Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V, I. De provincie Noord-Holland (uitgezonderd Amsterdam)
(1921)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekendEtersheim.De moderne ned. herv. kerk (ter vervanging van eene van 1639) bezit: Eiken doophek (XVIII) met spijlen (XVII A). Twee koperen lezenaars (XVIII a), waarvan een met wapen van Bredehoff. Koperen doopbekkenhouder (XVII). Koperen doopboog (XVII). Gesneden psalmbordje (1764). Koperen beslag aan den preekstoel en den bijbel (1660); koperen sloten aan tien bijbels (XVIII d). Twee koperen kronen (XVII). Klok, in 1609 gegoten door Arent van de Put. | |
[pagina 283]
| |
Aan den weg naar Oosthuizen een oud huis, grootendeels van hout, met versierd deurkalf: 1630. | |
Oosthuizen.De thans ned. herv. kerk (XVI a) is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip, een dwarspand en een 5/10-gesloten koor (afgeschoten). Op het kruis een open zeskante met lood bekleede, dakruiter (XVI a), met peervormige bekroning, wegens verzakking in 1745 opgevijzeld. Tusschen de spitsboogvensters, waarin vernieuwde laat-gothische traceeringen, zware, eens-versneden steunbeeren; in de eindgevels van het dwarspand tweedeelige spitsboogvensters; in den oost- en den westmuur van den noordelijken arm nissen met traceeringen; in den westelijken gevel een vernieuwde ingang. De koorsluiting is bouwvallig. Tegen den N.O. muur een knekelhuisje; in den westelijken gevel een zonnewijzer (XVIII c), met rechts onderaan een cartouche waarin: ‘Oostwout.’ Inwendig: houten gewelven, rustend op schalken met geprofileerde kapiteelen en basementen. De kerk bezit: Koorhek (XVI b, doch gewijzigd XVII). Eiken preekstoel (geverfd) met: 1664 en L.V. B; voet en trap modern. Doophek (XVIII d). Koperen voorzangerslezenaar (1690). Koperen doopboog (XVII c), bekroond door gemeentewapen met twee schildhoudende leeuwen. Orgel (1521), met laat-gothische, geschroefde pijpen en bekroond door drie laat-gothische pinakels (gewijzigd XVII a); de luiken overschilderd. Heerenbank (± 1680) met overhuiving, waarop twee pinakels. Portiek (1648) met gesneden fries, voor den westelijken ingang. | |
[pagina 284]
| |
Twaalf rouwkassen (1685-1785) met wapens van Frans van Bredehoff, zijn echtgenoote en hun kinderen. Grafmonument (1723) van François van Bredehoff, eersten vrijheer van Oosthuizen, door J.P. van Baurscheit: tombe (waarop marmeren Minervabeeld met portret-medaillon), omgeven door een Dorische barok-architectuur, bekroond door wapen met twee schildhoudende griffioenen; vier koperen handvatsels aan den deksteen. Voor het monument een gesmeed ijzeren hek (XVIII a) met de initialen F.v.B. Verschillende zerken (XVII). In twee vensters fragmenten van gebrandschilderde glazen (grisaille, XVIII). Twee zilveren Avondmaalsbekers, een groot en twee kleinere zilveren borden (allesgeschonken in 1720) met gegraveerde wapens van Bredehoff en van der Graeff; zilveren schenkkan (1846). Klok, in 1511 gegoten door Johannes Gerhardus de Wou. Een fragment van een doopvont (XV d), bij de kerk gevonden, is nu in het Nederlandsch museum te Amsterdam.
Fragmenten van buitenarchitectuur:
No. 173. Gesneden deur en dakvenster-omlijsting (XVIII a), in den tuin een hardsteenen voetstuk (XVIII a). No. 184. Gesneden omlijstingen (XVIII a) van deur en dakvenster.
Aan den weg naar Etersheim een huis met gesneden deurkalf (1680). |
|