Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, I. De provincie Limburg (Amby-Meer)
(1926)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 23]
| |
Germaansch grafveld bij de Hamert onder Wel, waaruit urnen worden bewaard in het museum van het Geschied- en Oudheidkundig Genootschap te Maastricht en in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. | |
Aaien.e. Kapel (H. Antonius Abt), een met 6o noordelijke afwijking georiënteerde baksteenen, 3/8-gesloten kleine kerk (± 1600?), heeft eenvoudige steunbeeren, spitsboogvensters, gestucadoorde zoldering, en (lateren) zeshoekigen dakruiter. De kapel bevat: Houten altaar (XVII A, noordelijke Renaissance), met altaarstuk. Biechtstoel (XVII). Preekstoel (XVII, verminkt). Houten beelden: H. Antonius Abt (drie stuks, XVII B); Madonna (XVII); H. Petrus (XVIII); Maria en Johannes (XVI a, van een Calvarie) en een kleine Calvarie (1663). Zilveren miskelk (XVIII a). Twee paar gegoten koperen drievoetkandelaars (XVII c). Klokje, in 1648 gegoten door Johannes en Henricus van Trier. | |
Afferden.b. Van den voormaligen BURCHT van Afferden, verwoest XIV d, is de ligging uit indiepingen der oude grachten herkenbaar. c. Nabij het kasteel Bleienbeek een houten wegkruisje (XVII of XVIII).
e 1. De r.k. kerk (H.H. Cosmas en Damianus), georiënteerd met 13o noordelijke afwijking, bestaat uit: a. een geheel vierkanten (thans gepleisterden) toren van drie geledingen, beneden van ijzerzandsteen (XIII, ribgewelf, doorgebroken westingang), de middengeleding van mergel (XIII), | |
[pagina 24]
| |
het bovendeel van baksteen (XIV of XV); b. een met kruisribgewelven overspannen baksteenen schip (XV of XVI) van drie traveeën, met toegevoegden (of verbouwden) noordbeuk (1830?), en een zuidbeuk (1884); c. een baksteenen op kruisribben overwelfd koor (XV of XVI, spitsboogvensters, eenvoudige steunbeeren, kraagsteenen met koppen) van twee traveeën en een 5/8-gesloten polygoon; d. een doopkapel (XIX); e. een sacristie (XIX). De kerk bezit: Houten Korinthisch hoogaltaar (midden-XVII) met zijdoorgangen, en als retabel- en frontispice-versiering, acht merkwaardige albasten passie-tafereelen (1542, Engelsch werk), gevat tusschen scheidingen met zestien figuurtjes in baldakijns, en twee karyatide-pilasters. Eenvoudige hardsteenen doopvont (deels XVI); marmeren wijwatervat (XVII B). Beeldhouwwerken: albasten Madonna (XVI, verminkt); albasten pilasterversiering (XVI). Van hout: Kruisbeeld (± 1300, geschonden); Maria en Johannes (XVII, klein, van een Calvarie, het Kruisbeeld misschien in de O.L. Vr. Kapel); Madonna; Maria O.O.; vrouwelijke heilige (alle XVII, en beschadigd); H. Cosmas (XIX A); H. Damianus (XIX A). Twee gewelfsluitsteenen met figuren (XV of XVI, buiten in den koormuur, beschadigd). Schilderijen: Christus aan het kruis (copie naar A. van Dijck); Maria hemelvaart; doop van Christus; H. Johannes Nepomuk (alle XVII en XVIII, en meest middelmatig). In de pastorie: Madonna (XVII); portret van pastoor v. Dam (1770, paneel), door J. Horstok; Kruiswegstaties (XIX A, chromolithografieën n. Frère Athanase, Lasnier lith.). Een paar gedreven rood- en geelkoperen lichtarmen (XIX a). Kazuifel (± 1700) met ouder (± 1500) kruis en paal, versierd met borduurwerk; breed kanten boord (XVIII) van een albe. Drie klokken, waarvan een in 1616 gegoten door Peter | |
[pagina 25]
| |
van Trier, een in 1653 door Johannes van Trier, en een in 1705 door Johannes Fremi. Houten leunstoel (XVII). Rondom de kerk: fragmenten van grafzerken (XVI) en grafkruisen van 1626, 1682 en 1813.
