waarschijnlijk Hendrik Hansen) uit Zwolle, werd XIX A gewijzigd en 1892-1895 geheel gerestaureerd, met subsidie der voogden van het Sint-Anthony-gasthuis, onder toezicht van de Maatschappij tot bevordering der bouwkunst, door den architect N. van Kleef (beeldhouwwerk hersteld door Schröder te Leeuwarden). Het van roode baksteen met rijke toepassing van zandsteen opgetrokken gebouw, bestaat uit een vierkante middenpartij, met een vierkant traptorentje op den noordwesthoek, en twee lagere rechthoekige vleugels. De middenpartij heeft, boven een kelderverdieping, twee verdiepingen en een zolderverdieping en wordt bekroond door een achtkanten toren; de vleugels hebben een gelijk- | |||||||||||||||||||||
[pagina 37]
| |||||||||||||||||||||
vloersche- en een bovenverdieping. De benedenverdieping der vleugels, versierd met zandsteenen banden en hoekblokken, is overigens vlak gehouden en wordt van de bovenverdieping gescheiden door een Dorische kroonlijst, waarin op gebeeldhouwde kraagsteenen rustende, uitgekraagde voetstukken, die baksteenen Ionische driekwartzuilen dragen, welke langs de geheele bovenverdieping tusschen de kruisvensters zijn uitgemetseld. De kruisvensters zijn bij de restauratie aangebracht naar het voorbeeld van een oud kruiskozijn, in den achtergevel bewaard gebleven. Hierboven wordt de gootlijst bekroond door een (vernieuwde) zandsteenen balustrade, met obelisken op de hoeken. In de eerste verdieping van deze middenpartij, te weerszijden van den ingang, vierkant uitgemetselde Dorische pilasters met zware kroonlijst; in de tweede verdieping Ionische drie-kwart zuilen met hoofdgestel; hierboven een topgevel van drie groote trappen met gebeeldhouwde zandsteenen klauwstukken en op de hoeken obelisken; de vensters in den top geflankeerd door baksteenen Korinthische- en composietzuilen. Hoofdingang in rijk gebeeldhouwde omlijsting, bekroond door vier beelden, voorstellend Geloof, Hoop, Liefde en Gerechtigheid. Vóór dezen ingang een bordes met dubbele stoep en gebeeldhouwde leuning (1768, bij de restauratie hernieuwd). Het tot waag bestemde, gelijkvloersche gedeelte van den westvleugel heeft aan de zuiden aan de westzijde twee ingangen, gedekt door rondbogen met gebeeldhouwde boogblokken en sluitsteenen. In de middentravee van den westgevel een nis met schildhoudenden leeuw, waaronder een gedenksteen met opschrift, betreffende den bouw van het raadhuis en: 1616. Naast dezen gevel een poortje, vervaardigd door Jan Pieters, met een bekroning (wellicht in later tijd uit fragmenten samengesteld?), waarin een nis met vrouwenbeeld, geflankeerd door gebeeldhouwde klauwstuk- | |||||||||||||||||||||
[pagina 38]
| |||||||||||||||||||||
ken. De achtkant uit het dak opgaande toren bestaat uit een benedenste geleding van bak- en bergsteen, met opengewerkte zandsteenen balustrade, en uit éen gesloten en twee opengewerkte houten geledingen, bekroond door een peer. Inwendig: in het middengedeelte, op de eerste verdieping, de vestibule, of voormalige ‘vierschaar’, in het midden waarvan een hardsteenen zuil (ter vervanging van een ± 1730 aangebrachte houten) tot steun der balklaag boven de vierschaar, waarop de toren rust; eiken kast (XVII A), afkomstig uit de voormalige Bank van leening; eiken kist (± 1600) met ijzeren beslag; vier fragmenten (XVI B) van een gebeeldhouwd fries, afkomstig uit het voormalige Jongema-huis; gevelsteen met schelp, huismerk, initialen en: 1617; gevelsteen met alliantiewapen en: 1645. In den westvleugel, boven de waag, de raadzaal, met rijk gesneden eiken portiek, vervaardigd door Jacob Gysberts; twee eiken muurkastjes; zoldering met eiken moerbalken, rustend op gebeeldhouwde kraagsteenen; schouw, bestaande uit