Vooys. Jaargang 34
(2016)– [tijdschrift] Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 21]
| ||||||||||
Hannah Ackermans
| ||||||||||
IntroductieIn 1920 schreef Tristan Tzara, een invloedrijk figuur in het dadaïsme, deze bekende instructie voor de creatie van een dadaïstisch gedicht: To make a Dadaist poem: Het proces dat Tzara beschrijft in zijn instructie kun je zien als een vorm van generatieve dichtkunst. In algemene zin is generatieve literatuur prozaïsche of poëtische tekst die wordt gegenereerd door een algoritme dat bouwstenen (meestal woorden of zinnen) combineert. Generatieve literatuur bestaat in allerlei soorten en maten, en wordt met verschillende termen, waaronder ‘computer poetry’ en ‘poetic machinations’ | ||||||||||
[pagina 22]
| ||||||||||
Bron: Scott Rettberg, Tokyo Garage. Via nickm.com/taroko_gorge/tokyo_garage
(Funkhouser 2007: 31), aangeduid. Ik kies ervoor om over generatieve literatuur te spreken (vertaling van het tegenwoordig algemeen gebruikte ‘generative literature’) om computer-gegenereerde werken niet te verwarren met andere digitale literatuur. Dadaïsme wordt door Christopher Funkhouser als ‘historical forebearer’ aangehaald in relatie tot generatieve literatuur. (Funkhouser 2007: 32-33) Het analoge algoritme van een dadaïstisch gedicht is de instructie hierboven.Ga naar voetnoot1
Gedichtengenerators zijn een vorm van elektronische (of e-)poëzie. Arnoud van Adrichem en Jan Baetens beschrijven e-poëzie als volgt: ‘Ten eerste moet het gaan om poëzie die exclusief gemaakt is voor het scherm, dus niet om poëzie die ook in | ||||||||||
[pagina 23]
| ||||||||||
papieren vorm zou kunnen bestaan en om praktische of opportunistische redenen in digitale vorm wordt aangeboden.’ (Adrichem & Baetens 2009: 19) Wanneer generatieve literatuur draait op digitale algoritmes is dit een vorm van e-poëzie; deze literatuur kan niet net zo goed in een papieren boek bestaan. Daarnaast, voegen Adrichem en Baetens toe, ‘slaat de term e-poëzie ook op dat type poetry on screen dat bewust en systematisch de specifieke eigenschappen van het nieuwe communicatiemedium gebruikt of exploreert.’ (Adrichem en Baetens 2009: 19) Generatieve literatuur maakt gebruik van de specifieke eigenschappen van de computer door een algoritme op te stellen dat (bijna) oneindig veel gedichten of verhalen kan produceren, iets wat een menselijke auteur bijna niet voor elkaar kan krijgen. Hoewel er Nederlandse voorbeelden zijn van (voorlopers van) generatieve dichtkunst zoals de machinale gedichten van Gerrit Knol en Greta Monach (Vaessens 2013: 187)Ga naar voetnoot2 en de gedichtengenerator samen dichten van Roos Laan, is er in de Nederlandse letterkunde weinig aandacht geweest voor het specifieke genre van generatieve literatuur binnen de elektronische literatuur. Een van de meest besproken vormen van elektronische literatuur is hypertekst, waarbij een tekst in verschillende volgorden kan worden gelezen door middel van de keuzes die de lezer maakt door op hyperlinks te klikken.Ga naar voetnoot3 Generatieve literatuur en hypertekst hebben gemeen dat ze uit meerdere bouwstenen bestaan waarvan de volgorde per lezing verschilt. De actor die de volgorde bepaalt is in beide tekstsoorten echter verschillend. Vaak gaat het in hyperteksten om de gedeelde agency van auteur en lezer, maar bij generatieve literatuur draait het om de agency van het algoritme. Ik richt me in het bijzonder op generatieve e-poëzie, die binnen de algemene definitie van e-poëzie valt die Adrichem en Baetens beschrijven, en kijk daarbij vooral naar de specifieke eigenschappen van generatieve poëzie binnen de e-poëzie. Generatieve dichtkunst leidt onmiddellijk tot de vraag naar auteurschap. Dit kan ook niet anders, omdat het genre gedefinieerd wordt door zijn afwijkende vorm van auteurschap. Hiermee belichaamt de generatieve dichtkunst expliciet Jacques Derrida's theorie van de gedecentraliseerde wereld. Derrida stelt dat de auteur het centrum van het werk is, en de auteur is daarbij ‘paradoxically, within the structure and outside it. The center is at the center of the totality, and yet, since the center does not belong to the totality (is not part of the totality), the totality has its center elsewhere.’ (Derrida 1993: n.p. [cursivering in origineel]). In andere woorden: juist door zijn afwezigheid neemt de auteur een zeer centrale plek in de betekenis van generatieve werken in. | ||||||||||
