| |
Barradeel.
Almenum.
a. Een sterk afgesleten bronzen mesje (± 500 v. Chr.?), en een Romeinsch bronzen beeldje (Apollo), hier opgegraven, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden.
e. De ned. herv. kerk (H. Michaël), oorspronkelijk vermoedelijk een seendstoel, sedert de Hervorming geheel met Harlingen vereenigd, lag sinds 1579 binnen deze stad; in 1778 vervangen door een nieuwe (zie blz. 117).
| |
| |
| |
Firdgum.
e. Van de in 1794 gesloopte ned. herv. kerk staat nog slechts de toren (XIV, in 1921 gerestaureerd), een baksteenen bouwwerk op vierkant grondplan, bestaande uit drie door geprofileerde waterlijsten gescheiden geledingen en gedekt door een zadeldak.
g. Van het voormalige slot Camstra (XVI A, XVIII gesloopt) bestaan nog slechts enkele overblijfselen: een opkamer met zandsteenen schouw (XVIc, geverfd), waarin tegels (XVIc?), en een kelder in een boerderij nabij den toren.
| |
Minnertsga.
e. De ned. herv. kerk (H. Martinus), blijkens een gedenksteen in 1505 gebouwd, is opgetrokken van afwisselende lagen roode en gele reuzenmoppen en bestaat uit een schip, een 5/10-gesloten koor en eenen zwaren, vierkanten toren met zadeldak (ter vervanging van een in 1552 omgewaaide spits). Spitsboogvensters; tweemaal versneden steunbeeren, XIXa meerendeels gewijzigd tot vlak afgeschuinde beeren. Dichtgemetselde spitsbogige noordelijke ingang, in omlijsting van profielsteen, geflankeerd door gewrongen colonnetten; een soortgelijke ingang aan de zuidzijde is bepleisterd. Het schip heeft aan de noordzijde een gootlijst van profielsteen, aan de zuidzijde een gootlijst (XIXa) op klossen. In den westmuur van den toren een rood zandsteenen gedenkplaat, met opschrift in gothische minuskels, vermeldend de stichting der kerk in 1505. In de derde geleding van den toren aan elken kant drie korfbogige galmgaten in spitsboognissen; hierboven een houten balustrade om een versmald bovengedeelte met zadeldak, in den westelijken topgevel waarvan jaartalankers: 1818. Inwendig (gewit): spitsbogig houten ton- | |
| |
gewelf, met geprofileerde schinkels, rustend op een overkraging van profielsteen. Het koor is door een tusschenschot van het schip gescheiden. De kerk bezit:
Sacramentshuisje (XVIa, dichtgemetseld), in den zuidwand van het koor.
Gesneden eiken preekstoel, in 1668 vervaardigd door M.H., blijkens een inscriptie in het ruggeschot, waarvan, na het schoonmaken van den vroeger geverfden preekstoel, nog slechts flauwe sporen zichtbaar zijn.
Doophek (XVIIc).
Orgel (XVIIIc, door Albert Anton Hinsch te Groningen) met fraai gesneden kast (1777), met Korinthische pilasters.
Dito orgelgalerij (1777).
Vijf familiebanken (1730), met overhuivingen.
Zeer groote gebeeldhouwde zerk (XVIc) voor Hessel van Hermana (grootendeels onder den houten vloer en onder een daarboven geplaatste heerenbank); gebeeldhouwde zerk (1649) met twee levensgroote figuren en wapens, voor Caerl van der Nitszen († 1569) en zijn vrouw.
Vijf gesneden tekstborden (1781).
Twee klokken, waarvan een in 1648 gegoten door Jakob Noteman te Leeuwarden, en een in 1765 door J. Borchardt te Enkhuizen.
| |
Oosterbierum.
e. De ned. herv. kerk (H. Georgius) is een baksteenen gebouw (± 1500) bestaande uit een schip, een 5/10-gesloten koor en eenen vierkanten toren (in 1765 hersteld, waarbij de gemetselde spits werd afgebroken en vervangen door een houten). Spitsbogige vensters; van die in het koor zijn de traceeringen dichtgemetseld. Zuidelijke spitsbogige ingang in omlijsting van profielsteen; noordelijke
| |
| |
ingang bepleisterd. Inwendig: van het in 1868 uitgebroken geschilderd houten gewelf, bestaan nog de geprofileerde ribben, korbeelen en sleutelstukken, een trekbalk, en de profielsteenen lijst met kraagsteenen, waarop de ribben rusten. De kerk bezit:
Gesneden eiken preekstoel (1713, blijkens jaartal op den trappaal).
Eiken doophek (XVIII a).
Eiken lezenaar (XVIII a).
Eiken voet (XVIII a) voor doopbekken.
Orgelgalerij (XVIIIa) op gesneden Korinthische zuilen, waartusschen fraai paneelwerk; in het midden een dubbele deur met koperen leeuwenkoppen als deurknoppen.
Familiebank (XVIII a ontstaan door vertimmering van een grafmonument); op de kroonlijst een bazuinengel.
Twee gesneden familiebanken (XVIII a).
Mannen- en vrouwenbanken (XVIII a) met gesneden eindstukken en vaasvormige bekroningen.
Grafkelder (onder het koor); gebeeldhouwde zerk (1747); onder den vloer andere zerken.
Acht gesneden tekstborden (XVIII a).
Avondmaalszilver: broodschaal (merken: provinciaal wapen, V = 1775 en onleesbaar).
