Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IX. De provincie Friesland
(1930)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekendBaarderadeel.Baard.a. Scherven van geometrisch versierd aardewerk, hier gevonden, zijn in het Friesch museum.
e. De Ned. Herv. kerk, in 1873 gebouwd ter vervanging eener oudere (H. Gertrudis), bezit: Twee kleine trapeziumvormige zerken (XIV) van roode Bremersteen, blijkens randschrift in gothische letters bestemd voor twee kinderen uit het geslacht Dekama. | |
Beers.e. De ned. herv. kerk (H. Maagd), waarschijnlijk ± 1300 gesticht, ± 1500 verbouwd en vergroot, is een eenbeukig baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, | |
[pagina 14]
| |
een 5/10-gesloten koor en een toren met spits. In het koor oorspronkelijke, thans dichtgemetselde, spitsboogvensters met traceeringen. Aan de noordzijde een spitsbogige ingang (XVd) in omlijsting van profielsteen. Inwendig: houten tongewelf (XIX vernieuwd) met gesneden rozetten. De kerk bezit: Afsluiting onder het orgel, overblijfsel (XVIb) van een koorhek met gebeeldhouwde balusters. Preekstoel van blank eikenhout, in 1759 vervaardigd door E. Swalue te Leeuwarden, met gebeeldhouwde paneelen, klankbord, ruggeschut en trap. Doophek (XVIIIa). Heerenbank (1764, verknoeid) der familie van Aylva. Gesneden banken en lambrizeeringen (XVIIIc). Rood zandsteenen priesterzerk (1476). Gebeeldhouwde zerken (meest bedekt): een (1557-1561, gem. Claes Jansz), voor Hessel Ipma en Syts Hessels; dergelijke zerk, (1618-1657-1671) met de wapens-Bouricius, Tyara en Meinsma; zerken van 1602, 1608, 1616, 1614, 1618, 1642, 1666, 1768. Vier gesneden tekstborden (XVIIIc). Twee klokken, in 1569 gegoten door Thomas Both en Willem van Aalten.
g. Van de in 1756 gesloopte stins Unia-State staat nog een baksteenen poortgebouw (1616). Aan voor- en achterzijde een topgevel met in- en uitgezwenkte zijkanten. In den voorgevel een steen met (afgehakte) wapens-Tyara en Buygers en opschrift. Op de geveltoppen twee windwijzers met wapen-Tyara. Boven de gracht een doorvaartboog, op welks sluitsteen wapens. | |
Bosum.De ned. herv. kerk (H. Margaretha), XII gebouwd, omstreeks 1250 verhoogd, is een grootendeels tufsteenen | |
[pagina 15]
| |
gebouw, bestaande uit een schip, een halfrond-gesloten koor, aan de bovenzijde door uitmetseling overgaand in 3/8, en een vierkanten toren, deels van tuf- deels van groote baksteen, met zadeldak. De verhooging van het tufsteenen schip en koor bestaat uit groote moppen. In het koor rondbogige vensters, in welker togen een ronde kraal rustend op zandsteenen colonnetten. Ann de noordzijde, in het tufsteenen gedeelte, een spitsbogige dichtgemetselde ingang in omlijsting van gebakken profielsteen. Sporen van een gedichte rondbogige ingang en van een dergelijk venster. Aan de zuidzijde een ingang van baken bergsteen, geflankeerd door Korinthische pilasters, die een hoofdgestel dragen, waarin een opschrift en: 1700. De toren heeft in de bovenste geleding galmgaten, waarvan die aan de zuidzijde spits-, aan de overige zijden rondbogig zijn. Onder deze galmgaten bevinden zich rondbogige nissen. Inwendig: ellipsvormig houten gewelf (1912), waarboven, in het koor, een waarschijnlijk koepelachtig steenen gewelf (± 1250?) met ribben en sluitring. De kerk bezit: Eiken preekstoel (midden-XVII, gewijzigd, trap nieuw). Eiken doophek (XVIIIc), met vier siervazen (XVIIId). Eenvoudige koperen doopbekkenhouder (XVII B). Orgel met rugpositief, blijkens opschrift in 1791 vervaardigd door den orgelmaker Rudolf Knol; gebeeldhouwd orgelfront en galerij (XVIII d). Twee heerenbanken (XVIII c/d). Eenvoudige banken en wandbetimmering (XVIIIc, gedeeltelijk vernieuwd). Twee koperen kroontjes (± 1700). Trapeziumvormige zerk (XV) van Bremersteen. Onder den houten vloer twee gebeeldhouwde zerken in den trant van Colijn en Floris, waarvan de een in 1541 en de andere in 1543 vervaardigd door den monogrammist B.G. | |
