| |
| |
| |
Achtkarspelen.
Augustinusga.
e. De Ned. Herv. Kerk. (H. Augustinus) is een, vermoedelijk door de Cisterciënsen van Gerkesklooster gesticht, baksteenen gebouw (XIV), bestaande uit een schip, een hiervan niet gescheiden, recht-gesloten koor en eenen vierkanten toren met houten spits. Spitsbogige vensters, waartusschen, langs de muren van het schip, steunbeeren hebben gestaan, die ± 1870 zijn weggebroken, terwijl aan de zuidzijde twee schuine te niet loopende beeren zijn opgemetseld. Op de hoeken van den westgevel en van het koor twee overhoeksche beeren. In den oostelijken, met een rollaag afgedekten puntgevel, beneden drie vensters, waarvan de beide buitenste, kleinere, zijn dichtgemetseld; hierboven in den top drie spitsbogige nissen gevuld met vlechtingen. In den noordmuur een dichtgemetselde ingang, met omlijsting van profielsteen. De toren bestaat uit twee vlakke geledingen, in de bovenste waarvan rondbogige nissen met galmgaten. Inwendig (geheel gewit): over het geheele schip gemetselde kruisribgewelven, welker ribben rusten op eenvoudige gebogen kraagsteenen. De kerk bezit:
Eiken preekstoel (XVIIIc, geverfd), als te Surhuizum.
Doophek (XVIIb).
Familiebank (midden-XVII) met wapens (nieuw gepolychromeerd); een dito familiebank en twee overhuifde (XVIII).
Koperen predikantslezenaar (1778).
Gebeeldhouwde zerken (XVII en XVIII) van de geslachten Harckema (1652), Burmania (1679), Hania (1680), en Haersma (1759); verder van 1605, 1613, 1634, 1640.
Drie koperen lichtkronen (XVII B); dubbelen koperen
| |
| |
lichtarm (XVIII) op het doophek; verscheidene kleine koperen kandelaars.
Avondmaalszilver: beker op voet met wapens-Grovestins en -Burmania, opschrift en: 1683 (merken: Leeuwarden, jaarletter L en meesterteeken K = Klaas Cornelis); doopbekken met opschrift, wapen-Grovestins en: 1742 (merken: Leeuwarden, Friesland, jaarletter G en monogram HD = Harmanus Dillenck).
Klok, in 1617 gegoten door Hans Falck van Neurenberg.
| |
Buitenpost.
d. In den gevel van het raadhuis (XIX A) een eenvoudige steen met het wapen der gemeente.
e. De thans ned. herv. kerk, in 1446 gebouwd, blijkens een steen in den noordgevel, waarschijnlijk ter vervanging eener oudere, in 1594 verbrand en in 1611-1613 herbouwd, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een 5/8-gesloten koor en eenen vierkanten toren (XIII A, in 1790 hersteld en andermaal in 1886) met houten spits. In den zuidmuur van het schip een dichtgemetselde, segmentvormig getoogde ingang. Op het koor een leliekruis (midden-XV) met haan. De toren, in 1886 aan west- en zuidzijde nieuw ommetseld, heeft in den westgevel een klein rondbogig venster, op welks onderdorpel: 1790. Inwendig (in 1875 geheel gewijzigd en van een gewit plafond met koof voorzien): oude eiken balken boven de tegenwoordige zoldering. In de beide onderste verdiepingen van den toren rondboognissen (torenkapel?) en overblijfselen van uitgebroken koepelgewelven; in den oostmuur een, thans ontoegankelijke, uitgespaarde trap. De kerk bezit:
Eiken preekstoel (XVIIIc).
Doophek (XVIIIc).
Koperen doopbekken (XVIIIc) met houder.
| |
| |
Vier heerenbanken (XVIIc), waarvan een met overhuiving, en een overhuifde bank (XVIIIa) bekroond met wapen-Haersma en siervazen.
Grafzerken (XVI, XVII en XVIII), waaronder van de families Haersma, Jeltinga e.a.; epitaaf (1660) voor ds. Gerhardus Croddenbosch († 1659); in den muur een zerk (XIXa) met wapen-Minnema de With.
Zes gebeeldhouwde rouwborden: Scheltinga (1720), Kinnema (1730), Haersma (1744), Bouricius (1757), Humalda (1777), Acronius (1780).
Vier geschilderde wapenborden (XVIII): Haersma, Jeltinga, Kinnema en Scheltinga.
