Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, I. De provincie Limburg (Amby-Meer)
(1926)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 6]
| |
Arcen.b. Bouwval van een vierkanten baksteenen poorttoren (XIV of XV), inwendig rond met resten van een wenteltrap op segmentbogen; de aanzet van den poortboog nog aanwezig. Een deel der grachtindieping nog herkenbaar.
e 1. De r.k. kerk (HH. Petrus en Paulus), georiënteerd met 1½o noordelijke afwijking, is een van baksteen met groefsteenen details opgetrokken en met ribgewelven overspannen kruiskerk (XV of XVI, in de XVIIe eeuw door brand zwaar geteisterd), en bestaat uit: a. een driebeukig schip van twee traveeën, de blinde middenbeuk breeder en hooger dan de zijbeuken; b. een éénbeukig dwarsschip; c. een (iets ouder?) koor (XV) van één travee en een 5/8-gesloten polygoon; d. een achter het koor gelegen (voormalige) sacristie (1808); voorts, toegevoegd, een modernen westtoren (tevens portaal), een doopkapel en een sacristie. Eenvoudige steunbeeren en spitsboogvensters (nieuwe traceeringen), dichtgemetselde zijingangen; gelede kruispijlers met slechts kapiteelen op de ronde hoekschalken; de koorgewelven op kraagsteenen. De kerk bezit: Fraaie hardsteenen doopvont (XV) met koppen; het onderstuk ontbreekt. Grafsteen met wapenschild (1599, afgesleten). Op doek geschilderde Kruisafneming (XVII B, voormalig altaarstuk). Zilveren monstrans (1726), waaraan een Madonnafiguurtje (XIV); zilveren miskelk (1754). Vijf paar gegoten koperen drievoetkandelaars (XVII B); | |
[pagina 7]
| |
een paar grove, gedreven koperen, geprofileerde kandelaars (1827); ziekenlantaarn (± 1700). Drie driestellen en een koorkap (XVIII). Drie klokken, waarvan twee in 1681 gegoten door Petrus van Trier, en een in 1750 door Alexius Petit. Op het kerkhof: priesterzerk (1723); grafkruisen van 1658 en 1793; in de kerkmuren opgenomen: elf (?) kleine steenen kruisen.
2. Het kapelletje van de H. Anna, een baksteenen heiligenbeeldhuisje (XVIII?), bevat een houten Maria-Annagroepje (XVIII) en een houten Madonnabeeldje (XVIII).
g 1. Het binnen een oudere omgrachting gelegen, zelf aan drie zijden omgrachte, kasteel van Arcen (± 1700) is een boven een onderverdieping twee verdiepingen hoog baksteenen gebouw onder tweeledig schilddak met zakgoot. De elf vensterbreedten metende vóór- en achterfronten hebben elk een drie vensters breede middenrisaliet onder een fronton (vóór met alliantiewapen); de onderverdieping met eenvoudige vierkante getraliede segmentboogvensters, is geheel effen, de muren daarboven zijn versierd met langs de twee verdiepingen opgaande, onder den overstekenden dakrand door korfbogen vereenigde penantpilasters, waartusschen de eenvoudige segmentboogvensters; vóór rechts (vroeger denkelijk ook links) een smalle, drie vensterbreedten uitspringende, vleugel; aan de voorrisaliet de met een groefsteenen lonische ordonnantie getooide hoofdingang aan een tweevleugelige bordestrap. Inwendig: eenvoudige voorhal; groote zaal met eiken parketvloer, lambrizeering Lodewijk XV, schoorsteenmantel (midden-XVIII) met spiegel en portret van Frederik Willem I van Pruisen (XVIII A, doek, Duitsche school); slingertrap met gesneden leuning Lodewijk XV; vertrek met beschilderde zoldering: Flora (XVIII A, doek, Hollandsche school); vertrek met dubbel kruisgewelf; nog drie schoorsteenommantelingen (XVIII en XIX a); vele | |
[pagina 8]
| |
deuren Lodewijk XIV; de onderverdieping fraai overkluisd. Los: een ijzeren haardplaat met wapen (± 1700) en een gebroken gedenksteen, waarop nog zes kwartierwapens. In de gang een ruitvormig rouwbord (1770). De baksteenen voorburcht (midden-XVII) bestaat uit dienst- en bedrijfslokalen aan weerszijden van een vierkante middenpoort met hardsteenen bossagefront; de vierkante torenkamer heeft een achthoekige spits met knop. Vóór boven de poort alliantiewapen (1653); achter, verplaatst, dito (1763). Baksteenen boogbruggen vóór het kasteelplein en vóór de poort. Twee verdiepingen hooge schuur (± 1700, thans ten deele ingestort) met pilasterversiering in den trant van het kasteel. Kleine schuur met ankerjaartal 1713. 2-4. Huis A 61. Ankerjaartal 16(?)6; A 117. Ankerjaartal 1671; A 131. Topgevel met S-vormige vlechting-kanten en ankerjaartal 17 (3?)7.