[pagina 16]
| |
Voorts verschillende zerken (XVII en XVIII). Zilveren Avondmaalsbeker (1686). Dergelijken beker (1818), en broodschaal (1818). Twee klokken, in 1633 gegoten volgens opschrift door Andreas Obertin ‘uit Frankrijk’. Vijf geschilderde portretten (1634) van het geslacht Bockema en een ruitvormig grafbord (1649), van hier afkomstig, zijn in het Friesch museum. | |
Britswerd.e. De ned. herv. kerk (H. Georgius) is waarschijnlijk XIIIa opgetrokken van gele baksteen, later meermalen gewijzigd en verknoeid. Zij bestaat uit een schip, een halfrond-gesloten koor en eenen vierkanten toren met nieuwe spits. In de muren van het schip sporen van rondbogige vensters. Aan de zuidzijde een ingang (1753) van bak- en zandsteen, met gebeeldhouwde zandsteenen bekroning. In het gevelveld het wapen-Aylva. De kerk bezit: Grafzerken onder den houten vloer. Avondmaalszilver (tevens van Wiewerd): beker (1632, blijkens jaartal onder den voet) met een in den bodem gesoldeerde munt (1627) en een later opschrift (1820); beker (± 1650) met opschrift (merken: Sneek, K. en T.G). Klok in 1534 gegoten door Geert van Wou. | |
Hilaard.a. Scherven van geometrisch versierd aardewerk, hier gevonden, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden.
e. De Ned. Herv. kerk (H. Joannes) is een van groote moppen opgetrokken gebouw (XIV), bestaande uit een schip, een 5/10-gesloten koor en eenen vierkanten toren met zadeldak. Spitsbogige vensters in omlijsting van holle profielsteen en met schuine dagkanten. Onder de vensters een rondgaande zandsteenen waterlijst, vierkant om den zuidelijken spitsbogigen ingang gevoerd. Aan de noord- | |
[pagina 17]
| |
zijde een dergelijke dichtgemetselde ingang. Tweemaal versneden steunbeeren. De toren, met kleine steen hersteld, heeft aan de westzijde een topgevel met in- en uitgezwenkte zijkanten; in ankers: 1865. Inwendig (geheel gewijzigd en vernieuwd): in den toren overblijfselen van een baksteenen koepelachtig gewelf over de benedenruimte. De kerk bezit: Gebeeldhouwd marmeren epitaaf, blijkens opschrift in 1656 vervaardigd ter nagedachtenis van Hobbe van Aylva en zijne echtgenoote, met vier kwartierwapens. Onder het koor een grafkelder. Verschillende gebeeldhouwde zerken onder den houten vloer, en een zerk (1720) onder de kachel. Klok, in 1392 gegoten door Hermannus. | |
Huins.a. Een Germaansch figuurtje van gebakken aarde, een dier voorstellend en gevonden in een terp, is in het Friesch museum te Leeuwarden.
e. De ned. herv. kerk (H. Nicolaas) is een uitwendig gepleisterd baksteenen gebouw (XIII A), bestaande uit een schip met een halfrond-gesloten koor. Aan de noordzijde een dichtgemetselde korfbogige ingang. De kerk bezit:
Preekstoel (XVII b, geverfd). Zerk (1577) van pastoor Sippe Japicksz.; eenvoudige zerken (XVII). Eiken bank (XVIIb). Klok, in 1617 gegoten door Hans Falck. | |
Jellum.Een uit de vroegere kerk afkomstige romaansche doopvont (± XII) is in het Friesch museum te Leeuwarden. | |
[pagina 18]
| |
Jorwerd.a. Een vierdeelige gouden oorring en een ovale schijf (VIII) van witte kalksteen, waarin een Christusfiguur met nimbus is gesneden, in een terp gevonden, zijn in het Friesch museum. Germaansche beenen spinschijfjes en kammen zijn in het Rijksmuseum van oudheden te Leiden.
