Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, I. De provincie Limburg (Amby-Meer)
(1926)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekendEinighausen.e. De r.k. kerk (O.L. Vr. Hemelvaart) bezit: Klein wijwatervaatje (XVIII a) van wit en blauw aardewerk. Kazuifel (1713, versierd met goudborduursel en wapen) met stool, manipel, bursa en velum.
g 1-2. B 19, gevel met jaartal 1748; B 43, gevelsteen (1800). | |
Grasbroek.g. Het kasteel Grasbroek, gelegen op een deel van een omgracht terrein van een verdwenen ouder en grooter | |
[pagina 189]
| |
slot, is een klein, van baksteen opgetrokken, boven een onderkeldering twee verdiepingen en een zolderverdieping hoog, rechthoekig gebouw (XVI, verbouwd 1596 en XVII) met zadeldak tusschen twee topgevels; één (XVII) hiervan met (beschadigde) lijsten en, driemaal gezwenkte, met rollagen gedekte, kanten; op den hoek een rond traptorentje (XVI) versierd met mergellagen en een triglyphen-friesje, en gedekt met een iets uitgebogen, achthoekig leien spitsje; uitkraging van een verdwenen hoektorentje aan de zolderborstwering; ter zuidzijde de ingang, met hardsteenen korfboogomlijsting; hiernaast de moet van een verdwenen poort(?)vleugel; de kelders deels met twee tongewelven, deels met dubbel kruisribgewelf overkluisd; talrijke schietgaten, eenige met omlijste mondingen. Onversierde baksteenen schouwen; resten van gestucadoorde balkversieringen. De tegenwoordige vensters hebben waarschijnlijk smalle vensters met tusschendorpels vervangen. Aansluitende, eenvoudige, kleine baksteenen hoeve (denkelijk XVII). | |
Guttekoven.e. De r.k. kerk (H. Nicolaas), gebouwd in 1907, de toren in 1880, heeft het mergelsteenen 5/8 gesloten koor (± 1400) der vroegere kerk; eenvoudige steunbeeren, smalle spitsboogvensters en straalribgewelf op eenvoudige (herkapte?) kraagsteenen. Zij bezit: Houten draaitabernakel (midden-XVIII). Hardsteenen romaansche doopvont (XIII), de ronde kuip met vier koppen, de voet met gedrochten; tronk en zuiltjes (verkeerd) vernieuwd. Houten beeld van den H. Nicolaas (± 1700). Zilverwerk: gedreven ciborie (XVII B); geprofileerden miskelk (XVIII). Koperwerk: drie paar gegoten drietvoetkandelaars (XVII B) en een paar gedreven drievoets (± 1700); kruisje | |
[pagina 190]
| |
met fraai Corpus (XVIII d); een rijk gedreven processiekruis (XVII d) en een eenvoudig (XIX A, het Kruisbeeld ouder). Twee driestellen; twee kazuifels (alle XVIII). Houten altaarlezenaar Lodewijk XV. Drie klokken, waarvan een in 1517 gegoten door Joris Sulris; een in 1762 door N. Legros van Luik en een in 1833 door I.B.N. en F.A. Gaulard van Tongeren.
g 1. Boerderij C 41. Aan den baksteenen gevel het ankerjaartal 1719.
2. Aan den weg naar Einighausen standaardmolen (1794). | |
Limbricht.c. Aan den weg van Limbricht naar Einighausen, hardsteenen devotiezuil met, in grof relief, Moeder der Smarten en bovenop een Kruisbeeld (volgens twee chronogrammen: 1747).
e. De r.k. kerk (H. Salvius), georiënteerd met 141/2o zuidelijke afwijking, bestaat uit: a. een tweebeukig schip; de, deels van kiezelkeien (XI?), aan de westzijde van baksteen met mergellagen en deels van mergel (XV?) gebouwde, later met baksteen verhoogde (XVII en XIX) hoofdbeuk, is door twee ronde zuilen (XV?) gescheiden van den veel smalleren en korteren mergelsteenen, zuidelijken zijbeuk (XV?, spitsboogvensters, eenvoudige steunbeeren, thans gecemente muren); beide samen (in 1651) verhoogd en overdekt met een zakgootbedaking, aan de oostzijde afgesloten door twee baksteenen trapjesgevels (cartouches en wapensteen); in beide een gestucadoorde zoldering (1816); de hoofdbeuk ten Noorden met (niet oude) spitsboogvensters en zonder steunbeeren, aan de westzijde gevel (XV-XVI?) met hoogst eenvoudig topje (XIX). | |
[pagina 191]
| |