2. Het kapelletje van O.L. Vrouw van Smarten, een baksteenen (thans gewit) eenvoudig kruiskapelletje (1606), met kleine houten spits, en kruisribgewelf, bevat: klein composiet houten nis-altaar (XVII of XVIII), waarop een O.L. Vr. met het zwaard in 't hart; houten beelden van den H. Cosmas en den H. Damianus (beide ± 1700) en een klein Kruisbeeld (XVII). In de moderne uitbreiding der kapel: drie paar houten drievoetkandelaars (± 1700).
g. Van het kasteel Bleienbeek, op omgracht terrein gelegen, bezit de voorburcht (in 1911, na vernieling door brand, nieuw opgebouwd), slechts den ouden aanlegvorm. Het eigenlijke kasteel (XVI en XVII), opgetrokken van baksteen, boven een onderverdieping twee verdiepingen hoog en onder steile, ongelijk hooge, schilderachtig aan elkaar sluitende schilddaken (XVII d), symmetrisch aangelegd om een vierkant binnenpleintje, bestaat uit: a. een forschen noordelijken vleugel, met, midden aan het pleintje, een hoogen, geheel vierkanten, half vooruitspringenden traptoren met poortdeurtje (XVI) in hardsteenen omlijsting en met gefatsoeneerde leien spits; aan de achterzijde een half achthoekigen kapeluitbouw (XVII d, gevelsteen, met alliantiewapen); b en c. een smalleren, oostelijken en een dito westelijken vleugel, wier binnenpleingevels, op corridorbreedte van den vroegeren buitenmuur, blijkbaar werden opgetrokken(XVII d) om verbindingsgangen te verschaffen; elke vleugel onderaan aan het pleintje tevens met een smalle arcadengalerij; d. den zuidelijken iets terugliggenden, smalleren en lage- | |
[pagina 26]
| |
ren frontvleugel, met aan het binnenplein een middenpoort (XVI) met geprofileerde hardsteenen omlijsting en twee dito zijpoortjes (XVI); in het front een hardsteenen gevelpoortje (XVII, fronton met wapen), de deuren met gesneden bovenpaneelen en boogvulling met cartouche (1688). De vensters, onder getoogde strekken (XVII d), vervingen gekoppelde XVIe-eeuwsche. Inwendig: De z.g. paradijszaal met betimmerde en beschilderde (1694) zoldering (XVII d, de moerbalken als zwevende hoofdgestellen met gesneden friezen; schouw met houten karyatide-pilasters), de overige lokalen met moer- en kinderbalken; in de z.g. ridderzaal houten schouwbetimmering (XVII B) op getorste zuilen; overigens nog een zevental gesneden houten mantels (XVII B) en één (XVIII B). In de kapel een Korinthisch houten altaar (XVII B) met, geschilderd, Calvarie en H. Anna. Geschilderde zolderingen (1695). Twee portretten van officieren (± 1675, op doek). Eenige geprofileerde hardsteenen boogsteenen en zuiltronken (XVI) liggen op het terrein. | |
Bergen.e. De r.k. kerk (H. Petrus), georiënteerd met 2o noordelijke afwijking, bestaat uit: a. een geheel vierkanten (thans gecementen) romaanschen westtoren (XIII A), met een geheel effen benedengeleding van ijzerzandsteen, een mergelsteenen middengeleding met lisenen, een baksteenen bovengeleding met lisenen, rondboogfriezen en galmvensters (doorgebroken westingang); b. een enkelvoudige schip- en koorruimte (1827) van zes traveeën en een 3/8-gesloten polygoon, onder één gekoofde, vlakke gestucadoorde zoldering; nog later vergroot met: c. een kapel; d. een doopkapel naast den toren, en e. een sacristie tegen het koor. Eenvoudige steunbeeren en rondboogvensters, De kerk bezit: Eenvoudigen eiken preekstoel (1627). Koperen hangkroontje (XVII). | |
[pagina 27]
| |
Grafzerk (1821). Houten beelden: H. Petrus (± 1700); H. Barbara (XVII- d). Zilveren stralenmonstrans (voet XVII B, bovendeel XVIII en XIX); zilveren ciborie (XVIII d). Kazuifel, koorkap en humeraal (XIX A). Vier missalen (1728-1765). Op het kerkhof zeven grafkruisen (van 1645 tot 1709).
