Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V, I. De provincie Noord-Holland (uitgezonderd Amsterdam)
(1921)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 200]
| |
b. Verdedigingswerken.1. Mariatoren of Kruittoren, thans patronenmagazijn. Baksteenen rondeeltoren (XVI a), welks omtrek aan de grachtzijde een halfrond vormt. Het vooruitspringende bovendeel gedragen door een rondboogfries op bergsteenen kraagstukken. Hierboven de (thans dichtgemetselde) kanteeling. Aan de walzijde een top- (oorspronkelijk trap-) gevel. Schietgaten met zandsteenen omlijstingen.
2. Hoofdtoren. Aan den zuid-westkant van bergsteen, overigens van baksteen met bergsteenbanden opgetrokken rondeeltoren (1532 gebouwd, 1651 verbouwd en van een daktorentje voorzien, 1905-1907 gerestaureerd). Aan den zeekant halfrond, op veelhoekigen onderbouw. Weergang met thans dichtgemetselde kanteeling, rustend op een rondboogfries met bergsteenen kraagstukken. Het dak is thans over de weergang doorgetrokken. Schietgaten. Lichtkooi tegen de weergang. Steen (XVII) met het wapen van Hoorn. Aan de landzijde: een in 1731 verbouwde topgevel (oorspronkelijk trapgevel, ook blijkens de schilderij van Vroom in het Westfriesch museum), waarvan de verdieping op een fries van driepasbogen is uitgemetseld; overblijfselen van twee uitgekraagde achtkante hoektorentjes. Uitgemetselde lichtkooi bekroond door het wapen van Hoorn. Houten torentje (1651, bovendeel verbouwd na brand in 1750) met twee open koepels. Ten N. van den topgevel een achtkante traptoren. Boven den ingang fronton met het wapen van Westfriesland (XVI). Hiernaast een steen met gothisch opschrift (1534). Inwendig: muurkastje (XVII A) met paneelwerk. Een ander muurkastje en een eiken schoorsteenmantel met gesneden fries (XVII A) zijn naar het Westfriesch museum overgebracht. In den toren drie klokken: eene (1522), eene in 1646 door F. en P. Hemony te Zutfen, en eene (1750 vergoten). | |
[pagina 201]
| |
3. Oosterpoort. Gebouw (1578, doch kern vermoedelijk ouder, verhoogd 1601, hersteld 1876 en 1915) van baksteen, rijk met bergsteen versierd. Aan beide zijden Dorische pilasters met rustiekbanden, en friezen met opschriften en wapenschilden. Aan de buitenzijde tusschen de pilasters vier zandsteenen, door frontons bekroonde nissen, uit twee waarvan steenen kanonmonden steken. Boven den in een bocht aangelegden, en met stergewelven overkluisden doorgang is in 1601 een kleine verdieping met steil dak en open dakruiter opgetrokken. Hierin een schoorsteentje en betimmering (XVIII). Op twee consoles aan de noordzijde: 1601. In den doorgang baksteenen stergewelven, en zware eiken deuren (XVII). In 1915 is bij den noordoostelijken hoek een achtkante traptoren aangebouwd. | |
c. Grenssteenen enz.Hoek Graven- en Peperstraat. Laat-gothische steenen paal (XV d) met twee schildjes; voor Noord 11 een dergelijke paal. Op de Markt (‘Roôsteen’) een cirkelvormig stuk roode zandsteen. Aan de Haven twee zware, rood zandsteenen meerpalen. | |
d. Burgerlijke openbare gebouwen.1. Raadhuis, voorheen verblijf der Staten van Westfriesland, in 1613 gebouwd ter plaatse van het St. Cecilia-klooster, in 1903 hersteld. Aan de zijde van de Nieuwstraat twee onder een zeer stompen hoek samenkomende, rijk met bergsteen versierde, baksteenen topgevels, die een smalle en van een lager bekroning voorziene middenpartij met zandsteenen portiek flankeeren. Zandsteenen hoek-, neg- en strekblokken. Dito | |
[pagina 202]
| |
obelisken, vleugelstukken en bollen als versiering der geveltrappen en der middelste bekroning, die een schildhoudenden topleeuw draagt. Boven de gelijkvloersche en boven de eerste verdieping tusschen zandsteenen lijsten besloten friezen met stedelijke wapens en maskers. Inwendig: Raadzaal met betimmering en geschilderde deuromlijstingen, drie damspiegels met vergulde lijsten, negen vergulde wandluchters, veertien eiken stoelen en drie dito leunstoelen, alles XVIII d; marmeren schoorsteen (1788), waarboven een schilderij (1660, door Jan Theunisz. Blankenhof gezegd Jan Maet), voorstellend den slag op de Zuiderzee in 1573, in een rijkgesneden lijst (door Joh. Kinnema); drie verguld koperen lichtkronen, Empire. In de burgemeesterskamer gedreven en gegraveerde verguld zilveren beker (XVII c, ‘beker van Bossu’); tien eiken stoelen en twee dito leunstoelen, XVIII d; acht zilveren schildjes van gilden; en de volgende schilderijen: schutterstuk (1653, door A. Liedts); schuttersmaaltijd (1652, door J.A. Rotius); In de kamer van den burgerlijken stand: reeks van zes-en-twintig portretten (op paneel en op doek) van officieren, afkomstig uit de vergaderzaal van gecommitteerde Raden van Westfriesland (de meeste vermoedelijk in 1675 geschilderde copieën naar oudere origineelen); portret van Willem IV van Nassau-Oranje; portret van een onbekende. In de bodekamer een gesneden spiegelomlijsting (XVIII b). Op de verdieping een aantal geerende kraagsteenen met gesneden sleutelstukken (XVII a); tegelvloer (XVII).
