Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, I. De provincie Limburg (Amby-Meer)
(1926)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 119]
| |
zandsteenen beeld, in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden; overblijfselen van Romeinsche villa's te Caumer, Meesenbroek en Heerlerheide; Romeinsche pottenbakkersovens aan den Lindenweg en op het terrein van het ziekenhuis begraafplaatsen aan den Valkenbergerweg, aan den Lindenweg en aan de Scheidtergracht, alwaar vier zandsteenen urnenkisten met rijken inhoud. Het Romeinsch aardewerk en andere voorwerpen, bevinden zich voor een groot deel in de gemeentelijke Oudhedenkamer, verder in het museum te Leiden en in dat van het Geschied- en Oudheidkundig Genootschap te Maastricht; Frankische grafvondst van Heerlen, in het museum te Maastricht.
c. Zes hardsteenen grenssteenen (Oostenrijksch-Staatsch gebied), thans: twee in het plantsoen van het Emmaplein te Heerlen, één ten N.W. van de kerk te Heerlerheide; één op de oorspronkelijke plaats, nabij de Staatsmijn Hendrik. | |
Beitel.g. Van het huis Saureth is het eenvoudige, baksteenen vijf vensterbreedten metende, twee verdiepingen hooge woonhuis, onder mansardedak, gebouwd in 1797. Het bevat een eenvoudigen marmeren schoorsteenmantel Lodewijk XVI, den bovenboezem met tropee, een houten schoorsteenmantel, en een eenvoudige trap met gesneden hoofdbaluster. De baksteenen hoeve XVIII A. Tegen het huis: een houten Kruisbeeld (XVIII). | |
Beneden Caumer.g. Molenpad nr. 6, ankerjaartal 1808, en, aan den hof op een dorpel, een spreuk en: 1739. | |
Boven Caumer.g 1-4. Nr. 1, groote hoeve met ankerjaartal en gevelsteen 1768, in den hof gemetseld het jaartal 1780; inwendig: eiken | |
[pagina 120]
| |
schoorsteenmantels Lodewijk XV en betimmering; ijzeren haardomraming (± 1700); nr. 3, poortsluitsteen: 1779; nr. 69, sluitsteen: 1796; nr. 71, gemetseld jaartal 1780. 5-6. Carisbergerweg nr. 5 en 7, schilderachtige vakwerkgevels; Vullingsweg nr. 1, sluitsteen: 1796. Caumer watermolen, thans met ijzeren rad, het woonhuis met ankerjaartal 1787. | |
Euren.g. 1-3. Kleekampweg nr. 1, gevelsteen: 1711; nr. 2, topgevel (XVII); Herberg nr. 10, deurdorpel met 1731. | |
Heerlen.b 1. Van den uit zandsteen en Kunrader kalksteen gebouwden walmuur (XIII?) zijn nog twee stukken over, het eene tusschen de Markt en het Koningin Emmaplein, het ander aan het verlengde van de Gasthuisstraat naast het postkantoor.
2. Van het kasteel, is ten N. van het tegenwoordige kerkkoor een ongeveer 8 Meter breede, een viertal balkverdiepingen hooge, van zandsteen, Kunrader blokken en keien gebouwde, vierkante toren (XIII) over, vooral aan de zuiden de oostzijde (1777 en later) grootendeels met baksteen opgelapt en van vensters en van een baksteenen trapuitbouw voorzien; aan de noordzijde bovenaan nog twee omblokte schietgaten.
d. In het raadhuis, een modern gebouw, worden bewaard: Een schilderij op doek: damesportret (kniestuk) door Adr. Hanneman; een kleine verzameling van in en om Heerlen gevonden voorwerpen uit den tijd der Romeinen: basementen, schachten, acroterie, sarcophagen, molensteenen, vijzel, aanbeeld, bijlen, hamers, zwaard, beslag, heugelketting, munten, fibulae, pannen, aarden kannen, schotels, | |
[pagina 121]
| |
potten, lampjes, glazen flesschen, bekertjes, wandstuc met versiering; Germaansche en latere voorwerpen van gebakken aarde, wapens, twee grenssteenen enz.
