Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V, I. De provincie Noord-Holland (uitgezonderd Amsterdam)
(1921)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekendHem.De in 1898 afgebrande ned. herv. kerk (H. Lucas) was een geheel gepleisterd en met klimop begroeid gebouw (vernieuwd XIX b). Van de middeleeuwsche kerk staat nog de toren (beneden XIV) met vernieuwde spits en balustrade. Slanke spitsboognissen met galmgaten met baksteenen stijlen | |
[pagina 334]
| |
en boogtoten. Spitsboogfries. Ingang (XV d). Op de sluiting een leliekruis (XVI). De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII b). Grafzerk (1615).
Bij deze kerk een herberg met trapgevel (1619) van baksteen met zandsteenversieringen in den trant van Hendrik de Keyser: cartouche en lintvormige vullingen der boogvelden. | |
Venhuizen.Het raadhuis is een klein baksteenen gebouw (1662), welks geveltop geflankeerd wordt door vleugelstukken met festoenen en door twee leeuwen. Dakbekroning met smeedwerk en windvaan (1764).
De ned. herv. kerk (H. Emerentiana) is een baksteenen kruiskerk (XV d, 1875 aan den westkant twee traveeën ingekort) met 5/10-gesloten, thans vertimmerd en afgeschoten, koor; en met eenen half ingebouwden toren (1875; de oude toren was van hout en stond boven den westgevel). Steunbeeren met bergsteenblokken. Koorvensters ten deele dichtgemetseld met behoud der laat-gothische traceeringen. De dwarspandgevels versierd met hooge spitsboognissen (hierin rondboogvensters) waarnaast kleinere nissen met vischblaastraceeringen en waarboven nissen in rozetvorm. In den top van den noordelijken gevel een nisje met zandsteenen bekroning. Inwendig: houten tongewelven met laat-gothische sleutelstukken. In het koor baksteenen traceeringen. In de vier hoeken der kruising en in drie hoeken der koorsluiting rusten de ribben op houten beelden (XV d), gesteld op colonetten en onder baldakijnen. Op een balk achter het orgel: 1637. Op enkele houten stijlen en op een trekbalk: 1716. In het koor een plank met opschrift betreffende den bouw van den ouden toren (1501). De kerk bezit: | |
[pagina 335]
| |
Eiken preekstoel (XVII d) met gesneden paneelen en een koperen doopbekkenhouder (XVII). Eiken doophek met gedraaide spijlen (XVII d), met een koperen doopboog en een koperen lichtarm (XVII). Twee koperen lezenaars (XVII d). Tiengebodenbord (1639-1640); gedenkbord (1656) betreffende de vondst van een steen, waarop het jaartal 999 zou hebben gestaan. Klok, in 1500 gegoten door Gerhardus de Wou. |
|