een gebeeldhouwd eiken fries met gesneden bekroning, waarin een schoorsteenstuk en: 1616, rustend op (nieuwe) consoles, gedragen door twee zandsteenen beelden, op geprofileerde voetstukken; vijf koperen kronen (XVII a); vier groote tinnen raadskannen en drie kleinere; een schilderij (XVII c, Holl. school), voorstellend Salomo's eerste recht, in een lijst met opschriften; vijf-en-twintig prenten, naar schilderijen van Rubens, van Dijck e.a. gegraveerd, door Schelte en Bote à Bolswert, Johan van Munnickhuyzen en Pieter Tanjé, in bruikleen van het St. Antonie-gasthuis. In den oostvleugel de burgemeesterskamer, waarin een balken zoldering; eiken kolommenkast (XVII A); groote, driedeelige eiken boekenkast (XVIII c), bekroond met het door twee leeuwen gehouden stadswapen; stoeltjesklok (± 1700); zilveren ambtsketen (XVIII); geschil- | |||||||||||||||||||||
[pagina 39]
| |||||||||||||||||||||
derd ruiterportret (XVIIa) van den stadhouder Willem Lodewijk (‘Us Heit’); schilderij (XIXa, doek), voorstellend het raadhuis; twee dorpsgezichten (XIXa); schilderij (1844 door F. Bos, doek), voorstellend de vroegere vierschaar tijdens het broodoproer; plattegrond der stad, in 1829-1830 vervaardigd door den landmeter J.J. Rameau; gekleurd alliantiewapen (XVII?) op het schild van een schildpad; elf bijeen gevoegde fragmenten (waaronder van 1657) van gebrandschilderd glas. In de archiefkamer een vitrine, waarin oude zegelstempels, o.a. het grootzegel (1640), verschillende muntstempels en munten der stad; drie versierde tegels (midden-XVI) van terra-cotta, afkomstig uit het voormalige Heerema-huis (g 22); eerste steen van het raadhuis, met opschrift en: 1618 op koperen gedenkpenning; koperen armhuisbus (1728), schuttersketen (XVI b) waaraan gekroonde papegaai en zes schildjes (1541-1556); gedenkpenningen, stadssleutels en andere plaatselijke curiosa. In het oud-archief bevinden zich: het stadboek, in 1479 geschreven naar het in 1455 door pater Johannes Brugman opgestelde voorbeeld; een op perkament geschreven missaal (midden-XV), afkomstig uit de Martinuskerk (e 1), thans nog bestaande uit 295 bladen, in eikenhouten, met leer overtrokken band; en een reeks geschreven gildeboeken. Twee klokken, waarvan de groote in 1619 gegoten door Hans Falck van Neurenberg, en de kleine in 1680 door Petrus Overney. | |||||||||||||||||||||
e. Kerkelijke gebouwen.1. De ned. herv. groote- of h. martinuskerk, vroeger ook ‘die Oldehoeff’ genaamd, in 1446-1466 gebouwd ter plaatse eener oudere (XI of XII, een der moederkerken van Westergo, XIII behoorende aan het dom- | |||||||||||||||||||||
[pagina 40]
| |||||||||||||||||||||
kapittel te Utrecht), in 1580 door beeldenstorm ontluisterd, in 1647 hersteld en gewit, in 1908-1909 gedeeltelijk gerestaureerd, is een deels van tuf-, deels van baksteen opgetrokken basiliek, bestaande uit een driebeukig baksteenen schip, met uitgebouwd portaal aan den zuidbeuk, een grootendeels tufsteenen 5/10-gesloten koor, een sacristie (XVI A) in het verlengde van den noordbeuk, waarbinnen, in den hoek tusschen zijbeuk en koor, een achtkant traptorentje, en eenen vierkanten baksteenen toren. Spitsbogige vensters; in den lichtbeuk blijkbaar later ingebroken kleine ronde vensters, waarvan die in de eerste travee van het Westen weer gedicht zijn; langs het schip eensversneden steunbeeren; tegen het koor driemaalversneden steunbeeren, bekroond door driekante voetingen (voor een balustrade?). Zuidportaal (geheel gerestaureerd) met puntgevel tusschen overhoeksche beeren; ingang in rechthoekig omlijste nis met baksteenen traceeringen; aan de noordzijde een dergelijke ingang met spitsbogige traceering. Onder de gootlijst van den middenbeuk, langs de vier