Het westelijk deel van het Raadhuis bevat nog de 3/8-gesloten kapel (XV) van het voormalige St. Cecilia-klooster, in haar benedendeel tot Politiebureau ingericht. Gedichte spitsbogige vensters in den zuidmuur. Eiken kap met gesneden rozetten en geprofileerde schinkels (XV). Hierboven een houten dakruiter met gesmeed ijzeren versiering. | |
[pagina 203]
| |
2. Waag. Rechthoekig hardsteenen gebouw (1609, hersteld 1773 en vervolgens in 1914, door Jos. Th. Cuypers en I. Faber, waarbij de Namensche steen door ‘petit granit de l'Ourthe’ vervangen is.) In den langen gevel vijf, in den korten twee poortbogen, versierd met bossage-werk. Drie groote hardsteenen dakvensters en een aantal kleinere van hout met looden versieringen. Inwendig: gehouwen kraagsteenen, op beide verdiepingen, met eiken sleutelstukken waarvan het snijwerk, althans op de benedenverdieping, langs een deel van de balken is voortgezet; gesneden raveeling. Geschilderde opschriften (XVIII). Jukken met gesneden maskers, waaraan de evenaars (gemerkt 1693) hangen. In het kantoortje een muurkastje (XVII) met omlijsting. Eiken wenteltrap. Op de eerste verdieping een zaal met gesneden raveeling. In het belendende huis is in 1919 een poortje (XVII b) met versierd fries en bekronende cartouche blootgekomen, dat wellicht bij het Waaggebouw heeft behoord.
3. Tribunaal, oorspronkelijk zetel van Gecommitteerde raden van Westfriesland en het Noorderkwartier, thans Westfriesch museum en (in den XVIII d bijgebouwden vleugel) Kantongerecht, is in 1632 gebouwd ter plaatse van het Proostenhuis (XV) en gerestaureerd 1908-1911. Hardsteenen voorgevel (bij de restauratie verankerd), versierd met pilasterstellingen en kroonlijsten in drie orden. Boven de drie vensters van het gelijkvloers schelpvullingen in de boogvelden. In het midden der eerste verdieping en in den top groote gebeeldhouwde wapens (vernieuwd, de oude in het museum) van Westfriesland en van prins Maurits. Tegen de tweede verdieping en het topveld vleugelstukken, waarnaast, op de einden der kroonlijsten, schildhoudende leeuwen. De bekroning wordt gevormd door een gebroken fronton met drie schild- | |
[pagina 204]
| |
houdende leeuwen. Op het dak een schoorsteen met smeedwerk en windmolen. De baksteenen zijgevel aan de Tribunaalsteeg is in 1911 vernieuwd. Aan de andere zijde is een vleugel (XVIII d) aangebouwd. Hiervoor een gesmeed ijzeren hek, gemerkt I. Uljé, 1729, en twee kanonnen (XVIII) als schamppalen. Inwendig: enkele gesneden sleutelstukken en consoles, eiken wenteltrap (XVII). Zie ook h 1 (Westfriesch museum). In de zaal van het kantongerecht een geverfde betimmmering (XVIII d, doch enkele fragmenten XVIII a).
4. Voormalig stadstimmerhuis. Twee topgevels (XVII a), in bak- en bergsteen.
5. De voormalige Oost-Indische kamer (thans Burgeravondschool), gebouwd ter plaatse van de Westfriesche Munt, heeft een baksteenen gevel (XVIIa) met middenrisaliet en hoekpilasters. Twee festoenen met wapenschilden. Monogram der Compagnie. Ingang met zijlichten. Bij dezen gevel is een andere met driehoekig fronton aangetrokken. Inwendig: vestibule met houten portiek (XVII c), waarin het wapen der Compagnie. In de conciergewoning achter het huis een betimmering en een schoorsteen met spiegel (XVIII d). Naast dit huis de voormalige directiewoning (Muntstraat 6), waarin een geverfde eiken dubbele trapboog (XVII c) met rijkgesneden fries. Hierop drie vergulde beeldjes (± 1600). Gesneden deuromlijsting. Achter in het huis een gang met houten tongewelf met geprofileerde schinkels (XVIII).
6. Een poortje (1603) aan de Nieuwstraat herinnert aan den eersten zetel der O.I. kamer te Hoorn, ingericht in een deel van het St. Geertenklooster. | |
[pagina 205]
| |
7. Onder de Boompjes, hoek Pakhuissteeg. Voormalige Oost-Indische pakhuizen. Gepleisterde en geverfde trapgevel. Deurkozijn met schild en: 1606. In no. 22 bevindt zich een marmeren schoorsteenmantel (XVIII a) met monogram.
8. Lage Binnenluijendijk. Voormalig directiegebouw der West-Indische Compagnie. Gevel (1784) met doorgaande pilasters en kroonlijst. Monogram der W.I. Cie. In de vestibule twee stuc-medaillons; in de gang het wapen van Hoorn.
9. Van het voormalige admiraliteits- of prinsenhof, 1586 in de gebouwen van het St. Agnietenklooster gevestigd, 1607 verbouwd (XIX), tot 1866 als Klinische school gebezigd, staat nog slechts een poort (XVII a) van bak- en bergsteen. Pilasters met diamantkoppen en op met cartouches versierde voetstukken. Maskers in het fries en op de boogsteenen. In de bekroning een (later aangebracht) wapenschild, waarachter twee gekruiste ankers en P.P.P. Zie ook h 1 (Westfriesch museum).
