Zilveren beker, met opschrift en: 1670; gedreven zilveren kroes (XVII).
Drinkhoorn met gegraveerd koperen beslag, waarop: 1663.
Reep fluweel, met opschrift in zilveren losse letters: ‘Stadt Oethmersheim’, afkomstig van den stadspijper.
Eenig tinwerk, waaronder een inktkoker en twee kannetjes (1786).
e 1. De ned. herv. kerk, in 1810 gebouwd, met een torentje (1844), in 1910 gerestaureerd, bezit:
Eiken preekstoel (1614).
Koperen lezenaar (XVII d) met de wapens-van Heyden en van Riedesel d'Eisenbach.
Dergelijke voorgangerslezenaar (1687, geverfd).
Orgel (1650, vernieuwd in 1781).
Gebeeldhouwde grafzerk met wapens-van Heyden tot Schoenradt, Burchboeck en Rhede, en: 1669.
Zilveren beker (XVII d), dergelijke beker (1815), zilveren kan (1839).
Klok, in 1844 gegoten door Petit en Fr. Edelbrock.
Een zilveren schotel met het wapen van het omstreeks 1835 uitgestorven geslacht von Heyden.
2. De r.k. kerk (HH. Simon en Judas), waarschijnlijk XII B gebouwd, midden-XIII gewijzigd, XV a naar het O. vergroot, in 1633 in het bezit der Hervormden gekomen, in 1810 aan de Katholieken teruggegeven, in 1842 gewijzigd, in 1868 hersteld onder leiding van den architect G. te Riele, is een gebouw van Bentheimersteen, bestaande uit een driebeukig schip (XII-XIII), een dwarspand (XIII), welks armen naar het O. vergroot zijn met kapellen (XV), van dezelfde hoogte als dit pand, en een driezijdig koor (XV), tegen welks noordzijde een sacristie (XV B) is aangebouwd, en eenen westgevel met koepeltorentje, in 1843 opgetrokken, ter vervanging van den in 1842 gesloopten westtoren. Het schip heeft het karakter eener Westfaalsche ‘hallenkerk’. In dit gedeelte spitsboogvensters (waarschijnlijk XVIII),