Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, I. De provincie Limburg (Amby-Meer)
(1926)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekendBroekhuizen.e 1. De r.k. kerk (H. Nicolaas), gerestaureerd in 1885, georiënteerd met 71/2o zuidelijke afwijking, opgetrokken van baksteen en met ribgewelven overspannen, bestaat uit een enkelvoudige ruimte (XV) van vier traveeën, gevolgd door een 5/8-gesloten polygoon; een aangebouwde lage sacristie | |
[pagina 44]
| |
(XIX A). Eenvoudige steunbeeren, spitsboogvensters met nieuwe natuursteenen traceeringen; geheel vlakke westgevel met eenvoudigen top met vlechtingen, en met segmentboogdeur (waarboven moderne beeld-nis); dichtgemetselde zijingang; midden op het leien dak een achthoekige dakruiter (XVIII?). De gewelfribben geplaatst op muurschalken, die bij de waterlijst beginnen, waarvan vier op gebeeldhouwde kraagsteenen, de overige stomp; plompe orgelgalerij (midden-XIX). De kerk bezit: Hardsteenen doopvont (± 1400, geschonden) met vier koppen; hardsteenen wijwatervat (midden-XVIII). Eiken preekstoel (1644, met eenige vernieuwingen), met wapen en eenvoudigen baldakijn. Orgelfront (XVIII A). Grafzerk (1759) van Scholtis Aerdts; afgesleten hardsteenen zerk (1785) van pastoor Potten. Houten beelden: Kruisbeeld met Maria en Johannes (XV d); H. Petrus (XVI a); H. Antonius Abt (XVI); H. Catharina (XVI a); Madonna (XVI B); borstbeeld van den H. Nicolaas (XVIII) in moderne nis boven den ingang. Gewelfschilderingen (MCCCCCXI of MCCCCCXL) in de vierde travee en in het polygoon, loofwerk met o.a. den H. Nicolaas en de Evangelisten-symbolen. Verguld zilveren miskelk (1730); zilveren kus-reliekhoudertje (XVIII A). Vier paar gegoten koperen drievoetkandelaars (XVII B). Driestel, kazuifel en twee vela (alle XVIII), ten deele vernieuwd; vaandel (XVIII B). Twee klokken, waarvan een gegoten in 1437 door Johannes van Venlo en een in 1843 door Petit en Fritsen. Op het kerkhof: enkele overblijfselen van een Heilig graf; een twaalftal steenen grafkruisen (XVI tot 1687). 2. In een modern bedehuisje aan den weg, een houten Mariabeeld (XVIII). g 1. Het kasteel van Broekhuizen is een aan de resten eener oude omgrachting gelegen, baksteenen (thans geel | |
[pagina 45]
| |
gesausd), boven een onderkeldering twee verdiepingen hoog, rechthoekig gebouw (XVIII A), vijf vensters breed, twee kamers diep, onder schilddak; iets buiten het midden van het voorfront uitspringende, een drie vensterbreedten metende risaliet met fronton, en vierkant omlijsten hoofdingang (met in baksteen nagebootste bossageblokken) aan een dubbel bordestrapje; aan den rechter achterhoek een oudere uitspringende rechthoekige kamertoren (XVI - 1600) met uitgetande verhooging en met schilddak (dichtgemetselde omblokte tusschen-dorpelvensters). Inwendig: een drietal eenvoudige lage steenen schoorsteenmantels.
