Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
(1923)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 148]
| |
1901-1902 gerestaureerd, is een gebouw, hoofdzakelijk van grofkorreligen tufsteen opgetrokken, bestaande uit een éénbeukig schip (XII), een 5/10-gesloten koor (XIV), een vierkanten toren (± 1100) met een houten spits (1837). In het benedengedeelte der muren van schip en toren worden de lagen van het tufsteenen metselwerk afgewisseld door twee rollagen. Baksteenen steunbeeren (XV). Dichtgemetselde rondbogige vensters. Aan de noordzijde van het schip een dichtgemetselde ingang met latei en posten van roode zandsteen. Een cartouche met: 1611. Groote spitsbogige vensters. De toren bestaat uit twee geledingen, waarvan de bovenste met een kleine versnijding terugspringt. Gekoppelde rondbogige galmgaten met tusschenzuiltjes. Inwendig: in het schip baksteenen kruisgewelven (XV), op zandsteenen ribben, en in de koorsluiting op tufsteenen ribben, neerkomend op geprofileerde draagsteenen, waaronder een kort muurzuiltje, dat op een horizontale lijst doodloopt. Boven de gewelven overblijfselen van een vroegeren oostelijken muur van het schip, met de moet der verhooging bij den aanbouw van het koor. Tegen den oostmuur van den toren de moet van een lager zadeldak. De benedenruimte van den toren, zonder gelijkvloerschen toegang, wordt overdekt door een tufsteenen tongewelf, waarin een ‘angstgat’. In den oostmuur der hierboven gelegen verdieping geeft een rondbogige doorgang verbinding tusschen toren- en kerkruimte. Op de tweede verdieping, in den oostmuur, een dichtgemetselde rondbogige opening, vroeger toegang gevend tot het dak der oude kerk. Op de derde verdieping, in den oostmuur, een rondbogige lichtopening, thans uitkomend op de gewelven van het schip. In de vierde (bovenste) verdieping een klokkestoel. De kerk bezit: Preekstoel (XVIII b). Banken (XVIII b). Twee roode zandsteenen deksels (XI-XII?) van doodkisten. Klok, in 1611 gegoten door Henrick Wegewart. | |
[pagina 149]
| |
Een gebarsten klok, in 1472 gegoten door Jan Ghisberts Potghyter, uit dezen toren afkomstig, is thans in het geschiedkundig museum te Zwolle.
g. Boven de deur eener oude boerenwoning een gevelsteen (± 1700?) met opschrift betreffende een herbouwing. |
|