Vooys. Jaargang 34
(2016)– [tijdschrift] Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 33]
| ||||||||||||||||||||
Anne Verhoef
| ||||||||||||||||||||
IntroductieHaarlem, 24 december 1961. De veertienjarige Marjan Meijsing vindt onder de kerstboom een pakje met daarin een onbeschreven schrift met slotje: haar allereerste dagboek. Het is het eerste in een reeks volgeschreven cahiers waarvan er, vijftig jaar later, in totaal zesendertig zouden worden teruggevonden in haar nalatenschap. Onder haar vrienden, familie en de rest van literatuurminnend Nederland is ze na al die jaren beter bekend onder de koosnaam die ze vroeg van huis uit had meegekregen: Doeschka Meijsing (1947-2012). Haar erfgename, Xandra Schutte, besluit na haar dood een selectie van de dagboeken in twee delen te laten bezorgen door Meijsings uitgever, Annette Portegies, en hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde aan de Vrije Universiteit Amsterdam, Ben Peperkamp. Het eerste deel, getiteld En liefde in mindere mate,Ga naar voetnoot2 dat een selectie uit de dagboeken van 1961 tot en met 1987 bevat, is begin dit jaar uitgekomen en voorzien van ruim twaalfhonderd annotaties, ‘die inzicht geven in de particuliere, algemeen-historische en letterkundige bijzonderheden waarvan Doeschka Meijsing in haar dagboeken melding maakt,’ aldus de bezorgers in het voorwoord. (Meijsing 2016: 8) En | ||||||||||||||||||||
[pagina 34]
| ||||||||||||||||||||
hoewel het letterkundige veld de laatste decennia aanzienlijk meer aandacht heeft voor dit soort persoonlijke documenten, stelt het analyseren ervan de onderzoeker voor de nodige uitdagingen.Ga naar voetnoot3 Zo zijn conclusies die je aan de interpretatie van egodocumenten kunt verbinden vaak in hoge mate speculatief. Drie kenmerken die inherent zijn aan dagboeken moeten om deze reden hier expliciet worden genoemd. Ten eerste de onvolledigheid van de gegeven informatie door het toevallige karakter dat een dagboek met zich meedraagt: ‘De beschikbaarheid van de dagboekschrijver voor zijn schriftuur wordt bepaald door de toevalligheden van de dag (...): een volle agenda, een onvoorziene gebeurtenis kunnen de lengte van een dagboekfragment bepalen, of zelfs de plotselinge stopzetting van de schriftuur.’ (Sergier & Vanderlinden 2012: 21) Ten tweede is er altijd kans dat ‘de auteur er toe gebracht wordt om ook onware uitspraken te doen, als dit nuttig blijkt voor de weergave van de betekenis van het “irreëel gemaakte” leven dat hij vertelt.’ (Briosi 1989: 61) Tot slot, hoewel dit punt minder exclusief aan het dagboek is toe te schrijven, zijn sommige gebeurtenissen en uitspraken simpelweg niet verifieerbaar, bijvoorbeeld wanneer de mensen die het konden bevestigen (inclusief de auteur) zijn overleden. Toch kunnen interpretaties van dagboeken als waardevolle aanvulling op het bestaande beeld van een auteur fungeren. Zo vormen in deze dagboekuitgave de annotaties, waarin citaten en herinneringen van onder andere Doeschka Meijsings broer Geerten Meijsing, die evenals zijn zus een literair oeuvre heeft opgebouwd, een commentaar waarmee, volgens een recensie van Arjan Peters in de Volkskrant op 9 april 2016, ‘een biografie overbodig is geworden.’ Hoewel de vraag of een biografie daadwerkelijk overbodig is geworden met de uitgave van deze dagboeken valt te betwisten - daarvoor wordt onder andere aan de relatie tussen haar primaire werk en de dagboeken te weinig aandacht besteed - zeggen ze wel degelijk iets over haar leven en de ontwikkeling van haar (literaire) gedachtegang. Dit blijkt onder andere uit de vele intertekstuele verwijzingen die ze, vooral naar internationale literatuur, maakt; al vanaf jonge leeftijd weigert ze zich te beperken tot de Nederlandstalige literatuur en toont ze haar sterk ontwikkelde internationale blik op de letteren. In het voorwoord van haar dagboeken wordt dan ook terecht door de bezorgers opgemerkt dat ‘haar blik reikte tot in Rusland (Anton Tsjechov, Fjodor Dostojevski), Amerika (Jack Kerouac, Philip Roth), (...), Duitsland (Heinrich Böll, | ||||||||||||||||||||
