Column
Merit Vessies
Elke beweging
Poëzie kun je tegenkomen op onverwachte plekken. Zomaar op straat op een doodnormale dag kun je getroffen worden door de schoonheid van het alledaagse. Breng dat dan maar eens onder woorden... Voor de columnreeks van deze jubileumjaargang nodigden we jonge schrijvers uit precies dat te doen. We stelden hen de vraag: waar zie jij poëzie in? Derdejaars Creative Writing-studente Merit Vessies vond inspiratie in een samenwerking met dansers: hoe dans bij hen doorwerkte in elke alledaagse handeling fascineerde haar. De combinatie van beide disciplines leverde haar een nieuwe kijk op haar eigen taal én een performance op.
Als we alle drie pauze hebben, zitten we buiten op de trappen, in de zon. Aan het begin van het jaar zaten ze al anders dan ik; ze zijn zich bewuster van hun lichaam. Ze leggen hun ledematen anders neer en gebruiken hun vingers gerichter als ze een stukje appel uit een Tupperwarebakje pakken. Het is de eerste zonnige dag van het jaar. Als een van hen een cracker in hummus dipt, blijft niets van de dip aan haar vingers plakken. Door de donkere glazen van mijn zonnebril bekijk ik de afgetrainde lichamen van de dansers. Hun houding lijkt een zekerheid te communiceren die ik niet zo bij mezelf herken. Elke beweging heeft een doel.
Ik begrijp enigszins hoe beweging in taal werkt. Er zijn woorden die met bewegingen te maken hebben en in elke zin zit een ritme. Nog niet eerder had ik dit in verband gebracht met opstaan, hardlopen, springen, dansen. Als ik schrijf of lees ben ik op één plaats. Ik zit stil. Het ritme blijft intern. Als je je elke dag zo bewust moet zijn van de manier waarop je beweegt, wordt het deel van je gedrag, op eenzelfde manier als hoe het lezen van poëzie mijn alledaagse spraak verandert. Ineens gebruik ik dan woorden die daarvoor niet in me op waren gekomen.
‘Alles is ook dans’, zegt een van mijn vrienden als ik mijn verwondering erover uitspreek. ‘Elke beweging is er om iets te bereiken. Bewegen is gewoon een woord dat wordt gebruikt om mensen die dansen eng vinden niet af te schrikken.’
‘Als we het zo gaan bekijken is alles ook taal, toch? Je probeert overal iets mee te vertellen.’ Ze knikt. De overeenkomst is er, in ieder geval in onze beleving. Toch lijken dans en tekst niet automatisch bij elkaar te horen. We besluiten ermee aan de slag te gaan.
In een witte studio speelt ze mp3-bestandjes met mijn stem af. Ik draag gedichten voor en kijk op repetitiefilmpjes terug wat ze ermee gedaan heeft, hoe de taal steeds