Klok, in 1709 gegoten door Petrus Overneij.
| |
Pietersbierum.
e. De ned. herv. kerk (H. Petrus), in 1843 afgebrand, is, blijkens twee gedenksteenen in het koor, in 1845 herbouwd, waarschijnlijk op de oude fundeeringen. Zij bestaat uit een schip en een driezijdig-gesloten koor.
| |
Seksbierum.
e. De ned. herv. kerk (H. Sixtus), oorspronkelijk een seendstoel, is een thans geheel gepleisterd, tufsteenen ge- | |
| |
bouw (XII B), vroeger kruiskerk, waarvan de armen XVIII zijn weggebroken, thans bestaande uit een schip, een halfrond-gesloten koor, een noordelijken aanbouw en eenen vierkanten, met baksteen nieuw ommetselden toren met spits. In den noordmuur van het schip dichtgemetselde rondbogige vensters met zware kraal in de dagkanten. De kerk bezit:
Eiken preekstoel met zeer rijk snijwerk, in 1768 vervaardigd door Johannes George Hempel in opdracht van Rutger van Haersolte, grietman van Barradeel.
Dito doophek (1769).
Eiken doopbekkenhouder (XVIII c).
Eiken doopboog (XVIII c), waarop pelikaan met jongen.
Orgel met rugpositief, in 1766-1767 vervaardigd door A.A. Hinsch te Groningen, in 1923-1924 vernieuwd door Bakker en Timmenga te Leeuwarden, met rijk gesneden kast (XVIII c), waarschijnlijk door Johan G. Hempel; boven het klavier intarsia, in den trant van Lodewijk XV.
Orgelgalerij (XVIII c).
Eenvoudig gesneden heerenbank (XVIII d?) op Ionische zuilen.
Gebeeldhouwde zerk (1545) met alliantiewapens-Eelsma-Douma; kinderzerkje (1567) van de familie Eelsma; onder het orgel twee zerken (XVI c, afgesleten), versierd met grotesken-ornament, vermoedelijk vervaardigd voor het geslacht van Adelen; eenige zerken (XVII en XVIII).
Vier fraai gesneden tekstborden (XVIII c).
Op de galerij, achter het orgel, fragmenten van een gesneden eiken bekroning (XVIII A) met wapens-Haersolte en -van der Sluys.
Avondmaalszilver: zilveren beker (XVII c) met gegraveerd opschrift (merken: H, Franeker en O I); dito beker (1819); broodschaal, met gegraveerd opschrift: 1669, en alliantiewapen-Sinnama; twee zilveren doop- | |
| |
bekkens met schaaltje (XIX, merken: groote keur (leeuw), waarborgmerk: gehelmde kop en R.I.); twee dito collecteschalen.
Klok, in 1513 gegoten door Gerhard van Wou.
f. Het ned. herv. diakenhuis, een eenvoudig langgestrekt rechthoekig gebouw, heeft een gevelsteen met opschrift en: 1845.
g. Huis nr. 114. Gevelsteen (XVII d) met zeilschip en opschrift.
h 1. In de voormalige onderwijzers-, thans kosterswoning bevindt zich een mahoniehouten hangklok (XIXa).
2. Van het voormalige slot Liauckama (in 1420 vermeld, ± 1846 gesloopt) afkomstig, zijn vier geschilderde wapenborden (XVIII a) van het geslacht Pipenpoy en twee schilderijen (XVII b) van de tien, welke de ‘Pipenpoysche bruiloft’ voorstellen, in het bezit van de familie van Grotenhuis te Arnhem (zie Voorl. lijst Gelderland blz. 26). Een geschilderd portret (XVI) van Eelko van Liauckama, abt van het klooster Lidlum, eveneens hiervan afkomstig, is in het Friesch museum.
| |
Tjummarum.
e. Van de ned. herv. kerk (H. Martinus), oorspronkelijk (XI) vermoedelijk een seendstoel, XIII behoorende aan de abdij Lidlum, XIX d gesloopt en door een nieuwe vervangen, bestaat nog slechts de vierkante baksteenen toren (XVI a) van drie geledingen, gedekt door een zadeldak. In de onderste geleding korfbogige nissen met traceeringen, in de tweede geleding spitsbogige met vischblaastraceeringen en in de bovenste geleding rondbogige nissen met boogtoten. Inwendig: in den noordoostelijken hoek een uitgespaarde gemetselde trap tot de eerste verdieping. De kerk bezit:
| |
| |
Verwaarloosde zerken (XVII en XVIII) met wapens, afkomstig uit de gesloopte kerk, thans dienend tot vloer in den toren.
Klok, in 1531 gegoten door Gerhard van Wou en Johan ter Stege.
| |
Wynaldum.
a. Een Romeinsche ruitvormige speld, met email-versiering, en een beenen amulet (VI) met runen-opschrift, in een terp gevonden, zijn thans in het Friesch museum te Leeuwarden.
e. De ned. herv. kerk (H. Andreas), ± 1500 gebouwd, is een thans geheel gepleisterd gebouw, bestaande uit een schip, een 5/10-gesloten koor en eenen vierkanten westtoren, in 1684 gedeeltelijk ingestort, herbouwd, en in 1904 geheel vernieuwd. Inwendig: eenvoudig houten tongewelf (XVI), met geprofileerde schinkels. De kerk bezit:
Rijk gesneden eiken preekstoel (1728).
Doophek (1728), met gesneden deur.
Gesneden eiken lambrizeeringen (XVIII b).
Vrouwenbanken met gesneden eindstukken en siervazen; mannenbanken met gesneden pilasters (alles XVIII b).
Onder den vloer grafzerken.
Avondmaalszilver: beker en collecteschaal (beide met merken: Harlingen en jaarletter I = 1660); doopbekken (1695, keur: Harlingen).
|
|