[pagina 35]
| ||||||||||||||||||||
Günter Grass), Frankrijk (Marcel Proust, Marguerite Yourcenar) en het antieke Griekenland (Xenophon, Herodotus)’ (Meijsing 2016: 10), al dan niet vertaald naar het Nederlands. Toch was het het werk van de uit Engeland afkomstige Evelyn Waugh, en in het bijzonder zijn in 1945 gepubliceerde canonieke roman Brideshead Revisited, over de wonderlijke vriendschap tussen de observerende Charles Ryder en de excentrieke Sebastian Flyte, dat gedurende vele jaren een speciale plek in haar leven innam.Ga naar voetnoot4 Gegeven het aantal verwijzingen naar de roman in de dagboeken mag worden aangenomen dat Brideshead Revisited een belangrijke rol speelt binnen het proces van Meijsings identiteitsvorming.Ga naar voetnoot5 Naast andere factoren, zoals taal, stilering en decor, zal de vraag of Charles en Sebastian slechts een vriendschappelijke of wellicht een mede als homoseksueel te duiden relatie met elkaar hebben, haar hebben geïntrigeerd, onder andere vanwege de ontwikkeling van haar eigen seksuele geaardheid, die ze nergens in haar dagboeken expliciet definieert. Daarnaast geldt als opvallende overeenkomst tussen de dagboeken en Waughs roman de zoektocht naar het ultieme geluksgevoel die telkens eindigt in een gevoel van melancholie (af en toe te karakteriseren als depressie), overmatig drankgebruik en twijfel aan het eigen kunnen. ‘Binnenkort weer Brideshead lezen, wat een cultus. Ik weet elke zin nog en verheug me er weer op.’ Met dit essay zal ik aannemelijk maken dat de geannoteerde dagboeken zich uitstekend lenen voor een intertekstuele analyse, waarbij kan worden geduid hoe Doeschka Meijsing zich persoonlijk verhoudt tot een van de vele grote internationale werken die ze las en op welke manier dit specifieke werk heeft kunnen bijdragen aan de vorming van haar identiteit. | ||||||||||||||||||||
Brideshead RevisitedEvelyn Waughs Brideshead Revisited vertelt het verhaal van Charles Ryder, die terugdenkt aan de gelukkige zomer waarin hij de extravagante Sebastian Flyte en diens | ||||||||||||||||||||
[pagina 36]
| ||||||||||||||||||||
Illustratie: Nazrina Rodjan
| ||||||||||||||||||||
[pagina 37]
| ||||||||||||||||||||
streng rooms-katholieke familie ontmoet. Later zal Charles een relatie aangaan met Sebastians zus, Julia Flyte, die uiteindelijk het geplande huwelijk zal afblazen wanneer haar vader, die het geloof had afgezworen en met zijn minnares in Venetië leefde, terugkeert naar Brideshead, het ouderlijk huis van Sebastian en Julia, om uiteindelijk zijn geloof in God desalniettemin kenbaar te maken alvorens hij sterft. Tijdens de bewuste zomer ontwikkelt zich een bijzondere vriendschap tussen Charles en Sebastian, maar worden Sebastians melancholieke buien steeds heviger en wendt hij zich tot alcohol om te ontsnappen aan de werkelijkheid. Zijn moeders strenge regels en Charles' verwoede pogingen om hem van de drank af te houden, hebben weinig effect en Sebastian vertrekt naar Marokko, waar hij de even excentrieke Kurt ontmoet. Wanneer Charles hem daar opzoekt en