g. Huis D 86; ankerjaartal 1778. | |
Heien.e. De r.k. kerk (H. Dionysius), georiënteerd met 131/2o noordelijke afwijking, is gebouwd in 1852, met behoud van een baksteenen, zeer vernieuwd, met kruisribgewelven overspannen koor (XV?, hersteld 1886) van één travee en een 5/8-gesloten polygoon. De kerk bezit: Composiet houten hoogaltaar (1695) met altaarstuk: onthoofding van den H, Dionysius (XVII d) en Madonnabeeldje. Twee zijaltaren (XVII d, veel veranderd). Preekstoel (kuip van 1684). Orgelfront (XVIII). Houten Madonnabeeldje (XVI); H, Nicolaas (XVIII). Schilderij: H. Barbara (XVII a, paneel). Bronzen hangkroon Lodewijk XIV, met acht armen. Zilveren stralenmonstrans (XIX A?); zilveren ciborie (± 1800); zilveren miskelk (1796). Vier paar zilveren drievoetkandelaars (XVIII d); drie paar gegoten koperen drievoets (XVII c); een paar gedrevene geprofileerde (± 1800). Eenvoudigen tinnen schotel en kroes (XVIII). Bovenstuk eener eenvoudige sacristiekast (XVIII). Leunstoel met drie taboeretten (XVIII B), twee kisten (XVII en 1783). | |
[pagina 28]
| |
Twee klokken, waarvan een gegoten in 1650 en een in 1785 door Alexius Petit en zijn twee zoons. g. Het huis Heien is een binnen eene omgrachting gelegen, van baksteen opgetrokken, thans grootendeels gecement complex (XVI en XVIII) van twee in haakvorm verbonden vleugels: a. één van twee kamerlengten en twee vensterbreedten, onder zadeldak tusschen twee topgevels, waarvan de eene gezwenkt en met kleine pinakels, de andere met trapjes; voorts met twee lagere zij-uitbouwsels met XVIIe-en XVIIIe-eeuwsche topgeveltjes; b. een lageren smallen vleugel met, in het midden, een verhoogden, vierkanten poorttoren. Kelder met zes kruisgewelven op twee achthoekige pijlers. De aanhoorige eenvoudige hoeve heeft boven de ingangspoort een steen met alliantiewapen (1715) en een (1706) boven een deur. Als waterdorpel gebezigd: een fraaie Renaissance-latei (XVI of XVII A) met wapenschilden. | |
Heukelom.e. Kapel (H. Antonius Abt), eene met 5o noordelijke afwijking georiënteerde, rechthoekige, baksteenen kapel (XVI of XVII) onder zadeldak tusschen twee topgevels. Op den westgevel, met ankerjaartal 1859 (verbouwing), een vierkant klokketorentje; achtergevel met dichtgemetselden triomfboog van het afgebroken koor. De kapel bevat: Hardsteenen wijwatervat (XVI?). Een, ten deele oud, beeldje van den H. Antonius Abt. Geprofileerden miskelk (± 1700); koperen wijwateremmertje (1769); twee paar gegoten koperen drievoetkandelaars (XVII c); gegraveerd zilveren Maria-figuurtje (± 1700, ex-voto). | |
Kamp (Op de).e. Kapel van den (H. Rochus), met 4o zuidel. afwijking georiënteerde 3/8-gesloten baksteenen kapel (1715), de top- | |
[pagina 29]
| |
gevel met drieledig gezwenkte kanten; zeshoekig klokkespitsje; zoldering op moerbalken; kleine galerij. De kapel bevat: Barok altaartje (XVII, geschonden). Marmeren wijwatervat (XVII). Geschilderden H. Rochus (XVIII). Eenvoudigen zilveren miskelk (XVIII a). Een klokje, in 1722 gegoten door Peter Fuchs van Keulen. Buiten, tegen den achterkant een beschadigde, laat-gothische, mergelsteenen omlijsting van een theotheka of een piscina, met beeldnisjes, en, in den tympan, een verminkt Madonna-beeldje. Als steun- en schamppalen eenige hardsteenen overblijfselen van een kapiteelpijler (± 1600).
g. E 241. Boerderij; ankerjaartal 1712. | |
Kanaalmond.e. Gecement heiligenbeeldhuisje met het jaartal 1764. | |
Looi (De).c. Ten N. van de Looi wegkruis met houten Kruisbeeld (XVIII A).
e 1. De moderne r.k. kerk (H. Catharina) bezit: Miskelk (XVII A, met wapen); een paar gedreven koperen kandelaars (± 1800); een paar dito rood- en geelkoperen (XIX A); een vaandelstokknop met kruis (XVIII); een ijzeren pironkruis (XVII, van de vroegere kapel).
