Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, I. De provincie Limburg (Amby-Meer)
(1926)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekendBorn.e 1. De r.k. kerk (H. Martinus), gebouwd in 1906 door C. Franssen, bezit: Houten bovenstuk van een altaar (XIX A). Hardsteenen wijwatervat op voet (XIV). Paneelen (XVII) van een preekstoel, thans aan een sacristiekast. Houten beelden: H. Barbara (XV); O.L. Vrouw (± 1750, met voetstuk); Kruisbeeld (XVIII). Schilderijen op doek: Christus' beweening (XVII?), zeer beschadigd; kroning van Maria; Maria hemelvaart (beide ± 1700), in oude lijst. Zilverwerk: monstrans (1842); miskelk (XVIII A). Koperen kandelaars: zes paar gegoten drievoets (XVII B); een paar geprofileerde (XVIII d); een paar gegoten (XVIII A). Kazuifel (XVII?) met borduursel: H. Catharina (XVI) in rozet, kruis en paal nieuw. Drie klokken, gegoten in 1418, 1728 en 1748. | |
[pagina 40]
| |
2. Nabij Born een kleine baksteenen kapel (XVIII A) in 6/8-vorm, van voren vlak, gedekt met achthoekigen, vóór overstekenden, klokhelm. Uitwendig nissen en (thans dichtgemetselde) kleine ronde vensters. Inwendig gestucadoorde achthoekige koepelzoldering.
g 1. Het kasteel van Born (midden-XVII) is een door grachten omgeven, rechthoekig, acht vensterbreedten lang, drie vensters breed, boven een onderverdieping twee verdiepingen hoog, door een dubbel schilddak met zakgoot overdekt baksteenen gebouw, met op elken hoek een bijna vrijstaanden, zwaren, vierkanten, drie verdiepingen hoogen toren met vierkante, hol gefatsoeneerde spits, waarop piron en windvaan. Geblokte mergelsteenen hoeken en (thans vlak gehakte) lijsten; groefsteenen (veranderde) kruiskozijnen. Midden in den met een fronton versierden noordwestgevel de ingang naar de vestibule, waarachter, aan den zuidoostgevel, de groote zaal met aankleeding Lodewijk XVI; kleine achterzaal met monumentale rood- en witmarmeren schouw (1666) met wapen - de Lerode. Drie hoektorens bevatten kamers, de vierde, oostelijke, de kapel met naar buiten overgekraagde altaarnis; in den westelijken: een betimmerd vertrek Lodewijk XVI met stucpaneelen (de vier jaargetijden). De (gewitte) baksteenen slothoeve bestaat thans (door het wegbreken van het middendeel met poort) uit twee winkelhaakvormige stukken, elk met een zwaren uitspringenden hoektoren met holle gefatsoeneerde spits.
2. Nabij het kasteel de in vakwerk gebouwde banmolen, een watermolen met woning. Achter het park tuinierswoning met schilddak, waarop twee pirons (1784). | |
Buchten.e. De r.k. kerk (H. Catharina), onbelangrijke baksteenen kerk, gebouwd in 1835 met behoud van de benedenste twee | |
[pagina 41]
| |
geledingen van den bedorven en van een ingang voorzienen mergelsteenen vierkanten romaanschen toren (XIII) der met 15o zuidelijke afwijking georiënteerde vroegere kerk. De kerk bezit: Twee koorbanken van vier zetels (XVII B, met nieuwe toevoegsels). Hardsteenen doopvont met vierkanten balustervoet (tegen 1700). Fraaie zilveren stralenmonstrans (1749); zilveren schaal (XVII) met vruchtenrand en wapen. Gegoten koperen wijwateremmertje (XVI). Koperen kandelaars: een paar gegoten drievoets(XVII B); een paar geheel geprofileerde op bollen (XVII); een paar geprofileerde drievoets (XVII). Kazuifel (XVII, ten deele vernieuwd), met stola en manipel; velum (XVII B), waarop geborduurd de H. Catharina; velum (XVIII A); eenvoudige bursa (XVII?). Drie klokken, waarvan een zeer oude effen kleine (XIII?); een van 1513 en een (XVI a), beide gegoten door Gregorius van Trier. Kist met ijzerbeslag (1823).
