samen met één doorloopende, vlakke gestucadoorde zoldering, en onder één, met leien bekleed dak; een geheel vierkanten westelijken portaaltoren met twee oudere geledingen (1790) en een jongere geleding (1886?) met galmgaten, waarop een achthoekige met leien bekleede spits; bezijden en tegen den toren, zuidelijk een vierkante doopkapel, noordelijk een dito trapportaal (1790), beide met lessenaarsdak; achter het koor een vierkante sacristie (XIX). Inwendig, neo-gothische orgelgalerij. De kerk bezit:
Hoogaltaar en twee zijaltaren, met XVIIIe-eeuwsche gedeelten (Lodewijk XV en Lodewijk XVI).
Marmeren doopvont (XVIII A); ingemetseld als wijwatervat een Romeinschen of vroeg-Germaanschen vijzel.
Eiken preekstoel en twee biechtstoelen (XIX A).
Twee stel eiken kerkbanken (1796); bidstoel (XIX A); houten altaarlezenaar (± 1700).
Houten Kruisbeeld (XVII B).
Zilveren wierookvat (XIX A) met scheepje.
Koperen vaandelkruis (1758) en een eenvoudig (XIX a).
Koperen kandelaars: een gegoten (± 1600); een paar geprofileerde (± 1700); een paar gedreven drievoets (± 1700); een paar rood- en geelkoperen met medaillons (XIX A).
Koorkap (XVIII d); baarkleed (XIX A).
Missaalband met zilveren oplegsels (Lodewijk XV en ± 1800).
Op het kerkhof een twintigtal steenen grafkruisen van 1579 tot 1737.
2. De pastorie, een eenvoudig baksteenen gebouw, met het ankerjaartal 1766, bevat een schoorsteenmantel met versierde ijzeren haardplaat en figuurtegeltjes en een met eenvoudige koperen omraming Lodewijk XV en stucversieringen.
g. Details aan particuliere gebouwen: Nr. 2, gemetseld jaartal 1700; nr. 5, dubbele deur (± 1800); nr. 6, anker-