Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V, I. De provincie Noord-Holland (uitgezonderd Amsterdam)
(1921)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekendb. Verdedigingswerken.Van de stadspoorten is nog slechts over: 1. De Amsterdamsche of Spaarnwouderpoort, een gebouw (XV B) van baksteen met toepassing van bergsteen voor banden, hoek- en negblokken. Zij bestaat uit: a. een lage voorpoort, geflankeerd door twee van rond tot achtkant overgaande torens, onderling en met de hoofdpoort verbonden door overdekte weergangen (gewijzigd XVII A). Tegen het achtkant van elken toren smalle, door gekoppelde spitsboogjes verbonden lisenen. Onder het achtkant gemetselde friezen met het wapen van Haarlem en den Bourgondischen vuurslag. b. een vierkant hoofdgebouw met twee achtkante traptorens aan de veld-, en twee achtkante pinakelachtige versieringen (bekroningen XVII A) aan de stadszijde. De torens zijn verbonden door een uitgekraagde open galerij met meezekooien. Het front aan de stadszijde is XVII b met bergsteenen klauw- | |
[pagina 110]
| |
stukken en obelisken verfraaid. Over den doorgang een kruisribgewelf, met sluitsteen (XVIa). Hierboven een vertrek met een laat-gothische schouw en een houten lijst (XVII); fragment van een fonteintje. In den zuidelijken toren een klok (1486), in den noordelijken een klok, in 1637 gegoten door Alardus Meurs te Utrecht. 2. Van de voormalige Kennemerpoort (XVIIc) bevindt zich een boogtrommel met beeldhouwwerk door A. Snellaert ingemetseld in de gemeenteschool aan de Wilhelminastraat. | |
c. Standbeelden, grenssteenen enz.1. Een standbeeld van Laurens Jansz. Coster, in 1722 door Gerrit van Heerstal gehouwen naar het ontwerp van Romeyn de Hooghe en in 1801 uit den Hortus medicus naar de Markt overgeplaatst, is in 1856 weder naar zijn oorspronkelijke plaats teruggebracht. 2. Een gedenkteeken ter eere van denzelfde, in 1823 vervaardigd door Doeglas naar ontwerp van J.D. Zocher, is in den Haarlemmerhout opgesteld. 3. Twee grenssteenen (XVd): een op het Prinsenhof, en een voor het huis Lange Begijnenstraat 6. | |
d. Wereldlijke openbare gebouwen.1. Het raadhuis is een baksteenen gebouw, bestaande uit verschillende deelen: aI. het ter plaatse van de grafelijke halle (XIII) aan de Markt (‘Het Zand’) opgetrokken gebouw (XV, op onderbouw XIII), gewijzigd in 1594 en 1630. Gevel met door segmentbogen verbonden lisenen en overblijfselen van hangtorentjes op de hoeken. Gemetselde kanteeling (vernieuwd). Geprofileerde ingang (XV), waarvoor een modern trapbordes; de zandsteenen omlijsting van den ingang is, blijkens het jaartal op het hoofdgestel, van | |
[pagina 111]
| |
1630, evenals het balcon op versierde kraagsteenen boven den ingang. Gelijkvloers twee vensters en een poortje in den trant van De Key; overigens zandsteenen kruiskozijnen (XVII b) met driehoekige frontons. Op den N.-O hoek een toren (1915) ter vervanging van den in 1772 afgebroken toren (XV). Ter N. van het bordes zijn twee vooruitspringende gedeelten tegen den gevel aangebouwd: aII. een op een open, met riblooze kruisgewelven overkluisde, zuilenhal (XV c?, het benedendeel XVI d gewijzigd) van twee traveeën breedte uitgebouwd vertrek, waarvan de gevel (XVII tot trapgevel met bekroond fronton gewijzigd) drie rondboognissen met gemetselde boogtoten heeft. Kruiskozijn (XVII b). De zuilen hebben achtkante voetstukken en nietafgewerkte kapiteelen. aIII. een grooter en verder vooruitspringend gedeelte (XV c), oorspronkelijk eveneens op een open zuilenhal (1722 dichtgemetseld) van drie traveeën breedte. In 1633 is dit gedeelte voorzien van een gevel (1886 herbouwd) met pilasters, klauwstukken, siervazen en een bekronend fronton, waaronder het stadswapen. Boven de kroonlijst der eerste verdieping drie nissen, in de middelste waarvan een beeld der Gerechtigheid. b. een langgestrekt gebouw (XVII a-b, door Lieven de Key) aan de Zijlstraat. Rijk met bergsteen versierde gevel met hoekblokken, lijsten, boogsteenen en frontons van bergsteen. Sterk vooruitspringende gootlijst op gesneden consoles. Portiek met sluitsteen en gebroken fronton. Eiken deur met klopper. Dakvensters met looden versieringen. Ankers.
Inwendig: In a I: Groote zaal. Eiken zoldering (XV) met moerbalken, sleutelstukken en karbeelen op kraagsteenen (drie hiervan XV, de andere XVII). Boven deze zoldering de later vernieuwde kap. Vier gebrandschilderde glasramen (1635-1636 door Pieter Holsteyn, afkomstig uit de Ned. | |
[pagina 112]
| |
Hervormde kerk te Bloemendaal en in 1870 hier geplaatst): een met het wapen van Holland, een met voorstelling: Inneming van Damiate, een met het wapen van Johan Wolfert van Brederode en zijn vrouw Anna van Nassau, en een met de wapens van vier aanzienlijke Haarlemmers en hun echtgenooten. Twee koperen kronen (XVII, afkomstig uit de R.K. Kerk te Medemblik). Portretten (XVIa, copieën naar oudere, de lijsten overschilderd XVII) van de graven van Holland, een wapenheraut en den Dood, alle afkomstig uit het voormalig Carmelietenklooster. Schilderij (XVIII b), voorstellend den reus Cajanus, door B. Brand. Gesneden rouwblazoenen (XVII), afkomstig uit de Groote kerk. Opschriftbord (1596), geschilderd door Karel van Mander, en betrekking hebbend op den aan de zoldering hangenden walvischkaak, in 1595 door J.v. Linschoten aan de stad geschonken. Vijf geschilderde rouwborden (twee XVII c, een 1766, en twee zonder jaartal). Vijftien gebeeldhouwde en geschilderde wapens (XVII en XVIII). Zes en tachtig geschilderde wapenbordjes (XVII of XVIII). Zes wapens en kwartierstaten in waterverf op perkament, waarvan twee (1663), de overige (XVIId). In aII: op de verdieping de ‘Costerskamer,’ thans griffierskamer. Vlakke houten zoldering, beschilderd (XVII d), waarboven een houten gewelf met geprofileerde schinkels en gesneden sluitstuk (XV), waarin een wapenschild. In aIII de tegenwoordige vestibule met een eiken zoldering met gesneden sleutelstukken (XV) op kraagsteenen. Op de verdieping: de Justitiekamer (blijkens een opschrift vernieuwd in 1742; nu kamer van den secretaris) met houten tongewelf (XVII, beschilderd XVII d). Witmarmeren schoorsteen met allegorische schilderij (1671, door A. Backer) en ijzeren haardplaat (XVI d). Beschilderde ijzeren kist (XVII). In b: In het westelijk gedeelte (Afdeeling bevolking) vlakke gewelven (XVII a). Op de verdieping, aan de zijde der groote | |
[pagina 113]
| |
zaal, een voorportaal met eiken betimmering (XVII d). In de burgemeesterskamer een beschilderde eiken zoldering; een schouw (XVII c) met gebeeldhouwde zandsteenen wangen en een schoorsteenstuk (1671, door Theod. Ferreris), voorstellend de Wijsheid en de Voorzichtigheid, in een gesneden omlijsting; een eiken balie (XVII c); een eiken kast (1664); een koperen kroon (XVII); portretten van Koning Willem I (XIX a) en Koning Willem II (1823), door A.J. Dubois - Drahouet. In de wachtkamer (trouwzaal tweede klasse, voorheen schepenkamer) een geverfde betimmering (XVIII c); een beschilderde zoldering (XVII c); een schouw (XVII c) met een schoorsteenstuk (1676, door Jan de Bray), voorstellend Seleucus, die zich een oog laat uitsteken, in een gesneden omlijsting met wapens; haardplaat (XVIII); een tafel, twee banken en twee kasten (XVII); negen stoelen (XVIII) met vroedschapskussens. Aan den kant der Zijlstraat een steenen deuromlijsting (± 1630). Twee portretten (1731 en 1740, door J.F. de la Court); een portret (1791, door W. Hendriks); portretten van Joh. Uytenbogaard (copie naar G. Flinck), van diens vrouw, Lucretia van Hoorn, van Abr. Akersloot (XVIII A), en van een onbekende (XVIII a). In de kamer van den wethouder van Openbare Werken: een eiken zoldering (XVII) met gesneden sleutelstukken, waaronder versierde kraagsteenen. Een schilderij, voorstellend het toespreken der uitgehongerde burgers (XIX a, door P. Barbiers Bzn.). Hiernaast een kleedkamer met overeenkomstige zoldering. In de kamer van B. en W. (voorheen raadzaal) een eiken zoldering met vernieuwde sleutelstukken en met versierde kraagsteenen; twee schoorsteenen met eiken betimmeringen (XVII b) en marmeren Ionische zuilen; schoorsteenstuk van tapijtwerk (gevat in een eiken lijst): Verleening van het stadswapen, vervaardigd in 1629 door Joz. Thibaut; nog een tapijtbehangsel: Inneming van Damiate (1629, door Joz. Thibaut); | |
[pagina 114]
| |
twee spiegels in lijsten (XVIII); twee eiken banken (XVII A) twee eiken leunstoelen (XVII B); drie koperen kronen (XVII); schilderij: Barbarossa verleent het stadswapen (1630, door Pieter de Grebber); twaalf geschilderde portretten: René van Chalons; zes prinsen en graven van Nassau; graaf van Hohenlohe (XVII a); Jan Gael Claesz. (1553) en Erminia van Beresteyn (1582); Thomas Livingstone en Alex. Livingstone (XVII c, toebehoorend aan het St. Elisabethsgasthuis). Aan den kant der Zijlstraat een steenen deuromlijsting. In de gang tusschen de bodekamers vlakke gewelven op kraagsteenen (XVII a). In een modernen aanbouw, bij de Pandpoort, in de kamer van den gemeente-ontvanger, een schilderij: familiestuk (± 1650, door J.F. van der Merck); landschap met bouwval (XVIII); portret van een zittend man (1822, door J.A. Kruseman); portret van Willem IV (± 1750, in den trant van Bolomey). In den doorgang naar het archief: geschilderde portretten van Pieter Steyn, Cornelia Schellinger, Elias Schellinger en Elisabeth Buys (alle 1751, door J. Fournier). Hiernaast in de leeskamer der raadsleden: twee leunstoelen en twee stoelen (XIX a). In het trapportaal van het archief, boven de deur van den doorgang, een gesneden wapen in omlijsting van lofwerk (XVIB) Voorts de volgende schilderijen: familiegroep van veertien personen (XVII c); boschgezicht, waarin Cornelis Dikx met vrouw en kinderen (XVII b); portret van J.v.d. Busch en Agatha Louise de Bye (± 1750); portret van Dr. Mobachius Quaet en Aletta Cornelia van Wingerden (1770 en 1772, door P.F. de la Croix); portret van Willem Mobachius Quaert (1775, door L. Temminck). In het archief de volgende schilderijen: landschap (XIX a, door J.T. Abels); de Groote Houtpoort (XVIII c, door Is. Ouwater); Agatha v.d. Burch (1780, door G.v.d. Puyl); een speldewerkster (XVII c, door van de Vinne); het Haarlemsche wonder (XVIIa); het maken van een dijk (XVII c); portret van Frank van der Burch (XVIII d, pastel); twee gouaches (XVII b door P. | |
[pagina 115]
| |
Holsteyn) voorstellende landschappen met land- en watervogels; uitreiking van eerepenningen in de Groote kerk (1825); portret van Cornelia van Brakel (1754, pastel door T.H. Jelgersma); portret van Chr. Ouwens (1632, door H. Pot); gezicht in de Bernarduskerk (1819, aquarel door J.P. Horstok); portret van Ds. D. Veegens (1778, door J.L. Augustini); geschilderde wapenborden (1601/2 en 1751). De volgende schilderijen, afkomstig uit het Raadhuis, zijn thans in het Frans Hals-museum: Verheerlijking van Prins Willem I (1620, door H.G. Pot, Catal. Nr. 238), en Aankomst van Frederik V van de Paltz te Vlissingen in 1613 (1623, door H.C. Vroom, Catal. nr. 300).
2. Het prinsenhof, XVI d ingericht in het westelijk gedeelte van het Predikheerenklooster (zie e 17) en toen verbouwd, wederom gewijzigd XVIII b, thans ingenomen door de stedelijke bibliotheek en de vergaderzaal der Prov. Staten, heeft aan de zijde der Jacobijnestraat nog overblijfselen van den muur der Predikheerenkerk: een spitsboogvenster (dichtgemetseld). Deuromlijsting (XVIII c). Inwendig: langs den oostmuur de kruisgewelven van den kloostergang, in het zuidelijk gedeelte waarvan een portiek (1595) van bak- en bergsteen, bestaande uit drie door Dorische zuilen gedragen bogen met gebeeldhouwde aanzetsteenen en sluitsteenen, en versierd fries. In den muur een koperen grafplaat (1630). De toegang naar het voorhuis: een boog op twee pilasters, is dichtgemetseld. In het vertrek naar de vestibule een schouw (± 1600) met eiken betimmering. In de Statenzaal drie deuren (XVII d), waarvan twee met een gesneden bekroning, en een marmeren schoorsteen (XVIII). In de Raad- en Statenzaal de volgende schilderijen: Schuttersmaaltijd (1600, door F.P. de Grebber); officieren van den St. Jorisdoelen (1594, door F.P. de Grebber); portretten van Adr. G. Doublet en Alida | |
[pagina 116]
| |
v.d. Burch (1696, door M. de la Court); portret van F.v.d. Burch Rzn. (XVII a), portret van Jac. v.d. Graeff Azn. en Catha. v.d. Dussen (beide XVII b), portret van Ph. Doublet Jzn (XVII a) en groote schuttersmaaltijd (XVII a). In de wachtkamer der Raadzaal twee schilderijen: L.J. Coster in den Houten in zijn studeervertrek (1823, door J.A. Kruseman). In de antichambre der raadzaal een portret van Sophia A.J. Fabricius van Leyenburg (XIX b, door J.A. Kruseman). In de perskamer: portret van Aern. v.d. Burch (copie naar een XVI a). Op de trap naar de bibliotheek: vier geschilderde wapenborden (XVII of XVIII). In de leeszaal der bibliotheek: een schouw met eiken stijlen (XVI c) en tegelbekleeding; een toonbank (XVII), drie bolpoottafels (XVII); portret van Maria, catechiseermeesteres (1663, schilder onbekend); portret van Aletta Hanemans (naar Fr. Hals). In het portaal der leeszaal: z.g. zelfportret (XVIII d) van J.L. Augustini. Een beschilderde zoldering (XVII c), een schoorsteen (XVIII), goudleerbehangsel (XVIII), drie eiken tafels en twee kisten (XVII), alle afkomstig uit de voormalige Prentenkamer, bevinden zich, sinds de ontruiming (1913), in het Frans Halsmuseum. De volgende schilderijen, afkomstig uit het Prinsenhof, zijn thans in het Frans Hals-museum: Verheerlijking van Frederik Hendrik (1681, door Jan de Bray, Catal. nr. 43); Vulcaan en de Cyclopen (1683, door Jan de Bray, Catal. nr. 44); de Kindermoord van Bethlehem (1591, door C. van Haarlem, Catal. nr. 467); het Huwelijk van Peleus en Thetis (1593, door C. van Haarlem, Catal. nr. 59*).
3. Markt. De vleeschhal (thans Rijksarchief), in 1603 gebouwd door den stadsbouwmeester Lieven de Key, is een, overvloedig met zandsteen versierd, rechthoekig baksteenen gebouw met trapgevels aan de smalle zijden. De trappen van den | |
[pagina 117]
| |
voorgevel zijn versierd met vijf obelisken, de top met het stadswapen. Overigens zijn deze beide gevels op voereenkomstige wijze behandeld: beneden vijf assen, in de middenas geplaatste ingang met rustieke omlijsting, te weerszijden hiervan lage kelderpoortjes met bergsteenen bekroningen, en, hooger, ossekoppen in omlijstingen; fries met schapekoppen; de verdieping heeft vier assen; geveltrappen met klauwstukken; en zwaar geprofileerde afdekkingen, welke om de ander als lijsten zijn doorgevoerd; gebogen topfronton met bekronende obelisk. Boven het hoofdgestel van den zijgevel drie rijk versierde toppen, waarin dakvensters. Looden versiering (vernieuwd) aan den nok en aan de dakkapellen. Inwendig: de hal, in twee beuken gescheiden door een reeks zandsteenen zuilen met kapiteelen, die korfbogige scheibogen dragen. Vlakke baksteenen gewelven op kapiteelvormige kraagsteenen. Steenen wenteltrap van de straat naar de verdieping, welke gedekt is door een eiken balken zoldering met geprofileerde sleutelstukken. Hier worden bewaard: een eiken kist (XVI a,) een eiken kist (± 1600, afkomstig uit Graft), drie eiken kisten (XVII A), een vurenhouten kist met ijzeren beslag (XVI, doch met het jaartal 1675), een eiken tafel (XVII a), een notenhouten leunstoel (XVII a, afkomstig uit het Franciscanenklooster te Megen); drie geborduurde kussens (1632, afkomstig uit het raadhuis van De Rijp); zes dito kussens (XVII, afkomstig uit het Commandantshuis te Amsterdam), een ijzeren kaarsenstandaard (XVI), een verzameling sleutels (XVI-XVII), een bronzen luiklok, gegoten in 1663 door Fr. Hemony te Amsterdam; een lange houten voetenbank, waarin de vuurtesten ter verwarming der voeten werden geplaatst (afkomstig uit een polderhuis in Noord-Holland).
4. Damstraat 29. De waag (1595, door Lieven de Key, in 1915 hersteld en van de verf ontdaan) is een hoekgebouw | |
[pagina 118]
| |
met hardsteenen gevels. Krachtig sprekende profielen. Omlijstingen van de ingangen en vande vensters gelijkvloers. De verdieping heeft kruiskozijnen, gedekt door frontons. Hierboven een halve verdieping: het wapen van Holland, resp. van Haarlem, te weerszijden waarvan gekoppelde rondboogvensters. Sterk vooruitspringende daklijst. Dakkapellen met looden versieringen. Windwijzer.
5. Markt. De hoofdwacht, oorspronkelijk een particulier huis, omstreeks 1650 ter plaatse van het eerste raadhuis opgetrokken, in 1755 ingericht tot Hoofdwacht en daarbij gewijzigd (vooral het benedendeel), thans verhuurd aan de vereeniging Oud-Haarlem, heeft een gevel, afgedekt door een rechte kroonlijst, waarboven een moderne houten balustrade. Boven den ingang een door een gebogen fronton gedekt middenvenster, waarvoor een balcon. Festoenen en tropheeën afhangend tusschen de vensters der verdieping en der halve verdieping hierboven. Hierin de verzameling van de vereeniging ‘Oud-Haerlem’, zie h 7.
