Vooys. Jaargang 34
(2016)– [tijdschrift] Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 64]
| |||||||
Column
| |||||||
[pagina 65]
| |||||||
Illustratie: Vince Trommel
nieuwe media zoals radio, film, televisie en het internet. (Merolla 2000) Een mooi voorbeeld wordt gegeven door Omar Douâmi, een van de laatste mondelinge vertellers op het centrale plein van Beni-Mellal (Marokko), die zijn performance compleet met een boek in zijn handen geeft.Ga naar voetnoot3 In een interview legt hij uit dat hij zijn eigen verhalen creëert op basis van bekende volksverhalen, thema's uit geschiedenis en films.Ga naar voetnoot4 Orale genres zijn befaamd in heel Afrika en vele culturen prijzen deze genres boven alle andere. Mondelinge genres worden doorgegeven van generatie op generatie en kennen vele variaties; ook nog hedendaagse stedelijke genres zoals hiphop en rap worden gecreëerd.Ga naar voetnoot5 Voorbeeld van de vitaliteit van Afrikaanse orale literatuur zijn de Zuid-Afrikaanse Xhosa- en Zoeloe-lofliederen die izibongo heten. De izibongo zijn meestal martiaal van aard en worden met grote snelheid en handigheid door de imbongi (dichters en vertellers) heftig uitgesproken. De izibongo van Shaka (1787-1828), de stichter van het machtigste Zoeloekoninkrijk ooit, vormen nog steeds een literair voorbeeld voor hedendaagse poëzie. Na het einde van de apartheid werden legio izibongo voor Nelson Mandela gecreëerd, te zien en te horen op websites zoals YouTube, die naar de krijgshaftige koning Shaka verwijzen. Tevens bestaan er variaties waarin Mandela vergeleken wordt met Christus, waardoor lokale en Europese elementen samensmelten. Lofliederen worden beoefend in heel Afrika en zijn ook deel van een | |||||||
[pagina 66]
| |||||||
ander zeer geliefd genre, het epos. Een van de bekendste heldenverhalen van West-Afrika is het epos rond de koning Sunjata Keita (of Mari Djata) en de stichting van zijn islamitische koninkrijk in de dertiende eeuw. Het Sunjata-epos, onder andere gezongen in hedendaags Mali door mannelijke (en tegenwoordig ook vrouwelijke) griots (barden), is entertainment, kunst, en levende geschiedenis ineen.Ga naar voetnoot6 (Jansen 2005) Bovendien is het Sunjata-epos een bron van inspiratie voor genres als theater, dans, en ook bioscoopvoorstellingen zoals in het geval van de film Keita, l'heritage du griot (‘Keita, het erfgoed van de griot’, 1995) van de Burkinese Dani Kouyaté. Ook Walt Disney Studios' animatiefilm The Lion King (Rogers Alles & Rob Minkoff, 1994) verwijst naar Sunjata Keita (‘leeuw koning’ is een van zijn meeste bekende lofnamen in Mali). Tegelijkertijd is de Afrikaanse traditie van geschreven literaire teksten niet te onderschatten. In Ethiopië en Eritrea werden Ahmaric, Tigrinya en Tigre opgetekend in een schrift ontwikkeld uit het Ge'ez, een niet meer gesproken taal waarvan religieuze teksten bestaan die afkomstig zijn uit waarschijnlijk de vierde eeuw voor de gangbare jaartelling. Sinds de zesde eeuw voor onze jaartelling gebruikten Berberse/Amazigh volkeren (Noord-Afrika) een prachtig geometrisch alfabet dat de huidige Toearegs ‘Tifinagh’ noemen.Ga naar voetnoot7 Bovendien illustreren de duizenden manuscripten die in Timboektoe en Bamako (Mali) bewaard worden de eeuwenlange invloed van het schrijven in het Arabisch na de expansie van de Islam in Afrika. Het Arabische schrift werd tevens gebruikt om in Hausa, Wolof en Fulani te schrijven (ajami literatuur). In Oost-Afrika hebben Bantoetalen en het Arabisch bijgedragen aan het ontstaan van het Swahili, waarvan de literatuur in het Arabische schrift vanaf de achttiende eeuw werd opgetekend. Arabische literaire modellen werden geïmporteerd en toegeëigend in de interactie met lokale genres en stijlen. Een voorbeeld daarvan is het oudste manuscript in Swahili, Het Epos van Heraklion, een lang verhaal in vers waarin de strijd van de profeet Mohammed vereerd wordt en de heldendaden van zijn volgelingen bezongen worden. (Schipper 1990) Als gevolg van de koloniale en postkoloniale geschiedenis worden romans en gedichten in sommige talen, bijvoorbeeld in het Amazigh, Ibo, Yoruba, Hausa, Swahili, Xhosa en Sotho, in het Latijnse alfabet geschreven. Om een paar korte voorbeelden te geven: Lwali n wedrar (‘De heilige van de berg’) van Belaïd Aït Ali in het Amazigh geschreven, In da so da kauna (‘De ziel van mijn hart’) in het Hausa van Ado Ahmed Gidan Dabino, en Ingqumbo yeminyanya (‘De toorn van de voorouders’) in het Xhosa van Archibald Campbell Mzolisa Jordan. De Afrikaanse geschiedenis van vóór de kolonisatie en de gevolgen van de kolonisering werden besproken in de eerste Afrikaanse romans, hetzij in lokale talen, zoals Shaka Zulu van Thomas Mofolo, geschreven in Sotho (1925, Zuid-Afrika), hetzij in het Engels, het Frans, en het Portugees, zoals Things Fall Apart (1958, Nigeria) van Chinua | |||||||