hem probeert over te halen om terug te keren naar zijn familie, realiseert hij zich dat hij Sebastian noch met zijn alcoholverslaving noch met zijn melancholische buien kan helpen en dat hun vriendschap voorgoed voorbij is. De dagboeken tonen de ambivalente relatie die Meijsing heeft met het verhaal van Brideshead Revisited: aan de ene kant is er sprake van totale bewondering, maar aan de andere kant op enig moment ook van afkeuring. Het is voor haar een cultboek;Ga naar voetnoot6 ze leest het bijna ritueel, refereert in haar dagboeken vaak aan passages en gebeurtenissen (die ze min of meer uit haar hoofd kent) in relatie tot haar eigen leven en verliest zich regelmatig in de wereld van de hoofdpersonages. Haar leesattitude heeft daarmee een sterk immersief karakter: ze dompelt zich onder in de wereld van Brideshead en lijkt zich bij herinneringen aan gebeurtenissen in haar eigen leven in hoge mate te identificeren met Charles en Sebastian. Zo schrijft ze op 20 juni 1970: Binnenkort weer Brideshead lezen, wat een cultus. Ik weet elke zin nog en verheug me er weer op. Weet je nog hoe we in de tuinen van Trinity College in Cambridge zaten, op de banken onder de wilgen? Oh yes, Sebastian contra mundum, I'm with you. (Meijsing 2016: 160) Het idee van identificatie, van het immersief lezen en het je alleen kunnen uitdrukken in relatie tot de roman, blijkt ook uit de sterke emotionele ervaring die ze beschrijft bij het lezen: In de trein naar Bellinzona, voor het laatst rijdend door Latium, Etrurië en Toscane, voor het laatst de pijnbomen en cypressen ziend, heb ik het laatste deel van Brideshead gelezen. Als Charles Ryder Sebastian in Marokko opzoekt, is Sebastian ziek van het drinken en kan nauwelijks praten. Als hij weer beter is gaat Sebastian terug naar Kurt. Kurt vraagt om sigaretten en als Sebastian dan heel moeilijk uit zijn stoel opkomt, zegt Charles: ‘Laat mij het doen.’ Maar dan zegt Sebastian: ‘Nee, ik denk dat dat mijn taak is,’ en Kurt zegt: ‘Ja, ik geloof dat dat Sebastians taak is.’ En dat is dan | ||||||||||||||||||||
[pagina 38]
| ||||||||||||||||||||
het einde van de vriendschap. Ik las dat in de trein en mijn keel groeide dicht. (Meijsing 2016: 117) De laatste twee zinnen van dit citaat geven een scherp beeld van de wijze waarop ze de roman leest. Dat ze op negentienjarige leeftijd de cruciale betekenis van een dergelijke passage kan beoordelen, wijst op haar interpretatieve vermogen: ze is in staat om deze verhaalgebeurtenis te herkennen als het moment waarop de vriendschap definitief eindigt (een ingrijpend proces dat door de gehele roman loopt en waarvoor deze passage als keerpunt fungeert). Tegelijkertijd verbindt ze zich op emotioneel niveau met de personages. Om op hetzelfde moment zowel emotioneel als analytisch te lezen, lijkt alleen mogelijk wanneer je je compleet overgeeft aan het universum van de roman en doet dan ook vermoeden dat ze zich in hoge mate identificeert met de leefwereld van Charles en Sebastian. Toch verwerpt ze haar geliefde Brideshead vijftien jaar later compleet wanneer de door critici en het grote publiek veel bejubelde gelijknamige serie op televisie verschijnt.Ga naar voetnoot7 Op 10 oktober 1982 noteert ze: ‘Brideshead Revisited gezien: er is wéér een deur achter mij dichtgegaan.’ (Meijsing 2016: 361) Haar broer Geerten beaamt de verloren interesse in het stuk bij het uitkomen van deze bewerking: ‘Na die ellendige televisieserie verloren Doeschka en ik de belangstelling voor Brideshead Revisited.’ (Meijsing 2016: 690) Ondanks de teleurstellende bewerking voor de televisie blijft de roman belangrijk in haar leven, niet in de laatste plaats omdat ten minste twee thema's in het verhaal haar zeer waarschijnlijk zullen hebben gefascineerd: seksualiteit en melancholie. | ||||||||||||||||||||