10. De doelen (thans logement). Het gebouw der voorma lige St. Jorisdoelen (1585) is later vereenigd met den ten Z. ervan opgerichten St. Sebastiaansdoelen (1614) en toen verbouwd; en in 1648 uitgebreid met een gebouw ten N. Baksteenen gevel met gekoppelde pilasters tegen elk der beide verdiepingen. Bergsteenen portiek (1615) met drie gehavende beelden (XVI d), dito banden en vullingen der boogvelden boven de vensters. Onder een der vensters het wapen van Hoorn. Het bovendeel van den gevel gewijzigd. De noordelijke gevel (1648) heeft doorgaande pilasters. Midden tegen den achtergevel een kleine trapgevel (1611). Inwendig: in het noordelijk ge- | |
[pagina 206]
| |
deelte een zoldering van eiken balken op gesneden sleutelstukken. Aan de Oostzijde van het Doelenveld twee poortjes (1638), waarvan het bekronende beeldhouwwerk (St. Joris en St. Sebastiaan) in 1911 bijna geheel vernieuwd is. | |
e. Kerkelijke gebouwen.1. De St. Maria of noorderkerk, wier bouw in 1426 aanving, is een gebouw van baksteen met spaarzame toepassing van bergsteen, en bestaat uit drie even hooge beuken, waarvan de zuidelijke (± 1500) en de noordelijke beuken (XVI a); een dwarspand (XV c); en een 5/10-gesloten koor (XV d). De flauw gebogen westgevel; die scheef op de lengte-as staat, is versierd met spitsboognissen, alsmede banden en blokken van bergsteen en heeft een portaal (XV d) met boogveld, waarin een relief (1647). Op dezen gevel een houten klokkentorentje. Wijzerplaat, bij wijze van uithangbord. Ook de gevels van het dwarspand zijn met nissen versierd. Tegen de westelijke travee van den zuidelijken beuk een portaal (XV d) met relief (XVII A) in het boogveld; en met deur (XVIII d). Inwendig: houten tonwelven, in den noord- en in den zuidbeuk op muurzuiltjes. Laat-gothische eiken wenteltrap (naar het klokkentorentje). Op den koker, waarin zich de uurwerkgewichten bewegen, is een toepasselijk vers geschilderd. De kerk bezit: Eiken preekstoel (1635) op steenen voet (XV). Eiken doophek en banken (XVII b). Eiken koorafscheiding met houten spijlen (1642) en met gesneden vulling (1714). Koperen predikantslezenaar (1693) en dito voorzangerslezenaar (1682); dito doopbekkenhouder (XVII). Twee koperen doopbogen (1688). | |
[pagina 207]
| |
Gothische grafzerk (1492); eenige zerken (XVII); graf van Bontekoe (1607). Het volgende Avondmaalszilver: vier bekers (1737), een groote en vier kleine gegraveerde broodschalen (1737, Haagsche keur), twee schotels en twee kannen (1737). Zeven koperen kronen (XVII A), zes dito armen. Twee klokken, eene in 1569 door Peeter van den Gheyn, en eene in 1606 door Cornelis Ammeroy gegoten. In de kerkeraadskamer eenige gesneden schildjes (1732), alsmede zes mahoniehouten stoelen en twee leunstoelen (XVIII d).
2. De St. Antonius- of oosterkerk, 1450 gesticht, 1493 verbouwd en 1615 ten deele vernieuwd, is een baksteenen kruiskerk, naar het Z. gericht en bestaat uit: een schip (XVI A), welks gevel aan de Groote Oost in 1616 met ruime toepassing van bergsteen in den trant van Hendrik de Keyser opgetrokken is; een 5/12-gesloten koor (XV d); en een dwarspand (± 1500), welks gevels versierd zijn met nissen, waarin rijke traceeringen (de top van den westelijken gevel vernieuwd). Op de kruising een torentje met open spits (1600, vernieuwd XIX) en windvaan: schip. In den noordelijken gevel (aan de Groote Oost) een portiek en een cartouche met jaartal, en ertegen een wijzerplaat (1688) als bij de Noorderkerk. In den westelijken transeptgevel een portaal (XV d) met nis erboven. De vensters van koor en dwarspand rijk geprofileerd. Inwendig: houten tonwelven met versierde sluitstukken; kraagsteenen (in het zuidelijk deel XV, in het noordelijk XVI). In den westelijken arm een eiken wenteltrap (± 1600), leidend naar het torentje. Op den gewichtenkoker twee verzen (XVII a), als in de Noorderkerk. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII a); dito doophek (± 1625). Eiken bank (1620) en rugbeschot (1622) van een andere bank. | |
[pagina 208]
| |
Eiken portiek (1619, doch in trant XVII b). Orgel met galerij en betimmering (XVIII c). Groot gebrandschilderd glas (1630, gerestaureerd in 1917 door het atelier - J.L. Schouten) in het oostelijke transeptvenster, met voorstelling van den slag op de Zuiderzee, en wapens. Een gebrandschilderd glas, met het wapen van Enkhuizen uit deze kerk afkomstig, bevindt zich nu in het Frans Halsmuseum te Haarlem. Twee koperen kronen (XVII). Klok (XV), gegoten door Ricoldus Butendiic.
3. De groote kerk (1323 gesticht, 1369 vernieuwd, XV-XVI geheel herbouwd, 1838 en wederom 1878 door brand verwoest en 1883 herbouwd) bezit het volgende Avondmaalszilver: Vier bekers, twee kannen, een grooten schotel, vijf kleinere (alles 1697, werk van den Amsterdamschen meester J. Zeeburg.)