6. Van het tucht of rasphuis, 1609 gebouwd ter plaatse van een Pesthuis (1566, verbrand 1586), XVIII tot Aalmoezeniershuis, 1824 tot huis van bewaring ingericht, in 1906 gesloopt, is slechts een poort (XVII d) over, die, in stukken, op de werf der Gemeentewerken wordt bewaard. Hierbij een beeld der Liefde.
7. Donkere Spaarne. Het garnizoenskleedingmagazijn is gevestigd in een gebouw (1567, blijkens het jaartal op een sluitsteen) met een baksteenen gevel (ontpleisterd 1911), versierd met boogsteenen in de ontlastingsbogen.
8. Gasthuisstraat 32. De oude, st. adriaans- of kloveniersdoelen (1562, aanvankelijk ‘Nieuwe Doelen’ geheeten, | |
[pagina 119]
| |
vernieuwd en uitgebreid door Lieven de Key in 1612), thans tot gymnastiekschool enz. ingericht, heeft aan het voorgebouw twee zijgevels met trappen. Poortgebouw (1612) met blokwerk ter omlijsting van den ingang; boven het hoofdgestel een borstwering met cartouche (twee gekruiste handbussen) en twee leeuwekoppen. Te weerszijden van het venster der verdieping pilasters, versierd met banden van bergsteen. Top met rondboognis; zandsteenen voluten, driehoekig fronton en schildhoudenden leeuw. Ribloos kruisgewelf over den doorgang. Aan de binnenplaats een gevel met ontlastingsbogen; in het midden hiervan een poort (1618) met Dorische pilasters, een fries (waarin een opschrift betreffende het beleg van 1572) en een driehoekig fronton, bekroond door een kleiner top met gebogen vleugels; drie schildhoudende leeuwen. Boven het topvenster een wijzerplaat. Klokkestoeltje met ijzeren bekroning. Toppilaster met schildhoudenden leeuw. Aan de Luitensteeg een eindgevel met hoekblokken; boven een poortje (1615) hier twee gekruiste bussen. Inwendig: een schouw (XVII A) met gebeeldhouwde wangen en een opschrift; een eiken fries (1621), een steen (XVII) met wapen en twee harnassen. In den zijvleugel: gelijkvloers een schouw (XVII); zoldering met kinderbalken. Op de verdieping: een schouw met gebeeldhouwde wangen en een gesneden omlijsting (XVII B) van een naar het Frans Hals-museum overgebracht schoorsteenstuk (XVII a), voorstellend de inneming van Damiate, door C. Cz. van Wieringen. Voorts zijn in het Frans Hals-museum nog de volgende schilderijen, uit dit gebouw afkomstig: Schuttersmaaltijd (1618, door Corn. Engelsz., Catal. nr. 87); Schuttersmaaltijd (1583, door Corn. v. Haarlem, Catal. nr. 51); Maaltijd van officieren van den Cluveniersdoelen (1627, door Frans Hals, Catal. nr. 125); Vergadering van officieren van den Cluveniersdoelen (1633, door Frans Hals, Catal. nr. 126); Officieren van de schut- | |
[pagina 120]
| |
terij der Cluveniers (1630, door H.G. Pot, Catal. nr. 239); Vergadering van officieren van den Cluveniersdoelen (1642, door P.C. Soutman, Catal. nr. 267).
9. Groote Houtstraat 144. De nieuwe of st. jorisdoelen, in 1592 gebouwd ter plaatse van het klooster van St. Michael (1416), in 1707 tot Proveniers, en vervolgens tot Oudemannenhuis, na 1866 tot verschillende doeleinden ingericht, bestaat uit vier om een binnenplaats opgetrokken vleugels. Voorgevel (1592, benedendeel geheel verminkt) van baksteen met bergsteenen banden, lijsten, en gekoppelde onlastingsboogjes. Trapsgewijs gemetselde top met obelisken op de hoeken, vleugelstukken tegen de hooge trappen, bekronend driehoekig fronton. In den top een nis gedekt door drie gekoppelde rondbogen. Ten Z. van dezen gevel een bergsteenen poort van blokwerk met forsche profielen in den trant van L. de Key. In den door zandsteenen banden verlevendigden achtergevel aan het binnenplein, waar ook de proveniershuisjes uitkomen, een poort (XVI d) met versierden sluitsteen. Pomp (XVII B). Langs de Kerkstraat (nos. 1-9) een reeks eenvoudige gevels (XVIII a). Inwendig: Gesneden trapleuning (XVII d); eiken zoldering met sleutelstukken, en, in een zijvleugel, op versierde steenen kraagstukken; schouw met haardplaat en met gesneden omlijsting (XVII d) van een schilderij: Schuttersmaaltijd door F.P. de Grebber, welke thans in het Frans Hals-museum is. Over den onderbouw riblooze kruisgewelven, in het midden gedragen door bergsteenen pijlers. In de Doelstraat (no. 142) de conciergewoning: trapgevel (± 1600) met ontlastingsboog. Geprofileerde waterlijst. De volgende uit den St. Jorisdoelen afkomstige schilderijen zijn thans in het Frans Hals-museum: Gezicht op den tuin van het Proveniershuis in de 18e eeuw, door F. Decker. Regenten | |
[pagina 121]
| |
van het Proveniershuis (1737, door F. Decker); Maaltijd van officieren van den St. Jorisdoelen (1616, door Frans Hals, Gatal. nr. 123), dergelijk schilderij (1627, door Frans Hals, Catal. nr. 124); officieren en onderofficieren van den St. Jorisdoelen (1639, door Frans Hals, Catal. nr. 127); Maaltijd van officieren van den ouden Schutsdoelen (1599, door C. van Haarlem, Catal. nr. 54).
10. Goudsmidspleintje 6. Voormalig gildehuis der goudsmeden (XVII a). Tudorbogen over eenige vensters. Gevelsteen met opschrift.
11. Nieuwe Gracht 7. Ambtswoning van den Commisaris der Koningin. Inwendig, in den stijl van het Keizerrijk: Vestibule met marmerbekleeding en stucversiering. Zaal, bekleed met rood- en grijs marmer; hierin twee zuilvormige kachels met bronzen versiering; drie geschilderde dessus-de-porte; parketvloer. Salon met betimmering en geelzijden behangsel. Vier geschilderde dessus-de-porte, marmeren schoorsteen met spiegelomlijsting; twee damtafels; verguld ameublement; kristallen kroon. ‘Etrurische’ zaal met geschilderd fries (de oorspronkelijke wandbeschildering thans bedekt).
12. Het paviljoen ‘welgelegen’ in den Haarlemmerhout, in 1788 gebouwd door den architect J.B. Dubois uit Dendermonde naar ontwerp van Triquetti, voor den bankier H. Hope, in 1808 als paleis door koning Lodewijk Napoleon in gebruik genomen, thans museum van Kunstnijverheid (zie h 2). Terras met twee gebogen opritten naar de hoofdverdieping. Middenpartij met geblokte pilasters en dubbele Dorische en Jonische zuilen; driehoekig fronton. Aan weerszijden een lagere eveneens door geblokte pilasters ingedeelde, vleugel, bekroond door een attiek, en eindigend in een hoekpaviljoen met beeldgroepen op de attiek; | |
[pagina 122]
| |
Reliefs boven de deuren. Zijgevels overeenkomstig. Naast den linkerzijgevel een gesmeed ijzeren hek (XVIII c). Inwendig: Groote hal met stucversiering en gesmeed ijzeren balustrade. Links de ‘ronde zaal’ (hersteld 1919) met rijke stucversiering en reliefnabootsingen (1789) door Jac. Kuyper, en met Empiremeubelen. Rechts de kamer van koning Lodewijk en de Prinsessekamer met het oorspronkelijk ameublement.
13. Voormalige Commiezenhuizen (1824, door T.F. Suys) aan het eind der Groote Houtstraat, thans tot politiepost ingericht.
14. Klein Heiligland 17. poort (1619) met door een Tudorboog gedekten ingang naar het Nieuw Heiligland. | |
e. Kerkelijke gebouwen.1. De groote of St. Bavokerk, in 1479 tot kapittelkerk verheven, in 1559 kathedrale kerk, sinds 1876 in restauratie, gebouwd ter plaatse eener 1307 vermelde en XIV c grootendeels afgebrande kerk, wier laatste deelen eerst 1470 gesloopt werden (tufsteenen grondslagen hiervan in 1843 gevonden), is een kruiskerk, bestaande uit: een grootendeels bergsteenen schip (begonnen ± 1400) met twee zijbeuken (voltooid 1483) van baksteen, met toepassing van bergsteen, waaruit de geheele westgevel opgetrokken is; een dwarspand (1445-XV c) doch verhoogd (de noordarm vóór 1496) in bergsteen; een driezijdig gesloten koor (XV d) van bergsteen met 9/18-gesloten omgang van baksteen, voltooid in 1483; en de volgende aanbouwsels tegen schip en koor, beginnende van het Westen: Aan den zuidkant: a. de leprozenkapel (nu collectantenkamer); b. de geheel op den zuidbeuk geopende vontkapel (kapel De Raat, 1423-1426, XVII a verbouwd, naar men wil door | |
[pagina 123]
| |
Lieven de Key, die de steunbeeren en den geveltop in classicistischen trant behandelde); c. de H. Geestkapel (nu kamer van diakenen); d. de doopkapel met een dichtgemetselden ingang in haar zuidwand; e. een ruimte (oorspronkelijk portaal, nu predikantenkamer) met zandsteenen portiek (XV d), ten Z. waarvan een wenteltrap, leidend naar een zolderruimte; f. tegen den westmuur van den zuidelijken dwarsarm de H. Grafkapel (XV c); g. tegen den zuidelijken dwarsarm een modern portaal (ter plaatse van een XV d); h. ten O. van dezen arm, en geheel geopend op den kooromgang, de Brouwerskapel (XV B) met een in den zuidoosthoek ingebouwde bergplaats (voorm. archief van het Brouwersgilde); i. de sacristie der vicarissen (XV) met een ingang in den noordwand en een wenteltrap, leidend naar een erboven gelegen vertrek en naar de ‘Librye’ en, hooger op, naar den omgang boven langs het koor; j. de vergaderkamer van kerkvoogden (XVII b); k. de groote sacristie (1428), waarboven de ‘Librye’ (Kerkvoogden archief); l. ten Z. hiervan de kosterswoning (ten deele XV); m. ten Z.O. van de koorsluiting een gebouw (1659, door Salomon de Bray in gothiseerenden trant, hersteld 1903), bevattend de kerkeraadskamer en het ‘heerenkantoor’ (voormalige vergaderzaal der kerkmeesteren), en in welks gevels zich twee gebeeldhouwde cartouches bevinden; n. tegen een zuidoostelijken sluitingswand een portaal (bovendeel later herbouwd en gewijzigd XVI b); met geprofileerde ingangen aan oost- en zuidzijde, hoekbeeren (vermoedelijk gewijzigd XVII), versierde borstwering en geveltop; | |
[pagina 124]
| |
Aan den noordkant: o. tegen de derde travee van het W. de Cellebroederskapel (1428, later Hondenslagerskapel genoemd), over de geheele hoogte op den noordbeuk geopend; p. ten O. van den noordelijken dwarsarm (dus tegenover de Brouwerskapel) de over de geheele hoogte op den kooromgang geopende Kerstkapel (XV B, herbouwd sinds 1557), in wier noordwand zich nog een fragment van een balustrade (XVI d) met obelisk bevindt; q. ten O. hiervan de kapel der zeven weeën (XV c, sinds XVI d ook kapel - van Schagen geheeten), waarboven een verdieping. Traptorens: in den hoek tusschen den noordelijken arm en het schip; in den hoek tusschen de laatstgenoemde kapel en den kooromgang; in den westgevel naast den zuidelijken steunbeer. Op de kruising een met lood bekleede, ten deele open, klokkentoren (1520, door Jacob Symonsz van Edam), ter vervanging van een steenen, sinds 1505 onder leiding van Anthonis Keldermans gebouwd, die te zwaar bleek voor de kruisingspijlers. In den vernieuwden westgevel een dubbele ingang, waarboven een groot (XVIII b dichtgemetseld) venster (waarin zich een door bisschop Joris van Egmond geschonken, glasschildering van 1545, naar, in het Rijksmuseum te Amsterdam bewaarde, cartons van Gerrijt Boels naar ontwerpen van Barend van Orleij bevond). De muurversterkingen van den hoogen lichtbeuk hebben inkassingen, wijzend op aanvankelijk beraamde luchtbogen en steenen overwelving. De gevels van de dwarsarmen vertoonen in den top nissen, de middelste waarvan aan de noordzijde een Mariabeeld (1496) bevatte (thans in de archiefkamer geborgen), en aan de zuidzijde nog een beeld van den H. Bavo (XV d) bevat. Traceeringen, balustrades, pinakels en bekroningen der westelijke beeren nieuw. Gesmeed ijzeren leliekruis (thans in den kooromgang geborgen). Als bouwmeesters worden, behalve de reeds | |
[pagina 125]
| |
genoemde, vermeld: Godevaert de Bosscher en Steven van Afflighem (schip), en Mr. Evert van Antwerpen (dwarspand). Inwendig: in het schip zuilen met bladkapiteelen, in het koor zonder kapiteelen (in plaats hiervan dunne lijsten, waarboven de boogprofielen te niet loopen). In het koor een triforium, in het schip en het dwarspand borstweringen onderlangs de vensternissen. Over het koor en het schip houten stergewelven (1532-1538), gedragen door muurzuilen op kraagsteenen en met kapiteelen. Steenen kruisribgewelven met versierde sluitsteenen over de zijbeuken (in den noordbeuk: 1483), den kooromgang, de kapellen en het oostelijk portaal; steenen stergewelf (1500, blijkens een opschrift boven den noordelijken boog) over de kruising; steenen kruisribgewelven (1891-1892) over de dwarsarmen. In de leprozen-kapel een gothisch deurtje. In de H. Geestkapel versierde kraagsteenen (engelen met Passie-werktuigen) en sluitsteen (H. Geest); gothisch deurtje; in den noordwand een kruisvormige opening naar de kerk. In de predikantenkamer gebeeldhouwde kraagsteenen. In de H. Grafkapel twee gebeeldhouwde sluitsteenen (Salvator en H. Geest), en dito kraagsteenen; in den oostwand een nis voor het H. Graf; kruisvormige opening naar het dwarspand. In de Brouwerskapel twee gebeeldhouwde sluitsteenen (St. Maarten en St. Bavo). In de sacristie der vicarissen een gothische nis (lavabo); op de verdieping een opening, uitzicht gevend in de Brouwerskapel; eiken tongewelf op gesneden koppen. In de vergaderkamer van kerkvoogden een eiken deur in omlijsting (XVII b). In de groote sacristie gebeeldhouwde kraag- en sluitsteenen; op de verdieping een gothische schouw en een tegelvloer (ten deele XVI). In de Cellebroederskapel gebeeldhouwde kraagsteenen (o.a. een hondenslager) en kapiteel op de middenzuil. In de Kerstkapel een sluitsteen (1557 en wapen van Pieter van Dorp). Over de verdieping boven de kapel der zeven weeën een eiken kap met geprofileerde schinkels. De kerk bezit: | |
[pagina 126]
| |
Eiken koorhek (XVI a) met gesneden paneelen en koperen spijlen (1514, ten deele vernieuwd), gegoten door Jan Fyerens van Mechelen naar modellen, gesneden door Mr. Steven. De bekroning over het middendeel is van 1877. Eiken koorafscheidingen met laat-gothische paneelen (1536, door Damiaan Hendriks) en gesneden spijlen (XVI c). Twee koorafsluitingen (XVII). Fragmenten van een zandsteenen afsluiting (XVI c) aan de oostzijde van het koor; de bekroning hiervan bevindt zich in de doopkapel. Gesmeed ijzeren hek (1426, door Mr. Geurt) voor de vontkapel. Koorgestoelte (XVI a) met twee gesneden figuren en met rustklampen (‘misericordes’), ten deele vernieuwd; in de rugpaneelen van vijf-en-dertig zitplaatsen geschilderde wapens (XVI c); overhuiving met gesneden kroonlijst, waarin de wapens van Haarlem en St. Bavo. Vierkante hardsteenen doopkuip. Eiken preekstoel (1679, door Abr. Snellaert naar ontwerp van Erasmus den Otter) met gesneden versiering (XVII a) boven het klankbord (1844) en met een bekroning (vermoedelijk XIX b); geelkoperen leuningen (1679, door Gillis Wybrants, naar modellen van Abr. Snellaert). Eiken preekstoel (XVII a) in het koor. Koperen lutrijn: pelikaan, in 1498 gegoten door Jan Fyerens van Mechelen. Koperen predikantslezenaar; dito voorzangerslezenaar; dito doopbekkenhouder (XVII d). Orgel (1738, door Christ. Müller te Amsterdam, versiering door J. van Luchteren, het pijpwerk in 1868 gewijzigd) met galerij en met front naar ontwerp van Dan. Marot. Hieronder een marmeren allegorisch relief (1735) door J.B. Xavery. Klein orgel (XVIII, ten deele vernieuwd, afkomstig uit een gesticht te Breda, vervaardigd te Charleroi). | |
[pagina 127]
| |
Eiken gestoelte (H. Geestbank, ± 1500, hersteld 1880) tegen den westmuur van den zuidbeuk. Hiernaast een steen met opschrift (1553). Eenige eiken regeeringsbanken (XVII). Drie eiken tochtportalen, waarvan twee in 1640 naar ontwerp van Pieter Post, en een (XVII b). Grafmonumenten: Gebeeldhouwde cartouche (1569-1572) voor Ermgaert Coenraedtsdr. tegen den zuidwestelijken kruisingspijler; dito cartouche (1607) voor Nic. van der Leur in de Brouwerskapel; epitaaf-de Raet - Schuylenburch (1771); marmeren gedenkteeken (1843, door Jos. Geefs te Antwerpen voor Christ. Brunings en Fred. Will. Conrad); grafteeken (1806) door P.J. Gabriël te Amsterdam; gedenkteeken (1831) voor Bilderdijk. Twee roodzandsteenen doodkisten. Talrijke zerken, de oudste van 1479 (van Berkenrode), verschillende XVI-XVIII; zerk (1649) in koperen rand; eenige zerken met koperen handvatsels (XVIII c). In het koor de zerk van Frans Hals. Verminkte steenen groep (XV d, Christus voor Pilatus?) in den noordelijken arm. Gipsen borstbeeld van Koning Willem I (1825, door J.F. Sigault te Amsterdam). Tapijtschilderingen (XVI a, op ééne: 1506) tegen de zuilen van het koor; twee schilderijen (teksten in omlijsting, resp. 1580 en 1585, deze laatste door Jacob Savrye) tegen de kruisingspijlers; schildering (XVI) in den oostelijken scheiboog van het koor aan de noordzijde; schildering (XVI) op een muurzuil in den kooromgang. Gebrandschilderde glazen: een (± 1655, afkomstig uit de Ned. Herv. Kerk in De Rijp); een (1679, door Krijn Gerritsz. Cuylenburgh, afkomstig uit de Ned. Herv. kerk te Beverwijk, met oud en nieuw wapen van Haarlem en de inneming van | |
