Brakel.
De ned. herv. kerk (H. Maagd), blijkens opschriften verbouwd in 1645, 1749, 1805, 1851 en hersteld in 1823, heeft een gedeeltelijk van tufsteen opgetrokken driebeukig schip (XVI A, gewijzigd XVII b); een 5/10-gesloten choor (XV b, verhoogd XVIA) van baksteen met tufsteenbanden; en eenen baksteenen toren (XV b, bovendeel en spits gewijzigd) met traptoren. Gesmeed leliekruis op het choordak. Gestucadoorde tongewelven. Grafkelder onder het choor. De kerk bezit:
Eiken preekstoel (XVIII b); geverfde eiken heerenbank (XVII B).
Zeven gebrandschilderde glazen (1647, 1693, 1709) in het choor.
Tekstbord (1759).
Twee zilveren bekers (1736), drie dito schotels (XIX b).
Koperen kroon (XVII).
Klok (1422).
Van het oude huis te Brakel, verwoest in 1672, is niets meer over dan de bouwvallen van twee torens (XV A), in een waarvan een steen met wapens en een ander met de jaartallen 860, 1321, 1407 en 1672.