4. De Hersteld Luthersche kerk heeft een baksteenen gevel (1769) met breede hoekpilasters en een inzwenking aan elke zijde van den ingang. Boven dezen een opschrift en jaartal. Inwendig: betimmering (XVIII c, geverfd). De kerk bezit: Eiken preekstoel en doophek (XVIII c). Koperen predikantslezenaar (XVIII c); dito voorzangerslezenaar (XVIII d). Twee koperen doopbogen (XVII d). Orgel (1773) met drie beelden en zwaan, en met balustrade. Wijzerklok met gesneden omlijsting (XVIII c). Avondmaalszilver: gegraveerden beker (1639), broodschaal (± 1750), schotel (1768, werk van H. Griste), schotel (1783), kan (1769, blijkens jaarletter). | |
[pagina 209]
| |
In de kerkeraadskamer: houten schoorsteen (XVIII c), een portret op doek, voorstellend Ds. J. Vyandt (?, 1628-1638) portret (± 1780) van een predikant; koperen plaat met namen der predikanten in gesneden lijst (XVIII c).
5. De kerk van het voormalige klooster van St. Marie (nu Protestantsch weeshuis, zie f 3), XVII-XVIII als Artilleriehuis gebezigd, is XIX b grootendeels verbouwd en door de Christelijk-gereformeerde gemeente in gebruik genomen. De driezijdige sluiting (XV A) met steunbeeren en dichtgemetselde spitsboogvensters is nog over gebleven.
6. De Remonstrantsche kerk (in het huis Groote Oost 43, zie g 43) heeft een betimmering (XVIII a) met notenhouten deuren. Zij bezit: Koperen predikantslezenaar (± 1700), benevens het houten model van dezen lezenaar (de voorzangerslezenaar is thans in de Ned. Herv. kerk te Grosthuizen). Twee koperen kandelaars (XVII). Avondmaalszilver: vier bekers (1662) en drie broodschotels (XVII d).
7. De R.K. kerk (oorspronkelijk H. Johannes de Dooper, later H.H. Cyriacus en Franciscus van Assisi), gebouwd door A.C. Bleys en gewijd in 1882, bezit: Huisaltaar (XVIII a); twee heiligenbeelden (XVIII). en het volgende zilverwerk: Grooten vergulden monstrans (XVII c). Vergulden monstrans (XVII c). Ciborie (XVIII B). Vergulden Miskelk (XVII A); dito Miskelk (XVII c); dito (XVII d). Ampullenblad (XVIII). | |
[pagina 210]
| |
Wierookvat met scheepje (XVII d); wierookvat met scheepje (XVIII). Drie canonborden (XVIII b). De volgende paramenten: een kazuifel, twee dalmatieken (vermoedelijk vermaakt uit kazuifels), twee pluvialekappen met schilden, alles goudbrokaat en Venetiaansch fluweel met geborduurde voorstellingen (XVI a-XVI b) uit het leven der beschermheiligen, Jezus en Maria, H. Bavo enz.
8. De Ned. Israel. Synagoge (gesticht in 1874) bezit: Zes groote en zes kleine koperen kaarsenstandaards (XVIII). Goudleeren behangsel van den Hekal. Twee voorhangsels (XVIII B); eenige geborduurde wetsmantels (XVIII d). Zilverwerk: twee siertorens (XVIII c). en twee (XVIII B); een leeswijzer en een kruidenbus (± 1800). | |
f. Gebouwen van liefdadigheid en onderwijs.1. Het St. Jansgasthuis (1563), thans garnizoensmagazijn, heeft een trapgevel van baksteen met rijke toepassing van bergsteen voor de omlijstingen van ingangen en kruiskozijnen, en voor hoekblokken, lijsten, twee medaillons met koppen, een cartouche, en de met figuraal beeldwerk (saters) versierde vleugelstukken tegen de geveltrappen. De eerste verdieping en de friezen in vlechtwerk gemetseld. Tusschen de vensters dezer verdieping een door Corinthische pilasters geflankeerde nis met beeld van den H. Johannes den Dooper, waaronder opschrift. Als bekroning een driehoekig fronton, waarin een leeuwenkop. Wegens de geering van het grondvlak is de as van het gebouw uit het midden naar links verlegd, en maken de dagkanten van den ingang en van de vensters gelijkvloers een scheeven hoek met het gevelvlak. Inwendig: zware balken met gesneden sleutelstukken (koppen). | |
[pagina 211]
| |
2. Het Pietershof, in 1617 ter plaatse van het Augustijnenklooster gebouwd als oudemaanenhuis, in 1639 vereenigd met het oudevrouwenhuis, na 1662 proveniershuis, in 1692 belangrijk gewijzigd en in 1901 aanmerkelijk verbouwd, bestaat uit om een rechthoekig binnenplein opgetrokken vleugels. Aan de voorzijde (Dal) een gevel (1692) met vooruitspringende middenpartij, fronton, en bergsteenen poort, waarboven opschrift tusschen afhangende festoenen. Twee dakvensters (XVIII c). Aan de zijde der Spoorstraat een gevel (1901) met gerestaureerde bergsteenen poort, versierd met cartouche (1617), twee koppen, een sluitsteen, en bekroond door een beeld (XVI) van den H. Petrus, in een nis. Langs den westgevel aan de zijde van het binnenplein een galerij met houten tongewelf, gedragen door gesneden consoles (vernieuwd 1888, de oorspronkelijke stukken in het Westfriesch museum). De tegenoverliggende vleugel heeft een gevel (XVII a), waarvan de vensters der verdieping naar beneden verlengd zijn, en bevat de regentenkamer. Hierin gouden behangsel en betimmering (XVIII c). Schoorsteenspiegel in omlijsting, vier wandspiegels met luchters, twee eiken tafels (alles XVIII c). Zoldering: schildering met allegorische voorstelling (± 1767, blijkens de wapens der regenten van dit jaar). Tien stoelen en een armstoel (XVIII d), drie perkamenten lijsten (XVIII) van regenten. Onder het aangrenzende gedeelte keldergewelven (XV).