[pagina 24]
| ||||||||||
In dit artikel bespreek ik hoe de eigenschappen van generatieve literatuur spelen met ons idee van auteurschap door de (in de e-lit community) canonieke gedichtengenerator Taroko Gorge (2009) van Nick Montfort te analyseren. Hoewel er vaak naar Taroko Gorge wordt verwezen in academische literatuurGa naar voetnoot4 staat het werk zelden centraal in een heel artikel. Ik zal drie kenmerkende eigenschappen identificeren, tijdgebondenheid, overwriting en remixen, en ik zal analyseren hoe Taroko Gorge gebruikmaakt van deze eigenschappen om ‘bewust en systematisch de specifieke eigenschappen van het nieuwe communicatiemedium’ (Adrichem en Baetens 19) tentoon te stellen. In de conclusie bekijk ik deze eigenschappen in een breder perspectief door in te gaan op de manier waarop tijdgebondenheid, overwriting en remixen de rol van auteurschap thematiseren in generatieve literatuur. | ||||||||||
TijdgebondenheidWie Taroko Gorge wil lezen, bezoekt de website http://nickm.com/taroko_gorge/. Deze website laat een groene achtergrond zien, wat overeenstemt met het natuurthema in het gedicht, waarop dichtregels verschijnen in lichtroze letters. In eerste instantie verschijnen de dichtregels een voor een onder elkaar, en als de pagina vol is, schuift de tekst per regel naar boven om plaats te maken voor een nieuwe dichtregel. Deze manier van verschuiven doet denken aan een typemachine. Een belangrijk verschil is echter dat je bij een typemachine je tekst naderhand nog als geheel kunt bekijken. Bij Taroko Gorge is dit niet het geval: als een regel boven van het scherm is geschoven, dan is die dichtregel ‘weg’. De reden hiervoor is dat de creatie van het gedicht plaatsvindt op het moment van lezen. Zoals Adrichem en Baetens stellen: ‘Een e-gedicht kunnen we niet zonder meer beschouwen als een tekst die “af” is. Het gaat veeleer om een tekst die niet langer beperkt wordt door het louter verbale, maar fungeert als een knooppunt van steeds nieuwe realisaties waarvan we elk moment als uniek ervaren.’ (Adrichem & Baetens 2009: 21) Die nieuwe realisaties van knooppunten kunnen door verschillende vormen van e-poëzie op verschillende manieren worden gevormd. In het geval van generatieve dichtkunst is het knooppunt van het gedicht het algoritme. Dit heeft implicaties voor het auteurschap van het werk. Het algoritme wordt weliswaar geschreven door een mens, maar elk nieuw gedicht wordt gevormd doordat de computer een instructie uitvoert. Door de pagina van Taroko Gorge te bezoeken wordt een achterliggend algoritme in werking gesteld dat verschillende lijsten aan woorden bevat en een algoritme dat deze woorden willekeurig uitkiest en in een - door het algoritme bepaalde - syntax plaatst. De eerste drie rijen van variabelen zijn:Ga naar voetnoot5 zvar above=‘brow,mist,shape,layer,the crag,stone,forest,height’.split(‘.’); | ||||||||||
[pagina 25]
| ||||||||||
Illustratie: Vince Trommel
| ||||||||||
[pagina 26]
| ||||||||||