[pagina 128]
| |
Damiate); een (1698, door Willem van Cleeff en Pieter Loover te Rotterdam, afkomstig uit de Ned. Herv. kerk te Lisse) met het wapen van Rijnland en de wapens van dijkgraaf, secretaris en hoogheemraden; een (1741, afkomstig uit de in 1846 afgebrande Groote kerk te Hoorn) met afbeeldingen van ambachten; eenige fragmenten (1788-1790, afkomstig uit de Ned. Herv. kerken te Warder en te Alkmaar), met geslachtswapens. Schilderij (XVI a, door van Mander aan Geertgen tot St. Jans toegeschreven), op paneel, voorstellende de St. Bavokerk aan de zuidzijde, met den toren van 1505. Twee koperen wandluchters (XVI a); een aantal graflantaarns (XVIII c) met het wapen van Haarlem. Twee tekstborden (XVI d), vier psalmborden (XVII c), twee opschriftborden (1573); in den kooromgang een eiken bord (1581, maar met frontons XVII b); in de Brouwerskapel een bord (1652, door Nic. Boddingius) met namen van predikanten; een bord met vers, geschilderd 1738, en met de voorstelling (XVII b) van een weesjongen en een weesmeisje (hierbij een geldkist); een bord (1658) met de wapens van diakenen en een vers, onderteekend D.G. (uldewagen). Zilverwerk (gedeeltelijk ook van de Bakenesser en de Nieuwe kerk): Twee gegraveerde Avondmaalsbekers (1592, door Corn. Willems Doren), met de afbeelding der kerk; twee eenvoudige (blijkens de merken 1645, door G. Meynertsz Fabritius); een (1649); twee (1653, door Jan Akersloot); een (1654, door denzelfde); twee (1732, door Jacob Groeneweg); twee (1737); twee collecteschalen (1728); acht blaadjes (1737). In 1919 is in een graf een fragment van een laat-gothische zilveren paternoster gevonden. Klokken: eene in 1503 gegoten door Gerijt van Wou, twee in 1667 door Petrus Hemony te Amsterdam, eene in 1686 door Claude Fremy; twee (de z.g. ‘Damiaatjes’) gegoten in 1732 (door C. Crans? te Amsterdam). | |
[pagina 129]
| |
Klokkenspel van vijf-en-dertig klokken, waarvan drie-en-dertig 1659-1670 gegoten door F. en P. Hemony. In de Librije wordt een klokje (1638) bewaard, dat vroeger bij het orgel hing. Uurwerk (1665) van J. Sprakel te Zutfen. Varia: drie scheepjes (XVII, een in 1686 vervaardigd door David Koenen), een ijzeren traliekist en een ijzeren geldkist (XVI), een ijzeren offerkist (XVI); twee ijzeren zegelstempels (1616 en 1631); in de doopkapel een wijzerklokje (1731, door Is. Hasius); staven (XIX a) der officieren van de brandweer, beschilderd met afbeeldingen der kerk. In de sacristie der vicarissen een reeks van predikantenportretjes, waarvan twee (XIX a), geteekend door J.P. Visser Bender. In de kerkeraadskamer: een schoorsteen met gebeeldhouwde zandsteenen wangen (± 1660) en een ijzeren haardplaat (XVIII); eenige paneelen (XVII) eener betimmering; een eiken portaal, waarvan het schotwerk afkomstig is uit een huis in de Zijlstraathoek Nassaulaan; twee koperen wandarmen (XVII); een schilderij (XVIIc): Aanbidding der herders (in den trant van A. Bloemaert); vier gesneden leeuwtjes (XVII), afkomstig van een heerenbank. In het ‘heerenkantoor’ een schoorsteen als in het vorig vertrek, met een schilderij (XVII d, bloemstuk in den trant van G.P. Verbruggen) in een omlijsting (XVII c); eiken betimmering (± 1650); beschilderde zoldering (XVII c), een eiken kast (XVII B), een spiegelkast (XVIII c), twaalf stoelen (XVIII) vier gesneden leeuwtjes (XVII, afkomstig van een heerenbank); lijst met de namen der kerkvoogden (1737-1765); twee koperen wandarmen; eenig tinwerk (XVII-XVIII). In de vergaderkamer van kerkvoogden: een eiken deur met omlijsting (± 1650), vier eiken kasten (XVII), zes stoelen (XVIII B); bord met de namen van regenten der diaconie (XVII d-XVIII a). In de groote sacristie: een waterverfteekening (1804, door | |
[pagina 130]
| |
H.P. Schouten), gezicht op het klokhuis uit het Westen; een dito teekening (1844), naar een schilderij van P. Saenredam, gezicht door de kerk naar het Zuiden; een in O.I. inkt gewasschen penteekening (1789, door V. van der Vinne), gezicht in de kerk naar het Oosten. Waterverfteekening (XVII B), gezicht in de St. Laurenskerk te Rotterdam, uit het Oosten. In de kosterij: een kruisribgewelf (over de voormalige kleine sacristie); een eiken kast (XVII); een beschilderd grafbord (1595). Aan de zuidzijde der kerk lage winkels (XVII a, maar gemoderniseerd). De volgende schilderijen, uit de St. Bavokerk afkomstig, zijn thans in het Frans Halsmuseum: St. Lucas de H. Maagd schilderend (1532, altaarstuk der St. Lucaskapel door Maarten van Heemskerck); twee zijstukken van een drieluik (1546, door M. van Heemskerck), behoord hebbende tot het Drapeniersaltaar; de jongelingen in den gloeienden oven, altaarstuk (1575, door P. Pietersz.) van het Bakkersgilde.
2. De ned. herv. o.l. vrouwen of bakenesserkerk, ter plaatse der oude grafelijke kapel gelegen, is een baksteenen gebouw bestaande uit: een beuk (XV) met 5/10-gesloten koor en met een westtoren, verhoogd (XVI a) en toen, met beziging van het materiaal van den afgebroken toren der St. Bavokerk (zie blz. 124), van een achtkante bergsteenen lantaarn met peervormige kroon voorzien; en eenen noordbeuk (1620-1640). Steunbeeren, gedeeltelijk met bergsteen bekleed. Ingang met geprofileerde bergsteenen omlijsting (XV d). Aan den oostkant een bergsteenen portiek (1620, door Lieven de Key). Aan de Vrouwensteeg een Jonische portiek met gebeeldhouwd medaillon (1639). Inwendig: houten tongewelven; in het koor worden de ribben gesteund door de gesneden beelden (XV d) der Evangelisten, in den noordbeuk door gesneden consoles (XVII A); zuilen (XVII). De kerk bezit: | |
[pagina 131]
| |
Eiken koorgestoelte (XVII a). Eiken preekstoel (1620). Eiken doophek (XVII B). Drie eiken tochtportalen (XVII a). Vier koperen kronen (XVII B). Drie klokken, waarvan eene in 1614 door Henricus Muers, en twee in 1663 door F. Hemony te Amsterdam gegoten (deze laatste maakten deel uit van het in 1795 verkochte klokkenspel). De kosterswoning aan de Vrouwensteeg heeft een trapgeveltje (XVII a), zijdelings overgebouwd en rustend op kraagsteenen.
3. De ned. herv. st. janskerk, in 1316 gesticht als kapel der Johannieters, is een baksteenen, aan de oostzijde met bergsteenblokken verlevendigd, gebouw, bestaande uit: een schip (XVI a) met latere 5/10-sluiting; een zuidbeuk (XIV B); en een zuidelijken arm (XV, oorspronkelijk een kapel). Achtkante met lood bekleede dakruiter (1595). In den westgevel spitsboognissen. Zuidportaal (XIV); oostportaal (1628). Inwendig: pijlers, uit den oorspronkelijken zuidmuur gespaard. Muurschalken (ten deele weggehakt). Houten tongewelven (1744). De kerk bezit: Eiken heerenbank (XVII). Eiken borstwering (XVII) van een galerij. Eiken tochtportaal (XVII A). Orgel (XVIII d). Verschillende zerken met huismerken; eenige laat-gothische, waaronder twee (1444 en 1584) van St. Jansheeren; een (1596), een (XVII c). Een gebrandschilderde ruit (XVII A). Drie koperen kronen (XVIII A) en achttien dito wandarmen. Klok, in 1763 gegoten door J. en P. Verbrugge te 's-Gravenhage. In de St. Janskamer ten Z.O. der kerk een gesneden bordje | |
[pagina 132]
| |
(XVII), waarop: ‘Diakens comptoir’; zestien stoelen (XIX a); twee geschilderde wapens op perkament. Fragmenten van den preekstoel (± 1500) bevinden zich in een kist in de St. Bavo-kerk. De kosterswoning heeft een trapgeveltje (XVII). Hiernaast een poort (XVIII).
4. De nieuwe of st. anna kerk, in 1649 (blijkens het opschrift in den oostgevel) door Jacob van Campen gebouwd, ter plaats der in 1644 afgebroken kerk van het St. Anna-klooster, is een vierkant baksteenen gebouw, bestaande uit twee, een Grieksch kruis vormende en door halfronde tongewelven overdekte beuken, en, in de vier hoeken, door een lagere vlakke zoldering-in-vakken gedekte ruimten. Steunbeeren met ingezwenkte buitenlijn. Dorische kroonlijst en portiek. Festoenen. Rondboogvensters. Aan de westzijde een toren (1613 door Lieven de Key, op de grondslagen van den middeleeuwschen toren) met bergsteenen balustrade en baksteenen achtkant, waarop een met lood (vernieuwd 1833) bekleede houten spits (ten deele vernieuwd in 1862), bekroond door een obelisk. Obelisken op de hoeken der balustrade; zandsteenen portiek, waarboven een nis met het stedewapen en: 1613. Inwendig: de kruising wordt gedragen door vier vierkante pijlers met Jonische kapiteelen, waarboven een architraaf. Tusschen elk dezer pijlers en de beide ermede correspondeerende muurpilasters telkens een Jonische zuil. De gewelven hebben eene in 1909 ontbloote beschildering uit den tijd van den bouw. De kerk bezit: Vierkanten eiken preekstoel (± 1650) met koperen leuning en vier koperen zuilen, die het klankbord dragen. Twee koperen lezenaars (XVII B). Orgel (1791, afkomstig uit de St. Bavokerk). Eiken heerenbank (XVII). | |
[pagina 133]
| |
Zes koperen kronen (XVII), acht dubbele wandarmen en een blaker (XVII). Drie klokken, waarvan eene in 1525 door Medardus Waghevens te Mechelen gegoten; eene in 1615 door Henricus Muers; en eene in 1749 door Cypr. Crans Jansz. te Amsterdam.
5. De begijnhofskerk, sinds 1586 eigendom der Waalsche gemeente, is verbouwd en vergroot, na den brand (1348) van het in 1262 gestichte Begijnhof. Zij bestaat uit een schip (ten deele XIV A), sinds XVIII afgeschoten en tot kosterswoning vertimmerd, met een hooger, 5/10-gesloten koor (XV a), en eenen gedeeltelijk ingebouwden toren (XIV, bovendeel hernieuwd) met achtkante spits. Ten N.O. van het koor de voormalige sacristie (XVI), ten Z.W. een portaal (XV a, doch met gevel XVII b). De westelijke travee van het schip vertoont nog de oorspronkelijke plaatsing der vensters: een breed spitsboogvenster, waarboven een paar kleine, door segmentbogen gedekte vensters. Inwendig: houten tongewelf met geprofileerde schinkels; in het westelijk gedeelte karbeelen en sleutelstukken (XVII a). In den toren een kruisribgewelf. In het koor een deur met snijwerk (XVIII d). De kerk bezit: Altaarsteen. Eiken preekstoel (XVII b). Orgel (XVIII d). Eiken bank (± 1600). Zerk van Johan Crucius. Tapijtschildering (XVI a, gerestaureerd 1874). Drie koperen kronen (XVII). Klok (1512). In de voormalige sacristie: eiken welving (XVI b) met Christuskop in het midden; een gebeeldhouwde zandsteenen schouw (XVII) met eiken fries en met tegelbekleeding; vier geschil- | |
[pagina 134]
| |
derde ruitjes (1670) en vier wapentjes; tegels tegen de wanden; vier gebrandschilderde ruiten (1623 en 1670); twee koperen lichtarmen (XVII); een eiken kast, twee tafels en een stoel (XVII c). Boven de sacristie een vertrek met een vloer van oude plavuizen. Een uit deze kerk afkomstig schilderij: portret van een begijn (1635, op paneel door P. de Grebber), bevindt zich nu in het Bisschoppelijk museum.
6. De evang. luthersche kerk bezit een wandbetimmering (XVII B), alsmede: Eiken preekstoel (XVII d). Fragment van een eiken doophek (XVII B). Twee psalmborden (XVIII d). In de telkamer een teekening (XVIII B), voorstellende de oude kerk (in 1615 gebouwd ter plaatse van het Witheerenklooster). In de consistoriekamer een schoorsteen met een grauwtje (1767, door A. Elleger); een staande klok (XVIII B), negentien stoelen en een leunstoel (XVIII B); drie teekeningen (XVIII B), voorstellend de oude kerk; een penteekening, voorstellende eene honderdjarige vrouw († 1811).
7. De doopsgezinde kerk is een eenvoudig baksteenen gebouw (1683). Aan de Groote Houtstraat een portiek (1757). Zij bezit: Twee koperen lezenaars (XVIII B) op arm. Palissanderhouten kast (XVII); eiken kast (XVII); tafeltje op geslingerden voet (XVII B). Twee tinnen kannen en twee dito bekers (XVII); vier tinnen kandelaars (XVII).
8. De moderne remonstrantsche kerk bezit: Twee gegraveerde zilveren Avondmaalsbekers (vermoedelijk van 1677). | |
[pagina 135]
| |
Gegraveerd zilveren blad (XVIII a). Een portretje van den predikant Paschier de Fijne (1588-1661), in potlood geteekend door C. Visscher.
9. Het bisdom haarlem bezit de volgende voorwerpen, bewaard ten huize van den Bisschop (zie g 255): Staf (XIV, vermoedelijk afkomstig van de abten van Egmond), bekleed met verguld zilver, waarop een rankenornament; den nodus versierd met ruitvormige noppen, waarin de borstbeelden der Apostelen; de krul, opkomend uit een gothische architectuur met contreforten, fialen en geveltopjes, en versierd met plaatjes van doorzichtig email; onder de krul een dragende engelfiguur, en in het midden ervan een gedreven voorstelling der kroning van Maria. Zilveren wierookvat (XVI a, afkomstig uit de R.K. kerk te Edam). Ivoren corpus (XVI d): Kazuifel, twee dalmatieken en koorkap met geborduurde voorstellingen (XV d, sterk gerestaureerd). Tabernakel (XVII d), opgelegd met schildpad en zilver. Palissanderhouten kast (XVII B). Tien groote en zeven kleine wapenborden (XVIII) van Chineesch porselein.
10. De r.k. kathedrale kerk (H. Bavo) bezit een verguld zilveren doos (XVIII c). Een schilderij uit deze kerk afkomstig, voorstellende een Ecce Homo (± 1550, op paneel), bevindt zich thans, in bruikleen, in het Bisschoppelijk museum (Gids, 1913, nr. III 224); eveneens een, uit de pastorie dezer kerk afkomstig schilderij (1635, door P. Saenredam), voorstellende het inwendige eener R.K. Kerk (Gids, 1888, nr. 281).
11. De r.k. kerk van den h. jozef, een gebouw in Waterstaatsstijl (1841, door H.H. Dansdorp) bezit: | |
[pagina 136]
| |
Gedreven zilveren monstrans (blijkens de merken: 1618, door Ernst Jansz. van Vianen) Gedreven zilveren adelaar. Zwaar verguld houten Madonnabeeldje (XV?) In de pastorie: Portret (1599) van W. Bannius, in de oorspronkelijke lijst; portret (± 1700) van een priester; schilderij (XVII c/d) door, of in den trant van, Jac. de Wet; twee copieën (XVII b) naar Rubens. Een schilderij (XVI a) en een (XVI B) bevinden zich in het Bisschoppelijk museum (Gids, 1913, kamer 2, nrs. 89 en 102).
12. De r.k. kerk van den h. antonius van padua, een gebouw in Waterstaatsstijl (1843, naar ontwerp van T.F. Suys) bezit: Gedreven zilveren Miskelk (± 1650). Gedreven zilveren Miskelk (geschonken 1636). Gedreven zilveren pyxis (XVII a). Gedreven zilveren pyxis (XVII c) In de pastorie: schilderij (Vlaamsche School, 1637): tafereelen uit het leven van den H. Franciscus; Schilderij (Vlaamsche School, XVII B): Golgotha; schilderij (XVII): H. Franciscus v. Assisi; schilderij (XVII): Avondmaal; vier schilderijen (XVII b): borstbeelden van schrijvende mannen (Evangelisten?).
13. De r.k. kerk van O.L.V. Rozenkrans bezit: Zilveren wierookvat (XVII c). Zilveren doodkistje (XVII). In de pastorie: Drie geschilderde portretten (1796, 1807, 1827); schilderij (XVIII c): dame met papegaai. Een schilderij: De H. Bavo, door J. de Bray (afkomstig uit de voormalige St. Bavokerk in de Spaarnwouderstraat) en een drieluik: Aanbidding der wijzen, O.L.V. Boodschap en O.L.V. Zuivering zijn thans, in bruikleen, in het Bisschoppelijk museum. | |
[pagina 137]
| |
14. De r.k. kerk van den H. Johannes den Dooper bezit: Verguld zilveren Monstrans (± 1650). Zilveren Miskelk (XVII d) met lepeltje. Zilveren lezenaar (XVII c) met gegraveerde medaillons. Drie canonborden in zilveren omlijstingen (XVIII d).
