Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V, I. De provincie Noord-Holland (uitgezonderd Amsterdam)
(1921)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekendNederhorst-den-Berg.De ned. herv. kerk (H. Willebrordus) is een op een kunstmatige hoogte gelegen gebouw van tufsteen, in 1892 gerestaureerd door den architect Posthumus Meyjes. Zij bestaat uit een schip (XII) met een langs den toren doorgetrokken noordbeuk (XVI), een 5/10-gesloten koor (XIII), iets hooger dan het schip en boven een grafkelder gelegen, met een sacristie (XIII d) aan den noordkant; en eenen toren (XII B) met later ingebroken westelijken ingang. Tegen den zuidwand van het schip een portaal (XIII). Aan den noordkant een ingang (XII) uit het oude gebouw met zandsteenen omlijsting en touwversiering, waarop, in romaansche letters, een onvoltooid Latijnsch opschrift. Op den scheidmuur tusschen koor en schip een bekroning, versierd met twee maskers. Inwendig: zuilen op hooge achtkante voetstukken en met achtkante kapiteelen (XVI?), welke deels met rams- en kalfskoppen, deels met engelen- en leeuwenkoppen versierd zijn. In de sacristie een baksteenen koepelgewelf, in den toren een gepleisterd ribloos kruisgewelf, overigens houten gewelven. Ten N. van den toren een nis met gothische traceering in den west- | |
[pagina 274]
| |
muur. In het koor een tegelvloer van zwarte en gele verglaasde steen. De kerk bezit: Rood zandsteenen altaarsteen (XII?), als drempel in het zuidportaal gelegd. Piscina in den zuidwand van het koor. Eiken preekstoel (XVII a). Eiken doophek en vier gestoelten (midden XVII) met overhuivingen. Eiken koorhek (± 1600) met gesneden paneelen. Koperen predikantslezenaar met adelaar; koperen doopbekkenhouder (beide XVII B). Koperen doopboog (1676). Twee zerken van 1753 en 1759; eenige zerken (XVII en XVIII); fragment van een gothische zerk. Twee geschilderde wapenborden (1670 en 1692); een houten wapenschild. Drie psalmbordjes (XVIII d). Een koperen kroon (XVI c) en een (XVII). Twee gegraveerde zilveren Avondmaalskannen (XVII b); een kan van blauw porselein (XVII). Klok, in 1790 gegoten door Henricus Petit. Beschilderde ijzeren geldkist (XVIII) op een schamel.
De r.k. kerk (1892) bezit: Communiebank (XIX a), afkomstig uit de R.K. kerk te Overschie. Zilveren miskelk (XIX a).
Het kasteel nederhorst (reeds vermeld in 1301, verbouwd XVII A en XVIII A, hersteld omstreeks 1902) is een rechthoekig baksteenen gebouw met vier zeskante hoektorens. De voorgevel heeft een portiek met balcon (XVII d). Hiervoor een brug met gesmede ijzeren leuning (XVIII A). Ontlastingsbogen | |
[pagina 275]
| |
met bergsteenen blokken boven de van kruiskozijnen voorziene vensters. In den oostelijken zijgevel overblijfselen van middeleeuwsch metselwerk. Op de torens windvanen met wapens. Voor het huis een stalgebouw (XVIII a), bij de Nieuwe Vecht een aanlegsteiger met leuning, en een gesmeed inrijhek met hardsteenen pijlers en siervazen (XVIII a). Inwendig: in de gang twee kleine kanonnen, in 1695 gegoten door Claude Fremi; in de oostelijke torenkamer een gesneden schoorsteen met rijk vergulde spiegelomlijsting (XVIII a); haardplaat (XVII d); in de zaal een schouw (XVII) met grisaille door Jac. de Wit en met haardplaat (XVII d); familieportretten (XVII en XVIII).
Ten Z. der kerk een huis, nr. A 13, met gewitten trapgevel (XVII b) op zijde. Toppilasters. A 18. Gevel met toppilasters en anker (1656). A 19. Dergelijke gevel met anker (1662). In den achtergevel figuren van gele steen. A 46. Twee ankers (XVII). A 39. Deur met snijwerk (XVIII c). | |
Overmeer.Het huis C 69 heeft een gesneden deur (XVIII b). |
|