3. Het Protestantsche weeshuis, XVI d ter plaatse van het klooster (1408) van St. Marie ingericht (zie ook e 5), en in 1729 in het westelijk deel geheel vernieuwd, heeft aan de straatzijde een zandsteenen poort (XVII d, doch vernieuwd en toen van het jaartal 1620 voorzien). Ten N. van dezen ingang een steen (1573-1848, ter herdenking van de gevangenschap van Bossu). Op de binnenplaats een geverfde zandsteenen | |
[pagina 212]
| |
eenhoorn met wapen van Hoorn (XVII); hardsteenen pomp (XVIII d); twee looden beelden (XVIII) van weeskinderen; twee houten beeldjes (XVII?) boven den ingang van den zijvleugel; twee steenen leeuwen (XVII a) op het dak van den voorvleugel. In de vestibule van dezen vleugel een bronzen offerblok (XVII), op hardsteenen voetstuk (XVIII). In den zijvleugel een portaal met stuczoldering (XVIII d). In dezen vleugel bevinden zich de regentenkamers: a. regentenkamer met eiken tafel en twee opgelegde theetafels (XVIII c); portret (1644), waaronder vers (1670); teekening van Pronk (het weeshuis voor de verbouwing, 1727), eenige geslepen bokalen (waaronder twee gemerkt: 1783). b. regentenkamer met schoorsteen, waarboven een relief in stuc, damspiegel in vergulde lijst, zeven stoelen en een tafel (alles XVIII c).
4. Van het voormalige Oudevrouwenhuis (XVII a, ter plaatse van het St. Geertenklooster) is nog de ingang over: de z.g. Kloosterpoort. Zandsteenen poort, geflankeerd door twee gegroefde Jonische halve-zuilen op versierde voetstukken, en met scharnierbanden als ornament der schachten. Beeldhouwwerk (engelen) in de zwikken. Fries met drie cartouches. Op het gebogen fronton (1610) twee beelden van oude vrouwen en een wapenschild. Achter deze poort een trapgeveltje, waaronder een doorgang met sluitsteen (XVII a), en, meer noordelijk, een gang met houten tongewelf (XVII), en aan de Wisselstraat een zandsteenen portiek met schild (1606) en zeer verweerd relief.
5. Voormalige Diaconie. Twee geheel herstelde en verknoeide topgevels. Gevelsteenen (1615).
6. R.K. Wees- en Oudeliedenhuis. Breede baksteenen | |
[pagina 213]
| |
gevel (1774-1776) met hoekpilasters, vooruitspringende middenpartij, houten omlijsting van middenvensters, steenen fronton. Het gebouw bestaat uit vier om een binnenplaats gebouwde vleugels, waarvan de achterste een in 1884 dichtgemetselde galerij met hardsteenen zuilen heeft. Het gesticht bevat: Koperen offerblok (XVIII a) met Charitas; in de regentenkamer een betimmering, schoorsteenmantel, balie en zolderschildering met allegorische voorstelling der liefdadigheid; boven de deur een schilderij van de twee eerste penningmeesters (alles uit den tijd van den bouw); geel koperen schel (1729).
7. R.K. Zusterstichting aan de Ramen. Gevel met doorgaande pilasters en kroonlijst op consoles. Houten omlijsting der middentravee, gesneden deuren (alles XVII c). Inwendig: een deuromlijsting (XVIII c) in de kamer rechts van de voordeur, en een dergelijke omlijsting op de bovengang. Het gesticht bezit: Eiken beeldgroep (XV c), voorstellend O.L. Vrouw ter Nood (geverfd, sporen van vroegere polychromie), afkomstig uit de voormalige Franciscanenkerk (‘De Dry Tulpen’). Twee schilderijen (Hollandsche school, XVII B), voorstellend: Maria's tempelgang, en het sterfbed van Maria.