b. een smal, laat-romaansch koor (XIII B?) van één gewelfveld en een 5/9-gesloten polygoon, beide met ribgewelven op kraagsteenen; deze en de sluitsteenen met beeldhouwwerk versierd; de buitenwanden van het polygoon met versierde driepasnissen, waarin rondboogvensters met kolonnetprofileering (één gaaf); versierd rondboogfriesje en daklijst; c. een, den zijbeuk ten W. afsluitende, geheel vierkanten mergelsteenen toren (± 1500) van drie geledingen, en met aan elken kant een, door een rondboog afgesloten (oorspronkelijk drieledig) galmvenster; met leien bekleede achtzijdige spits; d. een baksteenen sacristie (1817) en e. een westelijk voorportaaltje (XIX). Blijkens de overblijfselen van keimuren bestond de kerk aanvankelijk uit een rechthoekig schip met een vierkant klein koor, dit misschien met een absis. In den keimuur een (thans dichtgemetseld), oudtijds reeds ingezet, zandsteenen rondboogdeurtje. De kerk bezit: Hoogaltaar, samengebouwd met vrijstaanden, houten monumentalen dwarswand (XVIII B); boven de zijdoorgang en beelden van de H. Maagd en van den H. Salvius. Twee zijaltaren (XVII B). Marmeren mensa (XVII?). Eiken biechtstoel Lodewijk XVI. Hardsteenen onderstuk van een doopvont (± 1200); koperen wijwateremmer (XV). Eiken preekstoel (XVIII A). Eiken muzieklezenaar Lodewijk XV. Orgelfront (XVIII A); orgelgalerij-borstwering met gesneden eiken paneelen Lodewijk XV (geschonden). Eiken heerenbanken (XIX A). Marmeren grafsteen van de familie de Breyl (1688); hardsteenen zerk met alliantiewapen (XVI). Beeldwerken in hout: Pietà (XV); Heiligenbeeld (XV); Kruisbeeld (XVII d); H. Maagd met het Kind (XVI, oud?); | |
[pagina 192]
| |
kleine triptiek (XVI) met gebeeldhouwde voorstelling: verloving v.d. H. Maagd, en beschilderde zijluiken en (geschilderd op de luikjes) den H. Johannes Evangelist en de H. Elisabeth van Thüringen; H. Engelbewaarder (midden-XVIII); in stuc op een binnenmuurtje: de Doop van Christus (XVIII). Schilderijen: H. Rochus als patroon der pestlijders (XVII); Heilige doodstrijd (± 1700); Christus als jongeling (XVI, tijdelijk in het museum te Maastricht); Pietà (XVII A), in lijst Lodewijk XV. Acht gedreven koperen wandarmen (XVII en XVIII); twee slangenarmpjes (XVIII); twee kleine gegoten koperen wandluchtertjes Lodewijk XVI. Eiken offerblok (1655). Zilverwerk: monstrans (XVIII; gewijzigd); kleine monstrans (XVIII d; vermaakt); ciborie (1693); miskelk met figuren (XVII d); eenvoudigen miskelk (1685); miskelk Lodewijk XVI; stel ampullen Lodewijk XV met blad. Twee gouden borstkruisen met emailleering: een van de Duitsche Orde (XVIII) en een van het Sittardsche kapittel (± 1700). Koperwerk: gedreven Godslamp (1717); lavabo-ketel (XV, beschadigd), wierookvat (XVIII b), wierookscheepje (XVIII A); kandelaars: vier gegoten geprofileerde (XV) en een (XVI); negen paar gegoten drievoets (XVII B); een paar gedreven roodkoperen (XIX A). Tinnen kelk Lodewijk XVI; twee tinnen schaaltjes (XVIII). Eiken tafelkast (XVII d) met lade; dubbele eiken tafelkast met bovenkast Lodewijk XVI; beeldconsole Lodewijk XIV. Twee aarden wierookpotjes.
g 1. Het kasteel van Limbricht, met den omgrachten voorburcht voor Nicolaas de Breijl gebouwd ± 1630, aangelegd op een door een gracht omgeven aanzienlijke ophooging, is een boven een onderkeldering twee verdiepingen hoog baksteenen bouwwerk, bestaande uit vier vleugels, elk van 7 | |
[pagina 193]
| |
vensterbreedten, die onder aaneengesloten, even hooge (thans met leipannen gedekte) zadeldaken een vierkant binnenplein omsluiten. Over een dubbele bordestrap geeft de in het midden van den zuidvleugel geplaatste hoofdingang (hardsteenen boogomlijsting, waarboven wapen) toegang tot een klein portaal; op den noordvleugel verheffen zich de hoofdtrapmuren tot een vierkanten toren met achthoekige leien knobbelspits; even westelijk hiervan de halfachthoekig uitgebouwde kapel; de vensters (met tusschendorpels) zijn met hardsteen omblokt; de daklijst is modern. Inwendig: Met tongewelven op segmentbogen overwelfde kelderverdieping met schietgaten; de groote zaal met monumentale schouw, moerbalken met figurale stucversiering en wandbekleeding met (half vergaan) beschilderd doek; andere vertrekken met versierde schoorsteenen (XVII en XVIII); betimmeringen (XVII); (zwervende) een haardplaat met voorstelling van Tobias; in den keukenhaard een groote heugel. De door een steenen bogenbrug met het kasteel verbonden voorburcht (met hardsteen omblokte toegangspoort, vroeger met valbrug; vernietigd wapen; ankerjaartal 1630) bevat woningen, stallen, schuren, werkplaatsen, aangelegd in dubbelen haakvorm onder aangesloten doorloopende bedaking.
g 2-7. A 36, gevelsteen: 1664; A 60, gevel met ankerjaartal 1671; A 123, ankerjaartal 1758; A 7, gevelsteentje met 1780; Huis A 3, ankerjaartal 1785; A 100, zonnewijzer: 1799.
8. A 134, vroegere watermolen (XVII) met oud deurtje.
h. Van de schutterij en broederschap van Maria en St. Salvius wordt bewaard: een zilveren ketting met vogel (XVI), halsstukken en koningsplaten (XVII, XVIII en XIX). |
|