15. De oud-katholieke kerk is een goed bewaard gebleven zolderkerk (1636, doch XVIII a het meubilair ten deele gewijzigd). Houten tongewelf. Galerij met balustrade (XVII c) Stucversiering (XVIII a) achter het altaar. Twee deuromlijstingen (XVII c). Zij bezit: Altaar met gesneden tabernakel (XVIII c). Eiken communiebank (XVIII a); twee fragmenten der vorige communiebank (XVII c). Gebeeldhouwden eiken preekstoel (XVIII a), afkomstig uit een Amsterdamsche schuilkerk. Twee koperen lichtarmen (XVII). Verguld koperen monstrans (XVII c). Verguld zilveren ciborie (1718 volgens Voet, Merken van Amsterdamsche goud- en zilversmeden). Verguld zilveren Miskelk (XVII b, Antwerpsch werk). Verguld zilveren Miskelk (1726, met opschrift: 1745). Zilveren kelk (XVII d). Koperen pyxis met email cloisonné (XVI). Twee zilveren ampullen (XVIII d); twee zilveren ampullen (XVIII b). Gedreven zilveren ampullenblad (XVII c); Gedreven zilveren blaadje (XVII d); zilveren blad (XVIII d) Zilveren bakje (XVII B) ten gebruike op Aschwoensdag. Gedreven zilveren Godslamp (blijkens de merken Amsterdamsch werk van 1767, vermoedelijk door Nic. de Jager). Koperen Godslamp (XVII B). Gedreven zilveren wierookvat en scheepje (XVII c). | |
[pagina 138]
| |
Gedreven zilveren altaarschel (XVII c). Zilveren lavabo-bekken met kan (1745). Zilveren krul (1742, blijkens de merken) van een bisschopsstaf. Twee gedreven zilveren kandelaars (± 1660); twee (XVIII a). Gedreven zilveren kaarsendomper (XVII c). Zes koperen kandelaars (XVII a); vier (XVII B). De volgende paramenten: een geborduurd Misstel (XVIII a) met Venetiaansche kant langs het altaarvoorzetsel; een kazuifel met een gedeelte van het kruis in goudbrokaat (XVI); vier altaarvoorzetsels met Venetiaansche kant (XVIII a). De volgende portretten: een op paneel, van M. Franciscus Lissing (± 1621), drie pastoorsportretten (resp. ± 1700, XVIII b en XVIII c), een portret (Hollandsche School XVII) van een pastoor op zijn doodsbed. Een wortelnotenhouten secretaire (XVIII).
16. De ned.-israelietische synagoge bezit: Goudleerbehangsel (XVIII a) ter bekleeding van de Ark. Eenige damasten en zijden voorhangsels (XVIII). Twee zilveren siertorens (XVIII d). Geborduurden wetsmantel. (XVII d). Zilveren specerijbusje (XVIII a). Koperen chanoeka-luchter (± 1700). Twee leuningstoelen (XVIII d).
17. Van het voormalig Predikheerenklooster, 1287 gesticht op het terrein achter de grafelijke halle, is een gedeelte verbouwd tot het Prinsenhof (zie d 2); de overige ruimte, het z.g. Pand, wordt thans ingenomen door stedelijke bureelen en bergplaatsen (gelijkvloers) en door het stedelijk archief (verdieping). Baksteenbouw: kloostergang met riblooze kruisgewelven (± 1500) op kraagsteenen, in het zuidelijk en zuidwestelijk gedeelte ook op zuilen met kapiteelen; oorspronkelijk waren hier de ruimten (Refter?) naast de kruisgang in open verbinding | |
[pagina 139]
| |
met deze, later zijn de intercolumniën dichtgemetseld. De noordelijke en de westelijke arm (zie d 2) aan de zijde der Pandplaats zijn eveneens dichtgemetseld. Rond- en segmentbogige muurnissen, waarin spitsbogige openingen; de pijlers tusschen de spitsbogen hebben banden van tufsteen, afkomstig uit den oorspronkelijken bouw. Op de kloostergang is een verdieping (XVI?) opgetrokken. In den N.O. hoek een wenteltrap. In den Z.W. hoek een venster in omlijsting (XVI d). Aan de O. zijde de kapittelzaal (thans magazijn van brandbluschmiddelen) met kruisgewelven, in het midden gedragen door twee zuilen. Ten N. hiervan een laat-gothische poort, en, meer oostelijk, aan de Marktzijde een met ribgewelven overkluisde doorgang (XV B), waarboven een XVIII c verbouwd vertrek (thans bij het Raadhuis getrokken). Andere portieken (XV d), toegang gevend tot het Pand, bevinden zich aan de Zijlstraat en aan de Nobelstraat.
18. Het voormalig Maria Magdalena-klooster, 1474 gesticht, XVId tot Pesthuis, 1656 tot Armekinderhuis ingericht en daarna (1661) vergroot, in 1765 vereenigd met het H. Geesthuis en toen Weeshuis geheeten (tot 1870), sinds XIX a Garnizoensinfirmerie bestaat uit verschillende, om een binnenplaats gelegen, gebouwen: a. de kerk (XV d), een baksteenen (thans door vloeren in verdiepingen verdeeld) gebouw met hooger, afgescheiden, 3/8-gesloten koor. Overblijfselen van baksteenen traceeringen (XV) in een koorvenster. Schipvensters uitgebroken. Boven den westgevel het begin van een achtkanten toren (tot schoorsteen verbouwd) met laat-gothische versiering. Inwendig: spits tongewelf, met geprofileerde schinkels, over het koor. b. ten W. van de kerk een gebouw (1660, blijkens den stichtingssteen) op overwelfde kelders. Vernieuwde poort met gebeeldhouwden steen (XVII a). | |
[pagina 140]
| |
c. bijgebouwen. Hier vindt men: in de wachtkamer een betimmering met twee gesneden wapens (XVIII c); een schoorsteen met vers (1757) door Olthoff; in een andere kamer een betimmering (ten deele XVIII c); een schoorsteen met omlijsting (XVIII c).
19. Van het voormalig carmelieten-klooster, 1249 gesticht, 1347 afgebrand, daarna herbouwd, na de Hervorming voor verschillende doeleinden in gebruik genomen, is slechts over: de z.g. Guldenbergspoort (XVI d) aan de Groote Houtstraat, van baksteen met zandsteenbanden. Geprofileerde korfboog, waarboven een venster, gedekt door drie rollagen, waarover weder een korfboog. Bovendeel (1834). Een eiken balksleutel (XV b), uit dit gebouw afkomstig, is nu in het Bisschoppelijk museum. Portretten der Hollandsche graven, zie d 1.
20. Franciscanenklooster. Poort, zie f 5.
21. St. Ursula-klooster. - Zie f 23. | |
f. Gebouwen van liefdadigheid en wetenschap.1. Koudenhorn. Het voormalige Diaconiehuis (1768-1786), in 1810 als kazerne in gebruik genomen, is een groot baksteenen gebouw, bestaande uit vier om een binnenplaats opgetrokken vleugels. Poort van blokwerk. Boven een poort van het binnenplein: 1770.
2. Olieslagerslaan. Het ned. herv. weeshuis (1908) bezit: een kabinetorgel (1760, door P. Muller), twee schilderijen: een gezicht in de Bakenesserkerk met weeskinderen (1848, door A.G. Ehnle), een gezicht in de keuken van het oude weeshuis (1778, door W. Horstink). In de regentenkamer: een eiken tafel (XVII), twaalf stoelen en een leunstoel (± 1800), een ovale tafel (XVIIIc), | |
[pagina 141]
| |
een palissanderhouten kussenkast (XVII c); een gesneden en vergulde spiegellijst (XVIII c) met bekroning (geslachtswapens en wapen van Haarlem), een vergulde spiegellijst (XVIII d), een tafelklok (XVIII a); een met ijzer beslagen kist (XVII d); een lijst (1747-1804) van regenten en een lijst (1747-1808) van moeders van het Armekinderhuis; eenig glaswerk en Chineesch porselein (XVIII); twee tinnen kannen (XVII), eenig tinwerk (XVIII); verder de volgende schilderijen: twee duinlandschappen door J. van Goyen, twee gestoffeerde rivierlandschappen door Dion. Verburg, prediking van Johannes den Dooper, inzameling van het manna, beide door Jac. de Wet, twee waterverfteekeningen (XVIII), twee pastels (XVIII).
3. Kleine Houtweg. Het Doopsgezind weeskuis (1874) bezit: een portret (179.) van A. Hugaart Heems, door W. Hendriks, en een regentenstuk (1834), door J.A. Kruseman.
4. Groot Heiligland. Het voormalig Oudemannenhuis, gesticht in 1608, sinds 1810 Ned. Gereform. Weeshuis, 1866 ingericht voor Burgeravondschool, 1917 tot Stedelijk museum (Frans Halsmuseum, zie h 1), bestaat uit vier om een binnenplaats opgetrokken vleugels, waarvan de westelijke en het poortgebouw in het midden van den oostelijken vleugel tot den oorspronkelijken bouw behooren. a. Westvleugel. Gestrekte baksteenen gevel (XVII a) met zandsteenblokken in de vensterneggen en ontlastingsbogen; over het midden een trapgevel met zandsteenen klauwstukken, twee ovale medaillons (wapens van Holland en van Haarlem), fries (waarin: 1608) en bekronend fronton (XVII d), waaronder wijzerplaat. Op het dak een open koepel (1820). Deur in omlijsting en met bovenlicht (XVIII c). Aan de zijde van het Klein Heiligland een poort (1681) met versierden sluitsteen en wapens. In de voormalige eetzaal gesneden balksleutels en kraagsteenen (XVII a). Opschriftbord (1765). | |
[pagina 142]
| |
b. Poortgebouw (± 1600) aan het Groot Heiligland. Boven den vernieuwden ingang het beeld (XVII A) van een ouden man. Aan de zijde der binnenplaats is de poortopening, van profielsteen met bergsteenblokken, geflankeerd door Dorische pilasters, die een hoofdgestel dragen, waarin maskers. Hierboven voetstukken met borstbeelden erin, en, in het midden, een naar de kroonlijst opgaande pilaster. In den doorgang een steen met het wapen van den stichter Frans Bekesteyn en met cartouche. Aan de zijde van de Gasthuisvest een poort (XVII a) met gevelsteen. In den gevel van den noordvleugel is, aan den kant der binnenplaats, een uit de voormalige Latijnsche school afkomstig zandsteenen poortje (± 1630) met het stadswapen en opschriften in het Grieksch en het Latijn, ingemetseld. Op de binnenplaats een voetstuk (XVIII a) van een zonnewijzer.
5. Jansstraat 36. Het diaconiehuis der ned. herv. gemeente is sinds 1856 gevestigd in een huis (XVII a) ter plaatse van het St. Jansklooster. Baksteenen gevel met bergsteenen banden. Ontlastingsbogen met bergsteenen versieringen (boven de vensters gelijkstraats de aanzetsteenen naar boven omgebogen). Gesmeed ijzeren hek (XVIII a), thans geborgen in een loods naast de St. Janskerk. Inwendig: Overwelfde kelders; gesneden trapleuning (XVIII c); trappenhuis met stucversiering; in de gang een grauwtje (1758) door Take Jelgersma (afkomstig uit een schoorsteen in de voorzaal) in gesneden omlijsting; en, boven een deur, een schilderij (XVII c, afkomstig uit de Infirmerie), voorstellend den landmeter Andries van de Wal († 1671). In de voorzaal een stueplafond (XVIII c), aangebracht tegen de balkenzoldering. In de regentenzaal: een deurbetimmering; een marmeren schoorsteen met betimmering en spiegelomlijsting. In de directiekamer een geschilderd behangsel (1758, door J. Augustini); een marmeren schoorsteen met spiegelomlijsting. Drie deur- | |
[pagina 143]
| |
stukken en een schoorsteenstuk (XVIII b): bloemen. Op de verdieping twee marmeren schoorsteenen met betimmering (alles XVIII c).
6. Kleine Houtstraat. Het St. Elisabethsgasthuis, gesticht XV a? verbrand 1576 en toen verplaatst naar het terrein van het Franciscanenklooster (1456), van welk klooster nog een poort (± 1500), gedekt door een Tudorboog (sluitsteen XVI d: de drie kronen van St. Elisabeth) aan de Kleine Houtstraat (100) over is; daarna herhaaldelijk verbouwd en uitgebreid (1634, 1644, 1681 en XIX), heeft aan de Kleine Houtstraat (naast 116) een ingang (XVII b), waarboven een cartouche met het wapen van St. Elisabeth, en aan het Groot Heiligland een hardsteenen poort (1767, blijkens het jaartal op de architraaf) met Dorische pilasters en driehoekig fronton, waaronder een fries met relief (1612); in het boogveld twee gesneden wapens. Hierachter, aan den binnenhof, een zandsteenen poort (1681) met festoenen en wapens. Aan dezen hof ook een poortje (± 1600) in den trant van L. de Key, met gebeeldhouwden sluitsteen, cartouche en obelisken. Inwendig: In de gang een gesneden eiken portiek met twee wapens en, op de kroonlijst, de beelden van een ouden man en een oude vrouw; een stilleven (XVII), geschilderd door Leemans (gerestaureerd 1920, door D. de Wild); een grisaille (XVIII e), behoorende tot een reeks, waarvan zes andere in de regentenzaal; vier vrouwenportretten (XVII d en XVIII, gerestaureerd door D. de Wild 1920); een koperen lantaarn (XVII). Eiken wenteltrap met tegelbekleeding. In de regentenzaal (1681): eiken betimmering, gebeeldhouwde zandsteenen schouw met gesneden mantel en twee gesneden luchters in den vorm van een arm; gegoten schoorsteenplaat (XVII d); eiken balie; eiken kast en bolpoottafel (XVII A); twaalf iepen stoelen (XVIII d); mahoniehouten vuurscherm | |
[pagina 144]
| |
(XVIII b) met borduurwerk; zeven koperen kandelaars (XVII B); glazenkast met glaswerk (XVII-XVIII); eiken kist met oorkonden (sinds XIV d) en perkamenten ‘Caertboek’ door den landmeter P. Wils; twee verkeerborden (XVII); een regentenstuk (1736, door Frans Decker), een regentenstuk (1819, door W. Mol); zes grauwtjes (door, of in den trant van Jac. de Wet) van een reeks, voorstellende de werken van Barmhartigheid, waarvan het zevende in de gang hangt. In de regentessenzaal: schouw met marmeren zuilen; gesneden mantel (1643), waaraan drie koperen handvatsels, en met een schoorsteenstuk, voorstellend vier regentessen, door J. Verspronck; een notenhouten bolpoottafel (gerestaureerd), een eiken kast (XVII c), een palissanderhouten kast (XVII c), zes eiken stoelen en een eiken leunstoel (XVII), een eiken linnenpers (XVII) op een bolpoottafel; een koperen kroon (XVII); gesneden lijst (XVIII a) om een naamregister; een regentessenstuk (1740, door Frans Decker), in gesneden lijst met wapens; schets in olieverf, voor het regentenstuk van W. Mol (1819); bloemstuk (1721, door Laurens van der Vinne); drie damesportretten (XVII d, kniestukken in den trant van C. Netscher). In de zusterseetzaal: eiken balkenzoldering; gebeeldhouwde zandsteenen schouw (XVII c) met eiken mantel, tegelbekleeding en haardplaat, en met een schoorsteenstuk (XVII B, copie naar Rubens); een eiken bolpoottafel, een eiken kast, een eiken kist, twee eiken banken (alles XVII A); zes lijsten (XVII-XVIII) van regenten en regentessen; een bloemstukje (XVII a), in den trant van H. Bolongier. In de kamer hiernaast: marmeren schoorsteenmantel (XVIII c); gegoten ijzeren haardplaat. In de keuken: tegelbekleeding; mahoniehouten hoekkastje (XVII d) met tinnen fontein. Verder een verzameling koper- en tinwerk en eenig Delftsch aardewerk. De huismeesterswoning heeft een trapgevel met cartouche (XVII b) boven den ingang. De achtergevel (XVII d) is versierd | |
[pagina 145]
| |
met festoenen en wapenschilden, en bekroond door een dakruiter met klok. Aan het Groot Heiligland 63-85 een reeks van eenvormige trapgeveltjes (XVII a, vernieuwd). Twee portretten: Thomas en Alex. Livingstone, uit dit gasthuis afkomstig, zijn thans in het raadhuis (zie d 1). Zeventien schilderijen, uit dit gesticht afkomstig, w.o. een (1641) door Frans Hals, voorstellend de regenten van dit gasthuis, bevinden zich thans in het Frans Halsmuseum (Catal. 1919, nrs. 6, 22, 53, 69, 70, 122, 128, 358, 359, 356, 348, 346, 349, 222, 232, 255, 262).
7. Jansstraat 54. Van het St. Barbara-gasthuis, 1435 gesticht, is nog slechts over een poort van bak- en bergsteen met gebeeldhouwden sluitsteen. Op de lijst daarboven: 1624. Hierboven een relief: afbeelding van het inwendige van een gasthuis, en een tijdvers. In den muur boven de poort een cartouche met wapen. In het Frans Halsmuseum bevinden zich vier tafereelen (XVI A) uit het leven van Jezus, vier Evangelisten (eveneens XVI A) en een schilderij (XVII b), afkomstig uit dit gesticht.
8. Schotersingel 2. Het Stadsarmenhuis, oorspronkelijk Leprozenhuis, 1319 gesticht, verbouwd XVI en tot dolhuis ingericht, vervolgens vernieuwd 1602, daarna (1704) tot stadsarmenhuis ingericht, verbouwd 1747, blijkens opschriften, en 1883 belangrijk gewijzigd, bestaat uit: a. eene groep grootendeels moderne gebouwen (ter plaatse van het voormalige dolhuis), aan vier zijden eene binnenplaats omsluitend; b. eenige gebouwen, overblijfselen van het voormalige leprozenhuis en van de St. Jacobskapel (1319), gelegen aan een tweede binnenplaats. | |
[pagina 146]
| |
a. Hierin de hoofdingang, bestaande uit een rondbogige portiek met aanzetstukken (1704). Boven het sluitstuk een kroon met guirlandes, te weerszijden waarvan het oude en het nieuwe gemeentewapen. In den westelijken muur der eerste binnenplaats een gevelsteen met cartouche (1564). Aan de oostzijde een steen met het jaartal: 1747. Aan den noord-oostelijken hoek een eenvoudige zij-trapgevel (XVI c) van bak- en bergsteen, met toppilaster op leeuwenkop. In den top een steen met cartouche (1564). Hiernaast, in een modernen gevel, een steen (1602). b. Aan de westzijde der tweede binnenplaats een gevel met resten (XVI) van het voormalige leprozenhuis en een steen (1559). In den zuidmuur van dit gebouw houten kruiskozijnen. De aan de zuidzijde dezer binnenplaats gelegen St. Jacobskapel heeft nog een rechtgesloten koor en een vierkanten toren (XV d) met houten spits. Tegen den noordelijken muur twee eenvoudige steunbeeren. In den koormuur eene venstertraceering (XV). Inwendig: In a. Boven het gebouw aan de zuidzijde der eerste binnenplaats een balkenzoldering (XV). In een poortje aan de oostzijde bevindt zich nog eene cel (XVI) voor krankzinnigen. In de regentenkamer van het armenhuis: betimmering (XVIII); een schoorsteen met spiegelomlijsting (XVIII c); een geschilderd behangsel (XVIII c); bord met regentennamen in omlijsting; eenig tinwerk (XVI en XVII). In b. Het gebouw aan de westzijde der tweede binnenplaats heeft een bekapping (XV B) en balkenzoldering. In de voormalige St. Jacobskapel een balkenzoldering (XVI). Sleutelstukken (XVI). In den toren een klok met opschrift en jaartal: 1700. Twee regentenstukken (1667, door Jan de Bray) en een schilderij (1637, door P. de Grebber), voorstellende den profeet Elisa en den veldoverste Naäman, uit het leprozenhuis afkomstig, zijn thans in het Frans Halsmuseum (catal. 1919, nrs. 38, 39, en 118).