e. De thans Ned. Herv. kerk, wellicht XI gesticht, sinds XIII a aan het klooster Bloemcamp behoorend, XV gewijzigd, in 1890 gerestaureerd, is een grootendeels tufsteenen gebouw (XII), bestaande uit een schip (XV verhoogd van baksteen, met een gootlijst van profielsteen), een halfrond-gesloten koor, naar de gootlijst uitgekraagd tot 5/10, en eenen vierkanten toren met zadeldak. Spitsbogige vensters (XV); aan de noordzijde moeten van kleine rondbogige vensters; aan noord- en zuidzijde ingangen (XVII, later gewijzigd). De overkraging onder de gootlijst van het zwaar met klimop begroeide koor is gemetseld van Bremersteen op tufsteenen kopjes. De toren bestaat uit drie tufsteenen geledingen (XI), waarvan de tweede en derde versierd zijn met keperboogfriezen, en een vierde baksteenen geleding (XV) met tootboogfries en spitsbogige nissen, gevuld met vlechtingen van roode en gele baksteen; op de hoeken der beide topgevels zandsteenen aanzetkrullen (± 1700); in de derde geleding aan iedere zijde twee gekoppelde rondbogige galmgaten met middenzuiltjes van roode Bremersteen; aan de westzijde een spitsbogige ingang (XV). Inwendig: spitsboogvormig, houten tongewelf met geprofileerde schinkels en gesneden sluitrozetten; eiken trekbalken, met muurstijlen, korbeelen en sleutelstukken (XV). De kerk bezit: Gesneden eiken preekstoel (XVII c). Doophek (XVIII c). Koperen doopbekkenhouder (XVIII). | |
[pagina 19]
| |
Vele koperen blakers (XVIII). Orgel (XVIII d) met rugpositief. Drie eenvoudige overhuifde heerenbanken (XVII c), banken (XVII c) en soortgelijke banken (XVIII c). Eiken lambrizeeringen (XVIIIc). Groote zerk (1556, door Pieter Dircks) voor pastoor Hoeko Fons; gebeeldhouwde zerk voor Watze van Hania († 1569), met voorstelling van diens moord; groote zerk (1658, door Aysma) voor den ritmeester Johannes Nauta; zerk (1584-1596-1630), een (1644-1658), een (1660), enkele eenvoudige (XVII a en XVII d). Zilveren Avondmaalsbeker (XVIII) met opschrift. Twee klokken, waarvan een in 1404 gegoten door Hermannus en een in 1749, door J. Borchardt te Groningen. Een zilveren Avondmaalsbeker (± 1650, merken: Leeuwarden, jaarletter A en W.B. = Wynout Baerens van Asten) uit deze kerk afkomstig, is thans in particulier bezit te Leeuwarden. Een dergelijke beker (1818, meesterteeken O.S. = O. Swartwolt) is eveneens in particulier bezit te Leeuwarden. | |
Lions.a. Een Romeinsch bronzen beeldje, voorstellend de godin Fortuna, en twee Keltische schedels en andere skeletdeelen, hier gevonden, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden.
e. De ned. herv. kerk (H. Catharina) is een baksteenen gebouw (XIV, later gewijzigd), uitwendig geheel gepleisterd, en bestaande uit een schip, een 5/8-gesloten koor en eenen kleinen toren met spits. | |
Mantgum.e. De ned. herv. kerk (H. Maagd Maria), in 1203 gebouwd door de Praemonstratensen van Oldeklooster, bestaat uit een uitwendig geheel vernieuwd en gepleisterd | |
[pagina 20]
| |
schip, een 5/10-gesloten koor, en eenen nieuwen toren (1868). De kerk bezit: Volledige eiken betimmering, in 1779-1781 vervaardigd, bestaande uit: Preekstoel met rijk gesneden ronde kuip en klankbord. Doophek. Heerenbank met overhuiving. Banken met gesneden wangstukken. Onder het (moderne) orgel een afsluiting met paneelwerk. Gesneden lambrizeeringen. Alles in den trant van Lodewijk XVI. Groote gebeeldhouwde zerk (XVId), met twee levensgroote figuren, alliantie- en kwartierwapens, voor Seerp van Galama († 1581) en Hys van Botnia († 1593); gebroken zerk (XVIc) met wapens, voor Fueck Hoxwier († 1554) en Galo van Galama († 1559). Klok, in 1491 gegoten door Geert van Wou. | |