2. Van het voormalige kasteel de Kolk zijn slechts enkele grachten over. | |
Broekhuizenvorst.e 1. De r.k. kerk (oudtijds H. Verlosser, thans Zoete Naam van Jezus), gerestaureerd in 1879 door J. Kayser, georiënteerd met 11o noordelijke afwijking, van baksteen gebouwd en met ribgewelven overspannen, bestaat uit: a. een hoofdbeuk (XV of XVI) met een even ouden, noordelijk gelegen, iets lageren zijbeuk, beide van drie traveeën, de westtravee van den hoofdbeuk te weerszijden van en over den romaanschen aanleg (XIII?) van den westtoren heen gebouwd; b. een veel smaller, door een triomfboogwand van den hoofdbeuk gescheiden (ouder) koor (XV), bestaande uit een travee en een 5/8-gesloten polygoon; c. een westtoren (XVI?), thans tevens ingangsportaal (met verplaatste 16e-eeuwsche deur) op de oudere ondergeleding, het gewelf van de schiptravee uitsnijdend, omhoog gebracht; d. een sacristie (XVI?), uiterlijk de oostelijke voortzetting van den zijbeuk en met laag modern toevoegsel. Eenvoudige steunbeeren; spitsboogvensters met moderne traceeringen. Schipdak verhoogd. In het koor te halver hoogte op kapiteelen aanvangende wandschalken; de beukpijlers tot halve hoogte | |
[pagina 46]
| |
effen, van daar af gelede kruispijlers, waarvan alleen de hoekschalken kapiteelen dragen onder de diagonaalribben, en waaruit zich de gordel- en schildbogen onmiddellijk ontwikkelen; de koorribben met dubbel hol, die van het schip met talaanprofiel; in het koor gebeeldhouwde sluitsteenen. De geheel vierkante westtoren telt drie geledingen, de benedenste effen (vóór een venster XV), de andere elk met twee spitsboognissen ter zijde, drie vóór en drie achter, ten deele versierd met mergelblokjes; in de bovenste nissen galmgaten; oude mergelsteenen traceeringen; achthoekige spits (XIX?) met aanloopvlakken. De kerk bezit: Hardsteenen romaansche doopvont (± 1200, alleen de kuip oud) met koperen deksel (± 1700?); hardsteenen wijwatervat (XV B?). Hardsteenen zerk van pastoor Michael van Oijen (± 1540, afgesleten); hardsteenen zerk van Marten Beugel, Heer van Oijen (1533, afgesleten). Houten beelden: Kruisbeeld met Maria en Johannes (XVI a); H. Antonius Abt (XVI A); H. Sebastiaan (XVI A). Muurschilderingen (XVI, sterk vernieuwd): H. Christoffel, tegen den noordkoorwand en: Laatste Oordeel, op den triomfboog (schipzijde); gewelfschilderingen in het koor (zeer gerestaureerd) en in het middenschip (XVI): loofwerk met symbolen der Evangelisten. Schilderijen: de H. Bruno en de stichters der Reguliere Orden; Maria Boodschap (beide 1665, en afkomstig uit het oude hoogaltaar). Zilverwerk: monstrans (1752, merken: Venlo en PR) met fraaien voet Lodewijk XV; miskelk (midden-XVIII); miskelk (1831); ovaal schaaltje met alliantiewapen (XVII d); twee ampullen (XVIII, merken: Venlo en MM); rijk gedreven plaat van een broedermeestersstaf (± 1600). Koperen kandelaars: een enkele en een paar geprofileerde gegotene (XV); vier paar gegotene met drievoet (XVII B); een paar gedreven koperen wandarmen (1807). Gesmeden | |
[pagina 47]
| |
ijzeren standaard met drie kaarsenkransen (XVII A); zes enkelvoudige standaards (XVII A). Driestel (1779). Drie klokken, waarvan eene in 1440 gegoten door Johannes van Hentem; eene in 1500 en eene in 1520, gegoten door Wilhelmus Wilden. Op het kerkhof een steenen priestergrafkruis (1581), benevens een vijftiental steenen grafkruisen van 1623-1709. Ingemetseld in den torenmuur een steenen kruis (XVI?) met, in een cirkel, een Malthezer kruisje. Het kerkhof wordt nog voor een aanmerkelijk deel omgeven door een baksteenen muur met schietgaten (XVII A).
2. Niet verre van de (oude) pastorie een bedehuisjf, met houten beeld van Maria Moeder van Smarten (XVIII?).
g. Dicht hierbij een boerderij met het ankerjaartal 1656. | |
Ooien.e. Aan den weg naar Blitterswijk een baksteenen (thans gecement) open bedehuisje in 5/8-vorm (ankerjaartal 1733), waarin houten beeld (XVI a) van de H. Anna, Maria onderrichtende.
g. Het kasteel van Ooien, ten deele nog omgracht, van (thans gewitte) baksteen opgetrokken, bestaat uit een, boven de onderkeldering twee verdiepingen hooge, aan de zuidzijde vier vensterbreedten metende, en bloc anderhalf maal zoo lange, effen groep (in hoofdzaak denkelijk XVII B, wellicht oudere muurresten, het zuidelijk deel het oudste) van drie smalle vleugels en een oostmuur, die samen een vierkant binnenplaatsje omsluiten; alle vleugels met zadelen schilddaken; slechts aan den noordkant één eenvoudige driehoekige geveltop. Nieuwe vensters; twee windvaantjes met alliantiewapen (± 1700). Aan den aansluitenden hof vóór het kasteel, oud baksteenen huis onder zadeldak tusschen twee fraaie topgevels | |
[pagina 48]
| |
met dubbel gezwenkte kanten; in den voorgevel ankerjaartal 1651. Op de pijlers van de hofpoort twee achthoekige laatgothische bladkapiteelen. |
|