9. Kleine Houtstraat 70-72. De Bank van leening (voor- | |
[pagina 147]
| |
malig klooster der Lazaristen, sinds XVI voor de tegenwoordige bestemming ingericht) bestaat uit een, thans grootendeels vernieuwd, gebouw dat aan de achterzijde met twee vleugels een binnenplaats omsluit. Vlakke voorgevel met twee bergsteenen banden. Laat-gothische zandsteenen ingang (XV d), waarboven een rond venstertje (XVI) in omlijsting. In den top van een zijgevel (Gortesteeg) een eenvoudig kruiskozijn. De achtergevel, aan het binnenplein, heeft houten kruiskozijnen en, onder de daklijst, metselmozaiek in roode en gele steen. Inwendig: In de gang (van nr. 70) een sleutelstuk (XV d). Trapportaal (± 1600) met gesneden betimmering en met een wenteltrap (± 1600). Gang met blauwe tegels (XVIII). In de achterkamer van den rechtervleugel: gesneden deur (± 1600), eiken balk met twee geprofileerde sleutelstukken (XVI a); gesneden houten schoorsteenmantel (XVII a); tegelbekleeding (XVIII). In de achterkamer van den linkervleugel een gesneden houten schoorsteen (XVII d); lijst van commissarissen (1755-1793). Een schilderij (1669, door Job. Berckheyde), voorstellende Jozefs broeders in Egypte, uit deze stichting afkomstig, is in het Frans Hals-museum (catal. 1919, nr. 19).
10. Wijde Appelaarsteeg 11. Het bakenesser hofje, of de Bakenesser kamers, gesticht door Dirk van Bakenes (1395), meermalen verbouwd (XVII) en gewijzigd (1756), bestaat thans uit twaalf, aan drie zijden van een rechthoekig binnenpleintje gelegen woningen (XVII). De vroegere hoofdingang, Bakenessergracht 66, thans buiten gebruik, heeft een deurkozijn met Tudorboog, waarin aanzet- en sluitsteenen. Bovenin een cartouche met opschrift en jaartal: 1639. Aan de Wijde Appclaarsteeg een rondbogig poortje (1628), geflankeerd door Ionische pilasters, en gedekt door een segmentvormig fronton, waarin een cartouche (XVII b) met opschrift en jaartal: 1395. Aan de binnenzijde van dezen ingang een sluitsteen met de jaar- | |
[pagina 148]
| |
tallen 1628 en 1766. Eenige der woningen hebben houten kruiskozijnen (XVII). Inwendig: in de regentenkamer een lijst met namen van regenten in omlijsting (XVIII d). Een pand van een gebrandschilderd glas (XVIII a) met drie en twintig wapens in kleuren, en met afbeeldingen van oude vrouwen in grauw, en een portret (1513) van Dirk van Bakenes, afkomstig uit dit hofje, bevinden zich in het Frans Halsmuseum (Catal. 1919, nr. 357).
11. Lange Heerenstraat. Het hofje van Beresteyn, gesticht ± 1685, heeft in den achtergevel, boven de deur, een gesneden beertje. Inwendig een gesneden wapen (XVIII). Het bezit de volgende schilderijen: portret (± 1660) van Emerentia van Beresteyn; portret van Johanna van Beresteyn op haar doodsbed (1649, door P. Verbeek); portretten (± 1630) van Paulus van Beresteyn en Catharina v.d. Eem. Voorts zes wapenruitjes (XVII). Een portret van Emerentia van Beresteyn (XVII b, door H. Pot?, toegeschreven aan Frans Hals), is thans in de verzameling Rothschild te Frankfort a.d. M. Drie portretten: van Paulus van Beresteyn (1629, door Frans Hals), van Catharina Both (als voren) en van Paulus van Beresteyn met zijne familie (XVII b, toegeschreven aan Frans Hals) zijn thans in het Louvre te Parijs.
12. Tuchthuisstraat 8. Het Brouwershofje of St. Maartenshofje, gesticht 1472, verbrand 1576, herbouwd 1586, bestaat uit acht woningen, vier aan vier te weerszijden van de ingangspoort gelegen, en aan de achterzijde uitkomend op een binnenpleintje. De ingang heeft een deurkozijn met sluit- en aanzetstukken, waarboven een halfcirkelvormige rollaag, het boogveld is omlijst met een bergsteenen profiel. Houten opschriftbord. In den buitengevel, in ankers: 1586. Inwendig: in een der woningen een geverfde eiken betimmering (XVI). | |
[pagina 149]
| |
13. Lange Heerenstraat. Het Codde's hofje, of hofje van Spoorwater, gesticht in 1611, door Mr. P. Codde, aan het Klokhuisplein, in 1871 gesloopt en herbouwd op de tegenwoordige plaats, bezit: twee Delftsche stellen (XVIII), een van vijf en een van drie stuks. Zes glazen (XVIII). Een damesportret (Hollandsche school, ± 1580) in lijst (XVI d).
14. Witte Heerenstraat 32. Van het voormalige Coomanshofje, 1611 gesticht, door het St.-Nicolaas of koopmansgild, in 1613 voltooid, in 1645 uitgebreid met een gildehuis, in 1871 gedeeltelijk gesloopt, bestaat thans nog alleen het gildehuis, in particulier bezit, en een rondbogig poortje van bak- en bergsteen, waarboven een gebeeldhouwde steen met opschrift en: 1659. Geribde deur met klopper.
15. Jacobsstraat. Het hofje van Gratie, 1554 gesticht, heeft, in de regentenkamer: zes gesneden balksleutels (XVII a), en een schoorsteenbetimmering met opschrift; boven de deur dezer kamer snijwerk met het gemeentewapen; een schilderij (XVII d), voorstellend de aankomst van Willem III in Engeland. Goudleer-behangsel, uit dit hofje afkomstig, is thans in het Frans Halsmuseum.
16. Warmoesstraat 23. Het hofje ‘de Groene Tuin,’ 1616 gesticht, in 1886 geheel verbouwd, heeft in den muur van het waschhok een gevelsteen (XVII), afkomstig uit den voormaligen hoofdingang in de Lange Veerstraat. Ind e regentenkamer bevinden zich de volgende schilderijen: portret van een man (1615) en portret eener vrouw (XVII a); aanbidding der Wijzen (XVI b); Christus in Emmaüs (± 1650, door, of in den trant van, P. Soutman); twee borstbeelden (XVI d) van een echtpaar; het deksel van een doosje, waarop geschilderd het portret van Mr. P. Codde (XVI d), en de bodem, beschilderd met een | |
[pagina 150]
| |
wapen, beiden afzonderlijk tegen den wand hangend, evenals de binnenkant van een deksel, met een mansportret (XVI d), en de bodem van een doosje met een wapen; H. Familie met engel (vermoedelijk Italiaansche school). Een schilderij (± 1500, op paneel) uit dit hofje afkomstig is thans in het Bisschoppelijk museum. (Zie Gids, 1913, blz. 20, no. 287).
17. Kleine Houtweg 85. Het hofje van Heythuyzen, 1651 gesticht, vóórdien buitenhuis van Willem van Heijthuijzen, bestaat uit een eenvoudigen bak- en bergsteenen voorbouw, en elf daarachter om een binnenplein gelegen woningen. Het voorgebouw (midden XVII) heeft een hooger opgaand middengedeelte (gerestaureerd XIX d), en, boven een deurkozijn met architraaf en deklijst, een cartouche met opschrift en jaartal: 1651. Inwendig: in de vroegere regentenkamer een ronde glasruit met het wapen (1651) van Tieleman Rosterman, en opschrift. Het portret van den stichter, Willem van Heijthuijzen (XVIIb, door Frans Hals), uit dit hofje afkomstig, is thans in het Koninklijk museum te Brussel.
18. Witte Heerensteeg 24. Het Frans Loenenhofje, ± 1605 gesticht uit de nalatenschap van Frans Claes Loenen, in 1609 vergroot, in 1736 verbouwd, bestaat thans uit een poortgebouw en uit zestien, aan drie zijden van een rechthoekig binnenplein gelegen woningen. Het poortgebouw heeft een rondbogigen ingang, geflankeerd door pilasters. Sluitsteen met masker. Boven de deklijst, eindigend in voluten, een cartouche met een blank wapen. Onder de deklijst een opschrift en: 1625. Aan de binnenzijde van den ingang een geblokte portiek, waarin een steen met afgehakt wapen en: 1607. In het midden van den gevel, tegenover den ingang, een steen met een wapen (1609), een steen met Latijnsch opschrift (1609) en een steen met opschrift betreffende de verbouwing (1736). In den gevel van het | |
[pagina 151]
| |
huisje G/H een steen met een vers (I. Olthof, 1736). Inwendig: in de regentenkamer een goudleeren behang; een portret (1561, beschadigd) van den stichter op 18-jarigen leeftijd; drie gesneden naamlijsten (XVIII d) van regenten; een spiegeltje (XVIII d); enkele bokalen. Twee schilderijen (mansportretten, 1535 en 1545) uit dit hofje afkomstig, zijn in het Frans Halsmuseum Catal. 1919, nrs. 360, 361).
19. Barrevoeterstraat 7. Het hofje van Loo of Gasthuishofje, 1489 gesticht door Simon Pieters van Loo, 1675 en 1777 hersteld, ± 1890 verkleind, waarbij voorgevel en poort gesloopt werden, bestaat uit vijftien eenvoudige huisjes (XVII B, deels gerestaureerd), aan een binnenplaats gelegen. In nr. 7 p/g is in den gevel ingevoegd een gesneden houten kalf (± 1700) met het wapen van het St. Elisabethsgasthuis tusschen twee hoornen van overvloed. Op de binnenplaats een hardsteenen pomp (XVIII b) met hetzelfde wapen.
20. Witte Heerensteeg 16. Het Luthersche hofje, 1607 gesticht, 1804 geheel verbouwd (blijkens steen in een der gevels) heeft een prieelbetimmering (XVIII d).
21. Nieuwe Gracht 2. Het hofje van Noblet (1758-'60) bestaat uit een eenvoudig hoekhuis met een rijker aanbouw (1760). Versierde zandsteenen middentravee met het wapen-Noblet en met een bekroning, waarin een wijzerklok. Inwendig (XVIII c): vestibule met stucversiering. Regentenkamer met stucplafond, marmeren schoorsteenmantel met grauwtje (1763, door T. Jelgersma) in vergulde omlijsting; goudleerbehangsel; tapijt; zeventien ovale portretten van regenten (XVIII B-XIX A); gesneden tafel (XVIII a); zes stoelen (XVIII B), met trijp bekleed; boven de deur een geschilderde regentenlijst. In een andere kamer: goudleerbehangsel; een tafel en twaalf stoelen (XVIII d); eenig glaswerk (XVIII). | |
[pagina 152]
| |
22. Kruisstraat 44. Het hofje van Oorschot, 1770 gesticht ter plaatse van het voormalige H. Geesthuis (gesticht 1394, gesloopt 1868), bestaat uit een hoofdgebouw, dat met twee vleugels aan drie zijden een binnenplein omsluit, door een hek van de straat gescheiden. Dit gesmeed ijzeren hek (1769) heeft vier steenen pijlers, waarvan de beide middelste door een vaas bekroond worden. Te weerszijden hiervan twee eenvoudige poortjes. In het hoofdgebouw de ingang, met deuromlijsting, waarin een steen (1768); driehoekig fronton, waarin een afgehakt alliantiewapen. Inwendig: in de regentenkamer een schouw (XVIII c) met wapens Van Oorschot en Savary; zes stoelen en twee leunstoelen (XVIII c); speeltafeltje en kastje (XVIII c). In de vestibule een houten tafel (XVIII c) met marmeren blad, gedragen door een geketende figuur. Gewasschen penteekening (1766, door C. van Noorden) van het voormalige H. Geesthuis.
23. Gedempte Voldersgracht. Uit het hofje van Oud-Alkemade, of der twaalf Apostelen (gesticht ± 1543, geheel gesloopt en herbouwd 1882) afkomstige gebrande ruitjes (XVI B) met wapens, en twee beschilderde deuren, bevinden zich thans in het Bisschoppelijk museum (zie: Gids 1913, blz. 58, br. 1).
24. Ursulastraat 16. Het remonstrantsche hofje, 1774 gesticht ter plaatse en op overblijfsels van het voormalige klooster der H. Ursula (gebouwd ± 1445), bestaat uit een voorgebouw, met vierkanten toren op het midden, en eenige om een binnenplein gelegen bijgebouwen. In den eenvoudigen voorgevel een deurkozijn met vlakke pilasters (XVIII c). Naast den ingang een gevelsteen met jaartal: 1774 en opschrift. In den achtergevel eenige zandsteenen blokken. In een der zijgevels overblijfsels van lichtkozijnen (XV b). Inwendig: in het voorgebouw, in vestibule en zijvertrekken kruisgewelven (XV) met smalle ribben. In eene kast in den gang twee muur- | |
[pagina 153]
| |
nissen (XV). Op den zolder: bekapping (XV) en steenen wenteltrap (XV).
25. Jansweg 39. Het hofje van Staats, 1730 gesticht door IJsbrand Staats, bestaat uit een middenpand en drie lagere, om een vierkant binnenplein gelegen vleugels. Het hooger opgetrokken middenpand bekroond door een koepeltje met windwijzer, heeft een voorgevel van bak- en bergsteen met versierde middentravee: een portiek (XVIII b) met vlakke composietpilasters en een venster met gesneden vleugelstukken; getoogde kroonlijst, met wapen. Deur met versierd bovenlicht (XVIII b). In de borstwering van het venster boven de deur het jaartal 1730. Vlakke gemetselde hoekpilasters over de geheele hoogte. Gesmeed ijzeren stoephek (XVIII). In de gevels van elk der twee zijvleugels reliefs met het borstbeeld van den stichter, door G. van Heerstal. Op het binnenplein twee hardsteenen poortjes (XVIIIb) Inwendig: in de rechter regentenkamer een dessus-de-porte (8 Februari 1725, door Fr. Decker) met een allegorische voorstelling, waarin het testament van Y. Staats; schoorsteenstuk (1732, door Fr. Decker) met allegorie en geschilderd borstbeeld van Y. Staats. In de linker regentenkamer: behangsel (XVIII a) van trijp (plaksel op linnen); schoorsteenstuk (1733, door Fr. Decker), in lijst met wapen, voorstellende de eerste regenten. In de kamer der opzichteres en op de hierheen leidende trap: twee medaillonportretten, voorstellend Y. en C. Staats; schets voor, of copie naar het regentenstuk van Fr. Dekker, (gewasschen penteekening); schetsen voor, of gelijktijdige copieën naar de reliefs in de gevels der zijvleugels; plattegrond en opstand van den voorgevel van het hofje; in zijde geborduurde bloemruikers (XVIII B), gemerkt anna c., in lijsten (XVII c); twee levensgroote damesportretten (± 1640, Hollandsche school); schilderij (XVI c, Hollandsche school), voorstellend een familiegroep. | |
[pagina 154]
| |
26. Koudenhorn 64. Het Teylershofje, gebouwd 1785-1787 naar plannen van Leendert H. Viervant, bestaat uit een voorgebouw en vierentwintig daarachter om een rechthoekigen tuin gelegen woningen. In het midden van het voorgebouw de hoofdingang, eene groote Dorische portiek met houten hoofdgestel, waarboven een driehoekig fronton met een wapen en: 1785. Te weerszijde van den gevel vleugels met rechthoekige teruggemetselde vakken, waarin guirlandes. Langs het dak een houten borstwering. Elk der vleugels heeft een dakkapel met snijwerk (XVIII d). Inwendig: regentenkamer (XVIII d) in den stijl van Lodewijk XVI, met een betimmering en eene gesneden tafel (XVIII d); geschilderd rond deurstuk, allegorie der Liefdadigheid (in grauw), geflankeerd door wapens van regenten; regentenstuk (1786, door W. Hendriks).
27. Klein Heiligland 66. Het voormalig Teylershofje, of Vrouwe- en St. Antonie gasthuis, oorspronkelijk het O.L. Vrouwe gasthuis, ± 1430 gesticht, 1726 vereenigd met het St. Antoniegasthuis (1440) en 1787 overgebracht naar het voormalig Teylershofje (1731, ter plaatse van het vroegere Coymanshofje), bestaat uit een hoofdgebouw, dat met twee vleugels, en met een muur aan de straatzijde, een rechthoekig binnenpleintje omsluit. In den gevel van het hoofdgebouw aan de binnenplaats, boven de deur, een cartouche (1648) met festoenen. Hierboven, in een door pilasters geflankeerd muurvak, een opschrift en het jaartal 1787. Geribde eiken deur. Op de binnenplaats een voetstuk (XVIII c) voor zonnewijzer. Inwendig: in de regentenkamer een schoorsteenbetimmering (XVIII d) en een deuromlijsting (XVIII d); een gepolychromeerd houten beeldje (XVI) van den H. Antonius; een schoorsteenstuk (1788, door W. Hendriks), voorstellend drie regenten; naamlijst van regenten (1726)-1881.
28. Lange Annastraat 40. Het hofje van Guurtje de | |
[pagina 155]
| |
Waal, 1616 gesticht, 1783 vernieuwd, heeft een geblokt poortje met korfboog, waarboven festoenen van vruchten, en een engelenkop, die een cartouche met het wapen-de Waal draagt. Naast dit poortje een steen (XVIII d) met opschrift betreffende bouw en vergrooting.
29. Barrevoetersstraat. Het Wijnbergshofje, 1662 gesticht ter plaatse van de vermaning ‘de Wijnberg’, grootendeels vernieuwd (1872), heeft een achtergevel met in het midden uitgebogen, gesneden kroonlijst (XVIII b). Inwendig: in de vestibule een eenvoudig friesch klokje met uurwerk, geteekend: Joost van der Veen tot Haarlem.
30. Zuiderstraat. Het Zuiderhofje, 1640 gesticht, 1891 geheel verbouwd, bezit drie krijtteekeningen, portretten van oude vrouwtjes: een (1796), een voorstellende Maria Kouwenhoven (1706-1808), beide door A. Vollenhove, en een voorstellende Elisabeth Spiering († 1841).
31. Van de Latijnsche school, sinds XVI d gevestigd in een deel van het Cellebroedersklooster, XIX d verbouwd en vergroot tot Hoogere Burgerschool, bleef slechts een poortje bewaard (zie: f 4.).
32. Van den Hortus Medicus, 1696 gesticht bij de voormalige Waterpoort, 1721 overgebracht naar den tuin van het Prinsenhof, 1802 uitgebreid, 1856 opgeheven, bestaat nog een porticus of prieel (XVIII A) van bergsteen, in klassieken trant (wellicht naar ontwerp van G. van Heerstal), in het plantsoen naast het Prinsenhof.
