v. C.), Zhuangzi (369-286 v. C.), Kūkai (774-835) en Dōgen (1200-1253) als filosofieën die, ondanks alle verschillen, op een fundamentele manier belichaming praktiseren. Ze zijn allemaal integraal verbonden aan somatische praktijken en rituelen die gericht zijn op het realiseren van relaties - ‘“realising” in the dual sense of becoming aware of our relations with others, and also making those relationships real, or actual’. (213) (Parkes legt daarmee trouwens een ander accent dan Hofmann en Zorić, met hun opmerking over awareness als intentieloze pure presence in de inleiding.) Parkes ziet hier een groot verschil met het westerse denken dat sinds de antieke oudheid vooral op ‘abstract reasoning’ (229) gericht zou zijn geweest, met een gebrek aan bewustzijn (awareness) van de eigen tijdelijkheid en verwevenheid met de dingen om ons heen als resultaat.
In haar afsluitende essay ‘The Silent Performance of Mindfulness: Aware Corporeality/Corporeal Awareness of No-Self’ komt Snježana Zorić terug op het fenomeen van de totale leegte van de ‘pure ervaring’ (262) als resultaat van Boeddhistische meditatie. Ze vraagt zich af hoe antropologisch onderzoek grip kan krijgen op deze ervaring - niet, zo zal uiteindelijk blijken - maar stelt dat de beoefening van mindfulness (satipaţţhāna) wel kan bijdragen aan de reflectie van onderzoekers op de intersubjectieve verwevenheid van lichaam en geest, ‘the “conscious cognition of (non-)self and world”’. (261) Maar de echte ervaring van enlightenment is niet mogelijk voor de Grenzgänger en is een ervaring van het buiten: ‘Awareness has no horizon.’ (262) Het is daarom ook onmogelijk om er wetenschappelijk over te praten - zeker geen illegitieme, maar wel een opvallende conclusie voor een bundel die zich dit als taak heeft gesteld.
Al met al laat The Presence of the Body een zeer gemengde indruk achter. Een aantal artikelen leveren interessante en pertinente bijdragen aan discussies op het gebied van de ecokritiek, narrative illness en de literaire verbeelding van lichamelijkheid, waarbij de laatste benadering nog meer interdisciplinair ingebonden had kunnen zijn. Als geheel ontbreekt het de bundel echter aan conceptuele coherentie en voldoende kwaliteit van meer dan slechts enkele bijdragen. Het lichaam als onderwerp nodigt uit om het over bijna alles te hebben - maar niet alles heeft met alles te maken en in dit geval is helaas ook niet alles even relevant, origineel en interessant.