2. Het kapelletje van de H. Anna bevat een ijzeren hekje van kruisstaven (XVII) en een op hout geschilderde H. Annatrits (XVII?). | |
Siebengewald.e. De r.k. kerk (H. Jozef) bezit een gedreven zilveren ciborie (1708). | |
[pagina 30]
| |
Wel.e. De r.k. kerk (H. Vitus), bestaat uit een onbelangrijk driebeukig baksteenen schip (1841) van vier traveeën op Toskaansche zuilen; een tusschen de verlengde zijbeuken gevatten westtoren (1869) en een oud, met 10o noordelijke afwijking georiënteerd, eenvoudig, baksteenen koor (XV of XVI) van één travee en een 5/8-gesloten polygoon. Eenvoudige steunbeeren; veranderde, deels dichtgemetselde spitsboogvensters; thans gestucadoorde zoldering. Ten Z.O. tegen het koor een eenvoudige baksteenen sacristie. De kerk bezit: Hoogaltaar (XVIII A), met retabel van Korinthische orde en zijpoortjes, verbonden met een koorwand-betimmering (Korinthische ordonnantie), waartegen twee stel koorzetels (XVIII A, ten deele veranderd). Communiebank Lodewijk XV. Twee dubbele biechtstoelen (XVIII d). Zwart-marmeren doopvont op grijs-marmeren voet (± 1700). Preekstoel (XIX A). Houten beelden: H. Rochus (XVI); H. Antonius Abt; H. Vitus; H. Antonius van Padua (alle XVII); H. Annatrits (XVII); Kruisbeeld (± 1700); H. Jozef (± 1700); H. Hubertus-groep (XVII B); H. Vitus (XVIII A, hoogaltaar); H. Barbara (XIX b). Schilderijen: Opstanding (XVIII a, hoogaltaar); doop van Christus (± 1600). Zesarmig koperen hangkroontje (XVII A). Stel van drie canonborden (XVII B). Zilverwerk: monstrans (XVIII); miskelk Lodewijk XVI (1803); reliekhoudertje (XVIII A); wierookvat (± 1800); scheepje Lodewijk XVI; ampullenstel (± 1800). Missaalband met zilveren beslag Lodewijk XV (1773). Koperen Godslamp (XIX A). Twee paar gedreven kope- | |
[pagina 31]
| |
ren kandelaars Lodewijk XIV (XVII B); drie paar geprofileerde (XVIII); een paar gecanneleerde (± 1800). Koperen lezenaar Lodewijk XV. Twee tinnen ampullen (XVIII d). Drie klokken, waarvan een in 1782 gegoten door Alexius Petit en twee in 1783 door Alexius en Everardus Petit en Alexius Petit Junior. Torenuurwerk (1704) van Jan Remmen te Wel. Sacristiekast Lodewijk XV op onderkast Lodewijk XVI; bergkast (XVII, met dubbele deuren). Op het kerkhof een twintigtal steenen grafkruisen (van 1574-1762). g 1. Het kasteel, op omgracht terrein, met binnengracht, bestaat uit: a. het hoofdgebouw, boven een onderverdieping meerendeels nog twee verdiepingen hoog, vierkant, onder zadeldaken om een binnenplaats aangelegd, en van baksteen opgetrokken, heeft op den zuidhoek van het zuid-oostelijk gelegen voorfront een zwaren ronden toren met steile, gefatsoeneerde spits, in het midden een eenvoudige poortrisaliet met gezwenkt topje, bij den oosthoek een eenvoudigen topgevel (toren XV of XVI, bovendeel XVII, poortgevel 1637, het benedendeel van den voorgevel en van den noord-westelijken zijgevel XV of XVI, boven het boogfries XVII); eenvoudigen achtergevel (1625); de eenvoudige zuid-westelijke zijgevel en de binnenplaatsgevels (XVII) zijn opgeschoven en herbouwd ter zijdelingsche verruiming. Inwendig: Een zestal marmeren schoorsteenmantels (XVIII-1800), deels met bovenboezemversieringen. Portretten uit de geslachten van der Muelen, de Liedel en Wolters (XVIII-XIX A). Portret van Prins Maurits door Miereveld, en voorts schilderijen door, of in den trant van A. Hanneman, Gius. Ribera, Th. Wijck, W. de Hase, W. Buytewech Jr. (1630), P.v. Cornelius en Tischbein. In den kelder een ijzeren weegschaal (XVII). | |
[pagina 32]
| |
b. den voorburcht: eenvoudig, van baksteen opgetrokken complex (XVII, dienst- en bedrijfslokalen, stallen, hoeve) aan een vierkant, naar het kasteel open plein; op den noordhoek een zware ronde toren (XV B of XVI A; koepelgewelf, daarboven achthoekig voorheen gewelfd vertrek; het klokvormig koepeldak (XVII); aansluitend aan dien toren een even oud lokaal (brouwhuis) met eenvoudigen gevel; op den oosthoek een ronde smalle toren (XVI) met klokhelm; koetshuis (XVII) met (thans gesloten) Toskaansche hardsteenen zuilen-hal; los staand jagerhuis met (begroeid) ankerjaartal (XVII?). c. ten W. van het kasteel een (thans) vrij staanden, zwaren ronden baksteenen toren (XIV of XV), met, beneden, in overkluisde ruimten, segmentboognissen en uitmondingen van onderaardsche gangen. Buiten de omgrachting, de tot het kasteel behoorende kapel (± 1700) van de H. Barbara, een 3/8-gesloten ruimte met gezwenkt topgeveltje (thans met cement-ver(ont)sierinsgen); zeshoekig dakruitertje; bevat op het altaartje een houten beeld van de H. Barbara.
2-4. E 129. Huisdeur met fraai koperwerk (XVIII). Aan den oostelijken weg langs de Maas een (gecement) huis met twee gezwenkte zij-topgevels (± 1700). Oostelijk hiervan boerderij met ankerjaartal 1718. |
|