8. Van de voormalige Latijnsche school is nog een zandsteenen poortje (XVII a) over, met twee siervazen en het wapen van Hoorn. | |
g. Particuliere gebouwen.A. Renaissance. 1. Groote Oost 83-85. Verbouwde topgevel met gemetselde banden en fries, waarin een gevelsteen. Ankers: 1587. | |
[pagina 214]
| |
2. Munnikenveld Zz. 2. Puntgevel. Winkelpui met houten ingangsboog: 1593. Inwendig: insteekkamer (XVIII). 3. Nieuwendam 19. Punt- (oorspronkelijk trap-) gevel van bak- en bergsteen. Oude kozijnen. Friezen van vlechtwerk. Vier gevelsteenen (1610). 4. De Zon 1. Gevel met drie steenen: 1613, en een spreuk. Top afgebroken. 5. Groote Oost 107. Nieuw opgemetselde gevel met de jaartallen: 1614 en 1898. Toppilaster op kopje. 6. Groote Oost 49. Dergelijke gevel (XVIIa), maar nog in den oorspronkelijken staat. Bergsteenblokken in de venstertogen. Gevelsteen. Zijgevel bovenaan uitgekraagd. 7. Achterom 3. Trapgevel. Drie gevelsteenen (1615). 8. Oude Doelenkade 17-19. Twee trapgevels, beneden gewijzigd. Leeuwenmaskers en twee gevelsteenen (1616). 9. Groote Oost 7. Gevel (XVII a) van bak- en bergsteen. Sokkel van blokwerk. Gesneden puibalk, borstwering op rijke consoles en met versierd fries, waarin kinderfiguren, die het wapen van Drechterland enz. houden. Tegen de verdieping hierboven Dorische pilasters. Top en pui gewijzigd. 10. Slapershaven 2-3. Pui met twee gesneden houten consoles (XVII a). In de borstwering erboven vlak relief: voorstelling van den slag op de Zuiderzee, met onderschrift. Twee voorstellingen der Fortuin, twee leeuwenkoppen, steen met oorlogsschip en: 1573. 11. Slapershaven 4. Trapgevel (XVII a, hersteld 1897). Fries met gezicht op Hoorn en onderschrift. 12. Slapershaven, hoek Groote Oost. Fries met voorstelling van den zeeslag van 1573 in het Hoornsche Hop en onderschrift. De gevel aan het Groote Oost heeft een puilijst op gebeeldhouwde maskers. Hierboven een fries met drie gevelsteenen (1612). 13. Kuil 32. Trapgevel (XVII a) met toppilaster en baksteenen waterlijsten. | |
[pagina 215]
| |
14. Bierkade 10. Puntgevel (XVII a) met baksteenen lijsten. Houten pui met bovenlichten en gesneden consoles. 15-16. Onder de Boompjes 21 en 22. Twee steile trapgevels (XVII a). Nr. 21 heeft een gevelsteen. 17. Ramen 11. Trapgevel (XVII a) met versiering van bergsteenblokken. Ontlastingsbogen. Beneden gewijzigd. Overstekende verdieping op consoles. 18. Ramen 7 en 9. Verbouwde tweelingsgevel (XVII a) met trappen. 19. Kruisstraat 15. Ten deele vernieuwde trapgevel (XVII a). 20. Kerkstraat 19-21. Gepleisterde trapgevel (XVII a). Top gewijzigd. 21. Binnenluyendijk 3. Pui met glas tusschen gesneden consoles. Gesneden boog over den ingang. Inwendig: zware balken op stijlen en beurtelings steenen en gesneden houten consoles. Betimmering. Open galerij. Gesneden omlijsting van een venster (alles XVII a). 22. Breed 18. Trapgevel (XVII a), benedendeel verbouwd XVIII d (1784 in fronton). Inwendig: balkenzoldering als bij het vorig nr. 23. Breed 32. Trapgevel (XVII a), beneden gewijzigd. Toppilaster op kopje. Twee leeuwenmaskers. Gevelsteen. 24. Dubbele buurt 1. Gepleisterde trapgevel (XVII a). 25. Noorderstraat 30. Twee gewijzigde trapgevels (XVII a). 26. Kruisstraat 9. Gewijzigde trapgevel (XVII a). Houten pui. Cartouche. 27. Munnikenveld No. 15-19. Tweelingsgevel (XVII a) met trappen. Ontlastingsbogen met versierde sluitsteenen. Kruiskozijnen met luiken. Gevelsteen (XVI). 28. Ramen 21-23. Twee topgeveltjes met baksteenen lijsten. Steen (1628). 29. Achter de Vest. Gepleisterde trapgevel met vensterbogen. Ankers: 163? | |
[pagina 216]
| |
30. Nieuwstraat 31. Geverfde trapgevel (XVII b). Gevelsteen. 31. Groote Oost 32. Vernieuwde trapgevel (XVII b). Gesneden puibalk, waarboven drie gevelsteenen. 32. Onder de Boompjes, naast het O.I. pakhuis. Gepleisterde trapgevel (XVII A). Gevelsteen. 33. Groote Oost 73. Geverfde trapgevel (XVII A). Toppilaster op console. 34. Groote Oost 75-77. Gepleisterde trapgevel (XVII A) met zandsteenen lijsten. Houten kruiskozijnen en lijsten. 35. Groote Noord 40. Verminkte baksteenen, met bergsteen (gedeeltelijk door hout vervangen) versierde, trapgevel (XVII A). Topvenster gedicht. Twee gevelsteenen (één vernieuwd), twee cartouches, twee leeuwenkoppen. 36-37. Groote Noord 61 en 70. Verminkte trapgevels (XVII A). 38-39. Groote Noord 44 en 46. Gepleisterde trapgevels (XVII A). 40. Gerritsland 41. Trapgevel (XVII A) met toppilaster, waaronder een kopje. Sporen van oude vensters met rondbogige togen. 41. Kruisstraat 27. Eenvoudige gevel van bak- en bergsteen. 42. Kerkstraat 1. Gevel van het type-Vingboons. Vleugelstukken. Festoenen. Twee ovale vensters met gebeeldhouwde omlijsting. Twee gevelsteenen (1660). 43. Groote Noord 9. Gepleisterde gevel (XVII c) met doorgaande pilasters. Festoenen. Pui vernieuwd. 44. Veermanskade 5. Bovendeel van gevel (XVII c) met doorgaande pilasters.
B. Lodewijkstijlen.
45. Nieuwstraat 13. Puntgevel (beneden vernieuwd) met festoenen op de zijkanten. In het fronton: 1693. | |
[pagina 217]
| |
46. Groote Noord. Halsgevel met omlijsting van ovaal venster. Op een latei: 1698. 47. Groote Oost 48. Gevel met door zandsteenen vleugelstukken geflankeerden top. Gebogen fronton. Festoenen boven het topvenster. Twee steenen linten: 1698. 48. Nieuwstraat 17. Gevel met houten bekroning (XVIII a). 49. Veemarkt 12 Halsgevel (1738) met gebogen fronton. 50. Kleine Noord 20. Halsgevel (XVIII b). 51. Nieuwstraat 21. Gevel, beneden gepleisterd. Top (XVIII c). 52. Kleine Oost 36 Eenvoudige halsgevel (XVIII c). Gevelsteen in den top. 53. Groote Noord 50. Halsgevel (XVIII c) met rijkversierde zandsteenen vensteromlijsting en bekroning. 54. Onder de Boompjes 20. Gevel met houten bekroning (XVIII c). 55. Groote Noord 138. Halsgevel (1769) met fronton. 56. Groote Noord 116. Dergelijke gevel met bekroning (XVIII c). 57. Korenmarkt 3. Halsgevel met vleugelstukken en bekroning, waarin: 1792.