eerste traveeën van het Westen, een baksteenen tandlijst. De toren bestaat uit vijf een weinig versnijdende geledingen, en wordt aan oost- en westzijde afgedekt door puntgevels, waartusschen een zadeldak; de drie onderste geledingen zijn van een grooter formaat baksteen dan de twee bovenste; in de benedenste geleding, aan de westzijde, een spitsbogige ingang; in de vierde spitsbogige galmgaten, in de vijfde spitsboognissen met baksteenen toten. Inwendig: over schip en koor stergewelven (XVI B?), met stijgende kappen om de vensters. In de zijmuren van den lichtbeuk hooge vierdeelige spitsboognissen met vischblaastraceeringen, in welker koppen later de ronde lichtopeningen zijn gebroken. Deze nissen zijn in de zesde middenbeukstravee van het Westen iets kleiner, in verband waarmee de doorloopende lijst onder de nissen in de vijfde travee verspringt. Ronde zuilen met achtkante | |||||||||||||||||||||
[pagina 41]
| |||||||||||||||||||||
voetstukken en geprofileerde lijstkapiteelen, waarop de diensten der gordelbogen rusten met gebeeldhouwde kopjes. De gewelfribben worden gedragen door schalken, die in de koorsluiting doorgaan tot op den grond, maar verder te halver hoogte eindigen op gebeeldhouwde kraagsteenen. Onder de orgelgalerij, tegen den westwand, stucwerk (XVIII d). Boven in het koor een gedenksteen met opschrift betreffende de stichting der kerk (zie blz. 42). In den toren een in de muurdikte uitgespaarde, gemetselde wenteltrap tot den klokkenzolder. De kerk bezit: Piscina (XVI A), in de voormalige sacristie. Twee eiken koorbanken (XV d), met rijk gesneden ruggeschot, zijstukken en rustklampen (‘misericordes’). Rijk gesneden eiken preekstoel, in 1660-1662 vervaardigd naar het ontwerp van den glazenmaker Gerben Wopkes te Bolsward, door den kistenmaker Pytter Jurjens (gestoelte), Johannes Kinnema te Alkmaar (vier paneelen der kuip), en Pieter Pytters Posthumus. Orgel met rugpositief, in 1775-1781 vervaardigd door den orgelmaker A.A. Hinsch te Groningen, op een galerij, gedragen door vier Ionische zuilen; onder het rugpositief een lampet, met wapens-Elgersma, opschrift en: 1775. Eiken regeeringsbank (1730) met overhuiving op vijf gewrongen zuiltjes met Korinthische kapiteelen, en met eene driedeelige bekroning, waarin zes-en-dertig wapens (afgehakt) van vroedmannen en raadslieden; eenvoudige eiken bank. Eiken kast (± 1500) met briefpaneelen. Twee fragmenten (XVII d-XVIII A) van epitafen der familie Monsma. Groote gebeeldhouwde zerk (± 1560), boven den grafkelder der families Lemstra en Monsma; zerk (1563) van Johan Heerma; zerk (± 1600) der familie Binkes, met beeldhouwwerk, voorstellend de opwekking van Lazarus; groote gebeeldhouwde zerk in 1620 vervaardigd door Hans Schunnemann, met twee levensgroote figuren, voorstellend Goslick van Heerma († 1611), griet- | |||||||||||||||||||||
[pagina 42]
| |||||||||||||||||||||
man van Wonseradeel, en Sits van Cammingha († 1574); omstreeks 150 zerken (XVI d, XVII en XVIII), waaronder van Johannes Nannes Sixtus, van den schilder Adriaan van der Linde uit Brugge, van Gysbert Jacobs en van ds. Gysb. Fontein (1770, met borstbeeld). Beeldhouwwerk: in den zuidbeuk een relief (XIV) van roode zandsteen, de z.g. ‘Sint Maartenssteen’, afkomstig uit den buitenmuur van den toren, voorstellend de kroning van Maria en een reeks tafereelen van de Blijde boodschap tot de Vlucht naar Egypte; marmeren borstbeeld van den dichter Gysbert Jacobs († 1666), in 1823 vervaardigd door J.P. Gabriel. Tegen den noordwand der koorsluiting een steen met Latijnsch opschrift in gothische minuskels, vermeldend den bouw der kerk in 1446-1466. Muurschilderingen: in 1846 zijn muurschilderingen (XVI c) ontdekt in het koor en