Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
(1917)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 135]
| |
Het Raadhuis (1634-1639), herhaaldelijk door brand geteisterd, ± 1899 hersteld volgens plannen der Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst) is een rechthoekig baksteenen gebouw met banden en boogvullingen van zandsteen. Aan de smalle zijde bevindt zich de oorspronkelijke voorgevel (1639) met ingang, waarboven wapen, opschrift en jaartal. In den oostgevel (XVIII) een versierde middentravee, getoogde vensters, Lodewijk XIV, gesneden deur (1814). Inwendig: kelder met twee tongewelven; in de raadzaal twaalf tinnen kannen (XVIII); haardplaat (1667), geslepen glazen beker (XVII); op de bovengang een strafbok (XVII).
De ned. herv. kerk (H. Gudula) is een XV c tot hallenkerk vergroot baksteenen gebouw, bestaande uit een schip (XIV d) met een 5/8-gesloten choor; een driezijdig gesloten noord- en een rechtgesloten zuidbeuk (beide XV c), even hoog als het schip (ter vervanging van lager beuken); een aangebouwde kapel (XVI a) ten oosten van den zuidbeuk; en eenen ten deele ingebouwden toren (vernieuwd 1478, gedeeltelijk verbrand 1543 en 1615) van vier geledingen, waarvan de onderste twee (XIV d) met tufsteen bekleed, de derde en vierde (XV d) van baksteen met lagen van tufsteen. De balustrade en de spits vernieuwd in 1903. Aan de noordzijde een traptoren. Inwendig: de beuken gedekt door kruisrib-, net- en stergewelven, aanzetten van een kruisribgewelf in den toren. Boven den westingang van den toren: 1478. Ten noorden daarvan een zandsteenen omlijsting (XV b), vermoedelijk van een voormalig sacramentshuisje afkomstig. Onder aan de vierde geleding een opschrift en: 1722. In den noordwand van het schip de oorspronkelijke deuromlijsting. Sporen van de oorspronkelijke, lagere scheibogen in het schip. De kerk bezit: Preekstoel met twee koperen steunsels voor den lezenaar (1688). Eiken doophek en banken (XVII c). | |
[pagina 136]
| |
Orgel (1708, hersteld door Leichel). Grafzerken (XVI-XVIII). Vier zilveren bekers (een 1639, een 1704, twee 1765); een dito broodschaal (1817); Drie klokken, in 1687 gegoten door Gerhart Schimmel, en eene in 1617 door Henric Wegewaert. Gesmeed ijzeren deurring. Eenige muurschilderingen, in 1866 blootgelegd, zijn weer overgewit.
De moderne Remonstrantsche kerk bezit een koperen lezenaar (XVII c), afkomstig uit de kapel van het kasteel Doorwerth.
Ten Z. van het Raadhuis een huis met baksteenen trapgevel (XVII c, de onderpui verbouwd). Groefsteenen waterlijst en afdekkingen. Ontlastingsbogen. Toppilaster op een draagsteen en met leeuw erop. |
|