33. Spaarne 17. Het Gebouw der Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen (gesticht 1752), opgetrokken (1794) naar de plannen van Abraham van der Hart, directeur der Stads-werken en gebouwen te Amsterdam, bestaat uit | |
[pagina 156]
| |
een hoofdpartij met twee loodrecht hierop staande vleugels. De voorgevel (XIX a) heeft een vooruitspringend middengedeelte en een rechte kroonlijst. Hardsteenen plint. Attiek, waarop, in het midden, een beeldgroep. Zandsteenen vensteromlijstingen. In den muur van den linkervleugel, aan de binnenplaats, een steen (1794) met opschrift. Inwendig: mahoniehouten trap (XVIII d). In een vleugel de bibliotheek, met betimmering en plafond (XVIII d). Boven de deur een relief (XVIII d). Witmarmeren schoorsteenmantel (XVIII d). Een portaal met betimmering (XVIII d). Aan de voorzijde de kamer van den secretaris der Mij., met schilderingen (XVIII d) en geborduurd behangsel; witmarmeren schoorsteen (XVIII d) met dito paneeltjes; vergulde wandspiegel, waarvóór een trumeautafeltje. In het middengedeelte van het gebouw: een kamer met ingelegden marmeren schoorsteen, zijden behangsel (alles XVIIId); portret (XIX a, door C.H. Hodges) van M. van Marum; zeegezicht (XIX b, door J.C. Schotel). In den anderen vleugel: de ‘blauwe zaal’, waarin wanden, versierd met pilasters en gipspaneelen met medaillons; boven de twee deuren gipsreliefs; witgelakte meubelen, bekleed met gebrocheerde zijde.
34. De Stadsbibliotheek, in het Prinsenhof (zie: d 2), heeft een gebrandschilderd glas (1654), afkomstig uit de Ned. Herv. kerk te Beverwijk. | |
g. Particuliere gebouwen.Ga naar voetnoot1)A. Late gothiek. 1. Groote Markt 11. Gevel (± 1500, geverfd), gewijzigd (XVII d) tot halsgevel met gebogen fronton en festoenen. Laatgothische zuiltjes met geprofileerde voetstukken, en kraagsteenen, waarboven fragmenten van pinakels. Pui en vensters modern. | |
[pagina 157]
| |
2. Gedempte Oude Gracht 40. Verminkte gevel (XVI a) met door een ellipsboog gedekte nissen. Gothische lijst. Deur (XVIII a) met kuif en gesneden klopper.
B. Renaissance. 3. Gedempte Oude Gracht 48. Gevel (XVI d). Geprofileerde ontlastingsbogen op draagsteentjes. Bergsteenen hoek- en negblokken. Top gewijzigd. Geprofileerde deuromlijsting. Deur (XVIII c). 4. Barteljorisstraat 24. Topgevel (midden XVII) met vleugels, afgedekt door een rollaag. Driehoekig fronton, rustend op pilasters met eenvoudige kapiteelen en basementen. Geprofileerde cordonlijst onder den top, en hieronder festoenen. 5. Kleine Houtstraat 114. Gevel (midden XVII), thans met een rechte kroonlijst. Gemetselde pilasters. Lijsten met vlak fries. 6. Nassaulaan 16. Gevel (midden XVII) met halsvormigen top, gebeeldhouwde aanzetkrullen, driehoekig fronton. Geprofileerde lijsten, op de onderste waarvan vier pilasters met Jonische kapiteelen rusten; de zijpilasters reiken tot de tweede lijst, de middenpilasters zijn doorgetrokken. Tusschen deze laatste een nis met schelp. Gevelsteen.
Trapgevels met zandsteenen afdekkingen (waarvan eenige veelal doorgetrokken als lijsten), meerendeels met geprofileerde Tudorbogen met zandsteen blokken boven de vensters, en, tegen den top, een pilaster op gebeeldhouwden kraagsteen. 7. Spaarne 81. Trapgevel (XVI c). Luiken met halfcirkelvormige opening. 8. Oude Groenmarkt 6. Trapgevel met hoekblokken. Segmentbogen met aanzet- en sluitsteenen. Gevelsteen met cartouche en: 1591. 9. Bakenessergracht 70. Trapgevel (XVI d). Vlakke ellipsbogen boven de vensters. | |
[pagina 158]
| |
10. Doelstraat 142. Trapgevel (XVI d). Venster met segmentboog, waarin aanzet- en sluitsteenen van bergsteen. 11. Gortesteeg 12. Trapgevel (XVI d). Bovendeel vervangen door halfcirkelvormige rollaag. Segmentbogen. 12-13. Korte Spaarne 23-25. Twee overeenkomstige gevels (XVI d). Hoekblokken. Ontlastingsbogen. Te weerszijden van den kraagsteen een luikje. Pui en hek (XVIII) vóór no. 25. Gevelsteen van no. 23 op de binnenplaats. 14. Gedempte Oude Gracht 45. Trapgevel (XVIII a, geverfd). Geprofileerde deuromlijsting. 15. Gedempte Oude Gracht 106. Trapgevel (XVII a). Onder het zoldervenster een ruitvormig stuk bergsteen. 16. Kleine Houtstraat 107. Trapgevel (XVII a). De kraagsteen onder den toppilaster is tevens sluitsteen van een ontlastingsboog. Top gewijzigd (rollaag). 17. Koudenhorn 66. Trapgevel (XVII a). Boven in den top een klein vierkant venster. 18. Koudenhorn 68. Trapgevel (± 1600). 19. Lange Hofstraat 18. Trapgevel (± 1600, gewijzigd). 20. Ridderstraat 26. Trapgevel (± 1600). Rond topvenster. Bovendeel gewijzigd. 21. Schachelstraat 36. Trapgevel (± 1600). De kraagsteen onder den toppilaster tevens sluitsteen. Een kozijn der eerste verdieping is gewijzigd. Anker. 22-23. Spaarnwouderstraat 84-86. Twee trapgevels (± 1600). Kraagsteen onder den toppilaster als voren. 24. Spaarnewouderstraat 116. Trapgevel (± 1600). Kraagsteen onder den toppilaster als voren. In het zoldervenster een kruiskozijn. 25. Koningstraat 31. Trapgevel (1602) met drie baksteenen lijsten. Gemetselde kraagsteen onder den toppilaster. Onderpui gewijzigd. Eén anker (van vroeger jaartal). | |
[pagina 159]
| |
26. Warmoesstraat 4. Trapgevel (1605, verminkt). Latijnsch opschrift. 27. Burgwal 70. Trapgevel (gepleisterd). Jaartal-ankers: 1608. 28. Bakenessergracht 55. Trapgevel met bergsteenen lijst en dito boogblokken. Gebeeldhouwde gevelsteen en een gedenksteen (Ph. Wouwerman). Op een sluitsteen: 1609. Beneden gewijzigd. 29. Damstraat 5. Trapgevel (XVII a) met bergsteenen lijsten, hoek- en negblokken. Ankers. Beneden gewijzigd. 30. Damstraat 23. Trapgevel (1610). Bergsteenen banden, hoek- en negblokken. Fries met twee leeuwenmaskers en gevelsteen in cartouche. Hieronder een Latijnsch-Nederlandsch opschrift. Korfbogen. Top en benedendeel gewijzigd. 31. Zijlstraat 54. Trapgevel (1610) met topnis, gedekt door een driehoekig fronton op draagsteentjes. Drie geprofileerde lijsten in den top. Gevelsteen (1610) met wapen van Maaseick. 32. Bakenessergracht 13. Trapgevel (XVII a). Bergsteenen boogblokken. Ankers. Beneden gewijzigd. 33. Bakenessergracht 17. Trapgevel (XVII a). Top en benedendeel gewijzigd. 34. Bakenessergracht 53. Trapgevel (XVII a) met bergsteenen blokken. Boogtrommels met vullingen. 35. Berkenrodesteeg 4. Trapgevel (XVII a) met bergsteenen hoek- en negblokken. 36. Burgwal 26. Trapgevel (XVII a). Top verminkt. 37. Burgwal 108-109. Trapgevel (XVII), gepleisterd). 38. Doelstraat 37. Trapgevel (XVII a) met rechte strekken boven de vensters. 39. Donkere Spaarne 50. Trapgevel (XVII a) met bergsteenen lijsten hoek- en boogblokken. Ingang met omlijsting (XVIII e). Top en benedendeel gewijzigd. 40. Donkere Spaarne 56. Trapgevel (XVII a) met bergsteenen hoek- en boogblokken. Beneden gewijzigd. | |
[pagina 160]
| |
41. Frankestraat 3. Trapgeveltje (XVII a). 42. Gedempte Oude Gracht 15. Trapgevel (XVII a) met segmentvormigen top en korfbogen. 43. Gedempte Oude Gracht 17. Trapgevel (XVII a, gepleisterd). 44. Gedempte Oude Gracht 19. Trapgevel (XVII a) met segmentvormigen top en geprofileerde lijsten. Eerste verdieping met gekoppelde korfbogen op gegroefde draagsteentjes en daartusschen smalle boogjes, met de gevelhoeken verbonden. Steen voor een (verdwenen) uithangteeken. 45. Gedempte Oude Gracht 35. Trapgevel (XVII a, bovenste trap verdwenen). Geprofileerde lijsten. Zandsteenen hoek- en negblokken. Deurkozijn (XVIII b) met deur. 46. Gedempte Oude Gracht 36. Trapgevel (XVII a, geverfd). Geprofileerde banden. Zandsteenen hoek- en negblokken. Korfbogen. Boven een poortje naast de voordeur een ronde opening met vier sluitsteentjes. 47. Gedempte Oude Gracht 37. Trapgevel (XVII a) met geprofileerde lijsten. Op de tweede verdieping rusten de ontlastingsbogen op de dekstukken der trappen. Top weggebroken. Onderpui modern. 48. Gedempte Oude Gracht 38. Trapgevel (XVII a). Rechte strekken. Onderpui (XVIII b), waarin deuromlijsting met kroonlijst, kalf en deur. 49. Gedempte Oude Gracht 41. Trapgevel (XVII a, geverfd). Geprofileerde banden. Korfbogen. Zandsteenen hoeken negblokken. 50. Gedempte Oude Gracht 42. Trapgevel (XVII a) met geprofileerde lijsten. Op den toppilaster een obelisk. Zandsteenen hoek- en negblokken. 51. Gedempte Oude Gracht 44. Trapgevel (XVII a). Toppilaster bekroond door een obelisk (fragment). Zandsteenen hoek- en negblokken. Korfbogen, maskers en diamantkoppen. | |
[pagina 161]
| |
Fries. Deuromlijsting (XVIII B, de deur is in het museum van kunstnijverheid). Sierankers. 52. Gedempte Oude Gracht 91. Trapgevel (XVII a), terzijde overgebouwd op consoles. Kraagsteen onder den toppilaster tevens sluitsteen. Hoekblokken. Beneden gewijzigd (midden - XVIII). 53. Gedempte Oude Gracht 93. Trapgevel (XVII a). Aan één zijde overgebouwd op kraagsteenen. Ontlastingsbogen. Overblijfselen van cordonbanden. In de eerste en tweede verdieping oude vensters. 54. Gedempte Oude Gracht 113. Trapgevel (XVII a). Bergsteenen banden, hoek- en boogblokken. Drie gekoppelde vensters (het middenvak is dichtgemetseld.) Top gewijzigd. 55. Gierstraat 48. Trapgevel (XVII a) met halfronden top. 56. Groot Heiligland 17. Trapgevel (XVII a). Beneden gewijzigd. 57. Groote Houtstraat 110. Trapgevel (XVII a). 58. Groote Houtstraat 119. Trapgevel (XVII a). 59. Hagestraat 7. Trapgevel (XVII a), geverfd. Tegen den toppilaster een anker met haak. 60. Jacobijnenstraat 1. Trapgevel (XVII a) met geprofileerde lijsten. Kruiskozijnen (gerestaureerd). 61. Jacobijnenstraat 3. Trapgevel (XVII a, geverfd) met zandsteenen lijst. Korfbogen. Zandsteenen hoek- en negblokken. Anker. 62. Kleine Houtstraat 14. Trapgevel (XVII a) met ingediepten toppilaster, welks console tevens tot sluitsteen dient. Bergsteenen boog, hoek- en negblokken. Top en benedenpuigewijzigd. 63. Kleine Houtstraat 33. Trapgevel (XVII a) met ronde lichtopeningen onder den toppilaster. Top gewijzigd. 64. Kleine Houtstraat [2]37. Trapgevel (XVII a). Drie steenen en twee cartouches (1609). | |
[pagina 162]
| |
65. Koningstraat 1. Trapgevel (XVII a, gerestaureerd). De leeuwenkop onder den toppilaster tevens sluitsteen boven het zoldervenster. Zandsteenen hoek- en negblokken. Liggende leeuwtjes op de gevelhoeken, en drie (later geplaatste) obelisken op top en trappen. 66. Krocht 8. Dubbele trapgevel (XVII a). Topnis met driehoekig fronton op twee draagsteentjes. Onder de topnis een rond venstertje. Onderpui nieuw. 67. Schachelstraat 28. Trapgevel (XVII). De kraagsteen onder den toppilaster tevens sluitsteen. Lijsten. Korfbogen. In den top een kruiskozijn. 68. Smedestraat 12. Trapgevel (XVII a). Kraagsteen onder den toppilaster als voren. Ontlastingsbogen. Zandsteenen hoekblokken. 69. Smedestraat 16. Trapgevel (XVII a) met bergsteenen hoek- en boogblokken. Kraagsteen onder den toppilaster als voren. 70. Smedestraat 15. Trapgevel (XVII a, gepleisterd.) 71. Spaarne 22. Trapgevel (XVII a) met bergsteenen blokken. 72. Spaarne 42. Trapgevel (XVII a) met bergsteenen hoek- en boogblokken. Ankers. Beneden gewijzigd. 73. Spaarne 90. Trapgevel (XVII a). Korfbogen. Bergsteenen hoek- en boogblokken. Top en benedendeel gewijzigd. 74. Spaarne 104. Trapgevel (XVII a). Bovendeel zijdelings overgebouwd op kraagsteenen met kopjes. Bergsteenen hoeken boogblokken. Top en benedendeel gewijzigd. 75. Spaarne 108. Rijke trapgevel (XVII a). In den (gewijzigden?) top: 1637. Geprofileerde ingang. Boogblokken met diamantkoppen. Bergsteenen banden, hoek- en negblokken. In de bovenste vensters houten kruiskozijnen. 76-77. Spaarnwouderstraat 84-86. Twee trapgevels (XVII a). Beneden gewijzigd. | |
[pagina 163]
| |
78. Tuchthuisstraat 6. Trapgevel (XVII a) met vlakke togen. 79. Verwulft 8. Trapgevel (XVIIa) met benedenpui (XVIId). 80. Zijlstraat 3. Trapgevel (XVII a) met segmentvormig gedekte topnis op kraagsteentjes. 81. Zijlstraat 96a. Trapgevel (XVII a) met een topnis (fragment) op kraagsteentjes. Acht lelieankers.
* * *
Nrs. 82-89. Trapgevels (XVII a) met zandsteenen afdekkingen, hoek- en negblokken, doorloopende lijsten tot scheiding der verdiepingen, overkragende ontlastingsbogen, waarin zandsteenen blokken, rustend op kraagsteenen met koppen of maskers, en meerendeels met een toppilaster, bekroond door een schildhoudenden leeuw, of wel met een nisje, gedekt door een fronton (z.g. Haarlemsch type): 82. Botermarkt 25. Trapgevel (1609). In de tweede verdieping een kruisvenster tusschen twee halve geprofileerde Tudorbogen op gegroefde kraagsteentjes. Fries met een paard, twee ossekoppen en een jaartal. 83. Botermarkt 27. Dergelijke gevel. Gevelsteen met wapen. 84. Damstraat 13. Dergelijke gevel. Gewijzigd. 85. Jansstraat 61-63A. Drie dergelijke gevels. Van no. 61 is de top weggebroken. Gevelsteenen met wapens van Amsterdam en Haarlem. Bij 63 en 63A is de top gewijzigd. Fries met cartouches, waarin de wapens van Leiden, den Haag, Holland, en het wapen-Schatter (de stichter van het huis). 88. Zijlstraat 97. Dergelijke gevel met gebogen fronton. Puilijst met opschrift. Gevelsteen. Inwendig: winkel (XVIII). 89. Zijlstraat 100. Dergelijke gevel.
* * *
90. Frankestraat 18. Trapgevel (XVII b) met bergsteenen blokken. Top en benedendeel gewijzigd. | |
[pagina 164]
| |
91. Kleine Houtstraat 116. Trapgevel (XVII b). Kraagsteen onder den toppilaster tevens sluitsteen. Cartouche (XVII b). 92a en b. Korte Wijngaardstraat. Twee gekoppelde trapgevels (XVII b). Beneden gewijzigd. 93. Ridderstraat 16. Trapgevel (XVII b) met zandsteenblokken in de ontlastingsbogen. 94. Verwulft 8. Trapgevel (XVII b) met geprofileerden band. Gekoppeld deur- en vensterkozijn met luik. 95. Walstraat 15. Trapgevel (XVII b, gepleisterd). 96. Doelstraat 35. Trapgevel (XVII A). Gewijzigde top, thans met gebogen rollaag. Onderpui modern. 97. Nassaulaan 8. Trapgevel (XVII A, gepleisterd) met twee bergsteenen banden. 98. Nieuwe Kerkplein 16. Trapgevel (XVII A). 99. Raaks 36. Trapgevel (XVII A) met segmentvormig fronton. Korfbogen en twee lijsten. 100. Spaarne 69: Trapgevel (XVII A). 101. Warmoesstraat 29. Trapgevel (XVII A, geverfd). Korfbogen. 102. Witte Heerenstraat 26. Trapgevel (XVII A). 103. Zijlstraat 81. Trapgevel (XVII A) met Tudorbogen. Top en vensters gewijzigd. 104. Koningstraat 8. Trapgevel (midden-XVII, geverfd). 105. Spaarnwouderstraat 54. Trapgevel (midden-XVII, verminkt). 106. Botermarkt 46. Trapgevel (1664) met hoekblokken en rechte strekken, waarin hoek- en sluitsteenen. Topnis, gedragen door twee kraagsteenen en bekroond door een driehoekig fronton. Steen voor uithangteeken en twee steentjes met jaartal: 1664. 107. Koudenhorn 66. Trapgevel (XVII c, gewijzigd). 108. Koudenhorn 68. Trapgevel (XVII c) met vernieuwden top. | |
[pagina 165]
| |
109. Spaarnwouderstraat 78. Trapgevel (XVII c). Gevelsteen. 110. Lange Lakenstraat 13. Trapgevel (XVII B) met segmentvormig fronton. 111. Nassaulaan 14. Trapgevel (XVII B). Top gerestaureerd. Inwendig: eenvoudige betimmering met kastje en deuren (alles XVII B). 112. Bakenessergracht 70. Trapgevel (XVII, geverfd). Korfbogen. Beneden gewijzigd. 113. Bakenessergracht 102. Trapgevel (XVII). 114. Damstraat 25. Trapgevel (XVII, gewijzigd). 115. Frankestraat 15. Trapgeveltje (XVII) met vernieuwden top. 116. Gedempte Oude Gracht 96. Trapgevel (XVII). 117. Gedempte Oude Gracht 106. Trapgevel (XVII). Korfbogen. Onder het topvenster een ster. Beneden gewijzigd. 118. Gortesteeg 12. Trapgevel (XVII). Top gewijzigd. 119. Groot Heiligland 18. Trapgevel (XVII). Onderpui gewijzigd. 120. Groot Heiligland 19. Trapgevel (XVII). 121. Groot Heiligland 20. Trapgevel (XVII) met geprofileerde lijst. 123. Jansstraat 47. Trapgevel (XVII). Bergsteenen hoeken negblokken. Boogtrommels met vullingen. Top gewijzigd. 124-125. Klein Heiligland 28-30. Twee trapgevels (XVII). Beneden gewijzigd. 126. Klein Heiligland 42. Trapgevel (XVII, gepleisterd). 127 Klein Heiligland 44. Trapgevel (XVII, geverfd) met houten kruiskozijnen. Top gewijzigd. 128. Kleine Houtstraat 107. Trapgevel (XVII). De kraagsteen onder den toppilaster tevens sluitsteen. 129-130. Korte Spaarne 23-25. Twee trapgevels (XVII) | |
[pagina 166]
| |
met bergsteenen hoek-, neg- en boogblokken. Korfbogen. Lijsten. Beneden gewijzigd. 131. Lange Annastraat 31. Trapgevel (XVII, gepleisterd). 132. Lombardsteeg 14. Trapgevel (XVII, gepleisterd). 133. Spaarnwouderstraat 16. Trapgevel (XVII) met korfbogen:
Puntgevels:
134. Groot Heiligland 34. Puntgevel (XVI d). Ontlastingsbogen. Baksteenen band met muizentand. 135. Korte Houtstraat 12. Puntgevel (XVII a) met vlechtingen. Houten puibalk. 136. Koudenhorn 22. Tot puntgevel gewijzigde trapgevel (XVII a). Tudorbogen. Bergsteenen hoek, neg- en boogblokken. Beneden gewijzigd. 137. Koningstraat 35. Puntgevel (midden-XVII, gepleisterd). Muurpilasters met lijstkapiteelen. Onderpui modern. 138-139. Lange Margarethastraat 10-12. Twee puntgevels (XVIII A) met halfrond fronton en uitspringende rollaag.