e 1. De r.k. kerk (H. Pancratius), georiënteerd met 17o noordelijke afwijking, naar den bouwtrant XII B, gebouwd misschien ± midden-XIII, gerestaureerd in 1862 en ± 1880 door P.J.H. Cuijpers en (in 1903 samen met) Jos.Th.J. Cuijpers, waarbij de oude kerk, iets ingekort, met een dwarsschip en een nieuw koor werd uitgebreid, is een (thans) gewelfde driehoekige pijlerbasiliek, (gerestaureerd) naar het stelsel van één middenschip-vierkant tegen twee zijbeukvierkanten, en waarbij uit de pijlers zware gordelbogen ontspruiten, waartusschen in de twee traveeën van het middenschip (naar vermoedens ontworpen nieuwe) riblooze kruiswelven zijn geslagen, over de zijbeuken ter halve breedte smalle tongewelven met, tot geleidelijke aansluiting op de buitenmuren en tevens iets lager, in den zuidbeuk conische tonnen, in den noordbeuk halve spherische kappen (deze zijbeukgewelven tegen 1880 in baksteen geheel vernieuwd). Schipmuren van kalksteen en zandsteen; het middenschip uitwendig met rondboogfriezen (oud?), de zijbeuken met lisenen en kraagsteenlijsten; kleine rondboogvensters (vele vernieuwd); aan de uiterste westelijke zijbeuktraveeën dichtgemetselde ingangen, en sporen van vele veranderingen; boven in den middenbeuk sporen van baksteenen ribgewelven. Het middenschip ten Westen afgesloten door een zwaren, effen, vierkanten toren (XIII B?), thans met romaansche ingangen (1880) en met (nieuw ontworpen) spitsboogkruisgewelf (1903) over het oksaal; van de vier geledingen zijn de benedenste twee opgetrokken van zandsteen en Kunrader steen, de volgende van mergel met inwendige spitsboognissen; in de bovenste naar elken kant twee kleine spitsbooggalmvensters; bovenaan ingehakt: het jaartal 1750 eener herstelling; achthoekige houten spits (van na 1606, toen de | |
[pagina 122]
| |
torentop door een storm werd afgeworpen); aan den zuidkant een toegevoegd traptorentje (1862). De kerk bezit: Marmeren doopvontkuip (XVII?). Twee biechtstoelen Lodewijk XV (XIX b?). Twee houten basreliefs: tafereelen uit het leven van den H. Bruno (XVIII A). Een klein Kruisbeeld (± 1700). Schilderijen (XVII en XVIII): marteling van den H. Sebastianus en de H. Catharina, (XVIII A); aanbidding der Wijzen (± 1700), vlucht naar Egypte (± 1700); H. Petrus (± 1700); H. Magdalena (XVII d); H. Job (grisaille, XIX A?) H. Pancratius (grisaille, XIX A?): afneming van het Kruis (copie naar Rubens, XVII d); Madonna in bloemkrans (XIX A). Een zestienarmige en twee achtarmige koperen lichtkronen (XIX b). Zilverwerk: cylindermonstrans (1603; veranderd). Een paar ampullen (XIX A). Drie klokken, waarvan een in 1743 gegoten door Christian Wilhelm Volgt, een in 1827 door de Gebrs. J.B.N. en F.A. Gaulard en een in 1848 door Gaulard, vader en zoon, van Luik en Aken.
2. De ned. hervormde kerk, een gebouw van omstreeks 1836, bezit: Klein orgel (XVIII A; veranderd). Zilveren wijnkan (1830); twee zilveren bekers (XVII, keuren: Maastricht, M. en IVG in driepas). Een tinnen brooddoos (XVIII d of XIX A); een eenvoudig tinnen schaaltje.
3. Op het kerkhof, in de kapel bewaard: twee houten wapenborden (1771 en 1775); aldaar overgebracht steenen grafkruisen van 1639, 1647 en 1726.
g 1. Het huis ‘De oude kroon’ (XVII), thans Volkshuis, zeer verbouwd, heeft geheel omblokt rondboogdeurtje met vierkant steenen bovenlicht en bevat nog een zandsteenen pilasterschouw (XVII B), een schoorsteen met ijzeren haardomraming, en bovenommanteling met Lodewijk XV stuc- | |
[pagina 123]
| |
versiering, een eenvoudige wandbetimmering met kast en eenige oude eiken deuren.
2-3. Gasthuisstraat 1, vierkante gevel van drie verdiepingen met omblokte dubbele deur Lodewijk XVI (het huis XVII en bij ‘De oude kroon’ behoorende); Kruisstraat 13 (huis ‘In den kruise’), uithangarm, waaraan een leliekruis (XVI of XVII), beide van gesmeed ijzer.