Oosterlittens.e. De ned. herv. kerk (H. Margaretha) is een waarschijnlijk XII gesticht, XIV vergroot, hoofdzakelijk baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een halfrond gesloten koor tegen welks noordzijde eene sacristie (XV), en eenen toren (1854). In schip en koor overblijfselen van tufsteenen muurwerk (XII) met moeten van rondbogige vensters. Aan de noordzijde van het schip een dichtgemetselde korfbogige ingang (XV), in omlijsting van profielsteen; aan de zuidzijde een ingang (1665) van bak- en zandsteen, met engelenkopje in den sluitsteen. Op het schip een dakruiter. Inwendig: spitsbogig houten tongewelf (XVIa) met geprofileerde schinkels; trekbalken met korbeelen en muurstijlen (XVIa). De kerk bezit: Gebeeldhouwden eiken preekstoel (1755). Doophek (midden-XVIII). | |
[pagina 21]
| |
Koperen lezenaar (midden-XVIII). Heerenbank (1604) met snijwerk en wapens. Banken en lambrizeeringen (midden-XVIII). Grafzerken (XVIIc en XVIII), onder den houten vloer. Rouwbord (1664) en een (1695), van leden der familie Hettinga. Avondmaalszilver: beker (merken: Bolsward, jaarletter S en monogram A E) met opschrift, wapens en een in den bodem gesoldeerde munt (1623). Twee klokken, waarvan een gegoten in 1576 door Wilhelmus Wegewaert, en een in 1621 door Hans Falck. | |
Oosterwierum.e 1. Van de ned. herv. kerk (H. Nicolaas), in 1905 gesloopt, staat nog slechts de toren, een vierkant, ongeleed baksteenen bouwwerk, wellicht XIId gebouwd, ± 1300 gewijzigd, in 1589 hersteld, blijkens een steen in den zuidmuur. Korte, ingesnoerde spits. Boven in den noordgevel galmgaten, gedekt door tootbogen (± 1300); in de overige gevels rondbogige galmgaten (1589). Inwendig: vier verdiepingen, waarvan de benedenste later door een zoldering in tweeën is gedeeld; hierin rondbogige muurnissen, aan de westzijde doorbroken door een later spitsboogvenster. Op de derde (thans vierde) verdieping een muurnisje gedekt door een keperboog. De kerk bezit: Fragment van een grafzerk (XII) van roode Bremersteen met vlak lijnornament. Avondmaalszilver: beker, blijkens opschrift in 1631 vervaardigd uit een miskelk van 1319 (merken: Leeuwarden, jaarletter A en I.M. = Jan Melchiors Oostervelt). Collecteschaal, eveneens in 1631 uit een miskelk (1319) vervaardigd, met rand wellicht van een ouder voorwerp (merken als voren). Klok, in 1537 gegoten. | |
[pagina 22]
| |
e 2. De r.k. kerk (H. Wiro) bezit: verguld zilveren miskelk (XVIIb) met op den voet eene voorstelling van Golgotha en een alliantiewapen (meesterteeken: lelie met kroon, van Jarich Gerrits van der Lely te Leeuwarden). | |
Schillaard.e. Van de ned. herv. kerk (H. Maagd), vermoedelijk XIV gesticht, in 1880 gesloopt, staat alleen nog de toren (midden-XVII, 1927 in herstelling), een vierkant bouwwerk van baksteen met toepassing van zandsteen, bestaande uit drie een weinig versnijdende geledingen en gedekt door een zadeldak. In de vlakke benedenste geleding, aan de oostzijde, een (gewijzigde) toegang van den toren tot het voormalige schip; aan de noord- en aan de zuidzijde twee gebeeldhouwde zandsteenen consoles met kopjes. In de tweede geleding Ionische pilasters van roode baksteen, te weerszijden van ellipsvormig getoogde spaarvelden; aan de oostzijde de moet van een zadeldak. In de derde geleding Ionische pilasters van gele baksteen te weerszijden van spaarvelden, waarin rondbogige galmgaten. In een der zandsteenen hoekblokken het jaartal 1567 (?) en in een ander 1767. Inwendig: in den muur uitgespaarde, gemetselde trap, voerende naar de verdieping boven het koepelgewelf, dat de benedenruimte overkluist. Klok, in 1534 gegoten. | |
Weidum.e. De ned. herv. kerk (H. Johannes), volgens overlevering in 1199 gesticht door den edelman Viglius Haniama, gebouwd door de Augustijnen van Ludingakerk, bestaat uit een baksteenen schip met een halfrond-gesloten koor, onder de gootlijst uitgekraagd tot 5/10, en eenen vierkanten tufsteenen toren (± 1100) met ingesnoerde achtkante spits. | |
[pagina 23]
| |