Pakhuisgevels:
140. Spaarne 81. Trapgevel (XVI c) met rondboogvensters. Midden in den gevel geschilderd: 1568. Aan de achterzijde van dit perceel, in de Anthoniestraat, een dergelijke gevel. 141. Spaarnwouderstraat 17-19. Gevel (XVI d, gepleisterd) met segmentbogen. Beneden verbouwd. 142. Spaarne 96. Pakhuisgevel (XVII a, voorm. brouwerij, gerestaureerd in 1907), waarin rondboogvensters en ovale lichtopeningen met bergsteenen blokken. Top weggebroken. Fries met opschrift en drie steenen. Twee cartouches met leeuwenmaskers en een met het wapen van Gelderland. | |
[pagina 167]
| |
143. Bakenessergracht 42. Pakhuisgevel (XVII d) met rondboogvensters. Gesneden deurkalf (1692). 144. Botermarkt 26. Pakhuisgevel (XVII B) met kruiskozijnen op de eerste verdieping. Top gewijzigd.
Voorts nog de volgende gevels:
145. Groote Houtstraat 20. Gevel (door Jacob van Campen), welks bovendeel doorgaande pilasters over twee verdiepingen heeft. Kroonlijst. Onder de vensters der tweede verdieping festoenen. Gevelsteen en steen met jaartal: 1652. 146. Barteljorisstraat 24. Topgevel (midden-XVII) met vazen op de gevelhoeken en groot driehoekig fronton, rustend op pilasters. Onder den top een geprofileerde lijst. Festoenen boven de vensters. Vensterkozijnen met vlakke strekken. Vleugels afgedekt met een rollaag. 147. Gedempte Oude Gracht 83. Gevel (midden-XVII) met opgaande Dorische pilasters, en kroonlijst, waarop later een verhooging, bij wijze van attiek, is aangebracht. 148. Kleine Houtstraat 114. Gevel (midden-XVII) in den trant van Vingboons. Pilasters voor de eerste en tweede verdieping. Zijkanten met vrucht-festoenen. Twee siervazen. Gebogen fronton, waarin een kroon.
C. Lodewijkstijlen en stijl van het Keizerrijk:
Halsgevels, meerendeels met rollaag en voluutvormige aanzetstukken (krullen): 149. Barteljorisstraat 24. Halsgevel (XVII c). Top met driehoekig fronton en Corinthische pilasters. Twee siervazen. Drie festoenen. 150. Gedempte Oude Gracht 18. Breede halsgevel (XVII c). Zandsteenen festoenen op de rollaag. Steen voor een uithangbord. Potten op de makelaars van het dak. | |
[pagina 168]
| |
151. Gierstraat 25. Halsgevel (XVII c) met vazen op de beide hoeken. 152. Houtmarkt 17. Halsgevel (XVII c) met vooruitspringend middendeel, gebogen fronton en twee siervazen. 153. Breestraat 24-26. Breede halsgevel (1688) met twee steenen voor uithangteekens (of lantaarns) en een gevelsteen. 154. Gedempte Oude Gracht 119. Halsgevel (XVII d). 155. Gierstraat 5. Halsgevel (XVII d) met vooruitgemetseld middenstuk. Ovaal venster. 156. Gierstraat 15. Eenvoudige halsgevel (XVII d) met band. 157. Gierstraat 20. Halsgevel (XVIII d) met geprofileerd driehoekig fronton. 158. Gierstraat 23. Halsgevel (XVII d). 159 Gierstraat 50. Halsgevel (XVII d). 160. Gierstraat 74. Halsgevel (XVII d) met vlakke Korfbogen. Deurbekroning (XVIII c). 161. Gierstraat 77. Halsgevel (XVII d) met rechte strekken boven de vensters. 162. Gierstraat 81. Halsgevel (XVII d). 163. Groote Houtstraat 54. Bergsteenen halsgevel (XVII d) met driehoekig fronton, en potten op de hoeken, waaronder dubbele kraagsteenen, door een draperie verbonden. Om het ronde topvenster een guirlande. Onderpui modern. 164. Groote Houtstraat. 26. Halsgevel (XVIId) met vazen op de hoeken. 165. Kleine Houtstraat 68. Halsgevel (XVII d). 166. Nieuwe Groenmarkt 22. Halsgevel (XVII d). met vooruitgemetseld middengedeelte. Op de gevelhoeken siervazen, rustend op pilasters, waaronder kraagsteenen. In den top een rond venster. 167. Schachelstraat 13. Halsgevel (XVII d) met gebogen fronton. Festoenen op de rollaag. Twee siervazen op de hoeken. | |
[pagina 169]
| |
Festoenen om een topvenster. Middenpartij van den top vooruitgemetseld. Beneden gewijzigd. 168. Schachelstraat 42. Halsgevel (XVII d) met (gewijzigd) vooruitgemetseld middendeel. Onder de aanzetstukken: 1692. Gemetselde zijpilasters. 169. Gierstraat 39. Halsgevel (± 1700) met driehoekig fronton. 170. Groote Houtstraat 104. Halsgevel (± 1700) met driehoekig fronton, uitgemetseld middenstuk en hoekpilasters (± 1700). Rond topvenster. 171. Groote Houtstraat 117. Halsgevel (± 1700) met driehoekig fronton. 172. Verwulft 4. Halsgevel met het jaartal 1700 onder de krullen. 173. Gedempte Oude Gracht 59. Halsgevel met gegolfd fronton. Drie gevelsteenen (1709). 174. Anegang 31. Halsgevel (XVIII a) met fronton. Gevelsteen. (Cartouche: 1611). 175. Botermarkt 1. Halsgevel (XVIII a) met segmentvormig fronton. 176. Botermarkt 17. Halsgevel (XVIII a) met driehoekig fronton. 177. Botermarkt 21. Dergelijke gevel (gepleisterd). 178. Gasthuisstraat 40. Halsgevel (XVIII a). 179. Gierstraat 13. Dergelijke gevel. 180. Gierstraat. 28 Halsgevel (XVIII a) met segmentvormig fronton. 181. Gierstraat 41. Halsgevel (XVIII a) met geprofileerd driehoekig fronton. 182-184. Gierstraat 51-53. Drie halsgevels (XVIII a) met segmentvormig fronton. 185. Gierstraat 62. Halsgevel (XVIII a). 186. Gierstraat 64. Halsgevel (XVIII a). Op den top een windwijzer. | |
[pagina 170]
| |
187-189. Gierstraat 65-67. Drie halsgevels (XVIII a) met segmentvormig fronton. 190. Groot Heiligland 22. Tot halsgevel (XVIII a) verbouwde trapgevel. Pui gewijzigd. Korfbogen. 191. Groote Houtstraat 22. Halsgevel (XVIII a) met driehoekig fronton. 192. Groote Houtstraat 76. Dergelijke gevel. 193. Groote Houtstraat 81. Dergelijke gevel. Steen voor een uithangteeken. 194. Groote Houtstraat 86. Halsgevel (XVIII a) met uitgemetseld middendeel van den top. Geprofileerd driehoekig fronton. Op de hoeken twee vazen. Onderpui nieuw. 195. Groote Houtstraat 92. Halsgevel (XVIII a) met driehoekig fronton. Onderpui nieuw. 196-198. Groote Houtstraat 122-124. Drie halsgevels (XVIII a) met houten vleugelstukken. 199. Groote Houtstraat 129. Halsgevel (XVIII a) met segmentvormig fronton. 200. Klein Heiligland 1. Halsgevel (XVIII a). 201. Koningstraat 47. Halsgevel (XVIII a). 202. Oude Groenmarkt 14. Halsgevel (XVIII a) met driehoekig fronton. In den top en op de rollaag festoenen. 203. Schachelstraat 33. Halsgevel (XVIII a). 204. Turfmarkt 4. Tot halsgevel (XVIII a) verbouwde trapgevel (XVI d) met rondbogen. Bergsteenen boog- en hoekblokken. Beneden gewijzigd. 205. Verwulft 2. Halsgevel (XVIII a), thans met driehoekig fronton. 206. Warmoesstraat 5. Halsgevel (XVIII a) met pilasters op de hoeken. 207. Damstraat. 17 Halsgevel met gebeeldhouwde bekroning. Onder de krullen: 1732. 208. Raaks 32. Halsgevel. Onder de krullen: 1733. | |
[pagina 171]
| |
209. Smedestraat 4. Halsgevel (1734). 210. Groote Houtstraat 177. Halsgevel (1734). 211. Zijlstraat 37. Halsgevel (1747). 212. Gedempte Oude Gracht 34. Halsgevel (XVIII b) met gebogen fronton. 213. Gierstraat 44. Halsgevel (XVIII b). 214. Groote Houtstraat 134. Halsgevel (XVIII b) met driehoekig fronton op twee gegroefde consoles. 215. Hagestraat 23. Halsgevel (XVIII b). 216. Kleine Houtstraat 98. Dergelijke gevel. 217. Oude Groenmarkt 24. Halsgevel (XVIII b, geverfd) met gebeeldhouwde vleugelstukken en bekroning. Beneden gewijzigd. 218. Riviervischmarkt 19. Halsgevel (XVIII b). 219. Zijlstraat 39. Dergelijke gevel. 220. Zijlstraat 88. Dergelijke gevel met vooruitgemetseld middendeel van den top. 221. Groote Houtstraat 32. Halsgevel (XVIII A) met segmentvormig fronton. 222. Kruisstraat 31. Halsgevel (XVIII A). 223. Kruisweg 19. Dergelijke gevel. 224-225. Nieuwe Gracht 66-68. Twee dergelijke gevels. 226. Spaarnwouderstraat 94. Dergelijke gevel. 227. Lange Annastraat 14. Halsgevel (midden-XVIII). Geschonden steen voor een uithangteeken. Deur. 228. Gedempte Raamgracht 69. Halsgevel (1765) met fronton. 229. Barteljorisstraat 12. Tot halsgevel (XVIII c) gewijzigde gevel (overblijfselen van het huis ‘De vergulde Brasem’, XVIIb). Eerste verdieping (XVII b) met vooruitspringend middengedeelte en pilasters, waarboven kroonlijst met consoles. Versierde omlijsting van het middenvenster. Top (XVIII c) met bollen op de gevelhoeken. Onderpui nieuw. | |
[pagina 172]
| |
230. Breestraat 13. Halsgevel (XVIII c, gepleisterd). 231. Barteljorisstraat 11. Halsgevel (XVIII d). Deuromlijsting met eenhoorn. Topanker. 232. Koksteeg 14. Halsgevel (XVIII d) met gebeeldhouwd fronton. 233. Gedempte Oude Gracht 98. Halsgevel (XVIII). 234. Gedempte Oude Gracht 114. Tot halsgevel (XVIII) gewijzigde trapgevel (XVII). Fries met twee cartouches: 1609. 235. Klein Heiligland 66. Tot halsgevel (XVIII) gewijzigde gevel (± 1600). Ontlastingsbogen. 236. Koningstraat 25. Halsgevel (XVIII). 237. Koningstraat 28. Tot halsgevel (XVIII) gewijzigde trapgevel (XVII A) met teruggemetselde segmentbogen aan de eerste, en korfbogen aan de tweede verdieping. Onderpui nieuw. 238. Korte Spaarne 13. Halsgevel (XVIII) met deurbekroning (XVIII c). Beneden gewijzigd. 239. Nieuw Heiligland 8. Tot halsgevel (XVIII) verbouwde topgevel (XVI d). Ellipsvormige ontlastingsbogen. 240. Spaarne 43. Halsgevel (XVIII). Houten pui met deur (XVIII A). 241. Spekstraat 3. Halsgevel (XVIII). Ankers. 242. Lange Annastraat 56. Halsgevel (1822) met driehoekig fronton.
Gevels met een rechte kroonlijst:
243. Groote Houtstraat 101. Gevel (1658). Dakvenster met driehoekig fronton, en omsloten door pilasters met festoenen, aansluitend bij de balustrade op de kroonlijst. Onderpui nieuw. 244. Anegang 46. Gevel met halfrond verhoogd middendeel der kroonlijst. Hierin een zoldervenster, waaronder: 1719. 245. Damstraat 21. Huis van Teyler (XVIII a). Houten | |
[pagina 173]
| |
deuromlijsting: twee Ionische pilasters met zijlichten in de schachten. Gesneden versiering van de venstertravee hierboven, met een steen (1715). Inwendig: gang met stuc-versiering (XVIII a). In een achterkamer een marmeren schoorsteen met betimmering en twee houten girandoles (XVIII d). Trappenhuis met stuc-versiering en gesneden trapleuning. In het plafond een geschilderd middenstuk; boven aan de trap een stuc-beeld. Kamer met stuc-plafond en dessus-de-porte. (XVIII d). In een voorkamer een marmeren schoorsteen (XVIII d) met schoorsteenstuk, geteekend: Wybrand Hendriks 1794. Vestibule met stuc-versiering (XVIII d), en gesneden dessus-de-porte. Op de bovenverdieping een rijke stuc-gang. Werkkamer met marmeren schoorsteen (XVIII d) en spiegel (XVIII c). Geschilderd plafond. Op het binnenpleintje: twee beeldgroepjes (door Claude Lecocq?) en houten portiek (XVIII d). 246. Nieuwe Gracht 72. Gevel (XVIII a) met deuromlijsting, gesneden deur en bovenlicht (alles XVIII a). 247. Lange Veerstraat 3. Gevel (XVIII a). Kroonlijst met getoogd middenstuk. Bovenste venster met gesneden omlijsting. 248. Nieuwe Gracht 74-76. Gevel (XVIII a) met versierde middentravee in zandsteen. 249. Verwulft 64. Gevel (XVIII a, gedeeltelijk verbouwd 1791). Kroonlijst met halfcirkelvormig getoogd middenstuk, waarin een gekroond worstvat, en aan beide zijden hiervan een op de kroonlijst liggend varken. 250. Bakenessergracht 84. Gevel met gesneden deuromlijsting en kalf. Onder de kroonlijst consoles. Drie gevelsteenen: 1726. 251. Groote Houtstraat 39. Gevel met gesneden kroonlijst. Verhoogd middenstuk op consoles, gedragen door pilasters. Onder een venster der tweede verdieping een lint met: 1731. Moderne onderpui. | |
[pagina 174]
| |
252. Groote Houtstraat 118. Gevel (XVIII b) met versierd dakvenster. 253. Kleine Houtstraat 13. Gevel (XVIII b). 254. Kleine Houtstraat 31. Gevel (XVIII b). Kroonlijst met getoogd middenstuk. Omlijst zoldervenster. Kuif. 255. Nieuwe Gracht 80 (Bisschoppelijk paleis, zie e 9). Gevel (XVIII b) met rijk versierde middentravee. Hierboven een venster met gesneden vleugels. Dubbele trap met ijzeren hek. Inwendig: Vestibule met stucwerk (XVIII b) en groote marmeren vloerplaten. In de voorkamer een marmeren schoorsteen (XVIII b). Gesneden trapleuning (XVIII d). Koepelkamer met stucversiering (XIX a). Vier damtafeltjes (XIX a). 256. Gedempte Oude Gracht 60. Dubbele gevel (± 1740). Middentravee met snijwerk. Fronton met kuif. Gesneden deur en deuromlijsting. Stoephek (± 1750). 257. Spaarne (Gesticht der zusters van den Goeden Herder). Gevel (± 1750) met versierde deurtravee, waarin gesneden omlijsting van twee vensters boven de deur. Deur en bovenlicht (± 1750). Gesmeed ijzeren hek uit den tijd van den bouw. Inwendig: Gang met stuc-plafond (XVIII c) en marmeren bekleeding. Voorhuis met dito plafond en gesneden dubbele deur. Achterkamer met stuc-plafond (XIX a). Trap met rijkgesneden leuning (XVIII c) en stuc-versiering van den lantaarn. 258. Groote Houtstraat 93. Dubbele gevel (XVIII c). Versierde deurtravee. Bergsteenen plint. Inwendig: Gang met stucversiering en muurklokje. Zaal met gesneden deuren. Stuc en witjes als dessus-de-porte. 259. Nieuwe Gracht 78. Gevel (XVIII c) met versierde deurtravee. 260. Jansstraat 85. Gevel (XVIII d) geverfd, met hoekpilasters en gesneden versiering der deurtravee. Gesneden deur. | |
[pagina 175]
| |
261. Korte Spaarne 11. Gevel (XVIII). Kroonlijst met getoogd middenstuk (XVIII a/b). Houten deuromlijsting. 262. Koudenhorn 32-34. Gevel (XVIII d) met pilasters. 263. Nieuwe Gracht 3. Gevel (XVIII d) met portiek van blokwerk en zandsteenen deuromlijsting. Gesneden bovenlicht. 264. Nieuwe Gracht 13. Gevel (XVIII d) met doorgaande hoekpilasters. Hardsteenen plint. Gebeeldhouwde omlijsting van de middentravee. Gesneden deur. 265. Spaarne 11. Gevel (XVIII). Kroonlijst met getoogd middenstuk. Gesneden deur (± 1750), en deuromlijsting met kroonlijst, waaronder een gesneden relief. 266. Zijlstraat 62-64. Gevel (XVIII d) van een dubbel heerenhuis. Gesneden middenstijlen der vensters. Ingang met vlakke pilasters. Bovenlicht met versiering. Deuren met snijwerk. 267. Gedempte Oude Gracht 90-92. Gevel (XVIII). In no. 90 eene deuromlijsting (XVIII a): pilasters waarin smalle zijlichten. Twee adelaars als console, met opschrift. 268. Spaarne 57. Gevel (XVIII) met vernieuwde kroonlijst, waaronder gesneden versieringen, Lodewijk XIV en: 1738. Deuromlijsting (XVIII b). 269. Jansweg 40. Gevel (XIX a) met doorgaande pilasters.