[pagina 67]
| |||||||
Achebe, de ‘vader’ de Afrikaanse literatuur in het Engels, Les Enfants du Nouveau Monde van Assia Djebar (1962, Algerije), en Luuanda (1963, Angola) van José Luandino Vieira.Ga naar voetnoot8 Een ander belangrijk domein is de literatuur in het Afrikaans, ontwikkeld in Zuid-Afrika uit het zeventiende-eeuwse Nederlands. Anders dan de vele ‘boerenromans’ die de raciale ongelijkheid bevestigden, richtten schrijvers zoals Breyten Breytenbach, André Brink, Elisabeth Françoise Eybers, Antjie Krog en Ingrid Jonker hun pen tegen het apartheidsregime. Zij snijden in hun romans het onderwerp aan van de ongemakkelijke rol van ‘blanke’ personages in de apartheid. Aan het begin van het verhaal nemen zulke personages een ambigue positie in, maar vaak worden ze kritisch op, of raken ze zelfs in strijd met, de ongelijkheid en onderdrukking van de zwarte bevolking onder de apartheid. Sinds de jaren vijftig maken schrijvers gebruik van orale bronnen om hun ‘Afrikaniteit’ in hun in Europese talen geschreven werken aan te geven. Bekende voorbeelden zijn het theaterstuk Death and the King's Horseman van de Nigeriaanse Wole Soyinka, die het klassieke Griekse theater en Yorubamythen en -rituelen verenigt, en de roman L'enfant de sable (vertaald in het Nederlands als Zoon van haar vader (Marokko, 1985) van de Marokkaanse auteur Tahar Ben Jelloun die orale en geschreven vertellingen laat samensmelten. Zulke ontwikkelingen blijven een kenmerk van Afrikaanse literatuur ten noorden en ten zuiden van de Sahara. De thema's van Afrikaanse romans veranderen in de jaren zeventig. Auteurs zoals Mariama Bâ, Mongo Beti, Mia Coutou, Sembène Ousmane en Nawal El Saadawi staan steeds kritischer tegenover Afrikaanse regeringen en elites die macht en nationale rijkdom misbruiken. Schrijvers leveren kritiek op de maatschappelijke structuur die de autoriteit, macht, en soms het geweld van mannen en oudere vrouwen mogelijk maakt.Ga naar voetnoot9 Recentere romans onderscheiden zich van eerdere teksten door hun uitgesproken positie ten aanzien van wat we ‘transculturaliteit’ kunnen noemen. Ze gaan etnische en nationale kwesties voorbij en beschouwen individuele en collectieve identiteit niet meer als stabiel en onveranderlijk. Voorbeelden daarvan zijn te vinden in de werken van Ben Okri uit Nigeria, maar ook in die van de Somaliër Nuruddin Farah. De roman The In-Between World of Vikram Lall (2003) van Moyez Gulamhussein Vassanji | |||||||
[pagina 68]
| |||||||
creëert een onvergetelijk tafereel van het Kenya voor en na de kolonisatie vanuit het perspectief van een kind van Indiase afkomst. De migranten-/diaspora-ervaring van Afrikaanse personages staat ook centraal in de romans van de Nederlandse schrijvers Jasmine Allas, Abdelkader Benali, Naima El Bezaz, Moses Isegawa, Mohamed Stitou, Vamba Sherif en vele anderen. (Merolla 2009) Het feit dat de vier Nobellaureaten die de Afrikaanse literatuur rijk is - de Nigeriaan Wole Soyinka, de Egyptenaar Naguib Mahfouz, en de Zuid-Afrikaanse Nadine Gordimer en John Maxwell Coetzee - allemaal in Europese talen of in het Arabisch schrijven, betekent niet dat er een gebrek aan meesterwerken bestaat in Afrikaanse talen. Het is de consequentie van de hegemonie van de Europese en Arabische talen en van de geschreven literatuur in onze postkoloniale tijd. De verscheidenheid en het uniek hoge aantal talen, culturen en literaturen maakt de Afrikaanse letterkunde een zeer complex terrein van studie maar ook een zeer fascinerend en uitdagend literair gebied dat niet alleen liefhebbers maar ook het brede publiek aanspreekt.Ga naar voetnoot10 | |||||||
Literatuur
|
|