Vooys. Jaargang 34
(2016)– [tijdschrift] Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 143]
| ||||||||
Armada. Tijdschrift voor wereldliteratuur. Dossier ‘Leve de kleine Letteren’ (2015). www.armadawereldliteratuur.nl | ||||||||
Sabine Waasdorp
| ||||||||
[pagina 144]
| ||||||||
Van der Poll schreef in het NRC Handelsblad van 3 maart 2015 al een reactie op deze ontwikkelingen, onder de titel ‘U bent slecht geïnformeerd over kleine talen, minister’, en al snel volgden er reacties vanuit de geesteswetenschappen, de Duitse Rekenkamer en Nederlandse ambassadeurs in Scandinavische en Baltische staten. Zij brachten allen het belang van hun ‘kleine’ taal in verband met de handel, de economie, de cultuur en ook diplomatieke en politieke betrekkingen. Dat het debat prangend bleef, blijkt uit het artikel ‘behoud “kleine talen” omwille van beschaving’ door vertaler Maarten van der Werf dat drie maanden later verscheen. Hierin werd de nadruk gelegd op economische belangen, maar vooral het belang van internationale samenwerking en het voorkomen van conflicten voerden de boventoon. De start van het dossier op 1 juli sluit daarom aan op een woelige periode, waarin het belang van kleine letteren continu bevraagd wordt. Voor Van der Poll zijn het de vertalingen die een brug kunnen slaan tussen Nederland en zijn Europese buren, waarin de cultuur van de ander in een begrijpelijke ‘Nederlandse’ vorm gegoten kan worden. De verschillende lezende partijen die Van der Poll aanhaalt om dit standpunt te ondersteunen - zij noemt studenten van Europese Studies maar ook Herman Van Rompuy, voormalig voorzitter van de Europese Raad - geven een goed beeld van hoe groot de reikwijdte van de kleine letteren is en hoe belangrijk deze kunnen zijn in Europa. Literatuur laat volgens Van der Poll de overeenkomsten en verschillen met een andere cultuur en maatschappij zien en geeft een meer genuanceerd beeld van die ander, die vaak door de media slechts op een beperkte manier wordt gepresenteerd. Juist in huidige conflictsituaties zoals het Rusland-Oekraïne- en het Israël-Palestina-conflict kan literatuur de lezer een kritische blik bieden. In de woorden van Van der Poll: Nederland schreeuwt om (jonge) getalenteerde mensen met kennis van de geschiedenis, de taal, de cultuur - alle in al hun nuances gereflecteerd in de literatuur - van haar Europese partners, van de Arabische en Aziatische landen en Noord- en Zuid-Amerika. De verschillende bijdragen in het dossier laten deze schakeringen zien en plaatsen lokale problematiek in een Europees perspectief. De kleine letteren die vertegenwoordigd zijn - Deens, Ests, Fins, Hebreeuws, Pools, Portugees, Russisch en Zweeds - tonen hun verbintenis met Europa door het gebruik van universele thema's. Een goed voorbeeld hiervan is het essay ‘Literaire non-fictie: een Poolse specialiteit’ door vertalers Olga Niziolek en Łukasz Koterba, waarin de aantrekkingskracht van de rauwheid en waarheidsgetrouwheid van Poolse literaire non-fictie wordt besproken. Deze Poolse specialiteit, bestaande uit journalistieke verslagen in boekvorm, ontstond ten tijde van de communistisch censuur, waarin kritiek alleen op een indirecte manier verwoord kon worden. Door dagelijkse problemen, drama's en frustraties van individuele gevallen te bespreken, kon de Pool toch zijn kritiek uiten. Een andere beschikbare methode was het schrijven over dictaturen in andere landen die veel parallellen vertoonden met de Poolse werkelijkheid van ellende en onrecht. De vijftien boeken die | ||||||||
[pagina 145]
| ||||||||
Niziołek en Koterba kort maar helder en informatief bespreken, hebben ieder door hun universele thematiek van hoop, haat, afgunst, liefde, armoede en dromen over een betere toekomst een bijzondere aantrekkingskracht en bieden voor elke lezer wel iets waarin hij of zij zich kan vinden. Het essay van Harrie Lemmens over de reisliteratuur van de Portugese journalist Pedro Rosa Mendes kan in dezelfde hoek geplaatst worden. Zijn boek Baía dos Tigres uit 1999 (in Nederlandse vertaling verschenen in 2003 onder de titel Tijgerbaai) doet verslag van Mendes' reis door een door burgeroorlog geteisterd Angola. Het boek, waarin