weer overgewit; die aan de zuidzijde droeg een opschrift met: 1572 en de wapens-Heerema en Frittema, die aan de noordzijde was, blijkens een opschrift, waarschijnlijk ter eere van Wilhelmus Lindanus aangebracht; sporen van muurschilderingen zijn zichtbaar geweest in de spitsboognissen van den lichtbeuk. Segmentvormig grauwtje (XVIII B) voorstellend spelende kinderen. Geschilderd bord (XVIII), voorstellend Mozes de tafelen der wet vóor zich houdend. Avondmaalszilver: twee zilveren bekers (1627, merken: Bolsward, jaarletter T en ster in schild); twee dergelijke bekers (1808); groote broodschaal met versierden rand, tegen welks achterzijde een opschrift en: 1767 (merken: Leeuwarden, Friesland, P = 1750, en W D = Wybe Domynicus); twee broodschaaltjes (1808); twee schenkkannen (1808) met blaadjes; zilveren doopbekken (1776, vervaardigd en geschonken door B. Storm te Leeuwarden) in vaasvorm, met gegraveerd opschrift en wapen; dito | |||||||||||||||||||||
[pagina 43]
| |||||||||||||||||||||
offerbus (1776, eveneens vervaardigd en geschonken door B. Storm) van denzelfden vorm; twee gedreven collecteschalen (1654) met knorornament, op den bodem een opschrift en wapen-Fenema (merken: Bolsward en zwaan in schild). Vijf klokken, waarvan de kleinste in 1320 gegoten door Stephanus; de z.g. Jongelingsklok, in 1356 gegoten, in 1618 hersteld; de Mariaklok in 1523 gegoten door Goebel Zael; een in 1611 gegoten door Jacob Noteman te Leeuwarden, en een in 1746 door Ciprianus Crans Jansz. te Amsterdam. Een op perkament geschreven missaal (midden-XV), thans nog bestaande uit 295 bladen, in eikenhouten, met leer overtrokken band, bevindt zich in het oud-archief op het raadhuis (d 1). In het koor bevinden zich de volgende, uit de Minderbroederskerk (e 2) afkomstige voorwerpen: Rijk gesneden eiken koorbank (± 1500, in 1883 gerestaureerd, onder leiding van Collinet, door leerlingen der Quellinusschool te Amsterdam). Fragmenten (XVI A) van een preekstoel. Doophek (XVII b). Orgel (1645) met beschilderde galerij, met voorstellingen van bloemen, vogels en koning David. Gedenksteen met Latijnsch opschrift, betreffende de komst der Minderbroeders te Bolsward in 1281, en chronogram, vermeldend de herstelling der Minderbroederskerk in 1623 (zie e 2). 2. De ned. herv. (thans Christel. Gereform.) minderbroeders- of broerekerk, oorspronkelijk behoorende tot het omstreeks 1280 gestichte, in 1503 verbrande en in 1580 geheel verwoeste Franciscanenklooster, werd XIIId (1281?) gebouwd, XIV of XV gewijzigd, in 1572 ontluisterd en nadat hier in 1579 nog het eerste Avondmaal door de Hervormden was gehouden, tot paardenstal en werk- | |||||||||||||||||||||
[pagina 44]
| |||||||||||||||||||||
plaats ingericht, in 1623 hersteld en voor den Hervormden eeredienst in gebruik genomen, en in 1903-1907 wederom gerestaureerd. Baksteenen gebouw, bestaande uit een driebeukig schip en een 3/8-gesloten koor. De ongevensterde middenbeuk is slechts weinig hooger dan de zijbeuken. De gewijzigde westgevel heeft een verminkten top en is versierd met rijen klimmende nissen; de ingang is in 1903 geheel vernieuwd. Spitsboogvensters met nieuwe traceeringen. Tegen het koor eensversneden beeren. Inwendig (geheel gewijzigd en gewit): tongewelf (XX a), rustend op ronde zuilen, verbonden door zwaar geprofileerde scheibogen. Uit deze kerk afkomstig en naar het koor der Groote- of Martinuskerk (e 1) overgebracht zijn: fragmenten van een preekstoel, doophek, koorbank, orgel, vier familiebanken, vele zerken en een epitaaf, met opschrift betreffende de vestiging der Minderbroeders te Bolsward. Een ivoren Madonnabeeldje (XVIII A); uit deze kerk, is in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht.