Seksualiteit en amoureuze verhoudingenDe aantrekkingskracht die Meijsing voelde ten opzichte van Brideshead Revisited zal ten dele te maken hebben gehad met de seksuele ondertoon van de vriendschap tussen Charles en Sebastian. Haar eigen seksuele identiteit is zowel vaag als ambigu te noemen. Vaag, omdat ze nooit expliciet benoemt waar ze precies voor de rest van haar leven voor zal kiezen, en ambigu, omdat haar voorkeur zowel de kant van de vrouwen als de kant van de mannen op beweegt. Hoewel ze uiteindelijk meerdere lange relaties zal aangaan met vrouwen is haar seksuele identiteit, zeker op het moment dat de dagboeken werden geschreven, dus nog helemaal niet helder uitgekristalliseerd.Ga naar voetnoot8 Geerten | ||||||||||||||||||||
[pagina 39]
| ||||||||||||||||||||
Meijsing merkt in dit verband op: ‘wat Doeschka vooral aansprak, was die heerlijke zomer dat Sebastian Flyte en de latere kapitein Charles Ryder het landgoed voor zich alleen hadden, en hun verkapt homo-erotische vriendschap’. (Meijsing 2016: 411) De seksuele identiteit van de hoofdpersonages in Brideshead Revisited, vooral die van Charles, is ook goed als vaag en ambigu te karakteriseren. Hoewel er geen sprake is van een seksuele relatie tussen de twee vrienden, wordt er, zoals Geerten Meijsing hierboven doet, wel vaak een homo-erotische ondertoon in de vriendschap gesuggereerd. Zo lijkt de aanwezigheid van openlijk homoseksuele personages, zoals de extravagante vriend van Sebastian, Anthony Blanche, en Sebastians innige vriendschap met hem, aanleiding te geven tot het classificeren van Sebastian als homoseksueel. David Leon Higdon, bijvoorbeeld, stelt niet alleen: ‘it is impossible to regard Sebastian as other than gay’ (1994: 77), maar stelt ook dat Charles zulke homo-erotische kenmerken vertoont dat ‘he must at least be considered cheerful’ (1994: 77), waarbij cheerful verwijst naar Charles' ontvankelijkheid voor de onuitgesproken homo-erotische ondertoon in de vriendschap. Of de vriendschap tussen Charles en Sebastian daadwerkelijk zo'n duidelijke homo-erotische ondertoon in de roman heeft, zeker als definitief eindpunt in beider zoektocht naar hun eigen seksuele identiteit, wordt dan ook vaak betwijfeld. Zo heerste lange tijd het idee dat de roman uitsluitend uitgesproken katholiek was en als enige doel had de lezer te bekeren (Mooneyham 1993). De roman werkt immers toe naar de beroemde ‘kruistekenscène’ van Lord Marchmain, ‘het sluitstuk van de gehele roman’ (Kuin 1990: 121), waarin de vader van Sebasian en Julia, die jaren geleden het geloof had afgezworen, op zijn sterfbed onverwacht een kruisteken maakt en daarmee zijn geloof in God alsnog bevestigt. Hierdoor geraakt, bekeert zelfs de atheïstische Charles zich uiteindelijk tot het katholicisme. Francesca Coppa (2006) merkt op: In Brideshead Revisited, the power of Catholicism is the power of a totalizing discourse which organizes all experience according to its terms. All suffering becomes Catholic suffering, all joy becomes Catholic joy, everything that happens is a part of God's plan, and there is no outside, no way to conceptualize oneself and one's experience differently. (150) Een openlijke homoseksuele relatie tussen Charles en Sebastian zou niet een-op-een passen in het streng rooms-katholieke beeld dat Waugh, zelf bekeerd in 1930, in