Gevels met rechte kroonlijst en vooruitspringende middenpartij:
270. Gierstraat 8. Gevel met hoekpenanten. Twee steenen met het jaartal 1696, in nissen. 271. Groote Houtstraat 99. Gevel (XVIII b). Gesneden middentravee, deur en kalf. Boven de middenpartij, op de kroonlijst, een top met vleugelstukken en segmentvormig fronton. Te weerszijden van het topraam pilasters op bladconsoles. | |
[pagina 176]
| |
Hijschbalk. Inwendig: Gang met stueversiering. Trapgat met stueversiering en gesneden deuren. 272. Groote Houtstraat 115 (‘Het huis met de trappen’). Gevel (XVIII b) met een top boven de middenpartij, waarin een versierd venster met driehoekig fronton en vleugelstukken met lofwerk (een gedeelte hiervan is in het museum van kunstnijverheid). Versierde deuromlijsting en kalf. Hardsteenen bordes met gesmeed ijzeren hek. Versierde schoorsteen. 273. Groote Houtstraat 120. Gevel (XVIII b). Consoles onder de kroonlijst. Onderpui nieuw. 274. Kruisstraat 45. Gevel (XVIII b). Breede kroonlijst met triglyphen en consoles, gedragen door vier vlakke pilasters van bergsteen. Rijke middentravee met portiek en venster met schelp en vrouwelijke halffiguren. Boven de middenpartij een bekroning, geflankeerd door twee vazen op voetstukken. Twee lantaarnhaken (de lantaarns worden in het huis bewaard.) Inwendig: Vestibule en gang met stuc-reliefs boven de deuren en in het plafond (XVIII a/b). In de achterzaal een stucplafond, deuromlijstingen (XVIII d), en een papieren behangsel (XIX a). 275. Kruisstraat 51-53. Gevel (XVIII b) met versierde middentravee en hoekpilasters. Kroonlijst met consoles. 276. Zijlstraat 27. Gevel (XVIII b). Deuromlijsting en travee met beeldhouwwerk. Steephek (XVIII b). 277. Gedempte Oude Gracht. Gevel (XVIII c), met modernen linkervleugel. Deuromlijsting en bovenlicht. Achtergevel (XVII B) met een festoen boven een venster. Inwendig: gang met stucwerk en achtergedeelte met kruisgewelven zonder ribben, uit een ouderen bouw. Kamer links met stuc-plafond, zwartmarmeren schoorsteen en gedichte kast. Kamer rechts met gesneden deuren, schoorsteen en plafond (XVIII d). Achterkamer idem. 278. Jansstraat 79. Gevel (XVIII c, zie h 4) met een versierde | |
[pagina 177]
| |
deurtravee met venster erboven. Driehoekig fronton, waarin een ovale lichtopening en omlijsting met festoenen. 279. Nieuwe Gracht 7. Gevel (1803) met hooge hardsteenen plint. Zandsteenen zaagtand op de hoeken. De middenrisaliet, met zandsteenen Jonische pilasters, wordt bekroond door een driehoekig fronton. Gesneden voordeur. Hardsteenen bordes.
Fragmenten van buitenarchitectuur:
1-2. Zijlstraat 58-60. Overblijfsels van zij topgevels (± 1500). Kraagsteenen. Vlakke togen. Banden (XVII A). 3. Gedempte Oude Gracht 117. Fragment van een trapgevel (XVI a, gewijzigd). Tudorbogen. 4. Vrouwensteeg 10. Twee poorten met laat-gothische zandsteenen profileeringen (de westelijke vernieuwd). 5. Donkere Spaarne 32. Zie d 7. 6. Gedempte Oude Gracht 110. Fragment van een gevel met vooruitgemetselde korfbogen (XVI d?). Deur (XVIII c). 7. Groot Heiligland 34. Puntgevel (XVI d). Ellipsvormige ontlastingsbogen met bergsteenen sluit- en aanzetstukken. Baksteenen lijst met muizentand. 8. Goudsmidspleintje 6. Zie d 10. 9. Kleine Houtstraat 46. Fragment (XVII a) van een tot halsgevel gewijzigden trapgevel, met twee Tudorbogen. 10. Koudenhorn 44. Eenige Tudorbogen (XVII a) in een verbouwden gevel. Sluitsteen (1613). Dour met omlijsting (± 1800). 11. Koudenhorn 60. Top (XVII a) van een trapgevel, met toppilaster op kopje. Eén Tudorboog. 12. Lange Hofstraat 16. Fragment (XVII a) van een trapgevel. Korfbogen. Lijst. 13. Spaarne 55. Fragment van een pakhuisgevel (XVII a), met korfbogen. | |
[pagina 178]
| |
14. Smedestraat 3 rood. Gevel (XVII a) met (latere) in- en uitgezwenkte rollaag. Overblijfselen van twee ontlastingsbogen. 15. Houtmarkt 7. Gevel (XVII b) gepleisterd, waarin Tudorbogen met kopjes in de sluitsteenen. Gevelsteen. 16. Koningstraat 39. Fragment (midden-XVII). Boven de vensters rechte strekken met hoek- en sluitsteenen. 17. Oude Groenmarkt 16. Fragment (midden-XVII) van een trapgevel. Beneden gewijzigd. 18. Nassaustraat 16. Fragment van een halsgevel (1688, geverfd). Een siervaas. 19. Zijlstraat 59. Fragment van een gevel (XVII d, gepleisterd) met hoek- en zijpilasters op kraagsteentjes. Segmentvormig fronton. 20. Anegang 25. Trapgevel (XVII, geverfd). Top en benedendeel gewijzigd. 21. Berkenrodesteeg. Fragment van een trapgevel (XVII), zonder top. Metselmozaïek. 22. Frankestraat 37. Fragment (XVII) van een gevel, zonder top. Beneden: drie korfbogen en een strek met bergsteenen neg- en boogblokken. Houten kruiskozijnen. 23. Kleine Houtstraat 74. Fragment van een trapgevel (XVII, gepleisterd). 24. Koralensteeg 1. Fragment van een pakhuisgevel (XVII). 25. Kruisstraat 26. Poortje (XVII) met zandsteenen blokken en gedekt door een Tudorboog. 26-27. Spaarnwouderstraat 106-108. Fragmenten van trapgevels (XVII). 28. Turfsteeg 2. Fragment van een trapgevel (XVII, gepleisterd.) 29. Gierstraat 74. Deuromlijsting (XVIII b). 30. Anegang 11. Fragment van een halsgevel (XVIII A). 31-33. St. Jansstraat 14, 20 en 22. Fragmenten van halsgevels (XVIII c). Gebeeldhouwde aanzet-krullen. | |
[pagina 179]
| |
34. St. Jansstraat 55. Gesneden deuromlijsting (XVIII c). 35. Smedestraat 25. Fragment van een gevel (XVIII) met getoogde houten kroonlijst (XVIII b) on twee siervazen (XVIII d).
Details van buitenarchitectuur:
1. Ridderstraat 22. Omlijst nisje (XVII a), waarin een groep (Barmhartigheid). Op de cordonlijst hieronder: ‘D'Liefde’. 2. Kromme Elleboogsteeg 13. Kruiskozijn (XVII A). 3. Kromme Elleboogsteeg 20. Vlakke ontlastingsbogen met hoek en sluitsteenen. Kruiskozijnen (alles XVII A). 4. Nieuwe Groenmarkt 11. Gekoppeld deur- en raamkozijn (XVII A). Steen voor een uithangteeken. 5. Zuiderstraat 18. Deurkozijn (midden-XVII). 6. Hagestraat 10. St. Jacobsgodshuis. Boven een der vensters een bergsteenen schelp tusschen vrucht-festoenen (XVII c). 7. Nieuwe Gracht 1. Twee steenen linten, waarop: 1691. 8. Helmbrekersteeg 3. Houten deuromlijsting (XVII d). 9. Jansweg 55. Twee siervazen (XVII d). 10. Nieuwe Kerkplein 3. Gekoppeld deur-, zij- en bovenlichtkozijn (XVII B). 11. Gedempte Oude Gracht 56. Gesneden kroonlijst (XVIII a) met getoogd middenstuk. 12. Jansstraat 48. Houten kroonlijst (XVIII a) met twee gesneden consoles. 13. Koningstraat 8. Gesneden kroonlijst met het jaartal: 1733, in het midden halfrond getoogd. Consoles. 14. Burgwal 3. Twee aanzetkrullen (1739). 15. Hagestraat 29. Als voren (1740). 16. Groote Houtstraat 118. Eenvoudig dakvenster (XVIII b). 17. Groote Houtstraat 151. Kroonlijst (XVIII b) met verhoogd middengedeelte, en consoles. | |
[pagina 180]
| |
18. Nieuwe Groenmarkt 23. Deurkozijn met zijlichten, waarin ijzerwerk. Deur met knop (alles XVIII b). 19. Gedempte Oude Gracht 102. Kroonlijst, douromlijsting en dour (midden XVIII). 20. Schachelstraat 26. Gesneden deurkalf (midden-XVIII c). 21. Gedempte Oude Gracht 70. Eenvoudige dour (midden XVIII) met kuif en omlijsting. 22. Damstraat 19. Gesneden deur en deurkalf (XVIII c). 23. Gedempte Oude Gracht 62. Kroonlijst (XVIII c) met gebogen middenstuk op twee consoles. 24. Groote Houtstraat 95. Deur en deuromlijsting met kalf en bovenlicht (XVIII c). 25. Schachelstraat 6. Deur (XVIII c). 26. Gedempte Oude Gracht 100. Gesneden deur (XVIII d). 27. Nieuwstraat 102a. Gesneden dubbele deur (XVIII d). 28. Ridderstraat 24. Gesneden deur (XVIII d). 29. Spaarne 13. Dergelijke deur. 30. Spaarne 14. Dergelijke deur. 31. Spaarne 29. Dergelijke deur met omlijsting. 32. Spaarne 58. Dergelijke deur met omlijsting en bovenlicht. 33. Wagenweg 58. Twee lantaarns (XVIII d). 34. Groote Houtstraat 139. Gebogen kroonlijst (XVIII B) met getoogd middenstuk. 35. Zijlstraat 86. Gebogen fronton (XVIII B) over de geheele breedte van den gevel. 36. Frankestraat 22. Aanzetstukken van een halsgevel (XVIII). Drie cijfer-ankers: 1(5?)89.
Gevelsteenen, voor zoover nog niet vermeld:
Botermarkt 13 (1611); Paarlaarsteeg 4 (cartouche, 1617); Bakenessergracht 9 (XVIII b); Nieuwe Spaarnwouderstraat 16 (XVII a, doodendans); Breestraat 19 (XVII A); Groot | |
[pagina 181]
| |
Heiligland 21 (+ 1650); Morinnesteeg 2 (1662); Spaarne 35 (drie, XVII b. cartouches); Spaarne 89 (drie, 1696); Groote Markt 12 (twee, XVII B); Klein Heiligland 1A (XVII B); Spaarnwouderstraat 15 (XVIII a); Zijlstraat 87 (XVIII d); Begijnhof achter no. 15 (XVIII); Houtmarkt 51 (XIX a); Spaarne 37 (1824).
Uithangteekens, voor zoover nog niet vermeld:
Groote Markt 4. Houten uithangteeken (XVII A); Spaarne 37, Gesmeed uithangteeken (XIX a).
Ankers, voor zoover nog niet vermeld:
Ursulastraat 21 (1608); Witte Heerenstraat 11 (XVII d); Klein Heiligland 36 (XVIII). | |
h. Musea, particuliere verzamelingen, varia.1. Het Frans Halsmuseum, sinds 1913 gevestigd in het voormalig Oudemannenhuis (zie f 3), daartoe gerestaureerd en uitgebreid. Bouwfragmenten, gevelsteenen. Betimmering (XVIII a) en zoldering (XVII A) uit de regentenkamer van het Elizabethsweeshuis. Beschilderde zoldering en goudleer (XVIII A) uit een huis aan het Spaarne. Verschillende meubelen (XVII A), waaronder een eiken hek en een kast uit het Raadhuis, en een betimmering en kast uit het Oudemannenhuis. Tapijtbehangsel (1668, door Max. van der Gucht), voorstellende het kasteel Oud-Haarlem, afkomstig uit het Raadhuis; Fransch gobelin (XVII d). Gebrandschilderd venster (1619) uit de Oosterkerk te Hoorn; vier dito vensters (XVII) met voorstellingen van ambachten, uit dezelfde kerk; vier panden (1645) met gebrandschilderde wapens uit de Ned. Herv. kerk te Beverwijk; gebrandschilderde ruitjes (XVII), afkom- | |
[pagina 182]
| |
stig uit het hofje van Bakenesse. Een verzameling schilderijen (Catalogus 1919). Gedreven zilveren beker (1604, door Ernst Jansz. van Vianen) van het brouwersgilde, op het deksel een beeldje van St. Maarten, vervaardigd naar ontwerp van H. de Keyser, de medaillons op de kuip naar H. Goltzius; verguld zilveren beker, geschonken aan Meindert Fabricius, wegens zijn moed bij het beleg van Oostende; gegraveerde bokaal (XVIII), afkomstig uit het Oudemannenhuis. Gildebokalen, penningen enz. Eenige burgemeestersstaven (XVII en XVIII d). Eene verzameling incunabelen: de ‘Costeriana’ (midden - XV).
2. Museum van Kunstnijverheid (Paviljoen Welgelegen, zie d 12): Oud-Hollandsche kamer (XVII); Hindelooper kamer (XVII); Eene verzameling houtsnijwerken, meubelen en metaalwerk, pottebakkers-kunst en weefsels; Chineesche en Japansche voorwerpen. Afgietsels van Egyptische, Assyrische en Hindoekunst.
3. Museum teyler, ten deele XVIII d (door L.H. Viervant), overigens 1878, achter Teyler's woonhuis (zie g 245) en hiermede in verbinding staande, heeft een hal met betimmering en een gaanderij met ingebouwde boekenkast, waarboven medaillons. Stuc-plafond. In de kamer links hiervan een eiken betimmering; marmeren schoorsteen met betimmering; twaalf stoelen. Boven den ingang van dit vertrek een stucversiering met medaillon. Trappenhuis met stucversiering en marmeren gedenkteeken (1780, door Jan Swart, voltooid door Asselbergh). Leeszaal met schoorsteennis en stucversiering (alles XVIII d). Het museum bezit: eene verzameling natuurkundige instrumenten (XVIII d-XIXa); eene verzameling fossielen; eene verzameling schilderijen (Catalogus, Haarlem 1920); eene verzameling teekeningen en prenten (Catalogus van de Hollandsche en Fransche, Haarlem 1904). | |
[pagina 183]
| |
4. Jansstraat 79. Bisschoppelijk museum (zie g 278). Kerkelijke oudheden. Meubelen, beeldwerk, schilderijen (XVI en XVII). Fragmenten van gebrandschilderd glas (XVI en XVII). Kantwerken en geweven stoffen (XVI-XIX a). Prenten (XV-XIX a); handschriften, wiegedrukken en boekbanden (XVI-XVIII). Munten en penningen. (Gids in het Bisschoppelijk museum, vijfde druk, Leiden 1913).
5. Jansstraat 60. Museum van Stolk. Middeleeuwsche beeld- en schilderwerken. Meubelen. Gebrandschilderde glazen (Fransch, XII-XVI). Geborduurde en geweven stoffen (Catalogus, 's Gravenhage 1912).
6. Museum - Joh. Enschedé. Verzameling blokdrukken, drukken (XVI-XVIII); oude letterproeven en drukmateriaal (Catalogus, Haarlem 1916).
7. De societeit ‘Trou moet blijcken’ bezit: Geschilderd houten blazoen (1529?) van de kamer ‘Trou moet blycken’, in ruitvorm met gesneden figuren; dergelijk blazoen (XVId), geschilderd door Frans Petersz. naar H. Goltzius; dertien beschilderde houten blazoenen van de kamers te Amsterdam, 's-Gravenhage, Haarlem, Haastrecht, Hazerswoude, Katwijk, Ketel, Leiden, Noordwijk, Vlaardingen en Schiedam, bij het landjuweel van 1606 aan de Haarlemsche kamer vereerd; bandelier, 1794 vernieuwd, met den naam der kamer in zilveren letters, drie zilveren knopjes en een pelikaan (± 1600); aan dezen bandelier hangen: verguld zilveren gedreven draagteeken (XVI) van de St. Jorisschutterij; gedreven en gegraveerde zilveren plaat met gedreven verguld zilveren pelikaan, wapens en merken, in 1605 aan de kamer vereerd; gegraveerd zilveren schildje (1606) van den ‘Aeckerboom’ te Vlaardingen, met twee aanhangende schildjes; gegraveerd zilveren en verguld zilveren schildje (1606) van de ‘Roo-Roosen’ te | |
[pagina 184]
| |
Schiedam; gegraveerd zilveren schildje (1606) van het ‘Galisblomken’ te Haastrecht, in gesneden omlijsting; uitgesneden gegraveerd zilveren schildje (1601) van ‘De Goutsblomkens’ te Gouda; gegraveerd zilveren schildje van de ‘Lelie onder de Doornen’ te Noordwijk met aanhangend schildje (1606); gegraveerd schildje (± 1600) van de ‘Coren Aren’ te Katwijk met uitgesneden rand; gegraveerd schildje (1606) van ‘Liefd' es 't Fondament’ te Leiden met uitgesneden rand; gegraveerd schildje (1606) van de ‘Oranje Lelie’ te Leiden; ruitvormig gegraveerd schildje (1606) van de ‘Corenbloem’ te 's-Gravenhage; geslagen zilveren kransje (XVII) met dolfijnen. Een en twintig glazen bekers (XVIII), waarvan een geëtst, de overigen geslepen; hierbij twee (1723), waarvan een later gezet op een verguld zilveren voet van een beker (XVI c). Dertig zilveren lepels en vorken (XVIII b). Twee gobelins (XVII). Rederijkersspelen in handschrift, en eenige drukken (XVI) in rolstempelbanden met gedreven koperen beslag; hierbij een geïllustreerde bijbel, in 1532 gedrukt door W. Vorsterman te Antwerpen en een geïllustreerde uitgave van Livius, in 1541 gedrukt bij Jan Grapheus te Antwerpen. |