3. Schildwijk 31. De doopsgezinde kerk (XIX a) heeft een eenvoudigen klassicistischen ingang.
4. De r.k. kerk (H. Franciscus van Assisi), in 1846-1847 gebouwd door den architect Th. Molkenboer, is een baksteenen driebeukige kruiskerk met recht-gesloten koor. Zij bezit: Houten beeldje (± 1300, Westfaalsch werk?) der H. Maagd met kind (waarschijnlijk het wonderbeeld der z.g. ‘O.L. Vrouw van Sevenwolden’, afkomstig uit de XIX c gesloopte Heiligegeest-kapel), met een gouden scepter (XVIII B), twee gouden kroontjes (XVIII a), en een zilveren voetstuk (XVIII a). Verguld zilveren monstrans (XVIII a) in torenvorm, met een later tot doosvorm gewijzigden cylinder (merken: Amsterdam, Holland, jaarletter en meesterteeken). | |||||||||||||||||||||
[pagina 45]
| |||||||||||||||||||||
Gedreven zilveren ciborie (XVII d, vervaardigd door Claes Baert te Bolsward). Verguld zilveren kelk (XVII d). Zilveren hostiebusje (XVII d, door Claas Baert). Gedreven zilveren ampullenblad (XVII d, door Claas Baert). Zilveren godslamp (XVII d). Tien zilveren kandelaars, in 1724 vervaardigd door Engelbert van Tekelenburg te Bolsward (merken: Bolsward, jaarletter C en monogram E T). Gedreven zilveren plaquette (± 1710), voorstellend Maria met het kind (merk: Fransche lelie met kroon = Johannes van der Lely); gegoten zilveren plaquette (± 1750), de H. Maagd voorstellend (merk: A.i. in gekroond schildje). Een zilveren ablutiekelkje (XVII, merken: Bolsward, onduidelijke jaarletter, en huismerk als meesterteeken), en een zilveren wierookvat en scheepje, door van Tekelenburg in 1732 vervaardigd, zijn in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht.
5. De r.k. kerk (H. Martinus), in 1849-1850 gebouwd door Th. Molkenboer, in 1906 vergroot onder leiding van Hardeman, bezit: Zilveren monstrans (XVIII a) in zonvorm. Twee verguld zilveren kelken (XVIII a). Zilveren altaarschel (XVIII a). Zilveren beslag (XVIII a) van een missaal, met voorstellingen van Jezuïeten-heiligen. Een gedreven ovaal lavabo-blad, in 1664 vervaardigd door Claes Baert, is in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht.
6. Kerkstraat E 86. Voormalige synagoge (XIX a). Klassicistische ingang met gebogen fronton. | |||||||||||||||||||||
[pagina 46]
| |||||||||||||||||||||
f. Gebouwen van liefdadigheid, wetenschap en kunst.1. Het algemeen stadsarmenweeshuis bezit een buffelhoornen drinkhoorn (± 1600) met gegraveerd zilveren beslag, waarop jachttafereel en wapen (merken: Bolsward, R. en monogram A E (?)); en twee zilveren kroezen (1648, merken: Bolsward, jaarletter R = 1648 en lelie).
2. Nieuwmarkt 26-28. Het sint-Antoniegasthuis, in 1464-1474 op deze plaats gebouwd, in 1778-1781 geheel herbouwd, heeft een voor- en achtergevel in klassicistischen trant, van bak- en zandsteen. Hoofdingang geflankeerd door zandsteenen pilasters. Inwendig: voogdenkamer met fraai gesneden schotwerk; lambrizeeringen, waarboven vakken met schilderingen (XVIIId, in 1910 gerestaureerd door J. Grolman te Utrecht), stucplafond met koof; schoorsteenmantel; drie leunstoelen en veertien stoelen, alles Lodewijk XVI. Eene reeks kopergravures, uit dit gesticht afkomstig, is thans in het raadhuis (d 1).
3. Groote Dijlakker. Het r.k. liefdesgesticht. Inwendig: rechtervoorkamer met lambrizeering, waarboven geschilderde muurvakken (Lodewijk XVI). Boven de deur een witje. Zoldering, beschilderd met ornament in den trant van Lodewijk XIV. Linkervoorkamer met gesneden dubbele deur; schoorsteen met gebeeldhouwden mantel en boezem met stucversiering, waarin een schildering. | |||||||||||||||||||||
g. Particuliere gebouwen.A. Trapgevels van bak- en bergsteen, met geprofileerde afdekkingen en toppilaster op kraagsteen: 1. Kerkstraat 32. Eenvoudige gevel (XVII b). 2. Groote Dijlakker 17. Gevel (1649, in 1889 gerestau- | |||||||||||||||||||||
[pagina 47]
| |||||||||||||||||||||
reerd) met gebeeldhouwde friezen en geprofileerde vensteromlijstingen. Sierankers. 3. Dijkstraat 23. Gevel (XVII d) met gebeeldhouwde vleugelstukken op de trappen. Gevelsteen (XVIII a, springend paard). 4. Appelmarkt 12. Gevel (XVII). Steen met wapens en: 1741.
