Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, I. De provincie Limburg (Amby-Meer)
(1926)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekendKlimmen.e. De r.k. kerk (H. Remigius) is een met 27o noordelijke afwijking georiënteerde, vlak gedekte romaansche pijlerbasiliek, in 1904 door P.J.H. Cuypers en Jos.Th.J. Cuypers gerestaureerd en met een transept en een nieuw koor uitgebreid. Vierkante, mergelsteenen westtoren (XII of XIII, bij de restauratie met ruim één geleding verhoogd); middenschip (XI of XII) van vier traveeën. De vierkante pijlers hebben (bij de restauratie toegevoegde?) impostlijsten onder de dagkanten der rondboogarcaden; de schipmuren (zonder lisenen), gebouwd van kolenzandsteen, keien en Kunrader blokken, hebben rondboogvenstertjes, waarvan de Kunrader boogsteenen door telkens een rooden baksteen zijn gescheiden. Zijbeukmuren geheel vernieuwd; halfronde triomfboog; nieuwe vlakke zoldering over het middenschip en hellende zolderingen over de zijbeuken. In den nieuwen noordelijken transeptmuur een steen: 1817, van een vroegere sacristie. De kerk bezit: | |
[pagina 186]
| |
Twee doopvonten, een hardsteenen met romaansch voetstuk (XII), latere kuip (XVIII?) en koperen deksel (1819) en een zwart marmeren (XIX A). Eiken preekstoel (1681). Houten beelden: Triomfboogkruisbeeld (± 1600); H. Remigius (XV B). Schilderwerk: Houten triptiek, uitwendig voorstellende: de Verrijzenis en de Graflegging; inwendig: Calvarie (middenveld), de Kruisdraging, de Kruisafneming (XVI b, onder invloed van Jan van Scorel; gerestaureerd in 1922). Monstrans Lodewijk XIV van koper en zilver. Kazuifel (XIX A). Twee afgesleten grafzerken (XVII?). Klok, in 1810 gegoten door C. Drouot en J.B. Dupont. Op het kerkhof steenen grafkruisen: XVI, 1653, 1823, 1826, 1850; in den sacristiemuur twee: 1706 en 1715.
g 1. Van het kasteel van Klimmen, een gemoderniseerd heerenhuis op omgracht terrein, heeft een gedeelte zware, van Kunrader steen en keien gebouwde muren, volgens overlevering overblijfselen van een vroeger jachtslot.
2-7. A 16, gevelsteen 1707; A 19, dito 1736; A 25, boerderijgevel met grooten en kleinen top, met gezwenkte kanten, topsteen met 1721; A 42, schuurgevel met gevelsteen 1814; A 55, gevelsteen 1721; A 64, ankerjaartal 16?6.
h. De schutterij van St. Sebastiaan bezit een zilveren ketting met vogel (XVII) en een twintigtal koningsplaten van 1675 tot 1850, een vaandel (XVIII d) en een trom (± 1700, ontredderd). | |
Kroubeek.g 1-3. C. 24, hoeve met ankerjaartal 1827; sluitsteen 1828; C 26, hoeve met ankerjaartal 1729; C 30, hoeve met poortdeursluitsteen: 1777. | |
[pagina 187]
| |
Maarshaal (ter Maar).c. Wegkruis (het beeld XVIII, het kruis nieuw).
g. D 40. Boerderij met mergelgevel, in den top het ankerjaartal 1742. | |
Overbeek.g. Windmolen, bovenkruier op baksteenen romp. | |
Ransdaal.g 1-3. C 35, gevelsteen met chronogram: 1803; C 59, gevelsteen: 1742; C 62, sluitsteen en gevelsteen: 1833. | |
Retersbeek.g 1. Van het kasteel Rivieren, op omgracht terrein, bestaat nog een vijf vertrekken lange, twee verdiepingen hooge, rechthoekige, met zadeldak gedekte en met trapjesgevels afgesloten mergelsteenen vleugel (XVI A; één eind verbouwd) met een driekwart uitspringenden ronden toren op een der hoeken. De tweede toren is verdwenen. Langs huis- en torendaken driepasfriezen; de heele en halve kruisvensters met accolade-dorpels meerendeels vervangen (XVIII) door met hardsteen omraamde vensters en deur; op de torenspits een windvaan met het wapen - Huyn van Amstenrade. Het inwendige (gemoderniseerd) bevat familieportretten in olieverf, pastel en miniatuur (XVI c - XVIII d), voornamelijk uit de geslachten ter Laen, v. Wedich, zum Putz, v. Schrieck en de Brewer gen. v. Fürth, waaronder werken van B. Bruyn de Jonge (1566), J.B. Coclers (1754), F.v. Kessel (1737) en Monpeurt (1773), alsmede in den trant van G. Gortzius. Een tiental geschilderde rouwborden (XVII b-XVIII d) uit dezelfde families. Een gezicht op de kerk van Klimmen (penteekening) vóór de restauratie van 1906. | |
[pagina 188]
| |
De door een gracht van het kasteelterras gescheiden baksteenen voorburchthoeve (XVII of XVIII), bestaat uit aan drie zijden van een vierkanten hof gelegen, aaneengesloten, één verdieping hooge vleugels, eindigende in twee blokken van twee verdiepingen. Een dezer blokken bevat de poort met hardsteenen front (vroeger hiervoor valbrug); op de twee buitenhoeken der vleugels: kleine, vierkante, een weinig uitspringende uitbouwtjes met zijdelingsche schietgaten.
2-3. B 10, mergelsteenen front, top met gezwenkte kanten en het jaartal 1777; B 26, ankerjaartal 1828. | |
Weustenraad.g. B 80. Hofpoort met sluitsteen: 1660. |
|