g. Nr. 1. Huis ‘het Anker’ (thans gecement), met het ankerjaartal 1749, en boven de deur een gevelsteen, waarop een scheepsanker. | |
Holtum.e. De r.k. kerk (H. Martinus), gebouwd in 1887 door J. Kayser, heeft nog een geheel vierkanten romaanschen mergelsteenen toren (XIII) van drie, thans geneoromaniseerde geledingen, in 1887 bovendien met nog twee geledingen verhoogd en van nieuwe vensters en een ingang voorzien; de oriëntatie wijkt 4o naar het N. af. De kerk bezit: Voet van een romaansche doopvont (± 1200); eenvoudig hardsteenen wijwatervat (1643); dito (1819). | |
[pagina 42]
| |
Hardsteenen grafzerk (1643) met wapen - Bentinck-Weix; onder den steenen koorvloer grafzerken van 1643 en 1658. Houten beelden: H. Annatrits (XV d); H. Udalricus (XVIII). Zilverwerk: gedreven monstrans (voet en stam XVII B, bovendeel veranderd XVIII); ziekenpyxis (1620); één dubbel en één enkelvoudig H. Oliebusje (XVII, zeer eenvoudig); zilveren ampullenschaaltje (XVIII). Kanten humerale (XVIII). Klok, in 1646 gegoten door Frans en Jacob van Trier.
g 1. Het huis Holtum, een omgracht, rechthoekig, vijf vensters breed, twee kamers diep, boven de onderkeldering twee verdiepingen hoog (thans gewit) baksteenen, eenvoudig gebouw onder zadeldak tusschen twee zijdelingsche topgevels; ter zijde en achter in ankers het jaartal 1633; de onderbouw deels van mergel (misschien XVI) met tongewelven. Voorgevel met klein middenfronton (± 1800); daktorentje (± 1800). Fraaie steenen schouw (XVII) met hermen; eiken voordeur (1777) en binnendeuren Lodewijk XV. Aan weerszijden van het vroeger door een gracht gescheiden voorterrein (van den voormaligen voorburcht)twee rechthoekige baksteenen gebouwen (XIX), links woning en bergruimten, rechts stallen met open voorhal, gevormd door zes heele en twee halve, dikke, ronde, baksteenen pijlers. In het huis wordt bewaard een wapenbord (XVII a?) met wapen - von den Hove (?).
2. Het kasteel Wolfraath, omgracht en met kasteelhoeve, bestaat uit twee baksteenen, boven een onderverdieping twee verdiepingen hooge, respectievelijk acht en vijf vensterbreedten metende, als een winkelhaak aaneengesloten vleugels onder leien zadeldaken, met op den buitenhoek een uitspringenden vierkanten kamertoren onder achthoekig samengetrokken klokvormigen helm met topkoepeltje. (De toren met de aangrenzende deelen der vleugels XVII A, verbou- | |
[pagina 43]
| |
wingen XVII B, 1802 en later). Natuursteenen kruiskozijnen (veranderd 1802, thans deels hersteld); hardsteenen poort vroeger met valbrug. Inwendig: zaal met balkzoldering, waarin natuursteenen schouw (1628) met karyatide-pilasters, leeuwconsoles en wapenschilden; kleine zaal met balkzoldering en wand- en stucdecoratie (1634), waarin de vlakke borstbeelden der Latijnsche Kerkvaders; Ionische schouw (midden-XVII) met leeuwenkoppen; eenige schoorsteenmantels laat-Lodewijk XVI, stuc-versieringen en plafonds (1802). De slothoeve bestaat uit twee als een winkelhaak aaneengesloten baksteenen vleugels, waarvan een met een vierkant opgebouwde middenpoort met spits, vroeger met valbrug; aan de voorzijde boven de poort het alliantiewapen - Bentinck-de Breyll (1663); aan den anderen vleugel (hofzijde) gevelsteenen: een met cartouche-nis, waarin een Madonnabeeldje, en twee met ‘Anno’ en ‘1657’.
3. Boerderij nr. 41. Baksteenen gevel met ankerjaartal 1791. | |
Nattenhoven.Ongeveer 1/2 K.M. van het gehucht, ten O. van den weg naar Born, ligt een hoeve met ankerjaartal 1742. |
|