Gevels met rechte kroonlijst:
58. Groote Oost 43 (‘Foreestenhuis’, 1724). Rijke zandsteenen gevel (XVIII a) met hoekpilasters en vooruitspringende middenpartij. Ingang met pilasters en twee atlanten, die het met een gebeeldhouwd soffiet en een gesmeed ijzeren hek versierde balcon dragen. Versierde middentravee. Bekronende balustrade met siervazen en beelden. Gesmeed ijzeren hek voor het huis. Inwendig: rijk stucwerk in de vestibule; betimmering (XVII d) met alliantiewapen, in een kamer. In dit huis is de Remonstrantsche kerk gevestigd (zie e 6). | |
[pagina 218]
| |
59. Ramen 29. Gemoderniseerde en gepleisterde gevel (XVIII a) met hoekpilasters. Versierde middentravee. 60. Groote Noord 67. Gevel met kroonlijst en fronton, waarin snijwerk, spreuk, en: 1737. 61. Achter de kerk 25. Gevel (XVIII b) met hoekpilasters, kroonlijst, gesneden deur in omlijsting. 62. Groote Oost 6. Twee vereenigde gevels (XVIII b) met gemetselde pilasters. Rechte kroonlijst, waarop houten bekroningen, in eene waarvan een alliantiewapen. 63. Groote Noord 85. Gevel met kroonlijst en omlijsting van deur en dakvenster. Inwendig: twee stuczolderingen en stucwerk in de gang (alles XVIII c). 64. Groote Oost 10. Gevel (XVIII c) met gesneden omlijsting van de deur en het dakvenster. 65. Groote Oost 16. Gevel met winkelpui. Gesneden deurkalf. Dito omlijsting van dakvenster. Inwendig: gesneden binnenpui met deur en bekroning. Insteekkamer (Alles XVIII c). 66. Roode steen 16. Gevel met rechte kroonlijst, en boven het midden, een wapen, waaronder: 1780. Deur (XVIII d). 67. Kerkstraat 10. Gevel (XVIII d) met vooruitspringende middenpartij. Festoenen. Dakvensters met bekroning.
Pakhuisgevels.
68. Bierkade 15. Gepleisterde gevel. Pui met gesneden consoles. Ankers: 1591. 69. Oude Doelenkade 21. Verminkte gevel (XVII a), beneden gepleisterd. Drie gevelsteenen. Twee maskers. 70. Nieuwendam 12. Dubbele pakhuisgevel (XVII a), gewijzigd. Overstekende verdieping op gesneden balk. 71. Breed 20. Trapgevel met ontlastingsbogen, waarin sluitsteenen met engelenkopjes. Pakhuisvenster. Steen (1641). 72. Breed 9. Soortgelijke gevel. | |
[pagina 219]
| |
73. Nieuwendam 10. Vernieuwde trapgevel. Twee steenen. Topleeuw (XVII). 74. Nieuwendam 20. Pakhuisgevel met doorgaande pilasters. Gewijzigde top. Twee festoenen. Cartouche (1660). 75. Korenmarkt 8. Pakhuisgevel (XVII). 76. Veermanskade 4. Pakhuisgevel (XVII) met overstekende verdieping.
Fragmenten.
1. Breed 44. Fragment van gevel met twee steenen (1615). 2. Veemarkt, hoek Breed. Geveltop met drie steenen (1618). 3. Italiaansche Zeedijk 58. Bovendeel van trapgevel (XVII a). 4. Roodesteen 2. Fragment (XVII a) van bak- en bergsteen. Drie gevelsteenen. Zijgevel met uitkraging. 5. Koepoortsweg 5. Achtergevels met baksteenen lijsten. In de voorgevels drie steenen (1648). 6. Koepoortsweg 19. Boven den achtergevel een top (XVII A) met ontlastingsboog. 7. Groote Noord 3. Fragment (XVII a). Twee kozijnen met omlijstingen van bergsteen. Sluitsteenen met maskers. Wapen van Westfriesland. Twee leeuwenmaskers. 8. Groote Oost 80. Fragmenten van twee baksteenen trapgevels (XVII A). 9. Kruisstraat 11. Op consoles overgebouwde bovengevel (XVII A) 10. West 32. Benedendeel van gevel (XVIIA, gerestaureerd 1918): pui met gesneden consoles. Drie gevelsteenen. 11. Nieuwe Noord 45. Gesneden puibalk en kalf (1635). Zijgevel met twee ontlastingsbogen. 12. Nieuwendam 11. Fragment van baksteenen topgevel (XVII). | |
[pagina 220]
| |
13. Nieuwendam 4. Fragment van gepleisterden trapgevel (XVII). 14. Kerkplein 40. Gepleisterde top met cartouche. In het fronton: 1723. 15. Groote Oost 8. Zandsteenen gevelbekroning met beeldhouwwerk, monogram en jaartal: 1725. Siervazen op de hoeken. Schild met wapen: de kerk van Oosthuizen. Gesneden deurkalf en deuromlijsting. 16. Nieuwe Noord 66-68. Toppen van een tweelingsgevel (1730). Zandsteenen vleugelstukken. 17. West, naast nr. 70. Geveltop met bergsteenen vleugelstukken. Fronton: 1750. 18. Groote Oost 24. Houten fronton (XVIII d) met gesneden figuren en festoenen.
