Eiken preekstoel (1665).
Eiken doophek en banken (XVII c).
Koperen predikantslezenaar (XVII c), dito voorzangerslezenaar (1667).
Koperen blaker en doopbekkenhouder (XVII c).
Grafkelder (hersteld 1913) van Nic. Crucquius.
Twee scheepjes (een: 1794).
Het volgende Avondmaalszilver: twee gegraveerde bekers, geschonken in 1664 en 1667, twee borden en een schotel, geschonken 1752.
Huis A 59. Gepleisterd fragment van een trapgevel (XVII A) met leeuwenmasker.