var below=‘flow,basin,shape,vain,rippling,stone,cove,rock’.split(‘.’); Dit zijn de woorden die voorkomen in het gedicht. Via een ingewikkelder algoritme worden deze woorden op een grammaticale manier aan elkaar geplakt tot een gedicht dat gelezen kan worden bij het bezoeken van de website. Hiermee verschilt het van Tzara's algoritme dat woorden volledig willekeurig achter elkaar legt en zich niet aan grammaticale regels houdt. Dit gebruik van een digitaal algoritme in de creatie van het gedicht heeft een belangrijke implicatie: tijdgebondenheid. Omdat generatieve literatuur door middel van een algoritme op het scherm wordt gecreëerd, ontstaat het gedicht op het moment dat de lezer de generator opent. Zoals Raine Koskimaa stelt: ‘In this situation the reader may truly face a unique text, something that nobody else may ever see.’ (Koskimaa 2009: n.p) Deze unieke leeservaring brengt Koskimaa direct in verband met tijdgebondenheid, of wat hij ‘textual time’ noemt. De materialiteit van ‘cybertextual literature’ (Koskimaa 2009: n.p.) speelt op verschillende manieren met de tijdgebondenheid, zoals ‘limiting reading time’, ‘delaying reading time’, and ‘temporally evolving texts’. Deze vormen van tijdgebondenheid worden in Taroko Gorge extra benadrukt doordat het gedicht per zin op het scherm verschijnt en langzaam ook weer van het scherm verdwijnt. Het is niet mogelijk om omhoog te scrollen en de tekst nogmaals te lezen. In de eerste plaats is er dus sprake van het uitstellen van de leestijd doordat het gedicht per zin verschijnt en niet alles tegelijkertijd op het scherm verschijnt. Daarnaast is er sprake van een gelimiteerde leestijd omdat iemand het gedicht moet lezen op het moment dat het op het scherm verschijnt, en de bovenste regel steeds van het scherm verdwijnt als de pagina vol is en er plaats gemaakt moet worden voor een nieuwe regel. In e-poëzie is er vaak aandacht voor multimedialiteit en interactiviteit. Deze twee eigenschappen lijken bij Taroko Gorge beide afwezig, omdat het gedicht slechts uit tekst bestaat en de lezer geen invloed kan uitoefenen op het gedicht, buiten de actie van het bezoeken van de website om. Toch wil ik stellen dat Taroko Gorge door de foregrounding van tijdgebondenheid wel degelijk gekenmerkt wordt door multimedialiteit en interactiviteit. De achter elkaar verschijnende dichtregels en de verdwijnende dichtregels maken het gedicht een visuele oppervlakte ondanks dat het alleen uit tekst bestaat. De continu veranderende visuele oppervlakte van tekst maakt dat de lezer het gedicht actief moet lezen: er is geen tijd om pauze te nemen of terug te gaan naar vorige regels. Hierdoor kan de lezing als actiever worden gezien dan wanneer de website klassieke kenmerken van interactiviteit, zoals een scrollfunctie of pauzeknop, zou hebben. Het gedicht dat op het scherm verschijnt is uniek en kan alleen gelezen worden op het moment dat de website wordt geopend. Toch is dit gedicht niet het enige gedicht. Elke keer dat de generator wordt gestart zal er een ander gedicht verschijnen. | ||||||||||
[pagina 27]
| ||||||||||
Dat proces brengt me bij de volgende eigenschap van generatieve dichtkunst: overwriting. | ||||||||||
OverwritingIn Taroko Gorge is er sprake van tijdgebondenheid door overwriting. Overwriting is een begrip dat voorheen vooral gebruikt is in analoge schrijfprocessen en verwijst naar de actie waarin nieuwe teksten continu bovenop oude teksten worden geschreven. Brillenburg Wurth, Espi en Van de Ven beschrijven bijvoorbeeld het werk van Louise Paillé, een kunstenares ‘who practises writing in books as a technique to change the relations between word and image’. (2013: 99) In haar werk Livres-Livres kopieert Paillé met de hand volledige boekteksten in andere boeken, waarmee ze lagen tekst creëert, bestaande uit de originele geprinte tekst met daarbovenop de handgeschreven tekst. Dit proces van analoge overwriting maakt de tekstlagen zichtbaar - omdat de tekst eronder niet wordt gewist - en tegelijkertijd onzichtbaar - omdat het proces van overwriting de teksten vrijwel onleesbaar maakt. Hierin zet analoge overwriting zich af tegen digitale overwriting, zoals Brillenburg Wurth, Espi & Van de Ven stellen: In the digital sphere, overwriting has become a commonplace activity. We do it all the time on our computers as we delete and write again, or