Details.
1. Wisselstraat 24 (‘Het klooster’). Zandsteenen poort met cartouche (1606), waarboven een geheel vergaan relief. Achter de poort een gang met houten tongewelf (XVII). 2. Nieuwe Noord 45. Kozijn met relief en: 1635. Oude puilijst. 3. Roosteen. Binnenpoortje (XVII b) van baksteen met bergsteenblokken. Omlijsting van een ovaal licht erboven. 4. Nieuwstraat 20. Houten deuromlijsting met gesneden kalf en bovenlicht (XVIII a). 5. Groote Oost 13. Houten omlijsting (XVIII a) van deur en dakvenster. 6. Groote Noord 31. Houten deuromlijsting en kalf (XVIIIa). 7. Italiaansche zeedijk 83. Gesneden kalf en omlijsting van bovenlicht (XVIII a). 8. Breed 6. Gesneden kalf (XVIII a). 9. Koepoortweg 31-33. Hardsteenen vulling (XVIII a). 10. Koepoortweg 73. Gesneden alliantiewapen (1746) als bekroning van een middenvenster. | |
[pagina 221]
| |
11. Koepoortweg 39. Omlijsting van middentravee (± 1750). 12. Ramen 35. Kroonlijst, gesneden deur in omlijsting (alles XVIII c). 13. Veermanskade 13. Kroonlijst met consoles. Houten deuromlijsting met bekroning (alles XVIII c). 14. Breed 40. Gesneden deur in omlijsting (XVIII d). Dito omlijsting van dakvenster. 15. Koepoortweg 47. Gesneden deur (XVIII d). 16. Groote Noord 140. Houten beeld van de Faam (XVIII). 17-18. Groote Noord 25 en 27. Twee gekroonde houten gapers (XIX b).
Hardsteenen stoeppalen (XVII a): hoek Kerkplein en Nieuwstraat; voor Roosteen 3 (fragment), hoek Groote Noord en Geldersche steeg, Groote Noord (over de R.K. kerk). Koepoortsweg 12. Hardsteenen voetstuk (XVIII a) van een zonnewijzer.
Gevelsteenen, voor zoover nog niet vermeld:
Groote Oost 2 (twee, XVI c). Nieuwe Noord 16-18 (1595), Achterom 81 (XVI d), Veermanskade 15 (geboortehuis van W. Yz. Bontekoe), Ramen 25 (1611), Bierkade 2 (twee, 1618), Veermanskade 3 (twee, 1618 en 1677), Groote Havensteeg 14 (twee, 1629), Veermanskade 6 (drie), Achterom 119 (XVII a), Groote Oost 125 (twee: 1620), Ramen 23 (1628), Gerritsland 91 (1631), Breed 34 (1630), West 42 (vijf, 1638), Groote Oost 102-104 (1644), Koepoortweg 5 (drie, 1648), Wisselstraat (sluitsteen: 1668, achter het poortje van 1603, zie d 6). Groote Oost 114 (drie, XVII c), Breed 9 (drie, XVII, op een: 1751), Nieuwsteeg 21, Kerksteeg 30, Bierkade 10 (XVII. met later ingehouwen opschrift), Italiaansche Zeedijk 81, Nieuwe Noord 66, Kleine Oost 15 (XVII), Onder de Boompjes 11, Munt- | |
[pagina 222]
| |
straat 26. Kleine Noord 8. Kerkstraat 30, Veemarkt 19 (1723), Achterom 51 (1764), Groote Oost 114 (drie, XVIII), Groote Noord 104 (twee leeuwenmaskers en een gebeeldhouwde steen).
Ankers:
Groote Oost 83-85 (1587), Muntstraat 26 (1596).
Interieurs:
1. Achterom 81. Houten portiek (XVII b) in de vestibule. 2. Draafsingel 8. Kamer, bekleed met tegels (XVIII). 3. Appelhaven 7. In de voorkamer: een geschilderd behang bestaande uit vier vakken, voorstellende gezichten op de stad; boven den schoorsteenmantel een bloemvaas (± 1770-'75). In de achterkamer: onder het behang aan de gangzijden, schilderwerk, vogels voorstellend. Een schoorsteenstuk (XVIII d) uit dit vertrek wordt afzonderlijk bewaard. 4. Groote Oost 53. In de voorkamer links: betimmering, gestucadoord plafond, schoorsteenmantel, spiegel, vensterluiken (alles XVIII c). Geschilderd behangsel (XVIII c, door Chr. en G. Henning?), bestaande uit acht vakken met Arcadische landschappen. In de achterzaal een betimmering als in de voorkamer. In de gang Italiaansch stucadoorswerk. In de opkamer een dergelijke schoorsteenversiering. | |
h. Musea enz.Westfriesch museum (zie d 3): Eiken betimmeringen (XVII a) uit Admiraliteitshof en St. Pietershof; schoorsteen en muurkast; schoorsteen (XVIIIb) uit het Protestantsch weeshuis; bouwfragmenten; schilderij: de Hoofdtoren (door H.C. Vroom); schilderij: bewindhebbers der O.I. kamer in 1682 (door | |
[pagina 223]
| |
J. de Baen); oude teekeningen en prenten; verzameling van foto's van gesloopte oude gebouwen en van stadsgezichten; album van Westfriesland, verzameld door P. Jolly; vier schutterstukken (1649-1655) door J.A. Rotius; portret (1667) van M.A. de Ruyter door F. Bol, met achtergrond door W. van der Velde Jr.; landschap (1632) door Jan van Goyen; wintergezicht door Nic. Molenaer enz. Catalogus, 1891-1898. |
|