de roman schetst. Meijsings fascinatie met het verhaal kan dan ook te maken hebben met de katholieke wereld die wordt beschreven, waarvan zij de taal en ideeën ongetwijfeld onmiddellijk heeft herkend vanuit haar eigen opvoeding. Wellicht vond ze de mogelijkheid tot een rebelse, anti-katholiek-normatieve lezing van het verhaal nog wel het meest interessant. Overspel, bedrog, buitenechtelijke relaties en homoseksualiteit waren, en zijn, geen zaken die je in een als katholiek beschouwde roman verwacht terug te vinden en toch komen ze in Brideshead Revisited stuk voor stuk aan bod. De impliciete homoseksuele aard van de vriendschap tussen Charles en Sebastian, | ||||||||||||||||||||
[pagina 40]
| ||||||||||||||||||||
Bron: Het privéarchief van Doeschka Meijsing
die zowel Geerten Meijsing als meerdere wetenschappers binnen het veld veronderstellen, kan worden beschouwd als een element dat Meijsings belangstelling jaar na jaar levendig heeft gehouden. Ook het rebelse karakter van de roman dat hiermee wordt verondersteld kan een rol hebben gespeeld bij de vorming van haar identiteit als persoon en als auteur. Dat de serie haar in 1982 zo tegenvalt, is mogelijk te wijten aan de expliciete homo-erotische verwijzingen die zijn toegevoegd ten opzichte van de roman, waarmee voor Meijsing wellicht het enigma van de onderliggende spanning tussen de twee vrienden wegvalt. | ||||||||||||||||||||
Melancholie‘Er is één eigenschap in me die ik meer begin te verafschuwen dan alle eigenschappen in andere mensen, en dat is mijn melancholie,’ schrijft Doeschka Meijsing op 22 februari 1981 in haar dagboek. (Meijsing 2016: 351) Het is zeker niet de eerste keer dat ze over haar melancholische gevoel schrijft, maar wel de eerste keer dat ze het telkens | ||||||||||||||||||||
[pagina 41]
| ||||||||||||||||||||
terugkerende gevoel zo expliciet veracht.Ga naar voetnoot9 Wellicht heeft dit te maken met het feit dat de melancholische buien haar tijdens de laatste jaren van deze dagboeken meer kwellen en belemmeren dan de jaren daarvoor, die meer werden gekenmerkt door haar zoektocht naar het ultieme geluksgevoel: Ik zal tot de weinige mensen behoren die een gelukkige jeugd hebben gehad. Misschien komt echter om dat geluk juist de weemoed vaak weer opzetten, omdat er maar zo weinig mensen goed zijn, omdat het leven altijd zo klein blijven zal. Maar de laatste tijd heb ik me voorgenomen om gelukkig te willen zijn, niet met opzettelijke zelfbevrediging dieper te willen gaan in de melancholie. (Meijsing 2016: 93-94) Soms bereikt ze dat gelukkige gevoel, bijvoorbeeld wanneer ze haar ‘gelukszomer’ van 1967 beschrijft als ‘zo'n soort zomer vol Sebastian en Charles uit Brideshead Revisited’, hoewel ze direct daarop volgend opmerkt dat ze ‘bijna zeker [wéét] dat [ze] nooit meer zo gelukkig zal zijn als nu’. (Meijsing 2016: 112) Haar voornemen om het geluk na te jagen lijkt dan ook telkens uit te monden in een gevoel van melancholie. Het motto van de vriendschap tussen Charles en Sebastian, ‘contra mundum’, het idee van ‘samen tegen de wereld’, zal haar in deze context hebben aangesproken. De roman fungeerde daarmee als een fictioneel toevluchtsoord in een wereld waar de reële wreedheden van de psyche even konden worden vergeten. Ook de overeenkomsten met het melancholische karakter van Sebastian kunnen haar manier van denken en identiteitsontwikkeling hebben beïnvloed. Zo noteert ze op 20 mei 1966: Wat is ons leven waard? Honderd jaar leven is een eeuwigheid, maar dan een eeuwigheid die nog te klein is om iets waard te zijn. Ik leef de