B. Halsgevels (recht en ingezwenkt), meerendeels met aanzetkrullen en gebeeldhouwde, segmentvormige frontons:
5. Dijkstraat 2. Halsgevel (XVII d). 6. Marktstraat 6. Ingezwenkte halsgevel (1715). Op het segmentvormig fronton een siervaas. In den top een oeil-de-boeuf, omlijst door festoenen. Onder de vensters guirlandes. Boven de deur een cartouche met: 1715. Bovenlicht. 7. Groote Dijlakker 27, 29, 30. Gevel (XVIII a). 8. Groote Dijlakker. Rechte halsgevel (1729) met gebeeldhouwde vleugelstukken. In den top een cartouche, omlijst door festoenen. Onder de vensters gebeeldhouwde draperieën, waarvan een met: 1729. Steen met alliantiewapen. Sierankers. 9. Polstraat 5. Gevel (1730). 10. Groot Zand 15. Dergelijke gevel (XVIII b), met twee groote trappen, waarop gebeeldhouwde vleugelstukken. Onderpui verbouwd. 11. Groot Zand 8. Ingezwenkte halsgevel (XVIII A), waarin gedenksteen (XVIII c) met wapens.
C. Gevels met rechte kroonlijst:
12. Jongemastraat 6. Gevel (XVII c) met vensters in omlijsting van profielsteen. Zandsteenen boogblokken en kraagsteenen met engelenkopjes. | |||||||||||||||||||||
[pagina 48]
| |||||||||||||||||||||
13. Polstraat 10. Gevel (1740). Boven het tweelichtsvenster een gebeeldhouwde cartouche met: 1740. Ingang tusschen geblokte pilasters, waarboven een gebeeldhouwde bekroning met alliantiewapen. Deur met rijk bovenlicht, waarin een monogram. Dakvenster met gesneden bekroning. 14. Appelmarkt 5. Gevel (XVIII c), met kroonlijst op consoles. 15. Marktstraat 2. Gevel (XVIII c), met kroonlijst op gebeeldhouwde consoles, waarboven een dakvenster in omlijsting. 16. Groote Dijlakker 4 en 5. Dergelijke gevel (XVIII d). Gesneden deur in omlijsting. 17. Groote Dijlakker 19. Dergelijke gevel (XVIII d). Gesneden deur in omlijsting van pilasters en kroonlijst. 18. Groote Dijlakker 31-32. Dergelijke gevel (XVIII d) Kroonlijst met fronton, waarin een venster in gesneden omlijsting. 19. Marktstraat 1. Dergelijke gevel (XVIII d). 20. Marktstraat 17. Dergelijke gevel (XVIII d). Gesneden deur met boven- en zijlichten, waarin gesneden roeden; rijk gebeeldhouwde omlijsting met kuif in den trant van Lodewijk XV. Inwendig: in de gang twee portieken; in voor- en achterkamer betimmeringen en gesneden schoorsteenmantels. 21. Marktstraat 9. Dergelijke gevel (XIX a, gepleisterd).
Fragmenten en details van buitenarchitectuur: 1. Heeremastraat 8. Van het voormalige Heeremahuis, XIX A verminkt, bestaat nog slechts een langgestrekt rechthoekig gedeelte (XVI a), met een vleugel aan de achterzijde, van afwisselende lagen roode en gele baksteen. In den gevel sporen van dichtgemetselde, segmentvormig getoogde vensters en ingang. | |||||||||||||||||||||
[pagina 49]
| |||||||||||||||||||||
Een geschilderd drieluik (1513) met een voorstelling van de H. Maagd met het kind en portretten van Frans Minnema en Wijts Jongama, uit dit huis afkomstig, is in het Friesch museum te Leeuwarden.
Gevelsteenen, voor zoover nog niet vermeld: Appelmarkt 11, gebeeldhouwde gedenksteen (XVII a, in den zijmuur), met Latijnsch opschrift; Kleine Dijlakker 4, steen met engelenkopje, wapen en: 1625.
Fragmenten van binnenarchitectuur:
| |||||||||||||||||||||
h. Varia.Een tegeltableau (± 1700) van veelkleurig aardewerk, een oorlogsschip voorstellende, en afkomstig uit eene woning alhier, is in het Friesch museum te Leeuwarden. | |||||||||||||||||||||
[pagina 50]
| |||||||||||||||||||||
Een overmans-gildepenning (1721) van het medicijns-, chirurgijns- en apothekersgild te Bolsward, met opschrift, is in hetzelfde museum. |
|