Rondbogige vensters, waarvan sommige dichtgemetseld, andere later vergroot zijn, aan noord- en zuidzijde van het schip geflankeerd door rondbogige nissen met vlechtingen; deze vensters hebben schuine dagkanten met een zware kraal. Aan de noordzijde een korfbogige ingang (XVd), waarboven een later ingebroken spitsbogig venster. Aan de zuidzijde een dergelijke ingang, gedekt door een spitsboog met tufsteenen toten; in den boogtrommel een spitsbogig nisje, waarschijnlijk voor een vroeger heiligenbeeld. De toren bestaat uit twee geledingen, gescheiden door een rondboogfries op dunne collonnetten. In de bovenste geleding, aan iedere zijde, dubbele rondbogige galmgaten. Inwendig: houten tongewelf (XVd) met geprofileerde schinkels, trekbalken, sleutelstukken met peerkraal, en korbeelen. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIIIa). Doophek (XVIIIa). Orgelvoet (XVIIIa) met snijwerk. Vier gebeeldhouwde heerenbanken (XVIIIa) met overhuiving, waarvan de grootste het jaartal 1708 draagt. Banken en lambrizeeringen (XVIIIa). Trapeziumvormige zerk (1479) van roode Bremersteen met Latijnsch opschrift. Gebeeldhouwde zerk (XVIIa, waarschijnlijk vervaardigd door Pieter ClaesGa naar voetnoot1), voor den hopman Viglius van Hannya en Aelke van Scheltema. Dergelijke zerk (thans onder den houten vloer), in 1612 vervaardigd door Pieter Claes, voor den hopman Titus van Hannya en Bets van Osinga. Zerk (1613) voor den ingang van den toren. Twee klokken, waarvan een in 1531 gegoten door Geert van Wou en Johan Tersteghe, en een in 1626 door Hans Falck van Neurenberg te Leeuwarden. | |
[pagina 24]
| |
Wiewerd.a. Van eene vondst van negen en dertig Frankische gouden sieraden (VII) bevinden zich een solidus, geslagen te Arles, tien solidi van Clotarius II, geslagen te Marseille, en een Merovingische vingerring in het Friesch museum te Leeuwarden; het overige deel dezer vondst, meerendeels draagmunten (VI en VII), is in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, evenals een aantal voorwerpen van gebakken aarde (I-IX) en eenige zilveren ringen, in de terp gevonden.
e. De ned. herv. kerk (H. Nicolaas), ± 1200 gebouwd, XIV, XVII en XVIII gewijzigd, in 1860-1870 grootendeels nieuw ommetseld (behalve aan de noordzijde), in 1888 verminkt door slooping van den toren, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip en een 3/8-gesloten koor. In den noordmuur, aan de westzijde, een dichtgemetseld romaansch venstertje; aan de oostzijde een gedichte rondbogige ingang; spitsbogige vensters (XIV); kwartronde gootlijst van profielsteen. Windvaan met: 1777. Ten Zuiden van de kerk een houten klokkenstoel. Inwendig: ellipsvormig houten tongewelf (1777). Onder het verhoogde koor een grafkelder (1609, blijkens een vroeger zichtbaar jaartal in een der muren), waarin zeven doodkisten met gemummifieerde lijken; op een der kisten: I.S. De kerk bezit:
Gebeeldhouwden preekstoel (XVIIIb) van blank eikenhout.
Dito doophek. Dito orgelvoet (orgel modern). Dito heerenbank met overhuiving. Twee gebeeldhouwde zerken (1509 en 1555); in den toren een (1549) met wapen. Klok, in 1821 gegoten. | |
[pagina 25]
| |
Winsum.a. Een bronzen mantelspeld (± 100 vóór Chr.), een Romeinsch stuk zilverwerk (III n. Chr.?) met gegraveerde plaatjes, tien zilveren Romeinsche denariën (± 85-253 n. Chr.), een Romeinsche bronzen sleutel, een ijzeren stijgbeugel (VII) en een schijfvormige bronzen mantelspeld (IX), in een terp gevonden, vroeg-Romeinsche gouden en bronzen voorwerpen (Ia), scherven van Romeinsch vaatwerk, en een bord met het stempel van den pottebakker Gnaeus-Ateius, gevonden in de terp bij Bruggeburen, zijn thans in het Friesch museum te Leeuwarden. Een fragment eener urn met geometrisch ornament, gevonden in de terp ‘Donia-State’, is in hetzelfde museum. Germaansch vaatwerk, spinschijfjes, bronzen munten van Constantijn I, geslagen 306-337, en Merovingisch aardewerk, hier gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
e. De ned. herv. kerk bezit: Zilveren Avondmaalsbeker met opschrift en: 1723 (merken: Friesland, Franeker, jaarletter H, en een meesterteeken). |
|