Avondmaalszilver: broodschotel met geciseleerden rand, wapens-Acronius en Humalda, opschrift en: 1773 (merken: Leeuwarden, Friesland, jaarletter R en monogram = Andreas Passamier); broodschotel met opschrift (merken: Leeuwarden, Friesland, jaarletter A = 1778 en monogram van H. Daum).
Klok, in 1620 gegoten door Hans Falck van Neurenberg, in 1883 vergoten door A.H. van Bergen te Heiligerlee.
Een achtkante steenen doopvont (± 1300), uit deze kerk afkomstig, is in het Friesch museum te Leeuwarden.
| |
Buweklooster.
Van het in 1242 gestichte Buweklooster der Premonstratensen, bestaan nog slechts de grachten, die het voormalige kloosterterrein omgeven, en een kerkhof, waarop een oude klokkenstoel.
Op het kloosterterrein staat thans o.a. een oude boerderij, nr. HO 67, met in den voorgevel een nokanker, waarin: 1807. Op de buitendeuren ijzeren kloppers en beslag. Inwendig: voorkamer met volledige betimmering (XIXa): schouw met geschilderd schoorsteenstuk (XVIIIa), voorstellend Petrus, die Christus verloochent; kasten en met
| |
| |
blauwe tegels bekleede wanden. Hierachter een vertrek, eveneens met schouw en geheel betegelde wanden.
Op het erf dezer boerderij een zandsteenen doodkist (XIII B), waarin aan hoofd- en voeteneinde een kruis en een kruis tusschen twee abtsstaven gegroefd zijn.
Een bronzen pot (1516), vermoedelijk uit dit klooster, is in het Friesch museum te Leeuwarden.
| |
Drogeham.
e. De ned. herv. kerk is in 1876 gebouwd in navolging en op de grondslagen van een oudere, aan den H. Nicolaas gewijde baksteenen kerk (XIIIa), met halfrond-gesloten koor, waarvan de vierkante toren met zadeldak nog staat. Deze bestaat uit twee geledingen en heeft in de onderste geleding een keperboogfries, in de bovenste jaartalankers: 1704, van eene herstelling. De kerk bezit:
Koperen doopbekkenhouder (XVIIIa) met bekken en doopschaaltje.
Drie zeslichtskroontjes (XVIIIa).
Klok, in 1633 gegoten door (Andreas) Obertin.
| |
Gerkesklooster.
e. De ned. herv. kerk is gevestigd in het voormalige brouwhuis van het in 1240 gestichte Cisterciënsenklooster Jeruzalem of Gerkesklooster. Rechthoekig baksteenen gebouw (XVIa, in 1786 hersteld door vernieuwing van de kap en van een gedeelte der muren), met een later aanbouwsel tegen het oostelijk gedeelte, waarin zich de kosterswoning bevindt. In den westgevel en in de zijgevels sporen van korfbogige vensters; in den oostgevel dichtgemetselde korfbogige vensters met neggen van profielsteen. Onder de vensters een omloopende geprofileerde zandsteenen waterlijst. De kap en een gedeelte der muren zijn in 1786 afgebroken en vernieuwd. De kerk bezit:
| |
| |
Fragmenten (XVII?) van een ouden eiken preekstoel, in den tegenwoordigen aangebracht.
In den tuin, achter de kosterswoning, een marmeren beeld (XVId, Italiaansch werk?), een kind op een schaap voorstellend, op een hardsteenen voetstuk (XVIIIb).
Gegraveerden zilveren Avondmaalsbeker (XVII B) op voet met opschrift; tinnen blad (XVII B).
Een klok, in 1504 gegoten door Arnoldus van Wou, uit dit klooster afkomstig, is thans te Gadstrup, in Denemarken.
| |
Koten.
e. De ned. herv. kerk, in 1896 gebouwd ter plaatse van een in 1883 gesloopte, bezit:
Twee twaalflichtskronen (XVIId).
Zilveren Avondmaalsbeker met opschrift en: 1720 (merken: Leeuwarden, Friesland, jaarletter D = 1719 en meesterteeken B.A. = Bernardus van Asten?).
Klok, in 1759 gegoten door Steen en Borchardt te Enkhuizen.
| |
Surhuisterveen.
e 1. De ned. herv. kerk, in 1685 gebouwd op de fundeeringen eener oudere, is een eenvoudig baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een driezijdig-gesloten koor en een kleinen vierkanten toren. In de kerk een houten tongewelf met trekbalken. Zij bezit:
Eiken preekstoel (XVIId, geverfd), met eenvoudig paneelwerk.
Koperen lezenaar (XVIId).