4. Wilhelminaplein 24. Vijf vensters breede, rechthoekige, baksteenen gevel (± 1800), de vensters met hardsteen omraamd, deursluitsteen met vijzel; bevat een eenvoudig marmeren schoorsteenmanteltje (XIXa).
h. In het gebouw der Broedercongregatie van den H. Jozef, worden bewaard eenige houten beeldjes (XVII en XVIII; H. Antonius v. P., H. Jozef, H. Maagd), een terracotta Ecce Homo (XVII?), een kist (XVII), een kleine verzameling van in Limburg gevonden Romeinsche en Germaansche oudheden en eenig later aardewerk. | |
Heerlerheide.e. De r.k kerk (H. Cornelius), gebouwd in 1909 door de architecten Jos.Th.J. Cuypers en Jan Stuyt, bezit. Houten beelden: Christus en de twaalf Apostelen (XVI); de vier Latijnsche Kerkvaders (XVIII a); kleine adorant (± 1700). Schilderij: Ecce Homo (XVII, paneel); Maria (XVIII A, doek). Zilveren stralenmonstrans (± 1840). Koperen zestienarmige lichtkroon (XIX a). Klok, in 1840 gegoten door F.A. Gaulard.
g 1. Huis passarts-nieuwenhagen. Klein, rechthoekig, baksteenen huis (XVIII A), ter plaatse van een vroeger kasteel; de vensters met hardsteen omraamd; deur-bovendorpel met cartouche-sluitsteen; eiken wand-kastfront; het huis gemoderniseerd en verhoogd. Van de aansluitende bak- | |
[pagina 124]
| |
steenen voorburchthoeve is een vleugel oud, en heeft een vierkant verhoogde poort met hardsteenen rondboog en het ankerjaartal 1612; thans onder mansardetentdak.
2. Van het middeleeuwsch adellijk huis Ter Weyer zijn denkelijk afkomstig drie van zandsteenblokken opgetrokken buitenmuren (XIII?) der woning van de thans ‘Ter Weyer’ geheeten hoeve; in een mergelsteenen aansluitenden buitenmuur der woning een fraaie mergelsteenen korfboog (XVI) versierd met vijf wapenschilden. | |
Op den Molenberg.e. De r.k. kerk (De Verschijning der O.M. Maria), voorloopig de verbouwde schuur der hoeve ‘Op den Molenberg’, bezit. Twee houten altaren Lodewijk XVI. Hardsteenen doopvont, waarvan de ronde kuip met vier koppen, romaansch (XII), afkomstig uit Vijlen. Preekstoel (XVIII). Zilveren stralenmonstrans (XIX A). Kristallen en zilveren reliekkruis (XIII, veranderde eindknopjes) op koperen versierden voet (XVIII). Verguld zilveren miskelk (XVII). Tinnen reliekhouder (± 1800), Gedreven koperen wierookvat (1752). Met koper versierd houten kruis op nisvoet (XVIII of XIX). Drie paar gedreven kandelaars Lodewijk XVI (XIX A); drie paar rood koperen, deels met ciseleerwerk. Koorkap, twee kazuifels en benedictievelum van oude zijde (midden-XVIII).
g 1. hoeve op den molenberg met gevelsteen, gedagteekend 1776.
2. huis en hoeve Schiffeler (XVIII, verbouwd), heeft aan de hofzijde een dubbele hardsteenen bordestrap Lodewijk XVI met ijzeren leuning (beschadigd). | |
[pagina 125]
| |
Schandelen.g 1. Het huis Meysenbroek, voorheen geheel omgracht, is een, ter plaatse van een oud kasteel, van baksteen opgetrokken (thans gewit) rechthoekig, boven een sousterrain twee verdiepingen hoog, heerenhuis (midden-XVIII) met, vóór drie, achter vijf vensters in de breedte, de (latere?) zolderborstwering met kleine vensters, het geheel onder een schilddak; midden in den voorgevel de met hardsteen omblokte ingang, met, vroeger een, thans naar den achteruitgang verplaatste, dubbele hardsteenen bordestrap met gesmeed ijzeren leuning, waarin monogram; het middenvenster onder ronde frontonlijst, gevat tusschen (onvoltooid gebleven) voluutkanten. Inwendig: eenige eenvoudige marmeren schoorsteenmantels (midden-XVIII) en een houten balustertrap. Van de baksteenen voorburchthoeve is met de behouden middenpoort, de overgebleven westerhelft oud: van deze vierkant verhoogde poort, vroeger met ophaalbrug, en onder hoog met leien gedekt schilddak met gesmeed ijzeren piron, is de halfronde doorgang vóór met hardsteen omblokt en bekroond met een wapenschild (Burette), gedagteekend 1660; daarboven een fraai mergelsteenen accoladevenster met gesmeed ijzeren uitkijkhek. In de keuken een schouw met hardsteenen Ionische leeuwpilasters.