use the OVR function to cover our tracks. Paillé's work, on the other hand, is all about leaving traces in visibly layered texts. This is how her work diverges from the dominant digital medium: by appropriating its very flexibility and transforming it into something singular and irreversible. More precisely, overwriting here displays itself as a process of superimposition, one word placed over another, and then freezes that process in a visual pattern. (Brillenburg Wurth et al. 2013: 99) Generatieve literatuur lijkt inderdaad het schoolvoorbeeld van digitale overwriting te zijn zoals Brillenburg Wurth et al. haar beschrijven. Toch stel ik dat overwriting juist in generatieve literatuur een belangrijk begrip is dat de ‘common place activity’ van typen, schrappen en opnieuw typen overstijgt. In tegenstelling tot Paillés werk, dat zichtbare lagen aan tekst bevat, laat Taroko Gorge een gegenereerde tekst verdwijnen om een nieuw werk te genereren.Ga naar voetnoot6 Toch is er een belangrijk verschil tussen generatieve dichtkunst en een eenvoudige OVR-functie, namelijk de source code die aan alle gegenereerde teksten ten grondslag ligt. Elke keer dat de website van Taroko Gorge wordt bezocht, wordt hetzelfde algoritme van willekeurige woordkeuze opnieuw in werking gezet en ontstaat er dus een gedicht dat (hoogstwaarschijnlijk) anders is dan alle andere keren dat de pagina wordt bezocht. Taroko Gorge heeft geen functie die gegenereerde gedichten automatisch opslaat, waardoor iedere keer dat iemand een gedicht leest | ||||||||||
[pagina 28]
| ||||||||||
en de pagina vernieuwt het oude gedicht weg is en hier overheen een nieuw gedicht verschijnt. Het functioneren van de source code betekent niet alleen dat er een statische tekst in het werk verborgen zit, maar ook dat er niet één enkele correcte versie van de tekst is. In plaats van een tekst te verwijderen en een te nieuwe creëren om daarmee de tekst te verbeteren (zoals Brillenburg Wurth et al. beschrijven), heeft generatieve dichtkunst de potentie om alle mogelijke teksten te genereren. Deze specifieke vorm van digitale overwriting voorziet in een connectie tussen de verschillende (potentiële) gegenereerde teksten. Het proces van overwriting heeft ook invloed op de manier waarop betekenis wordt gevormd. Adrichem en Baetens stellen: De multimediale performance van een tekst verschilt van een klassiek optreden, omdat de tekst zelf tijdens het hele proces evolueert en andere vormen gaat aannemen. Dat gebeurt onder invloed van het actief participerend publiek, de evoluties van een omkaderende technologie, en het besef bij de auteur dat de tekst niet alleen herbeleefd wordt in elke nieuwe lectuur maar ook materiële metamorfoses kan ondergaan. (Adrichem & Baetens 2009: 21, mijn cursiveringen) Hoewel Adrichem en Baetens een passende beschrijving lijken te geven van overwriting in de e-poëzie is er een implicatie die voor generatieve dichtkunst niet opgaat. Door twee keer naar een evolutie te verwijzen, impliceren zij dat er sprake is van een ontwikkeling en het gedicht elke keer beter wordt. Door het proces van overwriting is dit echter niet het geval. In plaats van een auteur die zijn/haar werk verbetert, wordt er steeds dezelfde actie gestart. Elke keer dat de generator wordt gestart, zal er een ander gedicht verschijnen; er is geen sprake van een stijgende lijn maar juist van herschrijving van het gedicht waarbij het vorige gedicht volledig wordt gewist. Dat Taroko Gorge slechts een klein vocabulaire bevat, versterkt dit effect. Dezelfde woorden worden steeds op een andere manier gebruikt. Door de pagina verschillende keren te verversen lees ik ‘The crag ranges the rippling’, ‘The crag flows the roam’, en ‘The crag paces the basin’. Je kan een van deze regels mooier vinden dan de andere, maar ze zijn alledrie evenveel onderdeel van ‘het gedicht’. Er bestaat geen juiste versie, maar juist de diversiteit aan versies kenmerkt het werk. | ||||||||||