Koperen doopbekkenhouder, waarop een bekken met in den rand: 1813.
Avondmaalszilver: gegraveerden zilveren beker met opschrift betreffende het leggen van den eersten steen,
| |
| |
afbeelding der oude kerk en: 1685 en 1691 (merken: Kollumerland, jaarletter P = 1687, en G.A.); gedreven schaal (merken: Leeuwarden, Friesland, L = 1745 en HL aaneen). Voorts een tinnen laan en twee tinnen broodschalen (XVIIId).
Klok, in 1726 gegoten door Jan Albert de Grave te Amsterdam.
e 2. De Doopsgezinde kerk is een eenvoudig gebouw met klassicistischen ingang, waarboven een opschrift en: 1801. Op het dak een opengewerkt koepeltje. Zij bezit:
Koperen lichtkroon (XVIIc).
Tinnen kan, twee tinnen borden en een dito doopbekken (alles ± 1800).
| |
Surhuizum.
e. De ned. herv. kerk, in 1614 gebouwd ter plaatse van een oudere, waarvan alleen de toren bewaard bleef, in 1734 verbouwd en naar het Oosten uitgebreid, bestaat uit een schip, een driezijdig gesloten koor en eenen geheel vrijstaanden, van groote moppen opgetrokken, vierkanten toren (XVIa), met gemetselde spits. De kerk heeft aan de zuidzijde een ingang, geflankeerd door eenvoudige pilasters, met opschrift en: 1614. Aan de oostzijde een dergelijke ingang met segmentvormig fronton, waarin het wapen-Haersma en waaronder een opschrift betreffende het leggen van den eersten steen in 1734. Tusschen kerk en toren een op een boog gemetselde verbindingsgang. De toren, in 1898 door onoordeelkundige restauratie verminkt, heeft op elken hoek twee veelvuldig versneden, tot bij de spits opgaande steunbeeren, waarvan sommige vernieuwd zijn. Hij wordt bekroond door vier met klimmende boogfriezen versierde puntgevels, waartusschen de spits is opgemetseld. Inwendig: eenvoudig
| |
| |
houten tongewelf; tegen den westmuur een hooge dubbele trap, toegang gevend tot de verbindingsgang naar den toren. De kerk bezit:
Eiken preekstoel (XVIIIc), als te Augustinusga.
Koperen lezenaar met wapen-Haersma en: 1778, eveneens als te Augustinusga.
Gesmeed ijzeren doopbekkenhouder (XVII A).
In het koor drie gebrandschilderde vensters, in 1734 vervaardigd door Ype Staak, met wapens (o.a. dat van Haersma) en opschriften.
Avondmaalszilver: gegraveerd zilveren beker, met opschrift en: 1745 (merken: Leeuwarden, Friesland, L, en HL aaneen); broodschaal in vaasvorm op klauwen, met wapens, opschrift en: 1710 (merken: Leeuwarden, Friesland, P en HS = Hessel Sinnema).
Klok, in 1630 gegoten door Hans Falck van Neurenberg.
| |
Twijzel.
e 1. De ned. herv. kerk, in 1692 gebouwd op de grondslagen eener oudere, waarvan de toren nog staat, in 1925 inwendig gewijzigd, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een driezijdig gesloten koor en eenen vierkanten toren (± 1200, in 1787 ten deele afgebroken en herbouwd) met zadeldak. Aan de zuidzijde een eenvoudige ingang met driehoekig fronton op Toscaansche pilasters en: 1692. Spitsbogige vensters. De toren heeft aan den voet een keperboogfries, rustend op tufsteenen kopjes; te halver hoogte sporen van dichtgemetselde rondbogige openingen, waarboven latere rondbogige galmgaten (1787?), en onder de gootlijst een omloopend rondboogfries. In den oostmuur de moet van een honger schipdak, dan het tegenwoordige. De kerk bezit:
Eiken preekstoel (XVIIId).
| |
| |
Familiebank (XVIIId), met gesneden ruggeschot, waarin ornament en wapens.
In den koormuur gemetseld twee grafsteenen (1613 en 1633).
Drie koperen twaalflichts kronen.
Klok, in 1787 gegoten door Jan en Christiaan Seest te Amsterdam.
2. T 72. De ned. herv. pastorie (1745) heeft een voorgevel met verhoogde middentravee, waarin de deur (gewijzigd), en met halsgevelvormige bekroning met kuif en aanzetkrullen. In deze bekroning een opschrift en: 1745. In de draagstukken, onder de krullen: 1745.
|
|