h. Van de St. Sebastiaans-schutterij bleven bewaard: een trom (1735), en een (versleten) vaandel (1733). | |
Hasselt.e. Het kapelletje van de H. Anna, een baksteenen open heiligenbeeldhuisje (± 1700?), bevat een kleine Maria-Anna groep.
g. Standaardmolen op steenen voet. | |
Lom.e. De kapel van den H. Antonius Abt, georiënteerd met 6o zuidelijke afwijking, van baksteen opgetrokken en met ribgewelven overspannen, bestaat uit een enkelvoudig schip (1671, volgens ankerjaartal in den eenvoudigen topgevel) van drie traveeën, door een triomfboog gescheiden van een even breed koor (XV of XVI) van één travee en een 5/8-gesloten | |
[pagina 9]
| |
polygoon. Zeshoekig dakspitsje, Zijingang (korfboogdeur) met nis, waarin een houten beeldje van den H. Antonius Abt. De kapel bevat: Barok Korinthisch altaar (XVII), met altaarstuk: Christus aan het kruis (XVII d, doek, copie en spiegelbeeld naar A. van Dijk in de St. Michielskerk te Gent) en houten Madonna. Houten Kruisbeeld (XVII).
g. de spijker (thans deel uitmakende van een boerderij). Rechthoekig baksteenen huis (XVI of XVII?), twee verdiepingen hoog, onder zadeldak tusschen twee toppen, één recht, één met door kwartronden gevulde trapjes, beide met duivengaten. Keldervak met baksteenen tongewelf. | |
Schandeloo.g 1. C 147. Boerenwoning met stroodak; ankerjaartal 1781. 2. C 163. Fraaie boerderij; ankerjaartal 1720. 3. C 169. Boerderijgevel; ankerjaartal 1799. | |
Velden.e. De r.k. kerk (H. Andreas), georiënteerd met 2½o zuidelijke afwijking, bestaat uit een driebeukig schip (1857), een beneden van mergelsteen, boven van baksteen opgetrokken toren (XIII? en XVI?), thans nieuw bekleed en verhoogd (1857), en het 5/8-gesloten polygoon (1655) van een baksteenen koor, nog in gothischen trant, met eenvoudige steunbeeren en spitsboogvensters; deze voorzien van nieuwe traceeringen. In een der steunbeeren ingemetseld: een kop van een middeleeuwsche doopvont. De kerk bezit: Twee barokke composiete altaren (± 1700). Orgelkast (XVIII). Houten beelden: H. Maria (± 1700); H. Sebastiaan (± 1700); H. Jozef, H. Jacobus major, en twee adoranten (XVII en XVIII); H. Andreas (XIX b). | |
[pagina 10]
| |
Monstrans Lodewijk XVI. Twee paar gegoten koperen drievoetkandelaars (XVII B); twee paar gedrevene (XVIII); twee koperen wandarmen (1751); gedreven koperen processiekruis (XVIII). Twee driestellen (XVIII), met kelkkleedjes en pallae. Klok (1419). Sacristiekast (XVIII). Kerkbank (XVIII) met liervormige zijkanten. Haardsteentje (XVII) met het wapen van Arcen. Op het kerkhof een steenen grafkruis van 1632.
g 1. C 8. Hoeve met ankerjaartal 1663. 2. C 114. Heerenhuis (1904) met nis, waarin een houten Madonnabeeldje (XVII?). | |
Vorst.g. C 14. Boerderij; ankerjaartal 1778. |
|