monologen, gedichten, gesprekken, historische uitweidingen en zelfs een filmscript verwerkt is, overrompelt volgens Lemmens de lezer ‘door de wreedheid van een conflict en de wil van mensen om ondanks alles altijd weer overeind te krabbelen en door te gaan’ en ‘moet de lezers vinden die het zo verdient’. De bewondering van Lemmens voor dit boek, die naar voren komt in de beschrijving van het vertaalproces en de teleurstelling die Lemmens voelt wanneer het boek op geen enkele wijze in beeld wordt gebracht in de reisreportage Dwars door Afrika, zorgt er helaas voor dat het essay overdreven positief lijkt. Het vertaalde fragment aan het eind van het artikel maakt dit gebrek aan nuance deels goed, omdat je hierdoor zelf de kans krijgt het boek te beoordelen. In meerdere artikelen ontbreekt de nuance, en de essays die louter in positieve termen kunnen spreken maken het dossier in zijn totaliteit een eentonig geheel. De digitale vorm van het dossier en enkele artikelen die in vorm of onderwerp afwijken, breken deze monotone sfeer wel deels op. Door de digitale vorm, waarin artikelen op verschillende data beschikbaar worden gesteld, worden lezers gedwongen de artikelen afzonderlijk van elkaar te lezen. Hierdoor is een lovende recensie ‘nieuw’ en wordt het publiek steeds opnieuw enthousiast gemaakt voor een boek uit de kleine talen. Hoeveel mensen het dossier daadwerkelijk bereikt, is onduidelijk: hoewel elk artikel in een handomdraai gedeeld kan worden via e-mail, twitter, facebook en LinkedIn - en er zelfs reacties geplaatst kunnen worden om een discussie over het boek te starten - is het tot nu toe vooral Armada dat Armada aanprijst. De eenheidsworst van lof wordt tevens gebroken door de artikelen van Els Jongeneel, Henk van der Liet en Ellen Rutten. Els Jongeneel geeft in ‘Rouwen en verwerken’ een uitgebreide literaire analyse van het boek Uit de tijd vallen. Een verhaal in stemmen (2012) geschreven door David Grossman waarin de opbouw, inhoud, titel en ondertitel, thema's, motieven en karakter uitvoerig worden behandeld. Hoewel het artikel weinig aan de verbeelding van de lezer overlaat en het boek daardoor minder aantrekkelijk maakt, zorgt het ervoor dat het dossier wat meer body krijgt als academisch tijdschrift. In de artikelen van Henk van der Liet en Ellen Rutten worden juist andere uitingen van literatuur besproken: de poëzie en performance van Raske Penge en de satirische Facebook-posts van dichter en journalist Lev Rubinstein die in nauw verband staan met het verhaal ‘De Koets’ (1835) van Nikolaj Gogol. Hierin staat de creativiteit van de auteur door zijn gebruik van social media en muzikale stromingen zoals rap, slam en hiphop centraal, waarbij de vraag wordt gesteld hoe iemand zijn | ||||||||
[pagina 146]
| ||||||||
identiteit kan bepalen in het huidige multiculturele Europa. De uitgebreide analyse in beide artikelen zorgt ervoor dat deze op het eerste gezicht minder aantrekkelijke teksten toegankelijker worden voor een breder publiek. Al met al bezien maakt het dossier door zijn positieve toon de lezer enthousiast voor de kleine letteren. Deze toon, die bij het ene artikel meer opvallend is dan bij het andere, zorgt er wel voor dat het dossier liever niet in één keer uitgelezen wordt. Ik ben erg benieuwd of de verkoop van de aangeprezen boeken gestegen is sinds het dossier is verschenen, aangezien onder elk artikel een directe link naar de webshop van de desbetreffende uitgever te vinden is. Dat is het voordeel van de huidige digitaal vorm: elk boek wordt nu door een web van hyperlinks omgeven en het is voor de lezer gemakkelijker om zelf meer informatie op te sporen en deze te delen. Voor de ouderwetsen onder ons kan het tijdschrift overigens ook nog ‘offline’ gelezen worden: elk artikel is in pdf-vorm beschikbaar. De prachtige headers boven de artikelen, de sociale media en de optie direct te consumeren, maken Armada echter vooral een digitaal tijdschrift dat idealiter digitaal gelezen en besproken moet worden. Hoewel dit laatste nu nog niet gebeurt, zal het een kwestie van tijd en naamsbekendheid zijn die ervaren en jonge lezers kunnen enthousiasmeren voor een interactiever gebruik van het tijdschrift. | ||||||||
Literatuur
|