dagen door met hoofdpijn en verslagenheid. Nooit zal ik kunnen schrijven. Oh, Sebastian is drunk! De melancholie van Brideshead Revisited. Kan ik alleen nog maar onsamenhangende stukjes proza bazelen? (Meijsing 2016: 77) Niet alleen melancholie, maar ook overmatig drankgebruik en twijfel aan het eigen kunnen spelen haar parten in haar zoektocht naar het ultieme geluksgevoel, overeenkomstig met de gevoelens van zowel Charles als Sebastian. Zo noteert ze nog geen jaar na de aantekening van 20 mei 1966, op 17 februari 1967, het volgende: | ||||||||||||||||||||
[pagina 42]
| ||||||||||||||||||||
Moet oppassen: onder invloed van Sebastian (?) begin ik plezier in het wijn drinken te krijgen. Niet eens zo erg om de smaak, als wel om het gevoel erna, dat duizelig melancholieke: ik houd ervan dronken te zijn, in die graad dat ik zelf nog weet dat ik het ben. (Meijsing 2016: 97) Waar Doeschka Meijsing haar positie ten opzichte van drank in Sebastian herkent, identificeert ze zich in sombere tijden met Charles' gevoel van twijfel aan zijn eigen kwaliteiten in de kunst: ‘Misschien ben ik niet zoveel gegroeid in (...) twee jaar. Ik ben slechter geworden, maar ik schrijf evenveel over verliefdheden en melancholie (een niet geoorloofd gevoel voor zelfbekijkers).’ (Meijsing 2016: 73) Tijdens zijn studie in Oxford wordt Charles' talent voor schilderen al door Sebastian en diens moeder opgemerkt, maar na zijn studie maakt hij er zijn beroep van. Hierbij merkt Robert S. Powell (1980) op dat het contact met Brideshead en de familie van Sebastian Charles' talent heeft bedorven. Als Brideshead voor zowel Charles als Doeschka Meijsing gelijk staat aan een gevoel van melancholie, zou je Charles' twijfel aan zijn schildertalent en Meijsings twijfel aan haar schrijftalent beide kunnen herleiden tot een twijfel die ontstaat door een gevoel waar op z'n minst een melancholische ondertoon aan ten grondslag ligt. De bij tijden zwaarmoedige sfeer en gebeurtenissen in Brideshead Revisited samen met de melancholische buien die Doeschka Meijsing teisteren, spelen dan ook een cruciale rol binnen haar eigen positie ten opzichte van het geluksgevoel dat ze zo najaagt. | ||||||||||||||||||||
BesluitMet de intertekstuele analyse in dit essay heb ik getracht aan te tonen dat het aan de ene kant lastig is om op basis van egodocumenten harde conclusies te trekken over het leven van een auteur, maar dat het tegelijkertijd een waardevolle verdieping kan zijn van het beeld dat gedurende de jaren van die auteur is ontstaan. Doeschka Meijsings relatie met Brideshead Revisited is niet alleen interessant omdat ze vele kleuren kent - ze verplaatst zich over een spanne die loopt van bijna obsessieve bewondering van de roman tot totale distantie van de gelijknamige serie - maar juist ook omdat een analyse van deze relatie per definitie zorgt voor een bepaalde spanning. Toch kan worden geconcludeerd dat, naast andere factoren zoals stijl en decor, vooral de op uiteenlopende wijzen te interpreteren seksualiteit en het telkens terugkerende melancholische gevoel de boventoon in Meijsings aantrekkingskracht tot de roman hebben gevoerd en het aspect der herkenning zal hebben bijgedragen aan haar persoonlijke identiteits-vorming. Dat Brideshead Revisited een rol van betekenis in Meijsings leven heeft gespeeld, lijkt met de uitgave van het eerste deel van haar dagboeken wel evident. Het tweede deel zal moeten uitwijzen of en op welke manier Brideshead een plek opeist in haar latere leven. | ||||||||||||||||||||
[pagina 43]
| ||||||||||||||||||||
Literatuur
|
|