2. Nr. 40, ankerjaartal 176..
3. De Schandeler watermolen (XVIII?). | |
Vrusschemig.g 1-4. Nr. 15, speklagengevel (XVII); nr. 25-27, groep vakwerkhuisjes; nr. 34, boerenwoning van baksteen; Curverstraat 5, poortdeur met gesneden schoren en aansluitend deel in vakwerk. | |
[pagina 126]
| |
Welten.c. De r.k. kerk (H. Martinus), gebouwd in 1874, naar het ontwerp van een broeder Redemptorist (de toren omstreeks 1897, door den Architect Jos. Seelen), bezit: Houten beelden: H. Rochus (XVI a); H. Antonius Abt (XVI a); Kruisbeeld (XVII); H. Dominicus (XVII); H. Markulfus (XVIII); H, Martinus (XVIII). Ivoren Kruisbeeldje (XVIII). Schilderijen: Val der Engelen (± 1600?, paneel); aanbidding der Wijzen (XVIII A, doek); Christus aan het Kruis (XVIII A, zeer beschadigd); opdracht in den tempel (XVIII A). Verguld koperen miskelk Lodewijk XV; zilveren miskelk (XIX A). Twee koperen vaandelkruisen (XVIII A en 1841). Koperen kandelaars: Twee paar gegoten drievoets (XVII c); drie paar gedreven (XVIII en XIX a). Klok, in 1519 gegoten door Jacob van Venroed. Credenstafeltje (XIX a-b); drie tabourets Lodewijk XVI. Op het kerkhof grafzerk met wapen en acht kwartieren (1601, zeer afgesleten).
g 1. Het Huis Strijthagen, vroeger omgracht, is een rechthoekig, boven een onderkeldering twee verdiepingen hoog, drie vensters breed, twee vertrekken diep, gemoderniseerd huis onder tentdak; aan den achtergevel (XVI) nog goed herkenbaar de onderverdieping van Kunrader steen, de bovenmuur van baksteen met hoekblokken, en de (thans dichtgemetselde) natuursteenen halve kruisvensters; inwendig: een houten steektrap (± 1700) met vierkante geprofileerde balusters. In den bodem: resten van uitgebreide, aansluitende fundamenten. Van den bij het goed behoord hebbenden watermolen (thans met ijzeren onderslagrad) heeft het schilderachtige molenhuis (XVIII) een met leien gedekt mansardedak, en aan den oosthoek een vierkanten, drie verdiepingen hoogen | |
[pagina 127]
| |
baksteenen toren (± 1700) met geblokte hoeken en gedekt met een pyramidespits met windvaan (karper).
2. Van het adellijk Huis De Doom, thans boerderij, deels nog omgracht, bestaan op de van Kunradersteen gebouwde kelderverdieping, nog twee in winkelhaakvorm aangesloten baksteenen vleugels (XVII B, XVIII A); de groote vensters met hardsteen omlijst; de helft van een der vleugels ouder (XVI, zeer verbouwd), heeft een eindgevel van mergel, met trapjes; roodmarmeren haardomraming (± 1700).
3. Geleenhof. Groote baksteenen hoeve (XVIII d), met twee verdiepingen hoogen, symmetrischen voorgevel van twaalf vensterbreedten, middenpoort en de vensters met hardsteen afgezet. Aan den hof: een stal van Kunrader steen; op den deurdorpel: 1688.
4. Nabij huis de Doom, een schuur (nr. 2) met ankerjaartal 1792.
5. Bij den bouw van het nieuwe kasteel ter worm (1891) werden slechts eenige baksteenen muurresten van een XVIIe (?)-eeuwsch kasteel benut en de romp van een (ouderen), thans omkleeden ronden toren. Van de baksteenen voorburchthoeve, staan nog een vierkante, twee verdiepingen hooge poort onder leien pyramidedak met ankerjaartal 1670 en hardsteenen valbrugfront; een ingekorte baksteenen schuur (XVII); en een stuk van een lagen vleugel met ankerjaartal 1671. Inwendig: een ijzeren haardplaat (1669) met St. Joris; eenige obiits (1771, 1775 en 1847). Nabij het kasteel twee natuursteenen hameipijlers Lodewijk XV.
6. Van het middeleeuwsche slot Eykholt, zijn nog eenige met mergelsteen bekleede, van zandsteenbrokken gemetselde, zware muurresten over, met den ongeveer 21/2 M. breeden deels vierkanten, deels achtkanten, ongeveer 6 M. hoogen bouwval van een hoektorentje. | |
[pagina 128]
| |
7. Watermolen (XVII of XVIII), ten deele in vakwerk, thans met ijzeren rad. |
|