RemixenDe output van Taroko Gorge kun je dus zien als een uniek gedicht (tijdgebondenheid) en oneindig veel gedichten (overwriting), maar Taroko Gorge is ook een authoring system. Met authoring system bedoel ik hier een systeem om gedichten mee te schrijven, de structuur van het algoritme. In het geval van Taroko Gorge worden woorden die veelal met natuur en rust te maken hebben via het authoring system in een bepaalde volgorde geplaatst. Het is echter mogelijk om de structuur van het algoritme te behouden, maar de woorden die worden ingevuld te vervangen door andere woorden. Scott Rettberg besloot om de source code van Taroko Gorge te kopiëren en de variabelen (de lijsten met | ||||||||||
[pagina 29]
| ||||||||||
Bron: Nick Montfort, Taroko Gorge. Via nickm.com/taroko_gorge/
woorden) te vervangen door veel langere lijsten met woorden die in plaats van natuur en rust juist de stad en drukte uitstraalden. Hij blikt terug: When Nick posted Taroko Gorge online in 2009 I decided to try my hand at hacking the engine, to see if I could invert and subvert it in a number of ways: to turn a poetry generator about nature into a generator about the cosmopolis, to take a minimalist work and turn it into to a maximalist work, to turn a light, almost zen work, into a noirish, and almost anarchic work. (Rettberg 2015: n.p.) Het resultaat is Tokyo Garage. Wie dat werk leest, krijgt wat betreft betekenis een heel ander gedicht voor ogen, maar hetzelfde authoring system is nog wel te herkennen in de grammaticale structuur. Waar ik in Taroko Gorge bijvoorbeeld de regels ‘Flows Dream / Shapes Hold’ las, kom ik in Tokyo Garage onder meer ‘stranger debate / gamers fall’ tegen. Hiermee wordt auteurschap nog verder op losse schroeven gezet, zoals Rettberg stelt: I did this without Montfort's explicit approval. To ask permission would eliminate the surprise, and the nature of the work as a hack. I crossed out Montfort's name and put my own name beneath it on the author line, providing acknowledgment via strikethrough, and then posted the new generator online. (Rettberg 2015: n.p.) Rettberg geeft Montfort dus auteurschap van het authoring system, dat door hemzelf opnieuw wordt ingevuld als tweede auteur, waarna de computer (het algoritme) de uiteindelijke gedichten creëert. En het bleef niet bij één adaptatie van Taroko Gorge's authoring system. Door de source code aan te passen en de inhoudelijke input te veranderen, heeft een groot aantal bekende auteurs van elektronische literatuur, waaronder J.R. Carpenter, Talan Memmott, | ||||||||||
[pagina 30]
| ||||||||||
en Piotr Marecki, andere gedichten geschreven met het authoring system dat Montfort voor Taroko Gorge schreef. Deze bewerkingen van de originele source code staan nu bekend als ‘remixes’, een begrip dat vooral in de muziekwereld gebruikt wordt om de creatieve bewerkingen van eerder opgenomen werk te beschrijven. Veel van deze remixen zijn ook te bekijken via de website van Taroko Gorge. Aan de rechterkant van de pagina van Taroko Gorge kan de lezer op de naam van een andere auteur klikken en zo bij diens remix terecht komen. Recentelijk zijn al deze werken opgenomen in de Electronic Literature Collection Volume 3.Ga naar voetnoot7 Waar andere werken individueel op de site verschijnen, staan de remixen samen onder het kopje ‘Taroko Gorge Remixes’. De reden hiervoor is dat Taroko Gorge als authoring system ‘its own genre’ (2016A: n.p.) is geworden volgens Leonardo Flores, samensteller van Electronic Literature Collection Volume 3: ‘Beyond the minimalist elegance of the poem itself, this larger phenomenon of appropriation and remix is what the ELC sought to preserve.’ (2016B: n.p.) Hoewel er dus geen evolutie plaatsvond binnen Taroko Gorge vanwege het proces van overwriting, is er op macroniveau wel sprake van een evolutie waarin het authoring system van Taroko Gorge steeds belangrijker is geworden en als een bron dient om meer creatieve projecten te voeden. In de geschreven versie van Arie Altena's presentatie ‘Niks nieuws. Het gebeurt nu.’, schrijft hij: ‘Waar de elektronische literatuur van weleer nog opereerde vanuit het idee van een open technologie, opereren de meeste schrijvers nu vanuit vastliggende technische formats - die wel een enorme vrijheid aan tekstgebruik een rijk vormgebruik toelaten.’ (Altena 2009: n.p) Dit oordeel lijkt te passen bij het proces waarin een origineel werk is geëvolueerd tot een genre dat steeds van hetzelfde authoring system gebruikmaakt. Hoewel Altena technisch gezien gelijk heeft dat er een vaste structuur wordt gebruikt, is het gebruik van de ‘vastliggende technische formats’ bij de remixen van Taroko Gorge geen onvermogen of gemak, maar juist een esthetische keuze. In het proces van remixen en appropriatie komt juist het idee van een ‘open technologie’ naar voren, die zo open is dat mensen de source code volledig en legaal kunnen kopiëren en kunnen remixen tot hun eigen werk. Dit wordt bevestigd door de remixen van Taroko Gorge, omdat het hergebruik van het authoring system als een creatieve keuze naar voren wordt gebracht. | ||||||||||
Conclusie: de auteur van Taroko GorgeZoals ik via drie karakteristieken hierboven heb laten zien, speelt generatieve literatuur met de rol van auteurschap. Door de tijdgebondenheid van generatieve literatuur is er sprake van creatie van het gedicht op het moment dat het lezen begint, en dit leidt tot een uniek nieuw gedicht bij iedere lezing. Het creëren wordt niet uitgevoerd door een mens, maar door een computer. Hoewel zowel het algoritme als de bouwstenen van de inhoud door een persoon geschreven zijn, geeft de menselijke auteur van generatieve literatuur de controle over hoe uiteindelijke werk eruit komt te zien op. De | ||||||||||
[pagina 31]
| ||||||||||
uniekheid van gedichten betekent ook dat er (bijna) oneindig veel gedichten mogelijk zijn binnen het ene werk dat we Taroko Gorge noemen. In zijn instructie stelt Tzara dat het generatieve proces leidt tot ‘an infinitely original author of charming sensibility’, maar het is de vraag of je binnen het algoritmische proces van oneindig veel gedichten ook kan spreken van een oneindig originele auteur. De auteur schrijft namelijk maar een keer de source code achter het werk, waarna steeds hetzelfde proces wordt herhaald door het algoritme. Hoewel de uiteindelijke tekst dus oneindig origineel te noemen is, is het proces juist steeds hetzelfde. Toch is er sprake van vernieuwing via het proces van remixen. Hierbij wordt juist de nadruk gelegd op auteurschap doordat de remixen worden aangegeven met de naam van de remixer, de persoon die een nieuw corpus in hetzelfde authoring system heeft gezet. Daarnaast gaat het hier om de creatieve keuze van menselijke auteurs om een algoritme aan te passen, en vervolgens de agency af te staan over de uiteindelijke gedichten door hun auteurschap te delen met het authoring system. Ieder onafhankelijk gedicht dat op het scherm verschijnt kan worden gelezen als gedicht, maar krijgt hierbij niet alleen betekenis vanuit de uniekheid van het gedicht, maar ook in relatie tot alle andere gedichten die op het scherm hadden kunnen verschijnen. De afwijkende rol van auteurschap neemt dus door de afwezigheid van een auteur een centrale plek in. Dit wordt versterkt door de remixen die het bepalen van ‘de auteur’ verder compliceren. Op deze manier geeft generatieve dichtkunst de mogelijkheid om na te denken over literatuur vanuit een nieuw kader door te spelen met (de rol van) auteurschap. Zoals N. Katherine Hayles het verwoordt: ‘scary and exhilarating, these connections perform human subjects who cannot be thought without the intelligent machines that produce us even as we produce them.’ (Hayles 2002: 63). | ||||||||||
Literatuur
| ||||||||||
[pagina 32]
| ||||||||||
|
|